Column

Als coaches wachtlijsten moeten verdoezelen

Peter Dierinck

Peter Dierinck

Peter Dierinck is medewerker van vzw Psyche en psycholoog in het Psychiatrisch Centrum Gent-Sleidinge. Hij werkt momenteel binnen een pilootproject ‘Kwartiermaken’.

coaches

© Pexels / Cottonbro

Wildgroei aan coaches

Coaching en coaches zijn alomtegenwoordig. Het lijkt wel of iedereen plots het coachen heeft ontdekt. Nu, met coachen is niets verkeerd, behalve als het ingezet wordt om leemtes op te vullen voor een nood die we beter anders oplossen.

‘Met coachen is niets verkeerd, behalve als het ingezet wordt om leemtes op te vullen.’

Zo is er bijvoorbeeld een wildgroei aan auticoaches omdat de wachtlijsten voor kinderen met autisme zo lang zijn. Eerder lieten experten zich ook al kritisch uit over narcismecoaches.

In het debat over coaches waarschuwen hulpverleners terecht voor mogelijke gevaren, alleen doen ze dat niet om de juiste reden. Hulpverleners hebben het vaak moeilijk met het feit dat veel van deze coaches ervaringsdeskundig zijn. Hulpverleners voelen zich bedreigd in hun professionaliteit en waarschuwen dan voor het oneigenlijke gebruik van coaching.

Coaching van familie

Toen ik als psycholoog in de geestelijke gezondheidszorg bij een mobiel team werkte, kreeg ik vanuit een ander team een ‘coachingsdossier’ doorverwezen. Het was niet de bedoeling dat ik de man waarover het ging zou bezoeken en opvolgen, wel dat ik zijn omgeving zou coachen over hoe ze best met hem omgingen.

Er werd mij een deskundigheid toegekend van waaruit ik de familie raad kon geven over de omgang met hun psychisch kwetsbaar familielid. Dit zonder dat ik de man had gesproken. Ik werd verondersteld over hem te kunnen spreken op basis van diagnostische kenmerken neergepend in zijn dossier: “Een psychotische man met een niet-primaire verslavingsproblematiek”.

Ten einde raad

De familie was ten einde raad. Dat was ook de reden om hun kwetsbaar familielid bij het mobiel team aan te melden. Ze kenden hem door en door, en in de loop der jaren hadden ze allerlei dingen geprobeerd die niet hielpen.

‘De familie had niet gevraagd om gecoacht te worden.’

De situatie was af en toe zeer gevaarlijk, wat werd opgelost met gedwongen opnames. De familie vond het pijnlijk om te moeten toezien hoe de politie, soms weinig respectvol, moest tussenkomen. De politie was op haar beurt gefrustreerd over het gebrek aan perspectief. De familie vreesde dat het op een bepaald moment ernstig uit de hand zou lopen. Tegelijk was er ook enorm veel schaamte.

De familie had zelf niet gevraagd om gecoacht te worden. Ze wilden verandering voor hun psychisch kwetsbaar familielid. Ze vroegen geen hulp voor zichzelf, maar voor hun familielid. Het mobiel team oordeelde dat het niet alleen een te zware, maar zelfs een onbegonnen taak was om met de man in contact te komen. Zo werd het een ‘dossier’ dat in mijn schuif belandde.

Wachtlijst wegwerken

Waarom een moeilijk patiëntendossier omtoveren tot het coachen van familieleden?

De winst voor het mobiel team zit hem in het feit dat het een makkelijke manier is om een wachtlijst weg te werken. Door coachingsdossiers kan een organisatie meer mensen inschrijven. Het vraagt immers veel minder werk om af en toe familie te begeleiden dan hun psychisch kwetsbaar familielid aanklampend te verzorgen. Hup, dossier afgevinkt en weer een plaats vrij.

‘Aanklampende zorg is tijdrovend maar op lange termijn wel effectief.’

Het zogenaamd wegwerken van de wachtlijst is echter schijn, want de geboden hulp is ontoereikend. De term coaching verdoezelt dat de familie en de psychisch kwetsbare persoon in de kou blijven staan.

Zelf boog ik dit coachingsdossier om tot aanklampende zorg. Dat was zeer intensief en tijdrovend werk, maar op lange termijn was het effectief: de gevaarlijke situaties verminderden en er was geen gedwongen opname meer nodig.

Onderliggende nood verhuld

De laatste tijd zie ik dat een aantal GGZ-netwerken zich op coaching toeleggen. Ze coachen onder meer eerstelijnsmedewerkers die in hun werking mensen met een psychische kwetsbaarheid tegenkomen.

‘De psychiatrie heeft zich lang opgesloten in een ivoren toren.’

Klinkt goed, maar ook deze aanpak verhult volgens mij een onderliggende nood: de vraag naar meer ondersteuning op het terrein. Een vraag naar meer mensen op de eerste lijn, liefst met ervaring in psychische problemen.

We moeten ons daarom altijd afvragen of coaching wel aansluit op de vraag van wie we gaan coachen. Vaak is er eerder een vraag om gelijkwaardigheid en samenwerking, dan naar tips en raadgevingen.

Extra mankracht

De psychiatrie heeft zich lang opgesloten in een ivoren toren. Mensen met een psychische kwetsbaarheid kwamen in opname en werden geholpen door experten. Dit heeft al te vaak geleid tot jarenlang isolement en uitsluiting.

‘In plaats van coaches heeft de eerste lijn extra mankracht nodig.’

Nu vraag ik me af of sommige deskundigen in de geestelijke gezondheidszorg via coaching geen ivoren toren 2.0 hebben uitgevonden? Ze zijn op vergaderingen coachend aanwezig in de positie van alwetende expert, maar blijven afwezig op het werkveld dat net vraagt om meer ondersteuning.

En dat is verkeerd. In plaats van coaches heeft de eerste lijn extra mankracht nodig, liefst mensen met ervaring in geestelijke gezondheidszorg. Zorgverleners die liefst in samenwerking met de hulpzoekende instantie, maar ook met politie en desnoods aanklampend in steden en gemeenten, erin slagen om verbinding te leggen met psychisch kwetsbare mensen.

Zo kan het oneigenlijk gebruik van coaching worden vermeden. Dat zal alvast voor heel wat minder frustratie zorgen.

Reacties

We zijn benieuwd naar je mening!
Blijf hoffelijk, constructief en respectvol

 

Elke reactie wordt gemodereerd. Lees hier onze spelregels. Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.