Auto-ongeval
Ik werd geboren in een gezin met zorgzame ouders en een oudere zus. Alles liep op wieltjes. Dat veranderde toen ik vijf was: mijn papa had een dodelijk auto-ongeval, vlakbij ons huis. Een jaar later had mijn mama een nieuwe partner. Vanaf dat moment liep het mis.
‘Alles liep op wieltjes.’
Ze kreeg bij hem nog twee zonen, mijn halfbroertjes. Maar die man was niet oké. Iedereen zag dat, behalve mijn mama. Ze was ook nauwelijks 29 toen ze weduwe werd met twee kinderen.
Nu ik 23 ben, bekijk ik dat anders. Kan je verwachten dat iemand in zo’n situatie de juiste beslissingen neemt? Ik denk daar nog vaak over na: zou ik het anders hebben aangepakt?
Op straat
Toen ik veertien was, besliste mama eindelijk om die man te verlaten. Het was duidelijk dat hij enkel op haar geld uit was. Want op een bepaald moment kreeg ze een brief die vermeldde dat ze haar eigen woning moest verlaten. Mijn stiefvader had het klaargespeeld om achter haar rug het huis te verkopen.
Ze stond dus met haar vier kinderen op straat. Dat was de spreekwoordelijke druppel die eindelijk de emmer deed overlopen.
Boos op mijn mama
In die periode meed ik mijn mama. Ik begreep niet dat ze zoveel had opgeofferd om bij die man te blijven. Soms vielen er zelfs rake klappen. Waren haar kinderen niet meer waard? Ik vond dat ze veel te lang had gewacht om voor ons te kiezen. Ik was boos op haar. Dat was best lastig want ik ben een moederskindje.
Ik verbleef in die periode vaak bij mijn beste vriendin. De sfeer was er heel anders. Een warm nest. Haar ouders zagen dat ik het moeilijk had. Ze stelden voor om me als pleegkind in hun gezin op te nemen. Ik was in de wolken. Ik kreeg het advies om naar het Comité voor Bijzondere Jeugdzorg te bellen om alles te regelen.
Jeughulptraject gestart
Ik dacht even snel een pleegzorgprocedure op te starten, maar dat draaide heel anders uit. Ik werd plots geconfronteerd met verschillende instanties en nog veel meer vragen. Die gevolgen had ik vooraf niet ingeschat.
Blijkbaar was ik ook geen onbekende voor dat Comité. Mijn mama was er al op gesprek geweest, maar had me er nooit iets over verteld. Ik spijbelde toen al veel en had een aantal keer klacht ingediend bij de politie tegen mijn stiefvader. Nu ik zelf aan de lijn hing, gingen er bij het Comité heel wat knipperlichten branden. Daar is mijn jeugdhulptraject begonnen.
Terug naar mama
Ik ging bij mijn oma wonen, met begeleiding vanuit een Onthaal-, Oriëntatie- en Observatiecentrum. Ik bleef ook elke woensdag naar het gezin van mijn vriendin gaan. Uiteindelijk was er zicht op een meer duurzame oplossing: de procedure om pleegkind van mijn nonkel te worden, was rond.
‘Dit kon ik mijn mama niet aandoen.’
Maar toen werd het me te warm. Ik voelde dat aan als een definitieve breuk met mijn mama. Het moederskindje verzette zich: dit kon ik mijn mama niet aandoen.
Ik trok weer bij haar in. Al snel ging het helemaal mis. Ik had als minderjarige de auto van mijn oma genomen en werd aangehouden door de politie. Mijn dossier belandde bij de jeugdrechter.
Amper op school
Het ging van kwaad naar erger. Ik was vijftien en ging amper nog naar school, zat op café, rookte dagelijks wiet en amuseerde me met dingen die het daglicht beter niet zien. Ik werd geregeld aangehouden door de politie.
Ik had een harde hand nodig, maar die was er niet. Mijn mama is zacht en goedgelovig. Ik kon haar makkelijk manipuleren. We kregen wel crisishulp aan huis, maar echt aanklampend waren die hulpverleners niet.
Afgesloten van de buitenwereld
Op een dag werd ik thuis wakker en merkte ik dat mijn tante er was. Vreemd, want we zagen elkaar nooit. Toen ik wilde vertrekken, stelde ik verwonderd vast dat alle deuren op slot zaten. Ik ben toen uit het raam van mijn slaapkamer gesprongen. In de tuin werd ik meteen vastgegrepen door mijn nonkel en een buurman. Plots waren er ook een ziekenwagen en politiecombi.
‘Ik werd geregeld aangehouden door de politie.’
Ik werd hysterisch. Ik weet nog altijd niet wat er toen precies aan de hand was, we hebben er nooit meer over gepraat. Ik denk dat mijn familie niet langer kon aanzien hoe ik afgleed. Ze waren ten einde raad en wilden ingrijpen. Ik verbleef een nacht in het ziekenhuis.
Een paar dagen later werd ik op school plots uit de klas gehaald door twee agenten in burger. Ik moest meekomen en opnieuw voor de jeugdrechter verschijnen. Ik werd twee weken geplaatst in een jeugdhulpvoorziening.
Dat was confronterend. Ik was vijftien, had nog nooit in een instelling gezeten. Plots was ik compleet afgesloten van de buitenwereld.
Vreemd concept
Dat verblijf had een korstondig effect. Toen ik er na twee weken mocht vertrekken, was ik ervan overtuigd dat ik nooit meer wiet zou roken.
‘Al snel verviel ik in oude gewoontes.’
Maar al snel verviel ik in oude gewoontes en belandde opnieuw in een jeugdhulpvoorziening. Maar dat maakte niet veel verschil meer voor mij. Ik had een dak boven mijn hoofd, maar bleef verder gewoon mijn zin doen.
Eigenlijk is het concept van zo’n voorziening ook raar. Jongeren met wie het niet goed gaat, breng je samen onder eenzelfde dak. Je beïnvloedt elkaar sowieso negatief, want met de ene is het nog erger gesteld dan met de andere.
Geboeid als een zware crimineel
Met een aantal meisjes zijn we verschillende keren gaan lopen. De laatste keer liep het echt fout. Er kwamen messen aan te pas.
‘De laatste keer liep het echt fout.’
De politie pakte me op en ik belandde in de cel. Van de ene dag op de andere werd ik weggehaald uit de voorziening waar ik al zeven maanden woonde. Ik mocht mijn kamer niet leegmaken en kon van niemand afscheid nemen. Daar ben ik ziek van geweest, want er was één begeleidster met wie het echt klikte.
Ik moest geboeid en onder politiebegeleiding voor de jeugdrechter verschijnen. Ik voelde me een zware crimineel en vond dat toen best stoer. De jeugdrechter stuurde me naar de gesloten gemeenschapsinstelling van Beernem. Maar daar was geen plaats, dus kwam ik op de wachtlijst terecht.
Weer naar huis
Mijn mama verzette zich tegen die gesloten plaatsing. Ze wou niet dat haar dochter in Beernem belandde en stond bij wijze van spreken elke dag op de griffie van de jeugdrechtbank. Ze hield haar slag thuis: ik werd van de wachtlijst geschrapt. Al kon ik die harde structuur en discipline in Beernem op dat moment misschien best gebruiken…
‘Wat toen volgde, was hallucinant.’
Wat toen volgde, was hallucinant. In plaats van in Beernem, kwam ik opnieuw thuis terecht. Het walhalla van het vrije leven. Mijn mama was gewoon blij dat ik thuis was. Maar ik ging niet meer naar school en verzamelde PV’s bij de vleet. Niemand volgde dat op. Ik bleef als zestienjarige negen maanden doelloos rondhangen, zonder dat iemand daar een probleem van maakte.
De switch
Dat kon niet blijven duren. Plots moest ik toch weer voor de jeugdrechter verschijnen. Voor mij kwam dat als een donderslag bij heldere hemel. De jeugdrechter overwoog een plaatsing in de jeugdpsychiatrie, maar aarzelde om me opnieuw in een leefgroep te laten functioneren.
Uiteindelijk kwam ik terecht bij het intern dagprogramma van jeugdhulpvoorziening De Switch. Dat heeft voor mij alles veranderd. Ik was toen zeventien.
Telkens nieuwe kansen
Dat de grote klik er toen pas kwam, had met verschillende zaken te maken.
‘Ze lieten me nooit los.’
De Switch had een eigen aanpak. Ik ervaarde iets wat ik nergens anders had ervaren. Ik was er nog maar drie dagen en we trokken al naar Frankrijk voor een overlevingstocht. Ik werd aanvaard zoals ik was en kreeg telkens nieuwe kansen. Dat was nodig, want ik ben nog een paar keer stevig uit de bocht gegaan. Maar ze lieten me nooit los.
Die aanpak vertrok niet alleen vanuit individuele begeleiders. De ganse voorziening straalde die visie uit. Hier koos men voor echte jeugdhulp die het verschil maakt.
Ik kreeg er een relatie met een van de andere meisjes. Ook die emotionele rollercoaster werd in goede banen geleid. Het heeft me grondig gevormd en veranderd.
Mijn tweede mama
Vooral mijn individueel begeleidster speelde een sleutelrol. Ik kan moeilijk uitleggen waarom dat zo goed klikte. Zij wist gewoon hoe ze me moest aanpakken. Er was meteen veel wederzijds respect. Ze is een vijftiger, heeft zelf geen kinderen. Ze is mijn tweede mama. We hebben nu nog wekelijks contact.
‘Ze wist gewoon hoe ze me moest aanpakken.’
Veel jongeren zien het niet meer zitten om na hun achttien het jeugdhulptraject verder te zetten. Ze hebben hun buik vol van jeugdhulp. Maar dankzij mijn individueel begeleidster deed ik dat wel.
Ik heb in die periode veel over mezelf geleerd. Ik had tot dan toe geen interesses, wist niet wat ik graag deed of wilde worden. Mijn begeleidster hield me een spiegel voor en stelde op de juiste momenten de juiste vragen. Soms was dat best confronterend.
Als ik erop terugkijk, is dat ook de reden waarom ik zo ben ontspoord: ik kende mezelf simpelweg niet. En ik verzeilde in een gezinssituatie die me niet de juiste prikkels gaf.
Zelf jeugdhulpverlener worden
Zo nam ik de draad weer op. Dat was niet evident. Omdat ik weinig naar school ging, moest ik zwoegen om via een ingangsexamen te kunnen starten met de graduaatsopleiding orthopedagogie. Het lukte me om dat diploma te halen. Nu volg ik een bacheloropleiding orthopedagogie.
‘Ik kende mezelf simpelweg niet.’
Ik wil graag in de jeugdhulp werken. Ik verbleef er een belangrijk deel van mijn jong leven en stak er heel wat op. Dat wil ik nu ook kunnen teruggeven.
Ik kwam er als jongere veel begeleiders tegen. Toch konden er maar weinigen voor mij het verschil maken. Ze deden niets fout. Ze kleurden mooi binnen de lijnen, netjes binnen de daartoe voorziene uren.
Maar jeugdhulpverlener is geen gewone job. In moeilijke omstandigheden moet je toch respect tonen, blijven geloven in jongeren, hen telkens nieuwe kansen geven. Jongeren ruimte geven door duidelijke lijnen te trekken. Dat is geen job, dat is een roeping.
Ervaringsdeskundige
Mijn ervaringen kunnen me helpen om die droom waar te maken. Toch heb ik niet graag het etiket van ervaringsdeskundige. Ik vind dat heel dubbel. Want die rugzak vol jeugdhulpvervaringen kan deuren openzetten, maar ook dicht houden.
‘Ik ben bang om op mijn verleden afgerekend te worden.’
Daarom vertel ik er niks over bij sollicitaties en heb ik beslist om deze getuigenis anoniem te brengen. Ik ben bang om op mijn verleden afgerekend te worden. Ik had al een paar keer een goed sollicitatiegesprek, maar greep toch telkens naast de job. Ik ervaar dat als een afwijzing.
Geen onherstelbare fouten
Of er in mijn traject fouten zijn gemaakt? Ik denk eerder dat er hier en daar verkeerde beslissingen werden genomen. Iemand die zwaar ontspoord is en wacht op een plaats in Beernem, zet je niet negen maanden thuis, zonder begeleiding.
‘Ik miste betrokkenheid.’
Maar ik vind niet dat er iets onherstelbaars is gebeurd. Ik was een zeer zorgwekkend meisje geworden. Niemand wist daar nog raad mee.
Wel miste ik doorheen mijn traject de nodige portie betrokkenheid. Jeugdrechters nemen bijvoorbeeld beslissingen op basis van wat consulenten hen influisteren. Hun afstand tot mij was zeer groot. Toch namen ze beslissingen die mijn leven bepaalden.
Hulp voor ouders
De jeugdhulp mag best ook meer aandacht besteden aan problemen van ouders. Het gedrag van een jongere komt meestal niet uit de lucht gevallen. Ouders zijn een belangrijke schakel.
‘Ouders zijn een belangrijke schakel.’
Ook in mijn geval is dat een belangrijk deel van het verhaal. De relatie met mijn moeder verliep niet zonder slag of stoot. Ik verwacht van hulpverleners meer ondersteuning, zowel voor het kind als de ouder.
Ik zou het opnieuw doen
Of ik na al deze ervaringen zelf kinderen wil? Op dit moment hoeft dat niet voor mij. Ik weet voor hoeveel moeilijkheden kinderen kunnen zorgen. Ik twijfel of ik daar al sterk genoeg voor ben.
‘Ik heb een stevig en rebels karakter.’
Ik heb niet het gevoel dat mijn verleden in de jeugdhulp me opzadelde met zware trauma’s. Het heeft me gemaakt tot wie ik ben. Ik heb een stevig en rebels karakter. Zeker mijn ervaringen in De Switch hebben me in die richting gekneed en ik ben daar best fier op.
Veel zou ik vandaag opnieuw doen, maar dan misschien wel langs een minder hobbelige weg. Want het had natuurlijk allemaal best wat eenvoudiger mogen verlopen.
Een overlever
Daardoor ben ik ook een overlever. Ik kwam vaak in uitzichtloze situaties terecht. Toch trok ik me er steeds weer uit. Dat is niet alleen mijn verdienste. Op zo’n moeilijke momenten heb je ook geluk nodig om de juiste mensen te ontmoeten, bijvoorbeeld een hulpverlener met wie het klikt.
Vandaag ben ik voor mijn geluk sterk afhankelijk van mijn partner. Als onze relatie morgen op de klippen loopt, begin ik misschien opnieuw te wankelen. Maar in welke goede relatie is dat anders?
Reacties [5]
Hallo,
Ik ben een mama van 47 jaar en ik volg momenteel mijn 1ste graduaat Maatschappelijk Werk. Waarom die keuze? Ik ben al veel verloren tijdens mijn leven en mijn oudste dochter was een probleemkind. Drugs, misschien ook een stuk mijn fout, ik weet het niet, maar ook jong van huis gegaan. Sinds kort hebben wij terug contact, maar zij is 26 jaar, 3de vriend, 3de kind. Dus alles is nog niet echt opgelost. Als moeder doet dat pijn. Maar ik probeer het te relativeren, daarom mijn keuze, mijn droom is eigenlijk om met jongeren te kunnen werken, begeleiden, en helpen waarvoor ik wel misschien een positief iemand kan betekenen. Dat is mijn doel, ik heb nog even te gaan, en ergens voel ik mij echt geroepen. Het is een carrièreswitch voor het eerst in mijn leven. En ik voel dat dit de juiste keuze is. Als jullie nog tips of info kunnen meegeven doe gerust.
Indrukwekkend… idd een aangrijpende gebeurtenis kan een mens..kind zijn leven helemaal overhoop gooien…veranderen en met wilskracht van Axelle(en zovele anderen) kan je een meerwaarde zijn voor deze harde maatschappij
Ik heb me sinds kort aangemeld voor vrijwilligerswerk(volg een opleiding kindercoach) mensen met fysieke en of mentale beperking..als alleenstaande (sinds 8 jaar) met een fantastische tweeling van(ondertussen) 18 jr hoop…wil ik nog zo graag(helpen) het verschil te maken voor kids…mensen die het minder goed hebben dan wij..
Groetjes Catherine
Dank u voor het delen van uw verhaal!
Want zulke werkelijke, authentieke verhalen zijn een heel waardevolle en leerrijke leidraad voor hulpverleners ((al dan niet) in spe).
Ik wens u veel succes in uw verdere leven en bij het nastreven en realiseren van uw dromen.
Ook een hartelijk dank u wel aan Sociaal.net om zulke (werkelijke, waardevolle en leerrijke) verhalen een plaats te bieden!
Axelle geeft in dit openhartige relaas het DNA van de jeugdhulpvoorziening die het verschil maakt: “Ik werd aanvaard zoals ik was en kreeg telkens nieuwe kansen. Ze lieten me nooit los. De ganse voorziening straalde die visie uit.” Een begeleidingshouding van wederzijds respect en van geloof dat het anders kan.
Dit verhaal maakt mij blij. Dit lijkt zo hard op mijn eigen verhaal. Heel geruststellend ook voor de toekomst van de sociale sector dat er mensen zoals wij, “ervaringsdeskundige” (ook ik vind deze term niet zo fijn en passend bij mezelf), een verschil kunnen maken in de jeugdzorg. Ook de ervaring met hoe jongeren zich voelen, hoe deze jongeren denken de wereld aan te kunnen is goud waard vind ik. Weten dat zij denken dat niets of niemand hen kan raken, maar diep vanbinnen snakken naar gehoord te worden en de hoop hebben op betere omstandigheden… En nog zoveel meer… gewoon top! Veel succes in jou toekomstige loopbaan en met het afmaken van jou studies. Misschien een tot ziens in het werkveld.
Zeker lezen
Evi Hanssen: ‘Palliatieve zorgverleners zijn de vroedvrouwen van de dood’
‘AI biedt enorme kansen voor sociaal werk’
Monsterbrouwsel Fentanyl: ‘Ik wil het niet zien, maar kan niet stoppen met kijken’
Functionele cookies Altijd actief
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies