Waar kunnen vrouwen naartoe?
November, vorig jaar. Op een conferentie van GAMS (Groep voor Afschaffing van vrouwelijke genitale verminking) neemt Patrycja Pompała van het centrum tegen huiselijk geweld Elles pour Elles het woord. Ze richt zich tot Nina Roox en Jessika Soors, kabinetsmedewerkers van respectievelijk minister van Asiel en Migratie Sammy Mahdi (CD&V) en staatssecretaris voor Gendergelijkheid en Gelijke Kansen Sarah Schlitz (Ecolo).
‘Veel vrouwen zijn financieel niet in staat om hun echtgenoot te verlaten.’
“Wanneer vrouwen actie willen ondernemen tegen huiselijk geweld, botsen ze op verschillende drempels”, zegt Pompała. “Als ze de taal niet eigen zijn, kunnen ze nergens terecht. Omdat ze niet op de hoogte zijn van de wetgeving, zijn ze bang dat hun kinderen worden afgenomen. Als ze toch aangifte doen, botsen ze soms op culturele relativering – de gedachte ‘dat het wel normaal zal zijn in hun cultuur’.”
“En,” voegt ze eraan toe, “waar kunnen vrouwen uiteindelijk naartoe als ze de stap hebben durven zetten om bij hun partner weg te gaan? Veel vrouwen werken bijvoorbeeld in de dienstenchequesector. Ze zijn financieel vaak zelfs niet in staat om hun echtgenoot te verlaten.”
Racisme en discriminatie
In amper een paar zinnen duwt Pompała op verschillende pijnpunten als het gaat over huiselijk geweld bij vrouwen die naar België gevlucht zijn. Maar gendergerelateerd geweld gaat ook breder dan dat. Officieel gaat het om “geweld tegen iemand omwille van diens geslacht, genderidentiteit of genderexpressie”.
“Gendergerelateerd geweld komt overal ter wereld voor, in elke bevolkingsgroep zijn vrouwen vaak slachtoffer van agressie”, stelt Katrien De Koster, coördinator voor Vlaanderen van GAMS. “Maar door de context van migratie stijgt de kans op geweld.”
“Geweld kan de reden zijn waarom vrouwen vluchten, denk aan genitale verminking of gedwongen huwelijk. Vrouwen op de vlucht worden gemakkelijk slachtoffer van mensenhandelaars en misbruik. Maar eens in België zijn alle problemen niet plots van de baan, dan blijven ze in een kwetsbare positie.”
Ik moet ook in België vechten
De Soedanese Mawda Abbas, psychologe en vrijwilliger bij GAMS, knikt instemmend. “Ik dacht: eens ik in België ben, zal ik rust krijgen. België is beter dan Soedan. Ik kom in de ideale wereld voor de vrouw terecht, en zal nooit meer moeten vechten.”
‘Vroeger moest ik voor mezelf opkomen, nu moet ik ook de strijd aangaan met de stereotypen rond de migrantenvrouw.’
Ze glimlacht. “Dat viel een beetje tegen. Ik moet helaas nog steeds vechten. Ik besef ondertussen dat geweld op vrouwen overal een probleem is, ook in België. En voor vrouwen met migratieachtergrond komen onder meer racisme en discriminatie daar bovenop. Vroeger moest ik voor mezelf opkomen, nu moet ik ook de strijd aangaan met de stereotypen rond de migrantenvrouw.”
GAMS en Dokters van de Wereld
Zowel GAMS als de medische ngo Dokters van de Wereld gingen de voorbije jaren met het thema aan de slag.
Met het ACCESS-project wil GAMS vrouwen met migratieachtergrond ondersteunen bij gendergerelateerd geweld. Dokters van de Wereld ging voor het Europese REACH OUT-project in gesprek met vluchtelingen, verzoekers om internationale bescherming en personen zonder wettig verblijf die gendergerelateerd geweld ervaren. Ze spraken ook de organisaties die deze doelgroep probeert te helpen.
“Al trekken wij de discussie open naar mannen, jongens en non-binaire personen. Ook zij kunnen slachtoffer zijn van gendergerelateerd geweld”, zegt Bénédicte Rosier, projectmedewerker bij Dokters van de Wereld.
Toegang tot hulp is moeilijk
Zowel GAMS als Dokters van de Wereld komen tot de conclusie dat niet alleen het risico op geweld groter is, maar ook de toegang tot hulpverlening moeilijker. Zowel De Koster als Rosier wijzen erop dat we het probleem met een ‘intersectionele’ bril moeten benaderen.
‘Mensen met vluchtverleden botsen op veel meer obstakels.’
“Het kruispuntdenken vertelt ons dat mensen met vluchtverleden en migratieachtergrond op veel meer obstakels botsen, zeker als je het aspect geslacht en gender in rekening brengt”, klinkt het. “Dan gaat het niet alleen over drempels die voor de hand liggen, zoals taal. Maar ook meer onzichtbare barrières, zoals racisme, discriminatie en relativering.”
De Koster: “We kunnen tientallen casussen voorleggen van vrouwen die wij begeleiden: die anders benaderd worden door hulpverlening of politie. Omwille van hun huidskleur, nationaliteit, kleding of documenten. We zien dezelfde mechanismen in de woning- en jobmarkt. Het zou naïef zijn om te denken dat het in de hulpverlening anders zou zijn.”
Versnipperd werkveld
Dokters van de Wereld ging (net zoals GAMS) in gesprek met hulporganisaties in Antwerpen. Sommigen werkten met de doelgroep, anderen werkten specifiek rond gendergerelateerd geweld. “Dan kan je alleen maar vaststellen – en dat is wellicht typisch Belgisch – dat het werkveld enorm gefragmenteerd is”, aldus Rosier. “Op de sociale kaart vond ik alleen al voor Antwerpen meer dan 800 organisaties en instanties.”
‘Het werkveld is gefragmenteerd.’
Uiteindelijk bracht Dokters van de Wereld een 70-tal organisaties samen, van politie over Dienst Vreemdelingenzaken tot het CAW en Payoke vzw, maar ook kleinere vrijwilligersverenigingen en laagdrempelige hulorganisaties. “Het was opvallend hoeveel organisaties elkaar niet kenden of nog niet ontmoet hadden”, aldus Rosier.
“Wat opviel: de interesse en de onzekerheid. Er zijn héél véél goeie hulpverleners, maar ook zij botsen op structurele drempels. Velen wisten daardoor – vooral bij de eerste opvang – niet wat precies te doen bij gendergerelateerd geweld bij deze doelgroep.”
“Er werd onder andere gediscussieerd over het gebrek aan middelen voor tolken, maar ook over de eigen beperkte kennis. Naar wie en wanneer stuur je iemand door? Als het al een drempel is voor hulpverleners, dan wordt het dat zeker voor erg kwetsbare mensen. Hoe weet een nieuwkomer waar te beginnen, als zorgverleners het zelf niet weten?”
Veiligheid of papieren?
De gesprekken tussen hulpverleners onderling zorgden voor een bijzonder dynamiek, aldus Rosier. “Zo kwam het bijvoorbeeld tot gesprekken tussen hulpverleners en politie. Sommige welzijnswerkers gaven aan dat ze mensen zonder papieren soms niet durven doorsturen naar de politie uit angst voor de gevolgen. Voor de politie was dat dan weer schrikken.”
Die problematiek is niet nieuw. In 2012 schreef mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch er al een scherp verslag over onder de titel: ‘The law was against me – Migrant Women’s Access to Protection for Family Violence in Belgium.’ Het probleem: de verplichting van een Belgische agent om Dienst Vreemdelingenzaken en het parket te contacteren als hij of zij met iemand zonder papieren in contact komt.
‘Sommige welzijnswerkers durven mensen zonder papieren niet doorsturen naar de politie uit angst voor de gevolgen.’
Bij de oprichting van de Zorgcentra na Seksueel Geweld werd er een procedure uitgewerkt met Myria (Federaal Migratiecentrum) en de Dienst Vreemdelingenzaken om het voor vrouwen zonder wettig verblijf gemakkelijker te maken om een klacht neer te leggen, al is dat niet verplicht om geholpen te worden.
Maar zoals te lezen valt in het ‘Wetenschappelijk evaluatierapport pilootproject Zorgcentra na Seksueel Geweld’ (2019): “Die procedure blijft te omslachtig voor het slachtoffer, en biedt nog steeds geen garanties dat het slachtoffer niet zal worden opgepakt en wel bescherming zal genieten.”
Secundaire victimisatie
Zowel GAMS als Dokters van de Wereld blijven ijveren voor die absolute garantie.
De organisaties proberen het netwerk nu ook te stroomlijnen, en werkten ze flowcharts met contactgegevens en praktische tips uit. Zodat alvast hulpverleners zelf de juiste partners en contacten vinden bij vermoeden of onthulling van seksueel geweld, partnergeweld en mensenhandel.
‘We dwingen mensen in onveilige situaties.’
“Zo voorkomen we dat mensen, wanneer ze alle drempels overwonnen hebben, bij een hulpverlener terechtkomen die het zelf niet goed weet”, stelt Rosier. “We pleiten ook voor extra, regelmatige opleiding en ondersteuning van sociaal werkers, verpleegkundigen en iedereen die met de groep in contact komt – van onthaalmedewerkers tot security. Over de do’s en don’ts in het begeleiden en doorverwijzen bij gendergerelateerd geweld. Om ook secundaire victimisatie – het opnieuw slachtoffer worden – te voorkomen.”
Rosier wijst daarnaast nog op het tekort aan accommodatie voor overlevers van gendergerelateerd geweld. “Zeker voor mensen zonder wettig verblijf. Terwijl net zij in continue onzekerheid en precaire omstandigheden leven, voor alles afhankelijk zijn van anderen. Als ze dan eindelijk de weg vinden, hangt er vaak de voorwaarde van een verblijfsstatus aan vast. We dwingen mensen in onveilige situaties.”
Safe spaces
Volgens GAMS begint het allemaal bij de erkenning dat het over een specifieke groep met specifieke noden gaat. “Het is belangrijk dat we safe spaces kunnen creëren, om vrouwen te empoweren en te steunen”, stelt de Somalisch-Ethiopische Shukri Ahmed Mohamud, vrijwilligster bij GAMS. “We moeten voor een outreachende benadering gaan, met toegang tot hulpverlening zonder voorwaarden of kosten.”
‘Het is belangrijk dat we safe spaces kunnen creëren, om vrouwen te empoweren en te steunen.’
“In asielcentra hebben we meer tolken nodig die getraind zijn in gendergerelateerd geweld. Er moet plaats zijn voor professionals en traumapsychologen”, gaat Mohamud verder. “Maar er moet ook aandacht zijn voor de gelijkwaardigheid van man en vrouw binnen de asielprocedure en na de erkenning. Neem de toegang tot cursussen. Ik heb het zelf meegemaakt. Anderhalf jaar lang kon ik niet naar de taalles, omdat ik geen opvang had voor m’n jonge kinderen.”
Voor mensen zonder wettig verblijf moet er blijvend gehamerd worden op de toegang tot medische zorg, besluit Mohamud. “Slachtoffers moeten zonder onderscheid zorg krijgen en zonder angst melding kunnen maken bij politie over seksueel en huiselijk geweld. Er moeten bovendien voldoende opvangplaatsen zijn voor vrouwen, zonder dat daar enige voorwaarden aan verbonden zijn.”
Bemiddelaars
GAMS en Dokters van de Wereld gaven ondertussen vorming aan sociale professionals rond gendergerelateerd geweld bij vrouwen met een vluchtverleden. GAMS leidde ook co-bemiddelaars op.
‘Veel nieuwkomers weten niet wat hun rechten zijn.’
De Soedanese Mawda Abbas is een van die co-bemiddelaars van GAMS. Ze gaat regelmatig in gesprek met slachtoffers van geweld. “Ik luister en vertaal. Ik probeer te achterhalen welke hulp de vrouw tegenover me nodig heeft”, zegt Abbas.
“Vaak begint het verhaal met onwetendheid. Veel nieuwkomers weten niet wat hun rechten zijn, al zeker niet binnen een relatie. Omdat ze het land niet kennen, maar ook omdat hun man hun enige raam op de wereld is.”
“Eens die eerste horde genomen is, is het kwestie om de juiste hulpverlening te vinden. Maar daar komen dan de nieuwe obstakels. Als je de politie belt, hoor je ze aan de andere kant soms luidop denken: ‘In hun gemeenschap is dat normaal.’”
“Vaak worden we niet serieus genomen, geloven ze niet in onze zaak”, zucht Abbas. “Dat vrouwen in België niet de hulp krijgen die ze willen of nodig hebben, is geen sociaal maar een politiek probleem. Het feit alleen al dat ik dit werk als co-bemiddelaar nu vrijwillig doe… Ik vind het belangrijk dat ik dit kan doen, maar ik moet ook mijn rekeningen betalen.”
Structurele aanpak
Projectcoördinator Katrien De Koster voelt de pijn van haar vrijwilligers. “Mawda en Shukri zijn gediplomeerde gezondheidsprofessionals. Hun profielen zijn onmisbaar voor werk als dit. Maar net zij blijven in ons land vaak hangen in een rol als vrijwilliger of als lid van een raad van bestuur. Terwijl we ze structureel moeten kunnen inzetten.”
De Koster trekt de parallel met projecten als Reach Out en Access. “Het geweld bij mensen met een vluchtverleden of zonder wettig verblijf is natuurlijk niet nieuw. Dankzij specifieke projectsubsidies kunnen we er nu even aandacht voor vragen. Maar met alleen zogenaamde ‘impulsprojecten’ zullen we er niet komen. We hebben voor dit probleem een structurele aanpak nodig.”
Reacties
Zeker lezen
Evi Hanssen: ‘Palliatieve zorgverleners zijn de vroedvrouwen van de dood’
‘AI biedt enorme kansen voor sociaal werk’
Monsterbrouwsel Fentanyl: ‘Ik wil het niet zien, maar kan niet stoppen met kijken’
Functionele cookies Altijd actief
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies