Residentieel of rondtrekkend?
De bui hing er al tijdens de vorige legislatuur. In 2018 besliste de toenmalige Vlaams minister van integratie, Liesbeth Homans, om in het integratiedecreet de groep woonwagenbewoners in twee te delen. ‘Residentiële woonwagenbewoners’ wonen op een vast woonwagenverblijf en ‘rondtrekkende woonwagenbewoners’ hebben geen vaste standplaats.
‘De bui hing er al tijdens de vorige legislatuur.’
Het Vlaams integratiebeleid zou zich enkel nog richten op de tweede groep. De bevoegde minister vond dat de residentiële woonwagenbewoners voldoende aansluiting hebben bij de maatschappij en dus geen beleidsaandacht meer nodig hebben.
Het Minderhedenforum vond dit een onnatuurlijke opdeling. Of ze nu een vaste standplaats hebben of rondtrekken, alle woonwagenbewoners hebben nog steeds een maatschappelijk kwetsbare positie. Een vaste standplaats is niet het einde, maar juist het begin van een integratieproces. Daarom blijft het nodig om ook aandacht te hebben voor residentiële woonwagenbewoners.
Maar nu valt zelfs de aandacht voor de ganse groep weg.
Voyageurs
Wie zijn de woonwagenbewoners in Vlaanderen en Brussel? Drie subgroepen hebben een gemeenschappelijk kenmerk: ze wonen in een woonwagen. Voor het overige zijn ze vrij divers.
‘Voyageurs’ zijn autochtone Belgen die om economische redenen een nomadisch leven leiden. Ze stammen af van gezinnen die in de negentiende en twintigste eeuw aan de kost kwamen door een trekkend bestaan. Ze hielpen bij de oogst, deden andere seizoensarbeid of leurden deur aan deur met kleine huishoudwaren.
Veel Voyageurs zijn nog steeds actief als zelfstandige handelaars. Maar het rondtrekken om aan de kost te komen, is voor de meesten niet meer rendabel. Er zijn veel banden met de foorreizigers via huwelijken, maar het blijven wel twee aparte gemeenschappen.
Manoesjen
De Manoesjen zijn een nomadisch volk dat sinds de vijftiende eeuw in ons land verblijft. Volgens verschillende bronnen zijn de Manoesjen oorspronkelijk afkomstig uit India, ergens bij de grens met het huidige Pakistan. Ze hebben zich doorheen de geschiedenis verspreid over andere continenten waaronder West-Europa. De oertaal van de Manoesjen is sterk verwant aan het Sanskriet en het Hindi.
In Vlaanderen en Brussel verblijven een honderdtal Manoesj-families, meestal in woonwagens, maar ze trekken niet echt meer rond.
Roms
In Europa wonen de meeste Roms in de Balkan, in Centraal en Oost-Europa. Het overgrote deel is afkomstig uit het noorden van India. Met de afschaffing van de slavernij in Roemenië op het einde van de negentiende eeuw, trokken heel wat Roms naar West-Europa.
Vanaf het einde van die eeuw verblijven er Roms in Vlaanderen en Brussel. Veel Rom-gezinnen trekken in de zomer rond met hun caravan. In de winter blijven ze ergens staan op privé of gemeentelijke terreinen. Veel Roms hebben op dit ogenblik geen vaste standplaats en moeten dagelijks rondtrekken.
Niet verwarren met Roma
In Vlaanderen en Brussel wordt de term ‘Roma’ gebruikt om de nieuwe inwijkelingen uit Oost-Europa aan te duiden. Deze groep verschilt van de Belgische woonwagenbewoners (de Roms, de Manoesjen en de Voyageurs) omdat ze de mobiele woonst niet verkiezen boven een vaste woonst.
‘Ze waren vaak nergens welkom.’
Roma kwamen vanaf het einde van de twintigste eeuw naar ons land. Als economische immigrant maar ook om het racisme en de discriminatie in hun eigen land te ontvluchten. Ondanks dezelfde Noord-Indiase herkomst hebben de Oost-Europese Roma weinig gemeen met de Belgische woonwagenbewoners, die al langer in onze contreien verblijven. Toch is de verwarring bij het publiek, de media en het beleid nog steeds groot: Roma en woonwagenbewoners worden vaak door elkaar gehaald.
Door de eeuwen heen verjaagd
De geschiedenis van woonwagenbewoners is een opeenvolging van donkere periodes. Ze zijn vaak onderhevig geweest aan discriminatie en vervolging. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden miljoenen woonwagenbewoners én Roma vermoord in de nazi-concentratiekampen. Maar ook na de oorlog was het leven van de rondtrekkenden niet makkelijk.
Deze nomadische groeperingen waren vaak nergens welkom. De negatieve beeldvorming zorgde voor wantrouwen bij lokale besturen waardoor ze vaak werden weggejaagd. Ze kregen veel politiecontroles en kwamen vaak op een negatieve manier in contact met instellingen.
Ook vandaag leven nog veel woonwagenbewoners in een onzekere situatie. Het grootste probleem blijft het vinden van een vaste woonwagenterrein. Het Minderhedenforum schat dat er op dit ogenblik zo’n driehonderd Rom-gezinnen in ons land ronddolen omdat ze geen vaste standplaats hebben.
Gebrek aan standplaatsen
Het gebrek aan vaste standplaatsen is een schrijnend probleem. Dit is voor vele gezinnen de belangrijkste drempel om aansluiting te vinden in de maatschappij. Elke dag is het opnieuw een strijd om ergens een veilige halte te vinden.
‘Elke dag een strijd om een veilige halte te vinden.’
Het verplicht rondtrekken, bemoeilijkt de toegang tot diensten. Sociale ondersteuning is vaak weggevallen en sommigen verliezen zelfs hun gezinsinkomen. Zo komen ze in een situatie van onderberscherming: het kindergeld wordt niet meer uitbetaald, zieken krijgen niet meer de nodige medische verzorging en de kinderen gaan al een hele tijd niet meer naar school. Deze mensen leven letterlijk in de zijlijn van onze maatschappij. En het lijkt alsof niemand ervan wakker ligt.
Standplaats is nog geen participatie
Het hebben van een vaste standplaats is nog geen garantie op participatie en inclusie. Vele gezinnen kampen nog met een lage onderwijs- en tewerkstellingsgraad. De aansluiting op de reguliere arbeidsmarkt is moeilijk omdat veel woonwagenbewoners weinig opleiding hebben genoten.
Vele gezinnen leven in armoede en hebben geen band met het lokale weefsel, maatschappelijke voorzieningen en lokale besturen. Vaak is er een grote kloof tussen de inwoners van een stad of dorp en de inwoners op het woonwagenterrein. Vooroordelen en wederzijdse wantrouwen steken de kop op.
In marginaliteit geduwd
Maatschappelijke ondersteuning en investeren in sociaal werk voor deze doelgroep, is geen luxe.
Maar de nieuwe beleidsontwikkelingen bieden hiervoor weinig soelaas. Met het schrappen van woonwagenbewoners als de doelgroep van het integratiebeleid, vrezen we dat deze mensen verder in de vergetelheid belanden en in de marginaliteit zullen geduwd worden.
Erkend
Woonwagenbewoners werden in 2001 in Vlaanderen formeel erkend als een doelgroep van het minderhedendecreet en het latere integratiedecreet. De kwetsbare leefsituatie van woonwagenbewoners als minderheidsgroep werd erkend. Vlaanderen engageerde zich om hun participatie aan de samenleving te versterken.
‘De erkenning van de woonwagencultuur leidde niet tot inclusie.’
In datzelfde jaar werd ook het wonen in een woonwagen erkend als officiële woonvorm en opgenomen in de Vlaamse Wooncode. In 2017 legden de woonwagenbewoners een lang traject af dat resulteerde in de erkenning van hun woonwagencultuur als Vlaams immaterieel erfgoed.
Niet in onze gemeente
Ondanks deze erkenningen kunnen woonwagenbewoners hun recht om te leven op een woonwagenterrein niet realiseren. De laatste jaren worden de rechten van deze minderheidsgroep steeds minder gerespecteerd.
Lokale besturen kunnen voor het aanleggen van woonwagenterreinen beroep kunnen doen op financiële steun van de Vlaamse Overheid. Maar er zijn er amper besturen die dat doen. Meer zelfs, lokale besturen weigeren vaak om bouwvergunningen te geven voor het plaatsen van een woonwagen. Die lokale overheden willen geen woonwagenbewoners op hun grondgebied.
‘De laatste jaren worden de rechten van deze minderheidsgroep steeds minder gerespecteerd.’
Verschillende woonwagenfamilies getuigen dat ze na een vast verblijf van twintig jaar verdreven werden omdat hun verblijf plots illegaal zou zijn. Zij kregen geen alternatieve woonoplossing.
Teleurstelling en frustratie
De teleurstelling en de frustratie bij de woonwagenbewoners neemt toe. De mensen voelen zich niet erkend en ervaren dat ze verstoten worden uit de maatschappij. Dit verscherpt de confrontaties en conflicten.
De enige uitweg lijkt om hun rechten via internationale rechtbanken af te dwingen. Hopelijk hoeft het niet zo ver te komen. Hopelijk kiezen onze beleidsmakers voor een dialoogmodel in plaats van conflict. Door een doortastend beleid uit te werken voor en samen met woonwagenbewoners kan er gezocht worden naar oplossingen. Door te werken aan inclusie kan men eens en voor altijd komaf te maken met de geschiedenis van verstoting en verjaging.
Verminderde beleidsaandacht
Toch vrezen we dat er nog weinig lokale besturen een inspanning zullen leveren wanneer ze merken dat Vlaanderen zijn verantwoordelijkheid niet meer opneemt ten aanzien van deze doelgroep.
De verminderde beleidsaandacht staat in contrast met het partnerschap van sociale organisaties in het middenveld: Unia, het Kinderrechtencommissariaat, het Mensenrechtencentrum van de UGent, Centra voor Algemeen Welzijnswerk (CAW) en nog vele anderen.Nota i.s.m. het Kinderrechtencommissariaat (2014) over de moeilijkheden van kinderen van rondtrekkenden Jaarlijks rapport Unia over discriminatie van woonwagenbewoners. Lopend actie-onderzoek met drie CAW’s over de ondersteuningsnoden van rondtrekkenden Roms ten aanzien van sociale diensten.Hopelijk worden de noden en problemen van de woonwagenbewoners hierdoor beter zichtbaar en sijpelt het belang om hierop in te zetten opnieuw door naar de beleidsmakers.
Hopen op alternatief
Samen met deze organisaties wil het Minderhedenforum blijven inzetten en op zoek gaan naar wegen om samen te werken en het draagvlak te vergroten.
De nieuwe Vlaamse regering besloot om woonwagenbewoners niet meer vanuit het integratiebeleid te benaderen. Vanuit welk beleid dan wel? Hopelijk komt de regering met een alternatief want problemen verdwijnen niet door er geen aandacht meer aan te besteden.
Reacties
Zeker lezen
Evi Hanssen: ‘Palliatieve zorgverleners zijn de vroedvrouwen van de dood’
‘AI biedt enorme kansen voor sociaal werk’
Monsterbrouwsel Fentanyl: ‘Ik wil het niet zien, maar kan niet stoppen met kijken’
Functionele cookies Altijd actief
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies