Papa heeft Covid-19
De zuurstofwaarden en de infectiewaarden waren enkele weken onze enige houvast. Jij in een kunstmatig coma, terwijl wij, zo goed als het kon, de kerstvakantie ingingen. Hoopvol. Dat het beter zou gaan.
‘Ik heb geen enkel beeld van jou als COVID-patiënt in het ziekenhuis.’
Tot dat ene telefoontje. ’s Morgens heel vroeg. Dat ze alles gedaan hadden wat ze konden. Ook zij hadden dit niet verwacht. Want het leek beter te gaan. Dachten ook zij.
Als betrokken familie wisten we eigenlijk niet veel meer dan die waarden en de korte samenvatting van je toestand. Beter dan gisteren, een lastige dag, verward… Ik heb geen enkel beeld van jou als COVID-patiënt in het ziekenhuis. Kon je eten, recht op zitten, televisiekijken? Was je in paniek? Had je het opgegeven? Wist je wat er aan gebeuren was? Heb je afgezien? Heb je het gevoeld dat je de wereld aan het lossen was?
Dit afscheid nemen was afscheid nemen zonder enige vorm van afscheid.
Van uitstel komt afstel
In augustus vierden we de verjaardag van onze meisjes. Twee keer gingen we uit eten. We zouden er een nieuwe traditie van maken, zeiden we nog. Nu je niet langer de hele dag door voor je zus hoefde te zorgen. Maar het werd de laatste keer dat we elkaar live zagen.
Je ging daarna nog wel eens naar Brugge met Billie en je zag nog hoe Casper met OH Leuven op Club Brugge kwam spelen. We zouden het uitgestelde feest voor je zeventigste verjaardag vieren in de herfstvakantie. Maar ook het door corona uitgestelde feest moesten we uitstellen door corona.
Elkaar zien in het ziekenhuis was uitgesloten. Het ziekenhuis kreeg zelfs airplay op Radio 1 om aan te kondigen dat alleen uitzonderingen toegelaten werden bij kinderen in opname, bevallingen en dreigend overlijden. Aangezien alle partijen hoopvol waren, konden we elkaar niet zien. Alsof een reële kans van één op twee niet risicovol genoeg was. En terwijl er in andere ziekenhuizen wel mogelijkheden zijn om elkaar via online tools te ‘zien’.
We belden trouw elke week
In coronatijden waren we vooral telefonisch met elkaar verbonden. We belden trouw elke week. Ook al kon ik meestal niet veel verhaal inbrengen. Na een stroom van woorden legde je dikwijls al na twee minuten weer af.
‘Je laatste telefoontjes, vlak voor je kunstmatig coma, waren kort en gehaast. Je wou nog zoveel regelen.’
In onze laatste telefoontjes spoorde ik je aan om je te laten testen. Je zus testte al positief en in het woonzorgcentrum waar ze woont was er een uitbraak. Ik herhaalde dat je je hoesten serieus moest nemen. Je sputterde tegen, zei dat het wel ging. Maar het ging niet. Je kon amper iets zeggen door het tekort aan zuurstof. Tot je hals over kop met de ambulance naar het ziekenhuis moest.
Maar ook daar kon je niet begrijpen dat je van de gewone COVID-afdeling naar intensieve zorgen moest. Je laatste telefoontjes, vlak voor je kunstmatige coma, waren kort en gehaast. Je wou nog zoveel regelen via de telefoon. Maar dat kon niet meer. Daarna bleef het voor altijd stil.
Zelfs toen je terug uit coma was, kon bellen nog niet. Zeiden ze. Je was nog te verward. Of je stem was te hees. Waarschijnlijk in de veronderstelling dat het snel beter zou gaan. Een kans om je te horen hebben we niet meer gehad. Geen idee wat je laatste woorden waren. Of zouden zijn. Had ik niet meer moeten aandringen?
Witte vuilniszak
Of we je nog konden zien, nu je er niet meer was? Ook dat was geen optie. Door de maatregelen ging de kist dicht. Ook je bezittingen kregen we afgesloten terug. Via het onthaal van het ziekenhuis in een witte vuilniszak. Met een grote sticker die zegt: 72 uur niet openen. Inclusief een lijst aan wasvoorschriften. Perfect voor de veiligheid maar bijna onmenselijk voor een dochter. Ook dat is afscheid nemen in tijden van corona.
‘Ik word kwaad als ik beelden zie van ministers of burgermeesters die langs gaan om steun te betuigen. Waarom krijgen zij wel beelden en verhalen en wij als familie niet?
Ik word kwaad als ik op het nieuws beelden zie van een intensieve COVID-afdeling, van ministers of burgermeesters die langs gaan om steun te betuigen of van voetballers die als straf voor een lockdownfeestje zo’n afdeling bezoeken. De foto van een corona-patiënt vol slangen en omringd door machines in het jaaroverzicht van De Morgen is confronterend. Waarom krijgen zij wel het recht op beelden en verhalen en wij als familie niet?
In geval van een kunstmatig coma is er één kans op twee op overlijden. Ook al was de situatie hoopvol, deze kans lijkt me een groot genoeg risico om familie toe te laten.
Hoe regel je een begrafenis?
Afstand kleurt op alle mogelijke manieren de rituelen rond afscheid nemen, ook de praktische regelingen. Volgens de geldende coronamaatregelen mogen mijn broer, de vriendin van mijn papa en ikzelf niet in één ruimte samen zijn. We doen het toch, met grote afstand.
‘We kijken niet samen in fotoboeken, we halen samen geen herinneringen boven.’
De warmte van het samenkomen in het huis van papa, is er niet. We kijken niet samen in fotoboeken, we halen samen geen herinneringen boven, we denken niet samen na over teksten en liedjes voor een viering. De adreslijsten komen bij mij toe als bijlage van e-mail of via Whatsapp. In plaats van samen adressen te schrijven, krijgt ieder van ons zijn eigen stapel rouwkaarten en omslagen.
Al die tijd pendel ik tussen Herent en Ruddervoorde met de trein. Een enkele rit van twee uur. Een confronterend lange tijd alleen: om na te denken, te schrijven en om de overgang te maken tussen het rouwen in Ruddervoorde en de dynamiek van een gezin met actieve kinderen in Herent.
Afscheidsviering
De viering is gepland op woensdag. Het regent, de lucht is grijs en het is amper twee graden. Volgens de maatregelen mogen we als gezin van vijf nergens naar binnen. Niet als we wat te vroeg zijn voor de viering, niet tijdens de vier uur tijd tussen de viering en het verstrooien van de as op het kerkhof, niet achteraf om te bekomen.
‘Met ons vijf dicht bij elkaar nemen we afscheid aan zijn kist.’
De maatregelen bepalen ook de andere rituelen. Een viering in zeer beperkte kring: dertien volwassenen en vijf kleinkinderen. Elk op een eigen bank. Dicht bij elkaar en toch ver van elkaar. Een intens moment. Met woorden van mijn broer, mijn neef, onze kinderen en mezelf. Billie en ik staan elkaar letterlijk bij tijdens het voorlezen van onze woorden. Zij houdt mijn hand vast terwijl ik lees, ik die van haar.
Met ons vijf dicht bij elkaar nemen we afscheid aan zijn kist. Zijn skihelm en een klein bloemstuk van laurier uit Ruddervoorde vergezellen hem. De kinderen leggen er hun niet voorgelezen nieuwjaarsbrieven bij. Intens en intiem.
Ik mis familie, vrienden, collega’s
Ook een koffietafel kan niet. Zelf heb ik geen nostalgische herinneringen aan koffietafels. En ik weet dat mijn papa zou passen voor de schone schijn van een rouwmaaltijd. En toch mis ik iets. Het samenkomen van de mensen die hem goed kenden en de verhalen over hun gedeeld verleden. Het zien van andere mensen die het ook oneerlijk vinden dat hij – zo jong en met zoveel energie – er niet meer is. Het zien van andere mensen die ook verdriet hebben.
‘Ik mis het samenkomen van de mensen die hem goed kenden.’
En terwijl de korte viering bijzonder betekenisvol was en de beperkte kring daar aan heeft bij gedragen, voel ik ook hier een gemis. Het gemis van familie, vrienden en collega’s die even uit hun drukke agenda stappen om er te zijn. Voor papa, voor ons, voor mij. Het gemis van het voelen dat mensen meeleven.
Door de beperktheid lijkt het alsof hij anoniem is gestorven en verliest afscheid zijn publiek karakter. Een viering kan een moment zijn waarbij verhalen over een persoon samenkomen. Als puzzelstukjes die in elkaar passen en laten zien hoe mijn papa was. Een puzzel die ook iets zegt over wie ik ben. Nu kwam er maar een beperkt aantal verhalen aan bod. En die verhalen werden niet publiek gedeeld. Ik ben me bewust dat dat publieke niet voor iedereen even belangrijk is. Maar wel voor mij. En zeker ook voor mijn papa. Die leefde bij gratie van anderen.
Koffie bij McDonalds
En dan is er nog die bijna vier uur ‘tussentijd’. Nog steeds regen, koud en grijs. Waarin officieel niets mag of kan. Tenzij wachten in de auto of buiten wandelen. Wie zelf kinderen heeft van acht, elf en dertien weet dat dat laatste geen optie is. Ik besluit langs te gaan bij zijn skivrienden in Ardooie. De warmte van samen zitten rond een West-Vlaamse keukentafel doet deugd. De foto’s en de verhalen van voorbije skivakanties liggen op tafel.
‘We staan op een parking van een winkel, langs de grote baan tussen Roeselare en Torhout. Met bedampte ruiten.’
We rijden door naar McDonald’s. Want ook dat is verbonden met mijn papa. De kinderen gaan los: een groot menu en een McFlurry. We staan op een parking van een winkel, langs de grote baan tussen Roeselare en Torhout. Met bedampte ruiten. We spreken over de ontelbare bezoeken aan de McDonald’s met papa en opa: ik over Monaco en Draguignan, de kids over Kampenhout.
Veel sterkte
Afscheid nemen in coronatijden zorgt voor een stroom aan berichten: We denken vaak aan je. Veel sterkte. Laat maar weten als we iets kunnen doen.
Aangezien alles voelt als een serie op Netflix waarin ik tegelijk toeschouwer en speler ben, glijden deze goed bedoelde woorden langs me heen. Ik weet niet wat helpt of wat kan. Zelfs de zorg voor onze drie kids even overnemen gaat niet echt. Er zijn zo weinig opties. Of misschien ontbreekt het mij aan de kracht om ze te bedenken en te plannen.
Vrienden brengen rouw-kost mee zodat koken even niet moet. We nestelen ons buiten bij het vuur. En bij de jeugdwedstrijd OH Leuven – Beerschot is er een minuut stilte voor de opa van Casper. Samen met de (on)verwachte bezoekjes aan de deur, maken al die dingen een verschil. In het volle besef dat ook vrienden in deze tijden weinig overschot hebben.
Terug werken
Twee werkdagen en een weekend later je laptop open klappen en inloggen vanuit de kamer van je zoon. Ook dat is afscheid nemen tijdens corona.
Je verwittigt je collega’s dat je terug bent, want werk hervatten is door corona een onzichtbaar iets geworden. Werk hervatten in coronatijden is rondfietsen door Leuven met rouwkaarten om toch maar enkele collega’s te zien. En ja, na twee werkdagen al. Omdat er meer dan werk genoeg is. Maar ook omdat het koud is, de lucht grijs blijft en ik het eigenlijk helemaal gehad heb met wandelen. Veel alternatieven voor verlichting van de zwaarte zijn er niet.
‘Ik ben teleurgesteld in een samenleving die niet collectief nadenkt over rouw en verlies.’
Afscheid nemen tijdens corona betekent ook veel vragen krijgen over hoe we afscheid nemen. Verhalen over verlies en ervaringen van loslaten worden gedeeld. Maar elk delen is een confrontatie met wat er voor mij en voor ons allemaal niet kon. De een kon wel nog op bezoek in het ziekenhuis, of zelfs nog zorg dragen voor zijn vader, de ander mocht wel een beperkte koffietafel en nog anderen zijn toch vaak samen gekomen met de familie. Iemand slaagde er zelfs in om een volledig alternatief uit te werken. Bij mij leek niets te kunnen. Door de regels, brute pech of door gebrek aan eigen energie.
Ik ben kwaad, niet op de zorgverleners maar op de overheersende medische en systemische logica die ontmenselijkt en werkelijke betrokkenheid van de familie in de weg staat. Ik ben teleurgesteld in een samenleving die weliswaar applaudisseert voor de zorgverleners en de vele vrijwillige helden op allerlei manieren bedankt, maar tegelijkertijd geen echte solidariteit kan organiseren en niet collectief nadenkt over rouw en verlies.
Mooi kan je dat afscheid met afstand niet noemen. Het volle besef van wat ontbrak, komt hard aan. Met deze brief probeer ik te herstellen wat kan.
Reacties [10]
Na een strijd van bijna 4 weken aan de beademing moest ik ook mijn vader afgeven . Een man van 83 met een hart voor iedereen , gelukkig kreeg men moeder de kans hem nog eens te mogen voelen en eens over zijn bolleke te vrijven, voor haar was die een afscheid nemen, ik leef met u mij grt veronique
Dag Elke,mijn innige deelneming
Héél herkenbaar,ik zou je brief zo kunnen copieëren,onze moeder is op 19 april 2020 overleden op iza door corona,het is precies of ik alles terug beleef na het lezen van jou schrijven,wat is dit moeilijk!Hoe onmenselijk zijn wij en vooral de overledenen toen behandeld,zonder bezoek, zonder telefoon,ook de eerste week op de gewone afdeling,ja ook hier in de kempen was het onmenselijk,onwezenlijk zijn we achtergelaten,en jou vader,mijn moeder en de vele vele andere overledenen toen, alleen moeten vechten,er bovenop komen, en uiteindelijk toch moeten sterven..alleen…
Ik ben blij dat ik je brief heb gelezen,al komt die keihard binnen,goed dat je dit hebt kunnen schrijven,het helpt mischien een beetje bij het verwerkingsproces.
We gaan moeten proberen onze kwaadheid een beetje opzij te zetten,wat zeer moeilijk is,Elke ik wens je nog het allerbeste,en veel sterkte
Ondertussen is het voor ons iets meer dan 6 maanden geleden, papa ging het ziekenhuis binnen op woensdag avond, en zaterdag avond laat namen we afscheid via whatsapp, dankzij een lieve verpleegster. afscheid? het was eerder een drama, papa probeerde nog zoveel te zeggen maar het ging niet meer… versteend keken we toe hoe hij nog een laatste keer zijn hand opstak, dat was het dan… ik zou graag met mensen praten, het gevoel en de frustratie delen die hiermee gepaard gaan. Na 6 maanden wordt de pijn alleen maar erger, het ongeloof groter…
Elke,
Je artikel komt hier stevig binnen. Enerzijds omdat je observaties terecht zijn en je verlies duidelijk aanwezig. Sterkte!
Maar ook omdat ik afgelopen jaar ook bij die 50% had kunnen horen. Met corona op intensieve aan de beademing, het kan je zo maar gebeuren. Zie https://sociaal.net/verhaal/corona-overviel-mij/
Na ontslag werd me bij eerste controle gezegd dat overlevingskans (toen!) eerder 40% was. Pffff.
Ik kan niet veralgemenen, maar op basis van mijn ene ervaring op intensieve, kan ik wel zeggen dat daar niet alleen medische professionaliteit aanwezig is, maar ook persoonsgerichte zorg. Mail of bel me maar als mijn “inside perspective” een aantal van je vragen kan beantwoorden, weliswaar vanuit eigen ervaring, niet veralgemeenbaar en misschien heel anders dan die van je vader.
groet,
Jan
Dag Elke, het leest allemaal zo herkenbaar. Ook voor ons is het nog maar een goede maand geleden dat we ons mama moest afgeven. Het was niet door Corona maar het waren wel gelijkaardige, afschuwelijke afscheidsrituelen die ik zo herken in je brief. Ook wij hadden een (mooie) dienst maar we konden hem met niemand delen. Het was alleen rouwen in onze beperkte kring. Bij ons was het bijzetten op de begraafplaats ‘s anderendaags maar in even absurde omstandigheden, koud, kil en nat en niet eens een koffie kunnen gaan drinken samen. Het komt allemaal zo terug bij het lezen van je brief. Je hebt dat heel mooi verwoord en in je rouw toch een mooie, aangrijpende brief geschreven. Dank je wel, Frank
Dag Elke,
Mijn oprecht diep medeleven.
Ik deel jouw mening, een menswaardig afscheid is er één waar we mogen nabij-zijn. Ik lees je terechte boosheid.
Ik vraag me af of er nog een mogelijkheid is als de maatregelen versoepelen om op een goede manier alsnog afscheid te nemen met herinneringen ophalen, met een zeker ritueel, zo belangrijk.
Warme groet,Marleen
Mijn moeder stierf op 31 maart ’20. Op 8 maart zag ik haar voor het laatst. Geen afscheid, geen plechtigheid, gewoon de urne die door de begrafenisondernemer bij mijn stiefvader aan de deur werd overhandigd… Ik vrees dat ik een trauma heb opgelopen. Na 10 maanden heb ik het er nog enorm moeilijk mee… Sterkte met je verlies!
Dag Elke,mijn innige deelneming
Héél herkenbaar,ik zou je brief zo kunnen copieëren,onze moeder is op 19 april 2020 overleden op iza door corona,het is precies of ik alles terug beleef na het lezen van jou schrijven,wat is dit moeilijk!Hoe onmenselijk zijn wij en vooral de overledenen toen behandeld,zonder bezoek, zonder telefoon,ook de eerste week op de gewone afdeling,ja ook hier in de kempen was het onmenselijk,onwezenlijk zijn we achtergelaten,en jou vader,mijn moeder en de vele vele andere overledenen toen, alleen moeten vechten,er bovenop komen, en uiteindelijk toch moeten sterven..alleen…
Ik ben blij dat ik je brief heb gelezen,al komt die keihard binnen,goed dat je dit hebt kunnen schrijven,het helpt mischien een beetje bij het verwerkingsproces.
We gaan moeten proberen onze kwaadheid een beetje opzij te zetten,wat zeer moeilijk is,Elke ik wens je nog het allerbeste,en veel sterkte
Dag Elke prachtige verwoording dit zal zeker helpen om het afscheid te verzachten
Claudine mama van Valerie
Je kan niet herstellen, wat onherroepelijk stuk is, of weg. Dood is onherroepelijk verbonden aan het leven, betekent altijd een eind, een afscheid. Of het nu in Corona tijd is of in een andere tijd. Ook buiten Coronatijd is dood, een onverwachte dood, een harde confrontatie. Je kan niet altijd afscheid nemen, meestal niet. De dood staat niet geprogrammeerd. We leren niet hoe ermee om te gaan. Een begrafenis regelen? Ik weet nog perfect hoe ik dacht en voelde bij de onverwachte dood van mijn toen 18 jarige oudste dochter….hoe doe je dat, je eigen kind begraven? Hoe beschrijf je dat? Hoe regel je dat? Er was geen sprake van Corona, maar evenmin wist de maatschappij hoe hiermee om te gaan. Er was een koffietafel, er was immens veel volk op haar begrafenis…desalniettemin voelden we ons verschrikkelijk alleen. Verschrikkelijk aan ons lot over gelaten. Verschrikkelijk verlaten. Is er een verschil in tijd? Twintig jaar en niets! Is het anders? Ja en nee! Je kan het leven niet vasthouden..
Zeker lezen
Evi Hanssen: ‘Palliatieve zorgverleners zijn de vroedvrouwen van de dood’
‘AI biedt enorme kansen voor sociaal werk’
Monsterbrouwsel Fentanyl: ‘Ik wil het niet zien, maar kan niet stoppen met kijken’
Functionele cookies Altijd actief
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies