Elke dag anders
Twintig jaar geleden startte Nancy Snauwaert als sociaal werker in het AZ Sint-Lucas in Brugge. Daar heeft ze nog geen minuut spijt van gehad. “Als jong meisje was ik gefascineerd door televisieseries die zich afspeelden in ziekenhuizen. Nog altijd vind ik het een bijzonder boeiende wereld.”
‘Het is een luxe om met zo veel verschillende mensen en thema’s in aanraking te komen.’
“Ik werk zeer graag binnen een ziekenhuis”, vertelt ze. “Elke dag is anders. Je staat zowel aan de wieg als aan het sterfbed. Je werkt met mensen uit alle lagen van de bevolking, want iedereen wordt ziek. Het is een luxe om met zo veel verschillende mensen en thema’s in aanraking te komen. Voortdurend word ik uitgedaagd om creatief samen met patiënt en zijn omgeving naar oplossingen te zoeken.”
Wat is je hoofdopdracht in het ziekenhuis?
“Ik ben als sociaal werker verantwoordelijk voor de afdelingen Moeder & Kind,Meer bepaald materniteit, neonatologie, pediatrie en gynaecologie.nefrologie, nierdialyse en intensieve zorg.”
“De taken van de sociale dienst zijn heel divers. Een belangrijk deel van onze job bestaat uit psychosociale begeleiding. Een ziekte of opname in een ziekenhuis is voor de meeste mensen een ingrijpende gebeurtenis. We staan met hen stil bij wat dit voor hen betekent en laten hen op verhaal komen. Hun vragen, bezorgdheden, veranderingen – en de angsten die hiermee gepaard gaan – beluisteren is belangrijk.”
Maar je doet nog veel meer?
“Inderdaad. We voeren een sociale anamnese: we brengen de sociale situatie van de patiënt in kaart. Wie is deze persoon, wie zijn steunfiguren… We doen ook aan ontslagmanagement en zorgcoördinatie. Heeft de persoon bijvoorbeeld na de ziekenhuisopname nood aan thuishulp, tijdelijke opvang of opname in een woonzorgcentrum of hersteloord?”
“We maken mensen wegwijs in de sociale, administratieve, financiële en juridische hulpverlening. We leiden toe of regelen de hulp. Denk bijvoorbeeld aan informatie verstrekken over de ziekte-uitkering, hospitalisatieverzekering of kostprijs van de opname.”
‘De sociale dienst heeft een brugfunctie.’
“De sociale dienst wil de patiënt een stem geven en opkomen voor zijn belangen. We maken deel uit van de dienst patiëntenbegeleiding. Via onze zorgmanager worden de belangen van de patiënt aangegeven op directieniveau. En via netwerkoverleg, participatie binnen de eerstelijnszones en de beroepsvereniging van sociaal werkers in de ziekenhuizen doen we aan belangenbehartiging van de patiënt op maatschappelijk niveau.”
“De sociale dienst heeft een brugfunctie: we maken de brug tussen het ziekenhuis en de thuisomgeving, tussen behandelend team en de patiënt, tussen de patiënt en zijn omgeving…”
Kan de omgeving van de patiënt ook bij de sociale dienst terecht?
“Ja. Naast de patiënt geven we ook aandacht aan familie, vrienden en mantelzorgers. Ook voor hen betekent een ziekte of opname een verandering. Dus ook aan hen kunnen we hulpverlening en begeleiding bieden.”
‘Veel mensen zijn nog nooit op intensieve geweest. We bereiden hen voor op wat ze zullen zien en geven uitleg.’
“Ik geef bijvoorbeeld op de afdeling intensieve zorgen steun en begeleiding aan familieleden. Veel mensen zijn nog nooit op intensieve geweest. Als sociaal werkers bereiden we hen voor op wat ze zullen zien en geven we uitleg. We zijn ook aanwezig bij slechtnieuwsgesprekken zodat we achteraf vragen kunnen beantwoorden en emoties kunnen opvangen. Want die beginnen vaak pas te komen als de dokter weg is.”
Welke hulpvragen keren vaak terug?
“We krijgen veel vragen over de zorg en hulp die nodig zal zijn na het ontslag. Is er kraamhulp nodig? Moet iemand tijdelijk naar een revalidatiecentrum of verhuist de persoon permanent naar een woonzorgcentrum? Wanneer zal de persoon terug aan de slag kunnen? Kan deeltijdse werkhervatting? We hebben dag in dag uit contact met externe diensten om de zorg te coördineren.”
Ontlast je soms patiënten door bijvoorbeeld de administratie voor een verzekering over te nemen?
“Ik probeer dingen niet te snel van de patiënt over te nemen. Empowerment is een belangrijke waarde bij de sociaal werkers. We proberen patiënt en familie zoveel mogelijk in hun eigen kracht te plaatsen. Als zij het haalbaar zien om zaken zelf te doen, moeten we dit aansporen.”
‘Empowerment is een belangrijke waarde.’
“Indien iets echter voor hen niet haalbaar is op dat moment, dan nemen we dit graag over, mits overleg en duidelijke communicatie. Soms kan dingen ook samen doen terwijl de patiënt bij je is, om hem zoveel mogelijk te betrekken. Mensen zijn ziek of hebben een diagnose gekregen, maar dit betekent niet dat ze niets meer zelf kunnen.”
Pik je vaak noden op die niet gerelateerd zijn aan het ziekenhuisbezoek?
“Wanneer we in gesprek stilstaan bij de persoon zijn ziekte en sociale situatie, komen er vaak ook andere zaken aan bod. Mensen uiten een eenzaamheidsproblematiek, vertellen over verlieservaringen of geven aan dat hun job hen niet bevalt en ze een andere uitdaging willen aangaan. Of ze zeggen dat ze het niet zien zitten om met hun kindje terug te keren naar de huidige woning omwille van schimmel op de muren.”
“Op de verschillende levensdomeinen kunnen er noden naar voor komen en proberen we de mensen hierin bij te staan of toe te leiden naar de geschikte hulpverlening. Doorverwijzing en samenwerking met de externe hulpverlening is hierbij van groot belang.”
Het lukt dus om in de medische wereld van een ziekenhuis je rol als sociaal werker te spelen?
“Vandaag staat onze sociale dienst sterk. We worden erkend, gerespecteerd en veel bevraagd. Uiteraard is dit een groeiproces geweest. In de loop van de jaren is ook ons hulpverleningsaanbod sterk gegroeid en gewijzigd.”
‘Toen ik mijn carrière begon, kwam de sociale dienst enkel op de kinderafdeling wanneer een kind moest geplaatst worden. Vandaag doe ik er gelukkig veel meer.’
“Toen ik mijn carrière begon, kwam de sociale dienst bijvoorbeeld enkel op de kinderafdeling wanneer een kind moest geplaatst worden. Vandaag doe ik er gelukkig veel meer. Zoals psychosociale begeleiding van ouders tijdens een ziekenhuisopname van hun kindje. Ik word onder meer ook gevraagd om te bekijken hoe de ouders met hun werk kunnen regelen dat ze tijdens de opname bij hun kind kunnen zijn.”
“Vanuit de sociale dienst proberen mijn collega’s en ik om zeer laagdrempelig te werken. Wij hebben ook de mogelijkheid om gemakkelijk een kamer binnen te stappen om te polsen hoe het met iemand gaat en wat we voor hen kunnen betekenen.”
Kan je als sociaal werker ook wegen op de beslissingen van een dokter?
“De eindbeslissing over een behandeling of ontslag ligt vanzelfsprekend bij de arts. Maar we zitten mee rond de tafel op het multidisciplinair overleg en proberen daar de patiënt een plek te geven. Wie is hij? Hoe staat hij in het leven? Welke impact heeft het ziek zijn? Hoe ziet hij het ontslag? En wat is de kijk van de familie? Is een compromis mogelijk? Als wij denken dat een patiënt nog niet klaar is om het ziekenhuis te verlaten, dan geven we dat aan. Hierbij is goede communicatie en overleg zeer belangrijk.”
Je klinkt heel positief en enthousiast, maar niet alles loopt toch altijd even vlot?
“Als we doorverwijzen, botsen we vaak op wachtlijsten. Dat is frustrerend. Vooral bij bepaalde hulpverlening aan jonge gezinnen en kinderen zijn de wachttijden groter geworden. Voor opvoedingsondersteuning hebben sommige diensten een wachttijd van meer dan een jaar.”
“Uiteraard kijken we altijd samen met het gezin en andere hulpverleners hoe deze periode kan overbrugd worden, maar evident is dit niet. Bijvoorbeeld voor kinderen met autisme of een kind met een eetstoornis is het soms heel moeilijk om snel de juiste gespecialiseerde hulp te vinden.”
‘Vooral bij bepaalde hulpverlening aan jonge gezinnen en kinderen zijn de wachttijden groter geworden.’
“Een andere extra uitdaging is het omgaan met de steeds korter wordende opnameduur. Wij vanuit de sociale dienst, maar ook de artsen moeten al vroeg anticiperen op het ontslag. Al bij de consultatie wordt besproken hoe het ontslag eruit zal zien en wat er nodig zal zijn om binnen de voorziene opnametijd het ziekenhuis te kunnen verlaten. Moeten we bijvoorbeeld zorgen dat er thuishulp is?”
“Voor geplande ingrepen lukt dit aardig, maar voor onverwachte opnames is dit niet altijd mogelijk en proberen we tot een compromis te komen. Ook dit betekent een verandering in onze manier van werken. We moeten heel kort op de bal kunnen spelen en zijn hierbij afhankelijk van de doorverwijzing en de alertheid van de arts, verpleegkundigen en leden van het team om tijdig ons te contacten.”
Kan je die pijnpunten signaleren?
“Ja, en ik vind het heel belangrijk dat we dat doen. Niet enkel binnen het ziekenhuis, maar ook naar de overheid. Ik ben actief bij de beroepsvereniging voor sociaal werkers in de ziekenhuizen en we nemen die signaalfunctie heel serieus. Ik geloof daar echt in.”
“Door de krachten te bundelen, kunnen we dingen doen bewegen. Voor chronische patiënten, die bijvoorbeeld drie keer per week naar de nierdialyse komen, is het vervoer van en naar het ziekenhuis vaak een grote uitdaging. Vroeger had elke mutualiteit zijn eigen systeem met eigen prijzen. We hebben dat aangekaart. Nu hebben de mutualiteiten zich verenigd en is er één dienst die alle vervoer regelt. Dat is voor iedereen een grote plus.”
Zou het zinvol zijn als niet alleen de sociaal werkers in de ziekenhuizen maar alle sociaal werkers zich zouden verenigen?
“Als je je verenigt, sta je sterker. Dat is zeker. En er zijn gelijkenissen tussen wat wij doen en wat een sociaal werker in bijvoorbeeld een OCMW of de jeugdhulp doet, maar er zijn ook heel veel verschillen. We vallen ook onder andere wetgeving of verantwoordelijken op maatschappelijk en politiek niveau. Elke tak zou dus best investeren in een eigen beroepsvereniging.”
‘Elke tak van het sociaal werk zou best investeren in een eigen beroepsvereniging.”
“Het sociaal werk moet zich profileren. Heel veel mensen kennen onze dienst niet. Sommigen weten niet dat er een sociale dienst in een ziekenhuis is, totdat ze doorverwezen worden of door ons gecontacteerd worden.”
Terug naar de kern van je job. Zijn er mensen of situaties die je nooit zal vergeten?
“Er zijn veel dingen die me zullen bijblijven. Uiteraard veel aangrijpende dingen. Ernstige vorm van kindermishandeling zijn altijd moeilijk situaties. Ik vergeet nooit de eerste keer dat ik de procureur belde om een kindje uit een gezin te halen. Of de eerste keer dat ik na een zelfdoding de familie moest opvangen.”
“Sommige situaties en gebeurtenissen staan op het netvlies gebrand. Anderzijds word ik ook vaak ontroerd door de warmte en verbondenheid die ik opmerk tussen mensen. Een ziekenhuisopname of crisissituatie is ook vaak een moment waarbij mensen terugvallen op hun kern. Wat echt belangrijk is, de belangrijkste waarden komen terug of meer op de voorgrond.”
‘Onlangs zag ik een van de eerste tieners terug waarvoor ik de jeugdhulp heb ingeschakeld. Ze bedankte me: ‘Dankzij jou ben ik uit die situatie geraakt.’’
Stopt het contact met de patiënten nadat ze het ziekenhuis verlaten?
“Meestal wel. Wij brengen vaak een bal aan het rollen. Dikwijls weten we niet wat er gebeurt of hoe het verder met iemand gaat eenmaal ze het ziekenhuis hebben verlaten.”
“Onlangs zag ik een van de eerste tieners terug waarvoor ik de jeugdhulp heb ingeschakeld. Ze was bevallen en vroeg om mij te spreken. Met een klein hartje ben ik naar haar toegegaan. Wat bleek? Ze wilde me bedanken: ‘Dankzij jou ben ik uit die situatie geraakt.’ Dan besef je dat je soms door een steen te verleggen, het pad voor die persoon anders maakt.”
Hoe zorg je voor jezelf bij die zware casussen?
“Soms raak je emotioneel betrokken. Dan is het goed dat ik bij mijn collega’s en mijn diensthoofd terecht kan. Zij bieden een luisterend oor bij moeilijke situaties of proberen samen met mij de situatie te overzien. Het is een grote meerwaarde te weten dat je er niet alleen in staat.”
‘Een goede teamspirit, daar moet je tijd in investeren.’
“Een goede teamspirit, daar moet je tijd in investeren. Op onze dienst, kiezen we er bewust voor om ’s middags met de collega’s samen te eten. Elke ochtend steken we kort de koppen bij elkaar. Hoe gaat het met iedereen? Wat staat er op de planning? Voor we naar huis gaan checken we of iedereen klaar is. Indien niet, polsen we of we nog iets kunnen doen. We staan er voor elkaar. Dat is belangrijk.”
Het afgelopen anderhalf jaar was voor de ziekenhuizen een pittige periode. Corona hakte er stevig in.
“Het was een zwaar jaar. In het begin was het voor de medewerkers in het ziekenhuis beangstigend. We wisten niet wat er op ons afkwam. Voor veel zorgverleners was het heel belastend om met zo veel lijden geconfronteerd te worden. Als sociale dienst hebben we in het begin niet enkel patiënten, maar ook zorgverleners begeleid die het moeilijk hadden.”
‘We hebben in het begin van de pandemie niet enkel patiënten, maar ook zorgverleners begeleid die het moeilijk hadden.’
“Zelf ben ik ook soms met tranen in mijn ogen naar huis gegaan. De manier van werken stond ver af van hetgeen we normaal aanbieden. We staan voor warme, menselijke, kwaliteitsvolle zorg. Het was moeilijk om op deze ‘afstandelijke’ manier zorg te moeten bieden. Mensen afscheid zien nemen bij een overlijden, waarbij ze hun geliefde niet mogen vastnemen of geen zoen kunnen geven…”
Kreeg de fysieke gezondheid te veel voorrang op het mentaal welzijn?
“Ik wil niet zeggen dat de maatregelen onterecht waren. We stonden voor een ongeziene crisis. De ziekenhuizen en de overheid moesten gezondheidsrisico’s inschatten. Maar ik denk wel dat we de psychische component allemaal hebben onderschat. Hoeveel schade hebben we onze patiënten berokkend door geen bezoek toe te laten? Door hen hun ziek-zijn alleen te laten dragen?”
‘Corona heeft ervoor gezorgd dat de basis van het leven, menselijke relaties, weer meer op de voorgrond staat.’
“We kregen ook meer de vraag om aanwezig te zijn bij de patiënt. Even tijd nemen voor de mensen en luisteren hoe het met hen gaat en wat er in hen omgaat. We werden ook uitgedaagd om creatief aan de slag te gaan en te zoeken naar andere manieren om de brug met de omgeving te maken en verbondenheid te herstellen. Gelukkig kunnen we rekenen op de moderne technologie. Skypegesprekken tussen patiënten en familie organiseren en begeleiden werd een dagelijks deel van onze job.”
Welke lessen trek jij uit de pandemie?
“Corona heeft ervoor gezorgd dat de basis van het leven, menselijke relaties, weer meer op de voorgrond staat: Wie is belangrijk? Wat heb je aan elkaar?”
“Ik heb gemerkt hoe belangrijk fysiek contact is in ons werk. Familie van mensen die stervende zijn, motiveren we normaal om de patiënt aan te raken. En als iemand het zwaar heeft, leg je je hand op zijn schouder. Dat kon allemaal niet meer.”
“Ik schrok er ook van hoe bepalend het voor mensen is om een zieke persoon te zien om te begrijpen hoe ernstig de situatie is. Je kan aan de telefoon wel vertellen dat iemand achteruitgaat, maar pas als ze het met hun eigen ogen zien, dringt de realiteit echt door.”
Reacties [4]
Mooi artikel Nancy! Zo herkenbaar. Je doet dit schitterend niet alleen in jouw ziekenhuis maar ook in onze werkgroep waar we ervaringen delen en kracht halen om verder te werken aan sterk sociaal werk.
Schitterend artikel, perfecte weergave van wat wij doen in een ziekenhuis als sociaal werker!
Prachtig artikel en sluit volledig aan op de praktijk van sociaal vandaag in het ziekenhuis. Fier op deze collega en op mijn collega’s sociaal werk in het UZG en in de overige ziekenhuizen !!! KNAP gedaan en dank aan Sociaal.net om onze stem te laten horen.
Sociaal werk in de ziekenhuizen is een mooie en gevarieerde job, maar kan er mentaal stevig op inhakken. Bovendien moeten deze sociaal werkers uiterst flexibel en soms uitermate snel werken. En vooral; samenwerken met alle andere zorgverleners in en buiten het ziekenhuis. Ze moeten bijblijven over alles wat met sociale zekerheid te maken heeft en een grote parate kennis hebben van tal van andere wetgeving (mensenrechten in het algemeen, patiëntenrechten, euthanasie, huurwet, OCMW wetgeving, jeugdhulp, arbeidsrecht, erven, schenken, testament, ). Dat vraagt een lerende houding hun hele carrière lang. Chapeau voor Nancy en alle ongeveer 2000 collega’s uit de Vlaamse en Waalse ziekenhuizen!
Zeker lezen
‘De kerstmarkt heeft betere openingsuren dan de sociale dienst’
Arts Wouter Arrazola de Oñate: ‘Racisme maakt mensen ziek’
‘Kinderen grootbrengen is een maatschappelijke taak’
Functionele cookies Always active
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies