Achtergrond

Gentle teaching: ‘Dit kompas loodst ons door de coronastorm’

Bert De Baere

Bert De Baere werkt in een Oost-Vlaamse organisatie voor mensen met een beperking. Hij draaide het afgelopen jaar mee in het coronacrisisteam. Dat werd een unieke leerschool. Een breed gedragen visie bewees haar kracht. Eén jaar na corona blikt hij terug.

Dossier:  
Gentle Teaching

© Unsplash / Taylor Smith

Lijnen trekken

Ik werk als agogisch coördinator bij Den Dries vzw.

Mijn job is het ondersteunen van teams en cliënten bij verandering. Komen in mijn werk dan ook goed van pas: creativiteit, organisch denken, relativeren, tijd nemen, geduldig zijn, luisteren, ruimte geven, inzetten op zelfbeschikking, inspireren.

 ‘Door corona zag ik veel angst, boosheid en gemis aan perspectief.’

De cliënten van Den Dries zijn volwassenen met een beperking. Wij begeleiden hen op alle levensdomeinen. Onvoorwaardelijke gelijkwaardigheid en wederzijds respect liggen aan de basis van alles wat we doen.

Vreemde eend

Een jaar geleden kwam corona. Plots moesten we in de organisatie uit een heel ander vaatje tappen: snel schakelen, helder communiceren, planmatig werken, beheersen en onder controle houden. Er kwam een crisisteam waar ik aan deelnam.

De eerste dagen voelde ik me onwennig in dat team. Wat was mijn toegevoegde waarde? Evenwichten bewaken? Erop toezien dat het kompas niet te veel zou doorslaan in het controleren van regels en afspraken?

Cliëntperspectief

Ik nam me voor om zo veel mogelijk vanuit cliëntperspectief te kijken. Natuurlijk kon ik het virus en haar gevolgen niet laten verdwijnen, maar ik kan mensen wel leren zich veilig en geliefd te voelen, ook in deze heel moeilijke omstandigheden.

En toch. Als ik de bril van onze cliënten opzette, dan zag ik door corona veel angst, boosheid en gemis aan perspectief.

‘Voor onze cliënten is dit geen tijdelijke episode, maar een rode draad doorheen hun leven.’

Helaas zijn die gevoelens voor cliënten geen onbekende. Mensen met een beperking moeten levenslang controle uit handen geven en een deel van hun leven in handen leggen van iemand anders: “Hoe kan ik er nu op vertrouwen dat Elise, die ik nog nooit gezien heb, maar die moet inspringen voor begeleider Tom, mij even goed zal helpen bij het aankleden?”

Veel cliënten hebben slechts een klein sociaal netwerk. Begeleiders groeien willens nillens uit tot de belangrijkste figuren in hun leven. Bij hen voelen ze zich goed, aan hen klampen ze zich vast. Afwezigheid van aandacht en vertrouwen heeft hen vaak extra kwetsbaar en achterdochtig gemaakt. Ze missen het basisvertrouwen dat mensen aardig zijn en dat de wereld een veilige plek is waar alles goed komt.

Voor cliënten is dit geen tijdelijke episode, maar al te vaak een rode draad doorheen hun traject. Vanuit hun fysieke of verstandelijke beperking, worstelen ze al heel hun leven met dat gemis aan perspectief.

Geen onbekende

Wel nieuw: door deze coronacrisis ervaart iedereen deze gevoelens. Plots ervaren we allemaal hoe kwetsbaar het voelt om je welzijn en gezondheid toe te vertrouwen aan iemand anders. “Hoe kan ik een viroloog vertrouwen, die zalm klaarmaakt in de vaatwasmachine?”

‘Plots voelen we allemaal hoe dat voelt: weinig ankerpunten vinden.’

Plots voelen we allemaal hoe dat voelt: angstig zijn en in je omgeving weinig ankerpunten vinden om die angst te delen. We moeten terugplooien naar de warmte van het gezin. Ze zijn vaak nog de enige steun en toeverlaat. We hebben onze gezinsleden graag dichtbij. Dat geeft bescherming en energie tijdens deze crisis.

Dat nest voelt warm en dankbaar. Maar ook kwetsbaar omdat er naast dat nest geen andere steunpunten meer zijn. We hunkeren om opnieuw onze vrienden en collega’s te zien, om lief en leed breder te delen.

Kompas in woelige tijden

Logisch dat diensten binnen zorg, welzijn en gezondheid het vandaag niet gemakkelijk hebben. Zowel hun cliënten als medewerkers hebben het moeilijk. Zo’n organisatie doorheen deze crisis loodsen, vergt veel overleg, afwegingen en beslissingen. Gezonde twijfels maar ook vastberaden doortastendheid.

‘Gentle Teaching blijft een grote onbekende in het zorglandschap.’

Een eigen kompas is dan cruciaal. Deze crisis toont waarom we als organisatie al drie decennia geduldig timmeren aan een eigen visie. Deze visie bewees haar kracht tijdens het afgelopen jaar. Onze inspiriatiebron daarbij was en is ‘Gentle Teaching’.

Zoeken naar verbinding

Gentle Teaching werd in de jaren ‘80 ontwikkeld door de Amerikaanse psycholoog John McGee. Bij hulpverlening aan kwetsbare mensen is de verleiding groot om mensen te plooien en corrigeren naar wat hulpverleners normaal en wenselijk vinden. Daarbij maken ze gebruik van verschillende gedragstherapeutische technieken en methodieken.

McGee zag dat anders. Hij ontwikkelde een kader dat inzet op het opbouwen van zinvolle relaties en het zoeken naar verbinding. Of zoals de grondlegger dat zelf zegt: “Doing things is not the primary purpose of care giving, being with one another is.”

Voor wie bekend is met de presentietheorie van Andries Baart, doet die focus op aanwezigheid ongetwijfeld een belletje rinkelen.

Elementaire instrumenten

De tools die Gentle Teaching aanreikt, zijn heel elementair en universeel inzetbaar: onze ogen, onze stem, onze handen en onze aanwezigheid. Hoe we die instrumenten inzetten bepaalt of we zinvolle relaties kunnen ontwikkelen met, in ons geval, cliënten met een beperking.

Oogcontact kan bijvoorbeeld aanvoelen als tedere handen of als bonzende vuisten. En zonder aanwezigheid is er geen relatie. Onze aanwezigheid moet warmte, empathie en authenticiteit uitdrukken. Het is de uitdaging om al onze gedachten en oordelen over iemands gedrag los te laten.

Pittige uitdaging

Die krachtige en inspirerende visie vasthouden tijdens een pandemie, is pittig en uitdagend.

We willen dat cliënten zich veilig en geborgen voelen. Maar de harde realiteit is wel dat cliënten ziek worden, sommigen zelfs overlijden. We willen troosten en knuffelen, maar fysiek contact is uitgesloten.

‘We willen troosten, maar fysiek contact is uitgesloten.’

We luisteren geduldig naar cliënten die zich zorgen maken. We stellen hen gerust waar dat kan. Toch hebben we vandaag niet altijd een antwoord klaar voor de cliënt die zich gezond voelt en tegen zijn zin plots een staafje in zijn neus krijgt. Dat maakt hem angstig.

Om verbonden te zijn, proberen we zoveel mogelijk activiteiten samen te organiseren. Helaas: in onze kleine bubbels is dit niet evident. Het vrijwilligerswerk dat iemand al jaren deed, valt van de ene dag op de andere weg.

Hierdoor gaan cliënten weer twijfelen: “Hebben ze me toch niet zo graag? Willen ze van me af? Is het omdat ik een beperking heb dat ik niets meer kan of mag betekenen?” Als we dit niet goed opvangen, dreigen sluimerende gevoelens van zelfhaat en waardeloosheid opnieuw de overhand te nemen.

Blijft Gentle Teaching overeind?

Gentle Teaching staat of valt met contact. Knuffelen is een basisingrediënt. Maar knuffelen zonder fysiek contact toch niet mogelijk? Wat blijft er dan nog over van deze benadering?

Toch kan je ook zonder zout lekkere soep maken. Het fysieke contact is vaak een uitstekend middel, maar als dat noodgedwongen op een lager pitje moet, zijn er nog andere mogelijkheden om nabij te zijn. Ik zag er elke dag bewijzen van.

‘Een collega geeft haar lievelingsplant aan een bewoner om er tijdens corona goed voor te zorgen. Zo tonen ze elkaar nodig te hebben.’

Een begeleider vertelt aan zijn cliënt dat hij gisterenavond AA Gent, zijn favoriete voetbalclub, zag winnen: “Ik dacht: Ik zal hier niet de enige zijn die recht springt uit zijn zetel, daar in Evergem zal er nog wel iemand door het dak gegaan zijn”. Een collega geeft haar lievelingsplant aan een bewoner met de vraag er tijdens corona goed voor te zorgen. Via die opdracht zijn ze met elkaar verbonden, tonen ze dat ze elkaar nodig hebben.

Er werd ingezet op verbondenheid door warm over het verleden terug te blikken en hoopvol over de toekomst te vertellen. Mensen bekeken fotoalbums van de reizen die ze maakten, genoten na van het plezier dat ze hadden en keken uit naar het moment dat ze weer samen zullen feesten.

Zo’n kleine maar bijzonder krachtige signalen van contact en betrokkenheid houden ook in coronatijden de motor van hulpverlening draaiend. Mensen voelen zich gewaardeerd. Ook wie kwetsbaar is of een beperking heeft, voelt dat hij het verschil maakt in het leven van iemand anders.

Geen ander vaatje nodig

Ons kompas van Gentle Teaching hield ons het afgelopen jaar meer dan ooit op koers. Een virus kon dat niet verstoren. Hoe groter de overtuiging van wat mensen nodig hebben, hoe groter de drive en creativiteit om dit ook in moeilijke tijden vol te houden.

‘Mensen die zich gewaardeerd voelen, worstelen minder met eenzaamheid.’

Mensen die zich gewaardeerd voelen, worstelen minder met eenzaamheid. In deze contactcrisis is Gentle Teaching een krachtig vaccin. Maar het is ook een meer duurzame remedie: het biedt  levenslange bescherming tegen afstand, vervreemding en isolement.

Waar ik bij de start van deze virusuitbraak nog dacht dat corona ons zou dwingen uit een ander vaatje te tappen, ben ik eruit dat we helemaal geen ander vaatje nodig hebben.

Reacties [2]

  • Katrijn

    Wat een mooi en warm verhaal
    Alles gaat inderdaad om verbinden

  • Leen De Roo

    Heerlijk, mooi warm artikel. De kracht van een sterke visie! Mooie slotconclusie! Gefeliciteerd!

We zijn benieuwd naar je mening!
Blijf hoffelijk, constructief en respectvol

 

Elke reactie wordt gemodereerd. Lees hier onze spelregels. Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.