Nieuwe situatie
Sinds een half jaar krijgen Antoon en Liesbeth hulp van verzorgende Petra. Petra werkt voor het zorgteam Kortrijk Sint-Rochus van Familiehulp. Twee keer per week komt ze twee uur helpen met koken, de was en andere huishoudelijke taken.
“Mijn vrouw heeft dementie en zo word ik een beetje ontlast.” Terwijl Antoon vertelt is Petra eten aan het klaarmaken voor de volgende dagen. “Witloof met hesp is een van Petra haar kunsten. En ook haar soep is verdorie lekker.”
‘Het huishouden moeten loslaten, deed haar pijn.’
“Weet je dat mijn vrouw ervan overtuigd is dat zij dit allemaal nog zelf klaarmaakt? Ze was regentes huishoudkunde. Het deed haar veel pijn dat ze het huishouden moest loslaten”, zegt Antoon.
Zelf is hij zijn draai nog aan het zoeken. “Het is een nieuwe situatie. Ik kan de last van mijn vrouw niet dragen. Dat doet soms pijn. Ik moet ook een beetje voor mezelf zien te zorgen, maar dat heb ik nog niet goed vast. Het doet deugd dat ik, als Petra hier is, even buiten kan komen.”
Inleven
“Eigenlijk ben ik huisman geworden en daar komt veel bij kijken. Ik ben ook al 81, dus mijn fysiek speelt mee. Je moet het nog aankunnen. Boodschappen doe ik wel nog zelf. Dan kom je nog eens iemand tegen waar je een praatje mee kan slaan.”
“Het is een deel van het ouder worden, vaststellen dat je hulp nodig hebt”, zegt Antoon. Zelf had hij het er niet zo moeilijk mee als zijn vrouw.
“Petra heeft dat in het begin goed aangepakt. Ze vroeg Liesbeth hoe ze kon helpen. ‘Van iemand met jouw achtergrond kan ik veel leren’, zei ze haar. Dat toont dat ze zich inleefde in de situatie. Dat is eigenlijk belangrijker dan dat ze goede saus kan maken.”
“Sommige mensen hebben schrik dat je hun huishouden helemaal komt overnemen”, zegt Petra. “Het is belangrijk dat je toont dat je hun werk niet komt afpakken, maar dat je het samen met hen wil doen. Je moet respect hebben voor de mensen.”
Vertrouwen opbouwen
Petra probeert altijd het huishouden te doen zoals de mensen het gewoon zijn. “Ik vraag bijvoorbeeld hoe mensen zelf een gerecht klaarmaken. Want zij moeten het graag eten.”
Soms komt Familiehulp op vraag van de kinderen, maar zijn de cliënten eerder argwanend. “Dan moet je het voorzichtig aanpakken”, weet Petra. “Duidelijk maken dat je gewoon wat komt helpen. Niet meteen alle kasten opentrekken en erin vliegen. Je moet vertrouwen opbouwen.”
‘Je moet vertrouwen opbouwen.’
Petra ziet een patroon in de noden van de meeste cliënten. “Het begint met de boodschappen. Dat lukt niet meer omdat ze geen auto meer rijden. Dus dan komen we een keer per week om daarmee te helpen. Wanneer ze je vertrouwen en de noden groter worden, vragen ze ons een keer extra per week, bijvoorbeeld om te koken of de was te doen.”
“Voor veel mensen is het wennen om iemand die je niet kent vaak in je huis te hebben. Het is dus goed dat het bij de meeste mensen stap voor stap verloopt. Al gebeurt het soms dat mensen pas laat bij ons komen aankloppen, wanneer de nood al groot is.”
“Ik begrijp dat het niet evident moet zijn om te aanvaarden dat je minder kan en iemand nodig hebt”, zegt Petra. “Sommige mensen blijven het daar moeilijk mee hebben.”
Vallen en opstaan
Bij Monica komen al achttien jaar medewerkers van Familiehulp over de vloer. In het begin twee keer per week, nu dagelijks.
Naarmate haar gezondheid achteruitging leerde Monica steeds meer hulp aanvaarden. Dat was een proces van vallen en opstaan, letterlijk: “Ik wilde te veel zelf blijven doen. Toen ik weer eens gevallen was, heeft de verzorgende zich eens kwaad gemaakt op mij. ‘Waarom kom ik als je alles toch zelf wil doen?’, vroeg ze.”
“Eigenlijk ben ik haar daar nog altijd heel dankbaar voor. Als er nu iets op de grond valt, duw ik het opzij zodat ik er niet over val. Maar ik probeer het niet meer op te rapen. Ik heb geleerd om gewoon te commanderen,” lacht Monica.
Toch vindt Monica het belangrijk dat de verzorgenden haar nog zo veel mogelijk zelf laten doen. Dat is soms zoeken. Ze kan bijvoorbeeld nog wel aardappelen schillen en opzetten, maar afgieten lukt niet meer.
In het weekend komt Familiehulp maar een half uur. “Te kort om aardappelen klaar te maken. Dus zet ik de patatjes al op het vuur. Wanneer zij toekomen koken ze en tegen dat mijn groenten en vlees klaar zijn, zijn de patatjes zacht.”
Medicijn tegen eenzaamheid
Monica gaat het huis niet meer uit, behalve om naar het ziekenhuis te gaan. Naast thuiszorg komt er dagelijks meermaals verpleging langs. Ook de kapper en de pedicure komen aan huis. Zelfs ’s nachts komt er iemand haar naar het toilet helpen.
‘Er is weinig waar ik me nog mee kan bezighouden.’
Zittend aan de eetkamertafel, overziet ze het werk. “Het is leuk dat Familiehulp niet elke dag dezelfde persoon stuurt. Als er volk is kan ik nog eens praten, nog eens lachen. Er is weinig waar ik me nog mee kan bezighouden. Naaien of breien kan ik niet meer. Lezen hou ik niet lang vol.”
Ook voor Claudine zijn de mensen van Familiehulp al vier jaar een medicijn tegen de eenzaamheid. Vroeger baatte ze een café uit. Ze was altijd onder de mensen. Haar relatie sprong af en ze ging alleen wonen.
Door haar spierziekte kon ze plots niet meer uit de voeten. “De muren van mijn huis kwamen op mij af. Dat was heel zwaar”, vertelt ze. “Gelukkig heb ik nog veel hulp. Ook van goede vrienden die wanneer het mooi weer eens met mij in de rolstoel gaan wandelen.”
Koetjes en kalfjes
Familiehulp komt drie keer per dag, telkens voor een half uur. “Ze helpen met eten klaar te maken en te serveren. Drie keer per week komen ze langer en dan koken ze voor de andere dagen. Zonder Familiehulp kan ik niet alleen thuis wonen.”
“Ik vind het belangrijk om een babbeltje met de verzorgenden te slaan. Ik heb graag wat contact. We praten dan over koetjes en kalfjes. Of ze vertellen het me als er iets gebeurd is in Kortrijk. Op den duur leer je hen ook kennen. Al heb ik het soms moeilijk om de namen te onthouden.”
“Contact maken met de mensen is een belangrijk deel van onze job”, vindt Petra. “Er zijn mensen die niemand anders zien. Die blij zijn om eens een babbeltje te slaan. Die daar nood aan hebben. Dat mogen we niet negeren.”
Psychosociale ondersteuning
“Je kan deze job niet doen als je geen hart hebt voor de mensen. Als je niet begaan bent met hun situatie. Psychosociale ondersteuning is een belangrijk deel van ons takenpakket. Je moet je taken in het huishouden kennen en lichamelijke zorgtaken kunnen opnemen, maar je moet ook aandacht hebben voor de cliënten. Je moet de mensen graag zien.”
Een medewerker in de thuiszorg moet goed kunnen luisteren. “Er zijn mensen die telkens weer hetzelfde vertellen, maar toch moet je elke keer luisteren. Sommigen vertrouwen je dingen toe. Zaken die ze aan niemand anders zeggen. Dan moeten we dat voor ons houden.”
‘Je moet de mensen graag zien.’
Chantal heeft al sinds haar zeventiende chronische rugpijn. “Ik heb constant pijn. Van ’s morgens tot ’s avonds. Ik weet nooit hoe ik moet zitten of liggen. Daarom heb ik veel hulp nodig. Petra komt twee keer per week om te helpen. Dat maakt het draaglijker voor mij”, vertelt Chantal.
Ze drinkt een kop koffie terwijl Petra aardappelen schilt. “De ene dag gaat het beter dan de andere. Petra weet dat intussen”, zegt Chantal. Vandaag is een mindere dag. “Door vaker bij dezelfde mensen te komen, leer je hen ook kennen”, zegt Petra. “Je ziet het sneller als er iets mis is.”
Band
“Ik vraag altijd hoe het gaat. Je moet de mensen de kans geven om te praten. Als je voelt dat er iets scheelt, moet je direct durven zijn. Ze moeten weten dat ze hun ei bij je kwijt kunnen.”
“Maar evenzeer mag je niet te verlegen zijn als je bijvoorbeeld ziet dat het eten dat je enkele dagen geleden klaarmaakte nog in de koelkast staat. Dan moet je proberen achterhalen of de cliënt wel voldoende eet. Je kan het dan eventueel bespreken met de kinderen en hen vragen om dit mee in de gaten te houden.”
‘Elke dag en elke cliënt zijn anders.’
Door veel met de cliënt te praten, bouw je een band op, vertelt Petra. “Een gesprek bestaat uit twee kanten. Als de cliënt niets over jou mag weten en jij alles van hen weet, komt dat raar over. Je beslist zelf hoe veel je vertelt. Al is het natuurlijk niet de bedoeling dat we onze eigen miserie delen.”
“Dat contact met de cliënten maakt deze job zo mooi”, vindt Petra. “Je doet misschien wel elke keer ongeveer dezelfde taken, maar elke dag en elke cliënt zijn anders. Dat maakt het zo boeiend.”
“Als mensen de hele tijd willen praten en je vragen om bij hun te komen zitten, gaat het werk soms wat trager. Soms denk ik achteraf: ‘Oei, ik heb niet veel kunnen doen.’ Maar eigenlijk heb ik wel veel gedaan, want die babbel was op dat moment veel belangrijker dan de afwas.”
Reacties [1]
Dank u Lisa voor uw verslag. U krijgt van mij een pluim.
Petra is voor ons de gedroomde helpende. Zij leeft zich in in onze situatie. Zij is heel goed thuis in sociale vaardigheden, helpt ons nadenken maar laat ons beslissen. Koken kan ze voortreffelijk, maar luisteren en reflecteren zijn haar grote sterkten. Familiehulp Kortrijk is een zegen voor veel mensen in Zuid-West-Vlaanderen.
Heel veel lof ook voor Sociaal Netwerk. Blij dat ik uw acties mocht leren kennen. U verlicht ons in beide betekenissen van dit werkwoord. Hier in onze streek zegt men dan ‘Goe bezig’.
Zeker lezen
Evi Hanssen: ‘Palliatieve zorgverleners zijn de vroedvrouwen van de dood’
‘AI biedt enorme kansen voor sociaal werk’
Monsterbrouwsel Fentanyl: ‘Ik wil het niet zien, maar kan niet stoppen met kijken’
Functionele cookies Altijd actief
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies