Kringwinkel
“Neem jij over?” Het is vijf uur, Shiribana is klaar met werken. Ik ruil met haar aan de kassa van de kringwinkel.
Ik zie de vrouw voor me ineenkrimpen. Ze draagt een hoofddoek. Ze heeft een gegroefd gezicht en ze kijkt somber, bijna nors. Ik zie de ontgoocheling die zich heeft vastgezet in dat gezicht. De ontgoocheling die ik vaak zie bij oudere mensen die een lange reis hebben afgelegd om tot hier te komen.
‘De vrouw voor me krimpt ineen.’
En ik merk die ontgoocheling vaker op bij vrouwen dan bij mannen. Misschien omdat het voor deze vrouwen, ook hier in het Westen, nog steeds veel moeilijker is dan voor mannen. Misschien omdat vrouwen in de meeste gevallen nog altijd instaan voor de organisatie van een huishouden, en de dagelijkse zorgen groter worden naarmate er minder geld is. Misschien gewoon omdat alles uiteindelijk heel anders is gelopen dan ze hadden verwacht.
Dochter
Naast haar staat haar dochter. Dezelfde ogen, neus en mond. Maar dan met vrolijke kuiltjes in haar wangen. Zij draagt geen hoofddoek en torent hoog boven haar moeder uit. Ook ik moet, met mijn gemiddelde grootte, naar haar opkijken.
Ze loopt westers gekleed, met een strakke coltrui en een spannende jeans die haar volle vormen nadrukkelijk accentueren. Eerlijk gezegd doet ze me denken aan de vrouwen van Robert Crumb, de befaamde Amerikaanse cartoonist die, in een portret die de jonge David Lynch lang geleden van hem draaide, niets liever doet dan zich door zo’n verovering rechtop te laten ronddragen.
Ik zie nog steeds dat schriele mannetje dat lachend en bevelen roepend op de rug van die reuzin zit. Hij zou beslist gevallen zijn voor de oosterse exotische charme van dit jonge brutaal kijkende meisje. Ze heeft iets jongensachtig in haar gezicht, koppigheid, onverzettelijkheid. Ik zou het bijna fierheid durven noemen. Misschien is ze achttien, misschien nog jonger.
Winkelmandje
Ze maken hun winkelmandje leeg, het betreft bijna uitsluitend lingerie.
Er is een tijd geweest dat het leek of er een taboe rustte op kledij van de kringloopwinkel. Mensen kochten wel een en ander maar leken zich er tegelijk voor te schamen. Je ziet het nog wel eens bij iemand – ze willen het prijsticket verwijderd zien, weigeren hun kasticket alsof dit hen hierbuiten zou kunnen verraden, en kijken schichtig om zich heen alsof ze bang zijn om bekenden tegen het lijf te lopen.
‘Er rustte een taboe op kledij van de kringwinkel.’
Maar tegenwoordig komen veel mensen er ronduit voor uit dat ze dat mooie hemd of die broek voor een schijntje in de kringwinkel hebben gekocht. Waarom zou je je ook moeten schamen? Hergebruik is goed voor deze wereld.
Schroom
Het heeft jaren geduurd maar vandaag zijn de meeste mensen gewend geraakt aan de kringloopwinkel. Het verlostte hen van hun schroom.
‘Met ondergoed komt het wellicht nooit helemaal goed.’
Maar hoewel het nog beter gecontroleerd en nagezien wordt, en het meeste de winkel niet eens haalt, komt het met ondergoed wellicht nooit helemaal goed. Terwijl het nochtans vaak om nieuwe kledij gaat. Je merkt het aan de merkkaartjes die er nog aan hangen en de hardnekkige plooien van het lange wachten in de oorspronkelijke verpakking.
Gelukkig zijn er mensen die de moeite nemen om toch eens te kijken en dan vaststellen dat er ook daar soms heel mooie spullen tussen hangen.
Nauwgezet
Het lijkt de dochter niet in het minst te deren, maar de moeder volgt nauwgezet iedere beweging van mijn handen terwijl ik de kapstok weghaal en de beveiligingen verwijder. Op zoek ga naar het prijskaartje en daar met de scanner overheen ga. Hoe ik de rode, blauwe, gebloemde of de, tot het strikte minimum herleidde, tere kanten slipjes netjes opplooi. De verontrustend grote cups van de beha’s in elkaar pas en zo opstapel.
‘De moeder volgt nauwgezet mijn handen.’
Ik probeer mijn bewegingen zo vloeiend mogelijk uit te voeren, zonder ergens de nadruk op te leggen en ondertussen geen enkele emotie te vertonen. Desondanks blijft de moeder argwanend kijken en maakt ze af en toe een korte, bits klinkende opmerking in het Arabisch. Het meisje antwoordt zangerig en glimlacht geamuseerd.
Ik ben een man en niet meer van de jongste. Ik ben opgegroeid met autoloze zondagen in een computervrije wereld. Ik heb al een hele weg afgelegd en ondertussen een en ander over die wereld geleerd. Ik sta met een moeder en een dochter aan de kassa. En hoewel ik al de hele tijd het gevoel heb dat de vrouw een heel stuk ouder is dan ik, lijkt het me plots heel goed mogelijk dat ze tien jaar jonger is.
De sfeer is gespannen en er liggen honderden kilometers afstand tussen ons. Wat had ik nu graag een grapje kunnen maken.
Reacties [1]
“de verontrustend grote cups van de beha’s” en “Ik probeer mijn bewegingen zo vloeiend mogelijk uit te voeren, zonder ergens de nadruk op te leggen en ondertussen geen enkele emotie te vertonen”
Kans dat John Berger’s “way of seeing” mij heeft beïnvloedt, zeker is dat john een omvangrijke documentaire had kunnen wijden aan het ambivalente karakter van dit artikel.
Zeker lezen
Jongvolwassenen in detentie: ‘Zorg moet fundamentele pijler blijven’
‘De kerstmarkt heeft betere openingsuren dan de sociale dienst’
Arts Wouter Arrazola de Oñate: ‘Racisme maakt mensen ziek’
Functionele cookies Always active
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies