Rechten hebben, maar niet kunnen realiseren
België is een welvarend land. Toch leven veel mensen in armoede. De ongelijkheid in de samenleving blijft groot. Een goed armoedebeleid streeft naar structurele veranderingen. Inzetten op de toegang tot rechten kan hier een belangrijke hefboom voor zijn.
‘Maar liefst 40 tot 50 procent van mensen die recht hebben op een leefloon, vraagt dat niet aan.’
Zo ver zijn we nog niet: mensen in een kwetsbare positie botsen op hoge drempels op de weg naar hulp- en dienstverlening. Daardoor komen ze in een situatie van onderbescherming terecht: ze hebben wel rechten, maar kunnen die niet realiseren.
Onder de radar
Die onderbescherming is een groot probleem in onze samenleving. Uit recent onderzoek blijkt dat maar liefst 40 tot 50 procent van mensen die recht hebben op een leefloon, dat niet aanvraagt. Ook bij andere sociale rechten is er een grote ‘non take-up’.
Vaak zien mensen hun sociale rechten pas gerealiseerd wanneer ze er zelf om vragen. Dat veronderstelt dat mensen weten waar zij al dan niet recht op hebben. Veel mensen die wel degelijk hulp nodig hebben, blijven onder de radar. Ook hulpverleners beseffen dat veel noden onzichtbaar blijven omdat mensen de stap naar hulp niet (durven) zetten.
Schuld en schaamte
Waarom zijn de drempels om aan te kloppen bij diensten zo hoog? Dat vraag je best aan mensen die in armoede leven. Zij kunnen zelf het beste aangeven welke drempels ze ervaren om van daaruit mee na te denken over wat er nodig is om tot kwaliteitsvolle veranderingen te komen.
Het afgelopen jaar werkten we met onze groep in Deurne aan een project rond outreachend werken en de toegankelijkheid van dienstverlening. Het resultaat zijn inspiratiefiches om sociale professionals te inspireren en te overtuigen om meer buiten de muren van hun organisatie te werken. Met tips en geluidsfragmenten geven mensen in armoede aan hoe ze outreachend werken ervaren. Ze zien het als een meerwaarde, zowel voor hulpvragers als hulpbieders.
‘Hulpverleners vinden het moeilijk om mensen ongevraagd aan te spreken.’
Een deelnemer aan dit project vertelt: “Leven in armoede heeft een grote impact op hoe je je voelt. Het tast je zijn aan en vreet aan je zelfvertrouwen. Hulp vragen is moeilijk voor mij. Ik zet niet gemakkelijk de stap naar een dienst door slechte ervaringen uit het verleden en schaamte. Als ik dan naar een nieuwe dienst moet gaan, bereid ik mij daar dagenlang op voor.”
Buiten de muren
Outreachende hulpverleners die buiten de muren van de organisatie werken en mensen pro-actief aanspreken, kunnen die kloof dichten. Zo geven ze kansen aan mensen die uit zichzelf geen stap (durven) zetten naar hulp- en dienstverlening of die de weg niet vinden in het aanbod.
Maar die oplossing ook in de praktijk realiseren, is een ander paar mouwen. Hulpverleners vinden het moeilijk om mensen ongevraagd aan te spreken. Ze hebben schrik om mensen lastig te vallen en weten vaak niet goed hoe ze dat best aanpakken. Die vrees is ongegrond: mensen die in armoede leven, getuigen dat ze net opgelucht zijn om door iemand aangesproken te worden. Armoedeverenigingen vertellen dat mensen het waarderen dat je hen opzoekt, aanspreekt en hulp aanbiedt waar ze zelf niet om durven vragen.
‘Outreachend werken kan positief ingrijpen op de fundamenten van hulpverlening.’
Of om het met hun eigen woorden te zeggen: “Ik zit opgesloten in mezelf. Door naar mij toe te komen, kan de eerste steen van mijn muur afgebroken worden.”
Beloftevolle ontwikkeling
Outreachend werken is hip en duikt op in allerhande beleids- en visieteksten. Door die beleidsimpulsen schieten initiatieven als paddenstoelen uit de grond. Dat is een beloftevolle ontwikkeling, want outreachend werken kan positief ingrijpen op de fundamenten van hulpverlening. Het is een actieve en laagdrempelige manier waarbij je als professional zelf het contact opzoekt en aangaat.
Niet de locatie is vernieuwend, wel de houding waarin je op zoek gaat naar meer evenwicht in de professionele relatie met je cliënt. Als je een cliënt uitnodigt op je kantoor gelden de regels van de organisatie. Als je naar mensen toe gaat, bepaal je die regels samen. Gelijkwaardigheid groeit sneller op een neutrale plaats. Vanuit gelijkwaardigheid klinken interesse, engagement en betrokkenheid meer oprecht. “Als ze naar mij toekomen, voel ik dat ze mij oprecht willen helpen. Hierdoor gaat mijn wantrouwen weg en voel ik mij gelijk.”
Ook een hulpverlener voelt dat potentieel van outreachend werken: “Achter de keuze om outreachend te werken, zit een heel krachtig signaal: we laten niemand aan zijn lot over. We maken tijd en middelen vrij om aan iedereen de hand te reiken, ook aan wie die niet meteen wil of kan aanvaarden. Dat vind ik erg waardevol, los van wat je wel of niet met mensen bereikt. Outreachend werken is de sleutel naar kwetsbare mensen.”
Bewuste keuze
Maar het is niet al goud wat blinkt. Zoals een outreach-expert recent nog stelde op Sociaal.Net, duiken ook bij outreachend werken problemen op.
Sommige hulpverleners zijn vanuit een outreachend project wel aanwezig op straat of bij de sociale kruidenier. Maar ze staan er alleen voor, werken binnen een geïsoleerd project of missen stevige verankering in een organisatie. Om echt impact te hebben, moet outreachend werken een bewuste keuze zijn van de organisatie die vertrekt vanuit de overtuiging dat het nodig is om mensen op die manier tot hun rechten te brengen.
Vraaggestuurd werken
Nog een rem op de vernieuwende kracht van outreachend werken: hulpverleners verlaten het kantoor, maar blijven vertrekken vanuit het aanbod van de organisatie, niet vanuit de noden van de doelgroep. De toegang tot de dienst wordt wel verlegd naar de straat of het plein, maar mensen moeten hun vragen nog steeds plooien naar het aanbod van de dienst. Dan blijft de meerwaarde van outreachend werken beperkt.
‘Het is een kans om af te rekenen met een oud zeer: mensen die de weg niet vinden in een verkokerd aanbod.’
Outreachend werken moet mee afdwingen dat hulp- en dienstverlening afgestemd wordt op de vragen en noden van mensen. Het is een kans om af te rekenen met een oud zeer: mensen die de weg niet vinden in een verkokerd aanbod.
Signaleren vanuit leefwereld
Door outreachend en vraaggestuurd te werken, zullen professionals sneller de complexiteit en de verstrengelde problematiek van kwetsbare burgers opmerken. Dan zal nog scherper blijken dat armoede een onrecht is. Het is belangrijk om dat onrecht te zien, te erkennen en te benoemen. Mensen aanspreken op de rechten die ze hebben en samen met hen op zoek gaan naar nog onvervulde rechten maakt een groot verschil.
Werk je outreachend, dan leer je de leefwereld van je doelgroep beter kennen en krijg je inzicht in de lokale problemen van mensen die je anders niet bereikt. De problemen die het meest leven bij de doelgroep, kan je ‘hogerop’ signaleren. Dat kan leiden tot structurele veranderingen in je organisatie of bij het beleid. Op lange termijn zal deze werkvorm veel opleveren. Door preventief en proactief te handelen zal de dienstverlening uiteindelijk veel efficiënter verlopen.
Terug in het oude systeem
Outreachend werken vraagt om een specifieke aanpak, vaardigheden en kennis. Niet alle sociale professionals hebben dat meteen in de vingers. Organisaties moeten medewerkers ondersteunen en ruimte geven om hierrond te experimenteren.
In de coronapandemie zochten dienst- en hulpverleners naar creatieve oplossingen om in contact te blijven met kwetsbare mensen. Er was meer autonomie en handelingsvrijheid. Waar nodig, werd buiten de lijntjes gekleurd. Dat gaf wind in de zeilen van outreachend werken.
Maar veel van die dynamiek is vandaag stilgevallen. Ook na corona blijft het nodig om verbinding te creëren en bruggen te leggen tussen diensten en mensen. Nabijheid blijft cruciaal. De samenleving heeft sociale professionals nodig die de mens centraal zetten, niet bang zijn om op mensen af te stappen en oplossingen bieden vanuit hun noden.
Outreachend werken geeft hier een goed antwoord op. Het vereist een beleid dat de noden van cliënten en professionals erkent. Om outreachend aan de slag te gaan, moeten zowel de nodige voorwaarden als heldere mandaten gecreëerd worden. Alleen zo kunnen we onze wens om alle burgers te ondersteunen realiseren.
Reacties [2]
Is allemaal mooi, maar zou men niet eerst de instellingen die je moeten helpen, onder de loep te nemen? Verlaag eerst daar de drempels, maak de hulpvraag eenvoudiger i.p.v. het kastje-muur systeem. Het is al een huzarenstuk om een afspraak voor een afspraak te maken. Het beste zou zijn dat je een OCMW of CAW kan binnenlopen zoals bij de bakker of beenhouwer, er iemand beschikbaar is die naar je luistert en noteert en dan kan de volgende afspraak bij de persoon in kwestie thuis gebeuren.
Dan is er iets concreets gebeurd, tegenover eerst iemand die bij je langs komt met aanklampende hulpverlening aanbod. Zo’n contact vraagt tijd en geduld om een vertrouwen op te bouwen, en lukt soms niet waardoor er weer iemand anders gaat proberen, tot de deur niet meer voor je opengaat en de cliënt, nog maar eens gefrustreerd achter blijft. Nog meer systemen maakt het alleen ingewikkelder, werk samen en verbeter wat er als is! Daar wringt het schoentje!
Willen we dat mensen weer aansluiting krijgen in de maatschappij,dan is respectvol omgaan en een open communicatie bepalend denk ik persoonlijk.
Als ik dat gevoel krijg dat mijn gevoelens er niet toe doen,zo van,ik had beter naar werk moeten gaan zoeken dan,
ga ik me schuldige voelen,en zeg: ja,ik had beter moeten doen,dit
zeg ik uit angst om niet afgewezen te worden door de hulpverlener ,
En mijn
onderliggende probleem zal nooit naar boven komen,
en juist daar ligt de sleutel het verband kennen tussen gevoelens en de hulpvraag.
quote uit artikel
Als ik dan naar een nieuwe dienst moet gaan, bereid ik mij daar dagenlang op voor.”
De angst voor afwijzing,zeer herkenbaar je bent al uitgeblust nog
voor je een gesprek hebt met de hulpverlener,en zo is dat met alles,op je werk bang om afgewezen te worden
De dag voor een nieuw werk reed ik per fiets al een paar keer er na toe,om toch maar zeker te zijn,
de volgende dag er op tijd te zijn.Zo leven is echt doodvermoeiend!
Zeker lezen
Evi Hanssen: ‘Palliatieve zorgverleners zijn de vroedvrouwen van de dood’
‘AI biedt enorme kansen voor sociaal werk’
Monsterbrouwsel Fentanyl: ‘Ik wil het niet zien, maar kan niet stoppen met kijken’
Functionele cookies Altijd actief
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies