Opinie

Gezinsbegeleider: ‘Elke nieuwe mannelijke collega zal ik toejuichen’

Jan-Maarten Dooremont

Jan-Maarten Dooremont werkt in een Huis van het Kind. Vanuit een inloopteam ondersteunt hij kwetsbare gezinnen. Hij is er de enige mannelijke medewerker en vindt dat jammer: “Ik heb duizend argumenten klaar waarom mannen in deze job van onschatbare waarde zijn.”

man draagt kind

© Unsplash / Pauline Loroy

Onevenwicht

In een Huis van het Kind werken verschillende organisaties samen om gezinnen laagdrempelig te ondersteunen bij opvoeding, gezondheid of vrijetijd. In Gent heeft dit huis drie inloopteams. Die organiseren voor aanstaande en jonge kwetsbare gezinnen speel- en onthaalmomenten, oudergroepen, uitstappen en informatiesessies.

Elk jaar zien die inloopteams ongeveer drieduizend unieke gezinnen. Drieduizend gezinnen tegenover een twintigtal medewerkers. Ik ben één van die medewerkers en helaas de enige man van het team.

Dat is niet zo uitzonderlijk. Wanneer mannen, als cliënt of sollicitant, de stap zetten naar de hulpverlening, komen ze veelal in een vrouwelijke omgeving terecht.

Dat onevenwicht doet vragen stellen. We profileren ons graag als vraaggericht, innovatief of toegankelijk voor iedereen. We houden onze dromen voor waar zolang de ondervertegenwoordiging van mannen het beeld van de gezinsondersteuning als een typisch vrouwelijke aangelegenheid in stand houdt.

In mijn element

Vorige week woensdag had ik twee kinderen op mijn armen. Ondertussen werd ik achtervolgd door twee neefjes die naar eigen zeggen ‘suuuuuper’ dringend naar toilet moeten. De jongen op mijn linkerarm had een verse luier nodig, het meisje rechts had ik opgepakt zodat ze niet met haar blote voeten op de vuile vloer moest stappen.

‘Een moeder keek me aan alsof ik een bom aan het ontmantelen was.’

Ondertussen deed ik met mijn voet de toiletdeur open voor het ene neefje en riep er een collega bij om het ander neefje een beker water te geven. Hij wou eerst nog wat drinken voor zijn ‘suuuuuper’ dringend toiletbezoek. Natuurlijk.

Een moeder die langsliep, lachte me toe en keek me aan alsof ik een bom aan het ontmantelen was. Een andere collega zag dat alles oké was. Ik was in mijn element.

Multitasking

Ik voelde me als een octopus die al zijn tentakels broodnodig had in dit uitdagend evenwichtsmoment. Ik slaagde met glans. Wanneer je multitasking googelt, zie je hoofdzakelijk vrouwen op de afbeeldingen. Spijtig, want ik dacht nu toch dat dit knap staaltje multitasking eentje was voor op de voorpagina van de krant.

‘Wanneer je multitasking googelt zie je hoofdzakelijk vrouwen op de afbeeldingen.’

Maar ere wie ere toekomt. Volgens de meest recente gendergelijkheidsindex neemt 81 procent van de vrouwen in België de meeste zorg- en huishoudelijke taken op in hun gezin. We moeten en mogen hier niet flauw overdoen.

Oprecht jammer

Het klinkt misschien vreemd, maar ik vond het oprecht jammer dat er op dat moment geen man binnenkwam. Ik vond het jammer dat een vader mij, als man, niet toevallig zag jongleren met vier kinderen waar ik geen vader van ben.

Dit zou een ideaal toonmoment geweest zijn om te normaliseren dat een man in onze organisatie, en ver daarbuiten, ook zorgtaken kan opnemen. Een moment om aan te tonen dat affectie en zorg voor jonge kinderen geen typisch vrouwelijke aangelegenheid is.

Vrouwenwereld

Toch voelen weinig mannen zich geroepen tot een job in een zorgende context met jonge kinderen. De oorzaak moeten we niet ver zoeken.

‘Ik ben ervan overtuigd dat mannen deze jobs wel willen aangaan maar de stap niet durven te zetten naar de grote vrouwenwereld.’

Als kinderen bepaalde gendernormen aangeleerd krijgen die op latere leeftijd nefast zijn voor hun eigen blik op gender, blijven we in stand houden dat auto’s voor jongens zijn en poppen voor meisjes.

Ik ben ervan overtuigd dat mannen deze jobs wel willen aangaan maar de stap niet durven te zetten naar de grote vrouwenwereld. Ik ontmoet regelmatig medewerkers van kinderdagverblijven of sociale organisaties die zelf schreeuwen voor meer mannen in hun team.

Schrijnende cijfers

We zijn dus zeker welkom. De obstakels liggen elders. Onlangs kreeg ik schrijnende cijfers voorgeschoteld door Agentschap Opgroeien rond onze kinderdagverblijven.Verslag Denktank ‘Mannen in de kinderopvang’, 8 juni 2022, niet gepubliceerd. Andere cijfers over de Vlaamse kinderopvang zijn hier raadpleegbaar.Slechts 1,5 procent van de kinderbegeleiders in onze Vlaamse kinderdagverblijven is man.

‘Slechts 1,5 procent van de kinderbegeleiders in onze Vlaamse kinderdagverblijven is man.’

Wanneer we iets breder kijken en ook het coördinerend en ondersteunend personeel meetellen, stijgt dit naar 2,5 procent. Nog steeds schrijnend, nee? Om het verhaal compleet te maken, nam ik ook de cijfers van het Vlaams kleuteronderwijs er eens bij. Hier zien we dat slechts 2,6 procent van de leerkrachten man is.

Rolmodellen

Er zijn spijtig genoeg te weinig zorgende mannelijke rolmodellen in de eerste levensjaren van een kind. De mannen in de kinderdagverblijven of scholen zijn veelal de sportleerkracht, directeur of klusjesman. We zien geen tot weinig mannelijke vroedkundigen, kinderbegeleiders of kleuterleerkrachten.

‘Er zijn te weinig zorgende mannelijke rolmodellen in de eerste levensjaren van een kind.’

In Vlaanderen verkondigen we luidkeels dat vaders betrokken moeten zijn en een zorgende rol moeten opnemen. Net in die sector waar mannen deze rol kunnen opnemen én herkennen, zijn ze niet zichtbaar of aanwezig.

Mannenkaart

Gelukkig verschuiven er wel degelijk dingen in de juiste richting. De Vlaamse overheid startte onlangs een denktank ‘Meer mannen in de kinderopvang’ op, met de juiste en gemotiveerde actoren aan de tafel. Ik blijf positief.

Net nu er duizenden openstaande vacatures in de Vlaamse kinderdagverblijven zijn, is de tijd aangebroken om de mannenkaart te trekken. Ik hoop niet enkel met de ingesteldheid dat de mannelijke helft het personeelstekort moet opvangen en jarenlang wanbeleid dient te redden.

De juiste ingesteldheid is dat mannen door hun toegevoegde pedagogische waarde in onze sector een kanteling kunnen betekenen in woelige tijden.

Broodnodig

Wat is daarvoor nodig? Meer maatschappelijk vertrouwen naar mannen in contact met jonge kinderen? Sowieso. De opwaardering van zorgberoepen met jonge kinderen? Graag, maar eerst het beleid meekrijgen.

Een gelijkwaardige benadering van mannen en vrouwen hierin? Hopelijk ooit. Is er nog veel structureel werk voor de boeg? Spijtig genoeg wel.

Ik krijg sporadisch de vraag hoe ik het volhoud als man in een ‘vrouwenbastion’? Het is simpel: mijn collega’s en ik maken dagelijks het verschil. Ik loop elke dag op wolken in de meest fantastische job ter wereld.

Elke nieuwe mannelijke collega in onze sector zal ik uitbundig toejuichen. Dus, mannen, hebben jullie twijfels? Spreek me aan. Ik heb duizend argumenten klaar waarom jullie hier van onschatbare waarde zijn.

Reacties [1]

  • Claudia

    Alle hulp is welkom! Het zou niet van belang mogen zijn of het een vrouw of een man betreft. Echter ….. sommige taken hebben een bepaalde evolutie doorgemaakt en maken een bepaalde sekse nét even dat geschikter. Mijn persoonlijke ervaring in dit geval is het verschil in geduld ;o). Maar solliciteer alsjeblieft, net zoals vrouwen in specifieke ´mannenjobs´ dat ook zouden moeten doen.

We zijn benieuwd naar je mening!
Blijf hoffelijk, constructief en respectvol

 

Elke reactie wordt gemodereerd. Lees hier onze spelregels. Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.