Boek

Over het leven

Inleefboek armoede

Kris Demeter

‘Over het leven’ geeft een inkijk in het leven van mensen in armoede. Hoewel de ernst van hun situatie soms wat omfloerst gebracht wordt, is het boek een aanrader voor elke hulpverlener die met armoede in aanraking komt.

Weinig aandacht voor armoede

Wie aandachtig de actualiteit volgt, kan er niet naast kijken: kinderarmoede stijgt, 15% van de Belgische bevolking behoort tot de groep met een armoederisico, 5 à 6% leeft in een situatie van ernstige materiële deprivatie.

Het zijn verontrustende cijfers waar maar weinig aandacht voor is. Er vindt hoogstens af en toe een politieke discussie plaats over verschillen in interpretatie van deze cijfers. Armoede is geen prioriteit in het maatschappelijke debat.

‘Je inleven kost niets en brengt veel op.’

Een mogelijke oorzaak hiervoor is dat we ons onvoldoende inleven in wat het is om arm te zijn. Wat betekent arm zijn concreet? Hoe beleven mensen in armoede dit?

Het boek ‘Over het leven’ doet een poging om daar verandering in te brengen. Want zoals het boek het zelf verwoordt: “Zich inleven kost niets en brengt veel op, alsof er een frisse wind door je hoofd en gewoontes waait.”

Sociaal isolement

‘Over het leven’ stelt een aantal mensen voor die leven of geleefd hebben in armoede. Het geeft ervaringen weer van deelnemers van een inleefweek die met evenveel geld moesten rondkomen als mensen in armoede. Deze teksten worden aangevuld met enkele citaten van denkers over dit thema, een confronterende woordenlijst en een voorwoord van hoogleraar Bea Cantillon.

De verhalen geven goed weer dat arm zijn niet alleen betekent weinig geld hebben. Het is ook sociaal geïsoleerd zijn. “Vroeger had ik geld en vrienden. Vandaag heb ik geen vrienden en ook geen geld.” Of dat armoede leven in onzekerheid betekent, omdat kleine dingen zoals een griepje financiële problemen kunnen veroorzaken.

Armoede is ook voortdurend moeten nadenken over hoeveel elke uitgave kost: “Uitzoeken waar welke voeding het goedkoopst is, is vermoeiend en kost heel veel tijd. Maar je hebt geen keus.”

Fundamenteel

Gezinnen in armoede missen de dingen die nodig zijn om net als andere gezinnen te functioneren, las ik. De verhalen in het boek tonen wat fundamenteel is voor mensen.

Iedereen wil op een of andere manier iets betekenen voor anderen, voor hun kinderen. Hoe moeilijk dit ook is. Dit geeft aan dat als we armoede willen bestrijden, we oog moeten hebben voor hoe mensen hun leven willen invullen.

‘Iedereen wil iets betekenen voor anderen.’

Armoede is niet alleen een tekort aan geld, maar ook de afwezigheid van iets te betekenen voor anderen. Het meest schrijnende lijkt mij het gevoel van overbodigheid. Het gevoel dat je er niet toe doet. Dat je enkel een last bent voor de samenleving.

Omfloerst

De verhalen van de mensen in armoede zijn confronterend. Toch wordt de ernst en het schrijnende van hun situatie nog wat omfloerst gebracht. De scherpste kantjes werden weggevijld. De ervaringen werden opgetekend op een moment dat de meeste mensen, na bewonderenswaardige inspanningen, uit de armoede geraakt waren.

Enkele zinnen die aangeven hoe pijnlijk het moet zijn om in dergelijke omstandigheden te leven, zijn mij wel bijgebleven: “Wat ik zou wensen als ik mijn leven mocht overdoen? Er niet te zijn. Zo simpel is het. (…) Waar is het fout gelopen? Ik denk toen mijn ouders mij verwekt hebben.”

Illusie van maakbaarheid

De beschreven mensen zijn vooruit geraakt, zijn niet meer arm of hebben perspectief. De terechte waardering voor deze mensen mag niet ontaarden in de visie dat het altijd wel mogelijk is om aan de armoede te ontsnappen zolang je dat maar wil.

Want hoe moet het zijn voor mensen die er niet uitgeraakt zijn en die nog altijd de ellende van het arm zijn meemaken?

‘Als we niet slagen, is het onze eigen schuld.’

Zoals psychiater Dirk De Wachter het treffend verwoordt: “We denken dat we volledig zelf in staat zijn ons eigen geluk te maken. De illusie van maakbaarheid heeft ook een keerzijde. Wanneer we niet slagen in het leven, dan is dat volledig onze eigen schuld. Dan worden we door de samenleving aan de kant geschoven en bestempeld als losers.”

Betweters

Mensen in armoede hebben geen nood aan betweters die hen eens zullen zeggen hoe het moet. Zij hebben in de eerste plaats nood aan mensen die hen begrijpen, die achter hen staan en die hen steunen.

Het voorwoord van hoogleraar Bea Cantillon is verhelderend omdat het een wetenschappelijke en beleidsmatige kijk op armoede toevoegt. Het nuanceert ook bepaalde elementen uit het boek. Zo wordt terecht gewezen op het feit dat armoede niet alleen het gevolg is van toeval, maar dat de plaats waar je geboren wordt heel veel invloed heeft op je risico op armoede.

Een tip: lees het voorwoord pas nadat je het boek gelezen hebt. Dan komt het meer tot zijn recht.

Aanrader

Zijn we als hulpverleners dan compleet machteloos? Neen! De verhalen in dit boek maken dit duidelijk. Achteraan in het boek wordt bovendien goed weergegeven welke begeleiding mogelijk en effectief is.

Hoewel dit boek geschreven werd voor een breed publiek, is het een aanrader voor elke hulpverlener die met dikwijls verdoken armoede in aanraking komt. Maar het is ook een boek voor beleidsmakers en, zoals Bea Cantillon terecht schrijft, voor alle kiezers.

Reacties

We zijn benieuwd naar je mening!
Blijf hoffelijk, constructief en respectvol

 

Elke reactie wordt gemodereerd. Lees hier onze spelregels. Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.