Achtergrond

Pleegjongeren vragen kindvriendelijke justitie

Dialoogdag legt pijnpunten bloot

Els Van Achter

Zowat 40% van alle pleegkinderen wordt geplaatst door de jeugdrechter. Die roept geregeld alle partijen samen voor een evaluatie. Hoe ervaart een jongere zo’n zitting? Pleegzorg Vlaanderen organiseerde een dialoogdag tussen pleegjongeren en professionals.

pleegjongeren

pleegjongeren

Een scène uit de jeugdrechtbank

Een piepjonge jeugdrechter en procureur handelen op een drafje een zitting af. Er moet beslist worden over de toekomst van een pleegjongere. Het is bijna lunchtijd en ze hebben honger. Een advocaat heeft geen idee waarover het gaat en vindt de nodige documenten niet meer. De zitting wordt verdaagd. Het pleegkind en zijn ouders blijven verweesd achter.

‘Voor de jeugdrechter verschijnen, is niet niks.’

Wat bij de haren getrokken, zegt u? Dat klopt. Deze ‘Wat als’-scène wordt gespeeld door enkele pleegjongeren. Ze willen het publiek, dat bestaat uit professionals uit de jeugdhulp, sensibiliseren om rekening te houden met de impact van zo’n zitting op kinderen en jongeren. Want het is niet niks, om voor de jeugdrechter te verschijnen, zeker als je niets mispeuterd hebt.

Veel ruimte voor verbetering

Met meer dan dertig zijn ze, de pleegkinderen die op deze dialoogdag aan het woord komen. Aan de hand van creatieve technieken zoals een videoworkshop, slam poetry en improvisatietheater geven ze hun kijk op hoe jeugdrecht en jeugdhulpverlening kindvriendelijker kunnen. Het thema hebben ze zelf gekozen. Want daarover zijn ze het met z’n allen eens: er is nog veel ruimte voor verbetering.

Jeugdadvocaten, consulenten van de jeugdrechtbank, een paar jeugdhulpverleners en een jeugdrechter, luisteren geboeid naar de stukjes die de jongeren brengen. Het duurt niet lang voor de dialoog op gang komt.

Examen uitstellen

Melinda:De namen van de pleegkinderen zijn fictief.“Elk jaar krijg ik een uitnodiging om voor de jeugdrechter te verschijnen op de eerste dag van mijn examens. Ik moet dan steeds een moeilijke keuze maken: mijn examen uitstellen of de zitting missen waar over mijn toekomst beslist wordt. Kan dat niet anders?”

De aanwezige jeugdrechter reageert. Ze legt uit dat ze binnen een bepaalde termijn een beslissing moet nemen. Als een jongere tijdig laat weten niet beschikbaar te zijn, bijvoorbeeld door vakantie, examens of een ziekenhuisopname, dan houdt ze daar rekening mee. Je hoeft hiervoor geen tien formulieren in te vullen. Een brief of mail naar de jeugdrechtbank is voldoende.

‘De jeugdrechter nam de tijd om te luisteren.’

Melinda heeft het geprobeerd, vertelt ze. Zonder succes. Elk jaar opnieuw kwam de uitnodiging voor een zitting in de examenperiode. Gelukkig wordt ze over enkele dagen achttien. Ze mag voortaan zelf beslissen of ze nog in het pleeggezin blijft. Dat neemt niet weg dat ze haar jeugdrechter best wel aardig vond. Hij nam de tijd om naar haar te luisteren en nam weloverwogen beslissingen.

Onbekende jeugdadvocaat

Ook over de jeugdadvocaat komen er heel wat vragen. Pleegjongeren zijn slecht geïnformeerd over hun rechten en plichten. Het is een illusie te denken dat de jeugdadvocaat hier het verschil maakt.

Sander: “Ik heb geen idee wie mijn jeugdadvocaat is en wat hij voor mij kan doen. Ik heb hem slechts heel even vóór de zitting op de jeugdrechtbank gesproken.”

‘Ik heb geen idee wie mijn jeugdadvocaat is.’

De aanwezige jeugdadvocaten herkennen het pijnpunt. Ze willen graag meer betekenen voor een jongere, maar krijgen de eerste keer slechts weinig informatie door. Meestal is dat enkel het adres van de ouders en daar verblijft een jongere doorgaans niet meer. In contact komen met de jongere die ze moeten bijstaan, is dus niet eenvoudig.

Eenmaal een jongere ‘in het systeem’ zit, kunnen advocaten wel anticiperen op een zitting en contact nemen met de jongere. Maar een snelle rondvraag leert dat dit in de praktijk weinig gebeurt.

De meeste jongeren weten ook niet dat ze zelf contact mogen opnemen met de advocaat. Dat is een grote stap. Als jongere durf je niet zomaar je ziel bloot te leggen aan een wildvreemde waar je geen band mee hebt en die je in het beste geval één keer per jaar ziet. Meer samenwerking tussen de consulent van de sociale dienst bij de jeugdrechtbank, de pleegzorgbegeleider en de jeugdadvocaat is een stap in de goede richting.

Pijnlijke wachtzaal

Er volgt nog een stukje improvisatietheater. Plaats van gebeuren: de wachtzaal van de jeugdrechtbank. Een pleegkind ontmoet er na enkele maanden zijn natuurlijke ouders. Hij probeert een gesprek aan te knopen. Maar er komt geen antwoord. Teleurgesteld verlaat hij het toneel…

Met deze aangrijpende scène willen de pleegjongeren meegeven hoe moeilijk het is om op de jeugdrechtbank geconfronteerd te worden met de mensen die je gekwetst hebben. Trauma’s komen terug boven, er vallen soms harde woorden, je wordt opnieuw afgewezen… Dit zijn zaken die je het liefst wil vermijden.

Echte ouders

Voor pleegkinderen ligt een belangrijk knooppunt bij hun ouders. Want wie zijn nu eigenlijk hun ouders? De natuurlijke ouders of de pleegouders?

‘Wie zijn nu eigenlijk de ouders?’

Niet alleen de kinderen, maar ook hun omgeving struikelt hierover. Jee Kast, de Villa Basta-begeleider van de workshop slam poetry, stelde dat vast toen hij opmerkte dat het op te stellen gedicht over de ‘echte ouders’ moest gaan.

Maar wie zijn dat? Hij schreef vanuit deze confronterende ervaring zelf een kortgedicht over deze ‘domme vraag’.

Een domme vraag

Wat zijn dan de echte ouders, vroeg Jos
de biologische of de pleegouders,
wat zijn dan de echte?

Wel, zei ik, de échte van de echte thuis,
waar zorg, opvang en warmte in huist

of nee, beter gezegd, de echte van de échte thuis,
waar échte zorg, échte opvang en
échte warmte écht in huist.

Nee, dat klinkt écht
teveel, dat echt écht klinkt écht onecht.

En ik blijf terecht hangen op de échte vraag
wat écht echt is en of het gevoel bij pleegouders ook oprecht is
en of het woord pleegouders niet gewoon ouders zijn
die je plegen te helpen, je met verwachting, echtheid
en aandacht overstelpen.

Dat je het écht niet ziet,
het verschil. En écht wel voelt of het echt is,
En de vraag of echte hulp wel echt is,
als je merkt dat ze je echt niet kennen.

Dat je van je echte ouders wie of wat of hoe
ook echt genoeg moogt hebben..

Ouders?
Ik heb er echt genoeg van.
Ik heb er twee.

Overal anders

Contacten met natuurlijke ouders kunnen moeilijk liggen. Soms zijn ze zelfs traumatiserend. Gelukkig zijn sommige jeugdrechtbanken hier gevoelig voor.

Zo kan je in Turnhout doorgeven dat je liever niet geconfronteerd wordt met een bepaalde persoon. Als je dat tijdig vraagt, hoef je in de jeugdrechtbank niet in dezelfde wachtzaal te wachten en ontvangt de jeugdrechter je apart.

Maar wat in Turnhout gebeurt, gebeurt niet overal. De organisatie van een zitting op de jeugdrechtbank verschilt sterk per arrondissement. Elke jeugdrechtbank is vrij om dit binnen het wettelijke kader te organiseren. Een pleegzorgbegeleider meldt dat hij de lijst met de zittingsafspraken slechts heel laat ontvangt. Hierdoor kan hij de pleegjongeren helaas niet voorbereiden op de zitting.

Muisstil in de zaal

Vervolgens neemt Dana de microfoon. Ze brengt a capella een aangrijpend lied over hoe ze haar broertje haast niet meer ziet. Ze zijn elk op een andere plek geplaatst en zien elkaar slechts sporadisch. Het is muisstil in de zaal.

‘Dana ziet haar broer haast niet meer.’

Bezoekmomenten en hoe die geregeld worden, is ook een hot item. Bij een gerechtelijke plaatsing heeft de jeugdrechtbank hierover het laatste woord. Deze kan beslissen of en wanneer een kind zijn ouders mag zien. Dat kan sterk variëren: afhankelijk van de situatie gaan kinderen ieder weekend op bezoek bij hun ouders terwijl anderen slechts enkele keren per jaar mama of papa zien.

Jongeren geven aan dat ze hierover te weinig gehoord worden. Volgens de wet hebben ze inspraak zodra ze twaalf jaar zijn, maar in praktijk loopt dat vaak anders.

Het is ook niet evident om je stem te laten horen tussen alle volwassenen die hierover iets te zeggen hebben. Kinderen voelen zich al snel geïntimideerd en durven hun mening niet te geven.

Huiswerk voor jeugdrechter

Na afloop van deze dialoogdag was er ruimte om na te kaarten. Bij een glas en een hapje komen de tongen los, want één ding is zeker: de getuigenissen van deze jongeren bleven plakken. Jeugdrechter Inge Claes geeft aan dat ze onder de indruk was.

‘De jongeren hielden ons een spiegel voor.’

“De wijze waarop de jongeren hun bezorgdheden brachten was uniek. Ze hielden ons een spiegel voor en ze lieten ons ervaren wat zij soms ervaren in hun contacten met advocaten en jeugdrechters. De jongeren brachten een duidelijke boodschap: er is nood aan méér, betere en duidelijkere informatie en communicatie. Jongeren hebben al te vaak het aanvoelen dat beslissingen boven hun hoofd worden genomen. Dat ze te weinig gehoord worden. Zij gaven aan vaak niet te weten welke hun rechten zijn, welke vragen zij kunnen stellen en tot wie ze zich daarvoor kunnen richten.”

“Zowel voor de pleegzorgbegeleiding als voor de jeugdadvocaten en de jeugdrechters is dit een erg belangrijk signaal, waar we moeten trachten rekening mee te houden. Wanneer we, elk op ons terrein, voldoende tijd maken voor de jongeren, luisteren naar hun verhaal, hun vragen trachten te beantwoorden, kan dat voor hen een wereld van verschil betekenen. We mogen ons daarbij niet verstoppen achter tijdsdruk, overvolle agenda’s of andere verplichtingen. Ik neem dus heel wat huiswerk mee.“

Druk op kindvriendelijke justitie

Voor kersvers coördinator Jan Brocatus van Pleegzorg Vlaanderen was deze dialoogdag een eye-opener. Een kindvriendelijke justitie is een opdracht voor velen.

‘Kindvriendelijke justitie is een opdracht voor velen.’

“De pleegjongeren brachten enkele niet mis te verstane boodschappen. Deze signalen nemen we mee in onze communicatie en beleidsbeïnvloeding. Deze dag zal zeker nog een vervolg kennen, waarbij we nog meer jeugdrechters, advocaten en jeugdzorgprofessionals willen bereiken. Kindvriendelijke justitie is voor onze doelgroep heel belangrijk. Dit doel kunnen we enkel bereiken met een goede intersectorale samenwerking.”

Reacties [1]

  • Inge Roseeuw

    Zeer zinvolle manier om eens echt de stem van de jongeren zelf aan bod te laten komen!
    Nu nog de vertaalslag naar de praktijk!
    Opvolging is zeker nodig.
    En wat met de kleintjes die het nog niet zo goed kunnen verwoorden?
    Ook de natuurlijke ouders eens goed beluisteren…..

We zijn benieuwd naar je mening!
Blijf hoffelijk, constructief en respectvol

 

Elke reactie wordt gemodereerd. Lees hier onze spelregels. Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.