Achtergrond

Wat het sociaal werk van religieuze en levensbeschouwelijke hulpverlening kan leren

Dries Ver Elst

In de schoot van kerken, moskeeën, tempels, synagogen en humanistische organisaties ontstaan heel wat solidariteitsinitiatieven. Ondanks de verschillen, toont onderzoek ook veel raakvlakken met professioneel sociaal werk. Kunnen sociaal werkers iets leren van dit soort initiatieven?

© Unsplash + / Getty Images

Barmhartigheid

Het idee leeft dat religieus of levensbeschouwelijk geïnspireerde solidariteit iets radicaal anders is dan het werk van sociale professionals. Die solidariteit zou niet alleen anders zijn, maar ook van minderwaardige kwaliteit. Verschillende mensen in de sociale sector uitten die bezorgdheid tijdens onderzoek naar levensbeschouwelijke solidariteit in Vlaamse steden.

‘Sommige praktijken lijken erg op het systeem van rechten en herverdeling.’

Wat het verschil dan precies is? Professioneel sociaal werk wil rechten realiseren, liefst zo veel mogelijk op basis van het principe van gelijkheid. Die rechten zijn vastgelegd volgens democratische processen. Een systeem van herverdeling zorgt ervoor dat de samenleving ze op een structurele manier kan waarborgen.

Die structurele manier van werken zou ontbreken bij levensbeschouwelijke vormen van solidariteit. Die hebben het imago meer paternalistisch te zijn, gebaseerd op de barmhartigheid van weldoeners. Daarbovenop komen hulpvragers in een ongelijke relatie terecht: de ontvanger is compleet afhankelijk van hoe vrijgevig de gever wil zijn. Dat brengt een gevaar voor misbruik met zich mee.

Niet altijd zo anders

Dat imago komt natuurlijk ergens vandaan. Zowel in het verleden als vandaag zijn er genoeg voorbeelden van levensbeschouwelijke solidariteit die dit beeld bevestigen. Tegelijk zien we dat levensbeschouwelijke solidariteit niet altijd zo anders is. Integendeel, ze kunnen soms verrassend goed aansluiten bij het systeem van rechten en herverdeling dat we kennen in het professioneel sociaal werk.

Een vrijwilliger van moskee Khadieja vertelt bijvoorbeeld dat ze iemand die om eten komt vragen nooit met lege handen wegsturen.Alle namen van organisaties zijn pseudoniemen, om hun privacy te beschermen.Eten is volgens hem iets waar iedereen recht op heeft. Die overtuiging gaat terug op een lange traditie van Islamitisch denken die uit de bronteksten van de religie afleidt welke rechten mensen bezitten.

‘Vaak buigen levensbeschouwelijke initiatieven zich over thema’s en problemen waar sociaal werkers ook mee worstelen.’

De middelen voor die informele voedselhulp komen soms uit ‘zakaah’, een vermogensbelasting die moslims jaarlijks betalen die naar een van de acht groepen rechthebbenden gaat die vastgelegd zijn in de Koran. Koptische kerk Saint-Anne ondersteunt mensen in armoede met middelen die uit ‘tienden’ komen, een gelijkaardig herverdelingssysteem op basis van het Bijbelse voorschrift om een tiende van je inkomen ‘aan God’ te geven.

Levensbeschouwelijke solidariteit beantwoordt dus niet altijd aan het stereotiepe beeld van de paternalistische liefdadigheid. We zien hier praktijken die teruggaan tot ver voor de opkomst van moderne welvaartstaat, maar er wel gelijkenissen mee vertonen.

Waardevolle perspectieven

Die vergelijking gaat natuurlijk niet helemaal op. De rechten waarover de vrijwilligers spreken, kunnen niet in dezelfde mate gegarandeerd worden. Er is in Vlaanderen geen instantie waar je je Islamitische recht op voedsel kunt opeisen. De systemen van herverdeling zijn ook veel kleinschaliger en functioneren op basis van principes die uit levensbeschouwelijke bronnen komen, niet uit democratische besluitvoering.

Ze wijzen ons er wel op dat levensbeschouwelijke solidariteit vaak met dezelfde maatschappelijke kwesties bezig is als sociaal werk. Levensbeschouwelijke initiatieven buigen zich dikwijls over thema’s en problemen waar sociaal werkers ook mee worstelen. Vanuit hun achtergrond kunnen ze daar soms waardevolle perspectieven op bieden.

Persoonlijke benadering

Veel sociaal werk is gebaseerd op bureaucratische procedures. Die procedures behandelen in theorie iedereen in dezelfde situatie op dezelfde manier. Ze moeten ervoor zorgen dat er geen ongelijkheid in het systeem sluipt.

Sommige mensen ervaren dit als onpersoonlijk of koud. Of ze vinden dat hun specifieke, complexe situatie hier moeilijk een plaats in krijgt. Andere vormen van sociaal werk, zoals opbouwwerk of straathoekwerk, proberen een antwoord te bieden op die uitdagingen door een meer persoonlijke benadering te hanteren.

‘Ze bouwen een persoonlijke relatie op met mensen in kwetsbare situaties.’

Ook sommige levensbeschouwelijke initiatieven kiezen resoluut voor zo’n persoonlijke benadering. Ze ontwikkelden werkvormen die iedereen zo veel mogelijk als individu behandelen. Ze bouwen een persoonlijke relatie op met mensen in kwetsbare situaties, zonder vooraf plannen te maken of procedures vast te leggen. Vanuit die relatie gaan ze dan aan de slag: hoe kunnen we samen aan die situatie werken?

Soms kan dat zelfs betekenen dat ze helemaal niets doen, maar mensen toch nabij blijven. Andries Baart vond hiervoor de term ‘presentiewerk’ uit, maar levensbeschouwelijke initiatieven geven hier allerlei namen aan: ‘vriendschap’ en ‘radicale beschikbaarheid’ bijvoorbeeld, of ‘onvoorwaardelijke liefde’ en ‘breuklijnen doorbreken’. Deze werkvormen kunnen niet op dezelfde manier gelijkheid garanderen als bureaucratische procedures. Ze tonen daarentegen wel alternatieve methodes die tegemoetkomen aan de beperkingen van zo’n systeem.

“De bevolking is op levensbeschouwelijk en cultureel vlak superdivers geworden.”

© Unsplash + / Getty Images

Verzuiling

Het huidige hulp- en dienstverleningslandschap is historisch gegroeid. Veel instellingen en organisaties zijn opgericht in een tijd waarin onze samenleving cultureel vrij homogeen was. Op levensbeschouwelijk vlak was die overzichtelijk, maar sterk verdeeld. De meeste mensen waren ofwel katholiek, of vrijzinnig – die laatste groep was dan vaak verdeeld in socialisten en liberalen.

Die drie groepen stonden voor conflicterende maatschappijvisies. De verzuiling zorgde ervoor dat zo’n verdeelde bevolking toch min of meer een samenleving kon delen. De samenleving organiseerde zich in drie zuilen, één voor elke groep. Alle dienstverlening was per zuil georganiseerd, tot op vrijetijdsbesteding toe. De grootste politieke partijen vertegenwoordigden ook elk één van de zuilen, waardoor alle drie de groepen vertegenwoordigd waren in de beleidsvorming.

‘Alle dienstverlening was per zuil georganiseerd.’

Die samenleving is de laatste decennia echter in sneltempo veranderd. De bevolking is op levensbeschouwelijk en cultureel vlak superdivers geworden. Mensen kiezen ook vaak niet langer voor dienstverleners of politieke partijen op basis van hun levensbeschouwelijke identiteit.

Veel van de instellingen en organisaties die uit de verzuiling stammen, hebben zich aan die situatie aangepast. Ze rekenen vooral op wat ze doen om mensen aan te trekken en niet langer op hun ideologische achtergrond. Toch identificeren ze zich nog steeds sterk met die achtergrond en baseren ze hun activiteiten vaak op de waarden die daaruit voortkomen.

Levensbeschouwelijke noden

Niet iedereen voelt zich helemaal thuis bij het aanbod van die gevestigde instellingen en organisaties. Sommige sociaalwerkorganisaties passen hun aanbod en manier van werken aan om tegemoet te komen aan de noden van groepen die zich niet vertegenwoordigd voelen in het welvaartslandschap.

Ook levensbeschouwelijke solidariteitsinitiatieven spitsen hun dienstverlening toe op noden van levensbeschouwelijke en culturele groepen. Daarvoor kunnen ze soms terugvallen op hun vertrouwdheid met die doelgroepen.

‘Het draait ook om mensen helpen zin te vinden, niet enkel om praktische problemen oplossen.’

Zo verstrekken vrijwilligers bij islamitische studentenvereniging GMSU op informele basis rentevrije leningen. Veel moslims leven immers een strikt renteverbod na, waardoor zij in België vandaag geen lening bij een bank aan kunnen gaan. Dit soort rentevrije leningen zorgt ervoor dat zij toch grotere investeringen kunnen doen, zoals een huis kopen of een onderneming starten.

De Studentenkerk heeft een aantal mensen in dienst waarbij studenten terecht kunnen om over zingevingskwesties te spreken. Studiekeuzestress, financiële problemen of verlieservaringen hebben volgens die organisatie een levensbeschouwelijke kant: het zijn niet enkel praktische problemen, maar ook situaties die om zingeving vragen.

In moskee Khalid Ibnul Waleed komen geregeld koppels langs met huwelijksproblemen. Zij vinden nergens anders begeleiding die voldoende aansluit bij hun religieuze perspectief op het huwelijk. Een vrijwilliger heeft zich hierin gespecialiseerd en krijgt vragen van mensen tot ver buiten hun eigen stad, soms zelfs uit buurlanden.

Solidariteit als plicht

Om de solidariteit die onze samenleving via herverdeling organiseert in stand te houden, is de steun van de bevolking nodig. Die solidariteit is immers gebouwd op democratisch genomen beslissingen om ondersteuning te financieren. De laatste decennia brokkelt die steun af. Mensen stellen zich steeds meer de vraag of zo’n systeem wel houdbaar of wenselijk is.

Eén manier om herverdeling te motiveren is vanuit welbegrepen eigenbelang. Mensen dragen bij aan een systeem dat mensen in moeilijkheden ondersteunt omdat ze zich ervan bewust zijn dat ze zelf ook het risico lopen ooit in zo’n situatie terecht te komen.

Levensbeschouwelijke solidariteit is vaak gestoeld op een heel ander principe. Vrijwilligers en werknemers van zo’n initiatieven spreken vaak van een ‘plicht’. Om uiteenlopende redenen vinden ze dat ze aan solidariteit moeten doen. Die redenen liggen meestal niet in maatschappelijke dynamieken, zoals bij het principe van welbegrepen eigenbelang, maar buiten de samenleving.

‘Ze gaan soms voorbij de grenzen van wat veel professionals binnen hun mandaat kunnen doen.’

Soms geloven ze dat God hen in het hiernamaals zal belonen als ze aan die plicht beantwoorden en straffen als ze dat niet doen. Soms geloven ze dat solidariteit essentieel is om spiritueel te groeien, of ervaren ze solidariteit als een roeping. Of ze vinden het vanzelfsprekend voor iemand met hun levensbeschouwelijke achtergrond: het hoort er gewoon bij.

Dat zorgt ervoor dat ze soms voorbij de grenzen gaan van wat veel sociale professionals binnen hun mandaat kunnen doen. Sommigen nemen de zorg op van mensen die formeel (bijna) geen recht hebben op ondersteuning. Anderen behandelen noden die niet als recht erkend zijn, maar wel even belangrijk zijn voor iemand die hulp komt vragen. In een aantal gevallen zijn ze ook erg flexibel: er zijn geen voorwaarden en mensen kunnen hen contacteren wanneer het nodig is, niet enkel tijdens hun werkuren.

Waardevolle gesprekspartners

De voorbeelden die we gaven weerspiegelen zeker niet alle levensbeschouwelijk geïnspireerde solidariteitsinitiatieven in Vlaanderen. Wel zetten ze ons aan het denken: welke rol kunnen die initiatieven spelen in de samenleving? Vaak blijft die rol beperkt tot het opvullen van gaten die andere organisaties en instellingen om verschillende redenen niet kunnen opvullen. Op zijn best worden ze dan als doorverwijspartner gezien, wanneer instellingen geen antwoord kunnen bieden op de noden van een cliënt.

Sommige levensbeschouwelijke organisaties kunnen echter ook waardevolle gesprekspartners zijn wanneer nagedacht wordt over hoe we hulpverlening organiseren. Levensbeschouwelijke solidariteit vindt niet plaats in een wereld die compleet losstaat van het professionele sociaal werk. Ze zijn vaak met dezelfde thema’s en discussies bezig. Vanuit hun specifieke achtergrond en expertise kunnen ze daarin een waardevolle stem zijn.

‘Vanuit hun specifieke achtergrond en expertise kunnen ze een waardevolle stem zijn.’

Die dialoog gaat echter gepaard met drempels en valkuilen. Soms gebruiken levensbeschouwelijke initiatieven een heel andere taal dan sociaal werkers. Levensbeschouwelijke visies op ethische thema’s kunnen in strijd zijn met datgene waar sociaal werkers voor willen staan. Langs beide kanten kan wantrouwen leven over de intenties van de andere partij.

De voorbeelden tonen ook dat er ruimte is om die spanningen op een productieve manier te benaderen. Zo’n benadering vertrekt van een gedeelde bezorgdheid rond sociale thema’s en niet vanuit levensbeschouwelijk conflict. Ze gaat op zoek naar waar verschillende vormen van solidariteit iets voor elkaar kunnen betekenen

Soms liggen visies inderdaad te ver uit elkaar om een waardevol gesprek te voeren. Maar soms kunnen beide gesprekspartners genoeg raakpunten vinden om hun wantrouwen en conflicten die niet relevant zijn voor de kwesties tijdelijk opzij zetten. Er is langs beide kanten een inspanning nodig om zich in het perspectief van de ander in te leven en zich open te stellen voor een gesprek als gelijkwaardige partners.

Reacties [4]

  • Monique Apers

    Zo gaat een Opgeleide Ervaringsdeskundige in de Kansarmoede ook aan het werk vertrekkende vanuit de hulpvraag van de cliënte. Samen met de opgeleide sociaal assistent(e) van de organisatie.

  • maddy claes

    De professionele maatschappelijk werker zoekt, samen met de unieke cliënt, naar perspectief. Hoe dit perspectief zich ontvouwt hangt af van de inzichten die ontstaan in de loop van het hulpverleningsproces. De levensbeschouwing van de cliënt is een belangrijk aspect. Kwaliteitsvol maatschappelijke werk houdt er rekening mee en legt zich dus ook toe op een goede samenwerking met het voor de cliënt belangrijke netwerk.

  • Jacques Vernimmen

    Een beetje warmte,empatie,medeleven zingeving. Zonder daar politieke partij of geloof achter te plaatsen . Zonder postjes aub maar hulpverleners. Zodat de subsidies naar de mensen gaan. Samenwerkingen bevorderen . Minder sociale verdeeldheid. Want tenslotte bestuurs,beheers,werkingsraden staf. Heeft men minder nodig dan de sociaal werkers zelf

  • Jacques Vernimmen

    Ik weet juist dat parochiale werkers al veel moeten helpen . En dat deze op veel plekken weggepest worden. Want minder subsidies is altijd maar altijd besparen op zorg.

We zijn benieuwd naar je mening!
Blijf hoffelijk, constructief en respectvol

 

Elke reactie wordt gemodereerd. Lees hier onze spelregels. Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

God in de welvaartstaat

Religieus en levensbeschouwelijk geïnspireerde solidariteit in Vlaanderen

Elisabet Van Wymeersch & Bert De Munck (red.)

Acco | 2024Meer info