Protest
Onder een stralende zon protesteerden vorige week een vijfhonderdtal begeleiders uit de kinderopvang aan de Gentse stadshal. Ze lieten zich horen over de toekomst van de kinderopvang. Er is nood aan meer kwaliteitsvolle zorg voor ‘hun’ kinderen.
‘Er wordt gekozen voor kwantiteit in plaats van te investeren in kwaliteit.’
“Te hoge werkdruk, te weinig waardering”, klonk het. “Negen kindjes eten geven, verversen, troosten en in en uit bed halen: dat is te veel voor één begeleider”, klaagt een kinderbegeleidster aan. Het protest speelt zich af tegen de achtergrond van menselijke drama’s in enkele crèches zoals ’t Sloeberhuisje.
Te vertrouwen?
Leuvens schepen Bieke Verlinden (Vooruit) spaart terecht de kritiek niet: “De kinderopvang in Vlaanderen ligt op apegapen.” Er wordt gekozen voor kwantiteit in plaats van te investeren in kwaliteit.
De economische functie van de kinderopvang krijgt voorrang: het biedt kansen aan ouders om te werken of een opleiding te volgen. Tegelijk raken twee andere functies van kinderopvang ondergesneeuwd: de pedagogische en sociale functie.
De tragische perikelen in Vlaamse kinderopvang raken aan onze diepste angsten als ouders: zijn de mensen waaraan we de zorg voor onze kinderen toevertrouwen wel te vertrouwen? Voor ons is het antwoord volmondig “ja”. En die ja-stem moet ook gehoord worden. De medeopvoeding van ons kind in OCMW-crèche Windekind is zelfs een leerschool voor ons als ouders.
Alledaagsheid als kunst
Tweeënhalf jaar geleden werd onze zoon Hesse geboren. Na drie maanden verlaat onze bengel voor het eerst het nest en trekt hij de wereld in.
Windekind lijkt een heel erg grote wereld. Het is er een voortdurend komen en gaan. Een grootschalige crèche wringt met een verlangen naar kleinschalige geborgenheid. Wat klein is, voelt al vlug vertrouwd aan. Reacties van vrienden en kennissen spreken, hoewel verbloemd en omslachtig, boekdelen. De onthaalmoeder die in huiselijke omgeving je kind opvangt, lijkt voor velen de norm.
‘De onthaalmoeder die in huiselijke omgeving je kind opvangt, lijkt voor velen de norm.’
Vertrouwdheid, veiligheid en geborgenheid zijn echter geen fysiek gegeven. Ze ontstaan in de praktijk, tussen mensen. Waar mensen ruimte en tijd maken, via kleine alledaagse patronen. Vaak zo banaal, dat we uit het oog verliezen dat die banaliteit in feite een kunst is.
Het gaat om kleine dingen die voortdurend terugkomen, zoals tijd nemen voor een gesprekje bij het onthaal. Hoe gaat het met je kind? Alles goed? Goed geslapen? En opnieuw een kort verslagje bij het ophalen. Er is tijd voor connectie met kinderverzorgers, ook over de beleving van wat je kind doormaakte die dag. En alles wordt neergepend in het boekje dat elke dag de reis maakt tussen thuis en de crèche.
Microkosmos
Windekind is een kleine afspiegeling van de grote wereld. Een microkosmos van verschil: baby’s en kinderen met een migratieachtergrond, uit diverse klassen, heel wat kinderen van kleur en de kinderen van erkende vluchtelingen van het opvangcentrum uit de buurt.
Een plaats waar de wereld samenkomt en waar verschil de regel is, daagt uit. Communicatie gebeurt in veel talen en vooral non-verbaal: met tekens, via handen en voeten. Voor de kinderbegeleiders is het als een tweede natuur.
‘Een plaats waar de wereld samenkomt en waar verschil de regel is, daagt uit.’
Op dit soort plaatsen kan men pedagogische omkadering en ondersteuning gebruiken. Net zoals in superdiverse scholen die extra middelen krijgen voor leerlingenbegeleiding. Kinderbegeleiders zouden tijd moeten krijgen voor intervisie. Om op verhaal te komen. Om te leren en uit te wisselen over wat ze elke dag automatisch doen. Of over de institutionele hindernissen waarop ze stoten.
Hoe uitdagend die superdiverse microkosmos ook is, het zijn die plaatsen die een voorafspiegeling zijn van een toekomstige samenleving, waar diversiteit alleen maar zal toenemen. Het leren ‘in’ diversiteit en niet alleen ‘over’ diversiteit, is iets wat je bij je kind alleen maar kan toejuichen. Want misschien ontstaat wereldburgerschap vooral in ‘het doen’, meer dan in ‘het denken’ over.
Kunnen in plaats van niet kunnen
De kleine werkjes in de gang nemen je mee door een doolhof van spelend zoeken naar wat kinderen kunnen. De werkjes vertellen je als ouder door welke lens Windekind kijkt: creativiteit en ‘kunnen’ in plaats van ‘niet kunnen’.
Windekind slaat daarvoor bruggen naar de wereld van de natuur. Het binnen- en buitenfladderen tussen leefgroepen en binnen- en buitenruimtes is er de regel. Maar de praktijk wordt ook binnenstebuiten gekeerd door het knutselen met blaadjes, zand, stukjes hout en allerlei andere materialen die dienen als bouwstenen voor zelfontdekkend stapjes zetten.
Na enkele maanden werd ‘Reggio Emilia’, de pedagogische visie van de crèche, heel tastbaar voor ons. Die aanpak vertrekt vanuit een competent kind dat ontdekkend leert. Het zou kleine kinderen aanzetten tot experimenteren, ontdekken en onderzoeken. De benadering wordt wel eens de pedagogiek van het luisteren genoemd, in plaats van het vertellen.
Je leert mee
Dat heel wat ouders belang hechten aan die pedagogische visie blijkt uit een bevraging die de crèche deed. Je stapt als ouder mee in het proces van groei, van klasje naar klasje, via de stapstenen van oudercontacten.
‘Je stapt als ouder mee in het proces van groei.’
Het is spannend om als opvoedende ouder te horen van ‘mede-opvoeders’ hoe je kind het emotioneel, cognitief, sociaal en creatief doet. Door verhalen over zingen en dansen in de leefgroepjes worden we ook meegenomen in de stand van taalvaardigheid. “Opgroeien doe je in wel honderd talen”, is het devies. Soms blijkt je kind op bepaalde vlakken in de crèche meer vooruit te lopen dan thuis. Ook als ouder leer je mee.
Sterke kinderen bouwen
“Hoe doen die dat toch?”, vragen we ons vaak af. We zijn vast niet de enige ouders. Omdat het niet alleen de alledaagsheid is die spreekt. De kleine gesprekken en routines, de tijd nemen, vragen en antwoorden uitwisselen. Het gaat over zoveel meer dan zorg in enge betekenis van het woord.
‘De kinderopvang is zoveel meer dan een plaats van opvang, luiers verversen en eten geven.’
De kinderopvang is zoveel meer dan een plaats van opvang, luiers verversen en eten geven. Het overstijgt het etiket van ‘babysit voor de arbeidsmarkt’. Een kind zien opgroeien dat zich goed in zijn vel voelt, uitgedaagd wordt en zich verbonden weet met heel veel verschillende mensen en de wereld rondom zich: het kan tellen als een stevig begin. Het is een fundament waarop je een leven kan bouwen. Een leven dat zich verstrengelt met anderen en de wereld rond zich.
Onschatbare waarde
“Het is makkelijker om sterke kinderen te bouwen, dan gebroken mensen te repareren”, zei de politiek filosoof Frederick Douglass. Een samenleving met gebroken weefsels waar de samenhang verdween, voorkom je ten vroegste in dit soort microkosmos van hoop. Bouwen aan sterke kinderen, is bouwen aan een sterkere samenleving.
Ons zoontje Hesse start bijna in de kleuterschool. Als ouders nemen we afscheid van een mooi begin. Met het gevoel dat de kinderopvang en haar kinderbegeleiders een beleid verdienen dat hen naar waarde schat.
Want de kinderopvang is voor kinderen, ouders en de samenleving van onschatbare waarde. Laat ons daarom in de komende periode, naast de terechte kritiek en noodzakelijke verbeteringen die aan bod zullen komen in de onderzoekscommissie kinderopvang, ook ruimte maken voor de schat aan positieve verhalen.
Reacties [1]
Knap geschreven. Hiervoor doen we het. Dag na dag. Bijna 23 jaar bezig. En stilaan komen mijn voorspellingen uit. Advocaat, filosoof, wetenschapper. Noem maar op. Mijn kinderen hebben vanuit de crèche vrienden gemaakt. Ze worden 18 en 21. Nog steeds hebben ze die vrienden. En lachen we om hun grappen.. Ben toch een beetje fier .
Zeker lezen
‘Brenda Froyen beïnvloedde me sterk. Nog steeds voel ik haar meekijken over mijn schouder’
‘Een sterk team trekt niet altijd aan hetzelfde zeel’
Evi Hanssen: ‘Palliatieve zorgverleners zijn de vroedvrouwen van de dood’
Functionele cookies Always active
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies