Nancy
Ik heb niet lang getwijfeld naar wie ik een brief zou schrijven. Ik ben blij dat ik je toen ontmoet heb. Je liet je zien en kennen toen ik in opname was. Zelf was ik daar nauwelijks toe in staat. Ik voelde me eenzaam, zelfs in die instelling met huiselijk ingerichte leefruimtes.
‘Je was echt een medemens, hoffelijk, zacht.’
Je was bij de weinigen die mijn eenzaamheid wist te doorbreken. Op een eenvoudige manier. Je was jezelf, zoals dat heet.
Maar gewoon ‘jezelf zijn’ is een uitdrukking waar ik geen genoegen mee neem. Als ik doordenk, gaat het vooral om grenzen die je aanvoelde en respecteerde. Je was er op een moment dat ik er niet helemaal bij was… en je respecteerde dat.
Mens
Ik richt me tot jou en zo indirect tot je collega-hulpverleners. In het beeld dat ik me van jou probeer te vormen, verhoud ik me tot het beeld dat anderen van je hebben. Tussen die twee beelden in besta jij.
Je was niet perfect (daarover straks meer), maar je was wel echt een medemens, hoffelijk, zacht.
Op momenten dat ik mijn grenzen niet kon aangeven en ik me, als gevolg daarvan, een ‘nobody’ voelde, bleef je me behandelen als persoon. Niet als iemand die advies nodig had, maar als iemand die op zijn positieven moest komen. Wat ben je trouwens met advies als je geen eigen wil meer voelt?
Die houding bleef je aannemen, ook toen ik al iets beter was. In je rol als hulpverlener, heb ik nooit sleur gemerkt. Geloof me, had ik dat gemerkt, dan zou ik terug in mijn schulp gekropen zijn.
Ervaringswerker
Er is nog een reden om je deze brief te schrijven: ik wil je graag vertellen dat ik nu ervaringswerker ben.
Ergens in mijn herstelproces leerde ik authentiek zijn. Ik vind het een heus compliment wanneer iemand me zo noemt! Maar het is meer dan alleen een compliment, het is een soort kompas. Authentiek zijn betekent dat je keuzes maakt en je daaraan tracht te houden, omwille van jezelf en van die ander waarover het eigenlijk gaat.
‘Ik wil je graag vertellen dat ik nu ervaringswerker ben.’
Ik bedoel maar: ik probeer niet te roddelen, al hunker ik in de semi-professionele rol van ervaringswerker naar een band met anderen in en voorbij hun professionele rol. Ik wil graag meespelen. Het is daarom zoeken hoe ik naar buiten treed.
De moeilijkheid is dat in leefgemeenschappen waar mensen in een complexe relatie tot elkaar staan dingen soms ook formeel moeten uitgesproken worden. Daarom wil ik mij hier en ook in andere gesprekken die ik aanga, houden aan één gebod: Alles moet kunnen worden gezegd, maar niet om het even hoe.
Mijn verhaal
Het gaat niet zomaar over het beeld dat anderen van jou krijgen op basis van wat ik hen over jou vertel. Het gaat voor mij over hoe ik zelf besta.
Dit is mijn verhaal, iets waar ik een grond in vind om op te staan. Het was een heel proces voor ik ontdekte dat dat kon, zo’n grond vinden te midden van complexe verhoudingen.
‘Het was moeilijk om vrij te blijven.’
Je hebt begrepen, hoop ik, dat ik het wel voor je had. Het viel toen misschien niet zo hard op. De complexe verhoudingen in die grote leefgemeenschap speelden hun rol. Mij dankbaar tonen, lukte me niet vaak, ook omdat ik me lang niet altijd dankbaar voelde.
De reden? Hoewel ik me in vrijheid had aangeboden, merkte ik dat het moeilijk was om daar ook vrij te blijven. De activiteiten waarin nauwelijks iets gebeurde maar waarop de patiënt verwacht werd. De sleur die in het samenleven met anderen binnensloop. De ontmoeting met mensen waarmee ik niet mijn hele leven wilde delen. Dat alles zorgde voor een aparte, weinig genietbare sfeer.
Nors
Niet elke hulpverlener was even discreet als jij. Sommigen stelden nors hun wetjes. Als ervaringswerker heb ik daarom al vaker nagedacht over hoe je grenzen kunt aangeven zodat de ander je leert begrijpen en zich veilig bij je voelt.
Veiligheid scheppen blijft echt heel belangrijk. Om de fysieke integriteit van iedereen te vrijwaren, zeker. Maar het gaat toch vooral ook om het emotionele aspect: veiligheid opgevat als vrijheid om zich te uiten.
‘Je nam berekende risico’s.’
Jij wist soepel om te gaan met die vereiste veiligheid: je nam berekende risico’s. Zo gingen we bijvoorbeeld buiten de instelling joggen, op jouw initiatief, langs dat kanaal waar kort daarvoor iemand uit de instelling het leven liet.
Voor jou was het geen reden om die plek te mijden, misschien was het zelfs een manier om wat voorgevallen was te dedramatiseren. Je begreep dat een veilig gevoel pas ontstaat als mensen de vrijheid krijgen hun omgeving te verkennen.
Ik wil maar zeggen: moed aanspreken is een ware deugd, ook in een setting waar zorg voor veiligheid prioritair is.
Isoleercel
Na drie maanden ging ik op mijn aandringen op ontslag. Zonder adieu. Kort daarvoor was er iets voorgevallen waar ik het nu even over wil hebben.
A. was een medepatiënt, iemand waaraan ik veel had. Hij had het moeilijk met wat hem soms werd gevraagd, rebelleerde gemakkelijk en openlijk, maar niet zonder humor of fijngevoeligheid. Hij nam veel andere patiënten voor zich in en zo bepaalde hij mee de sfeer in de groep.
‘Zonder veel plichtplegingen ging ik na drie maanden weg.’
Jullie zagen hem misschien als moeilijke patiënt. Ik vond dat hij leven binnenbracht. Hij was aanwezig, meer dan personeelsleden die zich verschansten in hun visbokaal. Hij was voor mij een verademing.
Op een zondagavond kwam hij dronken naar de instelling terug. Niet voor het eerst. De afdeling was niet bedoeld voor mensen met een verslaving, wat hij eigenlijk ook niet had. Jullie stopten hem in de isoleercel. Weg. Een dag lang.
Jij had dienst
Het was voor hem echt een vernederende ‘straf’. Ik begreep ook niet waarom die beslissing er kwam. Het legde de tweedeling tussen het personeel met macht en de inwoners zonder helemaal bloot. De muur tussen mij en jou was plots heel hoog.
‘Was jij het die de beslissing nam? Of vroegen ze jou het werkje op te knappen?’
Ik kom er op terug omdat jij toen van dienst was. Was jij het die de beslissing nam? Of vroegen ze jou het werkje op te knappen? Je had immers veel gezag. In ieder geval moet je beseffen dat het grote impact op me had: de veiligheid die ik bij jou dacht te vinden, was weg.
Ik leg het je voor, om de heel simpele reden dat ik weet dat we als mens de gevolgen van ons handelen niet tot in het oneindige kunnen inschatten. Weet wel dat die oneindigheid in kleine hoekjes schuilt.
Onmacht
Ik onderging mee het geweld van die gebeurtenis. De filosoof Lévinas, bekend om zijn mijmeringen rond het menselijke gelaat, geeft in de relatie tussen twee mensen een derde partij de belangrijke rol van getuige. Ook al is die getuige niet persoonlijk betrokken bij een voorval, toch is hij die ander die jou in relatie tot anderen rechtvaardigt.
‘Ik onderging als getuige mee het geweld.’
Ik leg het je voor, omdat ik die getuige was die geen middelen had om zich kenbaar te maken. Ik deed er schijnbaar niet toe. Het is het soort onmacht wat een schaduw in relaties legt: iets waar men als mens maar moeilijk in het reine mee raakt.
Geen pamflet
Dit is mijn verhaal. Ik vertel het omdat ik geloof dat anderen zich erin zullen herkennen als mens. Het zal vragen oproepen, hoop ik, al is het geen pamflet.
Ik wil maar een poging doen de beleving van inwoners van een instelling ter sprake te brengen. Die beleving is heel broos, omdat het op vertrouwen rust dat snel gaat wankelen.
‘Menselijkheid wordt vaak zonder nadenken via kleine gebaren doorgegeven.’
Zelfvertrouwen, dat deugddoende medicijn dat evenwicht in menselijke relaties brengt, hangt samen met vertrouwen in de situatie. Onder ‘situatie’ versta ik meer dan een algemene sfeer, al ligt sfeer wel in het verlengde van concrete situaties. Sfeer toont zich zonder opsmuk, concreet en broos, elke dag opnieuw. Er is echt sfeer, of het is er niet.
Voor mensen die een leefgemeenschap moeten runnen is dat een erg veeleisende opdracht, weet ik, omdat ze er ook als mens in betrokken zijn.
Om af te sluiten, als kompasnaald, deze oproep om te blijven nadenken over hoe we mens onder de mensen kunnen worden. Een oproep vanuit het besef dat menselijkheid vaak zonder nadenken in kleine gebaren wordt doorgegeven. Dat is wat ik als ervaringswerker probeer te doen binnen het project Kwartiermaken. Dat is wat ik graag aan je mee wil geven.
Reacties [6]
Prachtig, Tanguy. Bedankt, ook aan Nancy, om dit te willen delen. Je beschrijft een situatie die velen zullen herkennen, ook in andere contexten, en slaagt erin om tot de kern te komen. Heel wezenlijk en fundamenteel. Mens zijn. Wat me ook bijblijft is wat je schrijft over hoe je authentiek bent (en nog verder : selectief authentiek) en wat dit voor jou concreet betekent. Ik ben vereerd dat ik dit al mocht ervaren op overlegmomenten. Ik hoop samen nog. meer kwartier te maken!
Mooi , scherp en zacht .
kan me inleven -uniek universele weergave van het leven als ‘gekwetst zijn.
ervaringsdeskundigen : één must ! schrijf verder Tanguy !
Dank je Tanguy, dank je Nancy.
Ook : “Ik zag dat die begeleider echt ongerust geweest was toen ik niet binnengekomen was. Toen dacht ik:
iemand geeft om me en heb ik een klik gemaakt.” Of we deze kleine essentie en hoe moeten/willen vatten in impact/indicatoren ?
Wat bedoel je met semi-professionele rol als ervaringswerker? Ik werk nu bijna 4 jaar als ervaringswerker en bekijk dat toch als professioneel werken.
Ik begrijp jouw punt. Maar de context waarin ik het stelde, nl. dat ik “hunker naar erkenning van mensen in en voorbij hun professionele rol” en daarom dit verhaal ook breng, verklaart waarom ik het hou op semi-professioneel. Een ervaringswerker ontleent zijn identiteit niet alleen aan zijn rol. Zijn opdracht is om zichzelf telkens opnieuw heruit te vinden als mens. Die rol is niet altijd precies te omschrijven. Juist omdat het zo wezenlijk is, wil ik het anders benoemen.
Dat een derde die niet betrokken is bij een bpeaald gebeuren (getuige ervan) zo hard een impact kan voelen in een vertrouwensrelatie doet me stilstaan bij mijn professionele contacten. Ik bedankt Nancy vooral om dit te willen delen met ons en ook aan Tanguy om dit verhaal te vertellen aan zijn begeleidster wat niet evident is!
Zeker lezen
Evi Hanssen: ‘Palliatieve zorgverleners zijn de vroedvrouwen van de dood’
‘AI biedt enorme kansen voor sociaal werk’
Monsterbrouwsel Fentanyl: ‘Ik wil het niet zien, maar kan niet stoppen met kijken’
Functionele cookies Altijd actief
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies