Uit de praktijk
“Ah zo, u doet onderzoek naar vaders. Wel: vaders, ik zie ze niet zo vaak. En als ik ze zie, dan zeggen ze bitter weinig.” Zo begon de praktijkschets van een vroedvrouw die me onlangs aansprak. Ze herinnerde zich een specifieke consultatie waarin een vader gedurende het gehele gesprek afzijdig bleef. Onbegrijpelijk dat die man niet bezig was met wat er allemaal gebeurde in de buik van zijn partner.
‘Vaders, ik zie ze niet zo vaak.’
Het toppunt, voegde ze er verontwaardigd aan toe, was dat de papa tijdens de echo niet naar informatie over het hartje of de botstructuur van de baby vroeg. Hij had enkel interesse in de technologische vooruitgang die de medische wereld maakte op vlak van beeldvorming. “Die echo’s dat is me nogal wat, zo met die stralen door haar buik.”
Het kwam helemaal niet in haar op dat deze uitgesproken interesse in de werking van het toestel ook een bezorgdheid in zich kon dragen. Is dit wel veilig voor mijn ongeboren kind?
Biologisch?
Zo’n voorbeelden illustreren dat vaderlijke betrokkenheid zich op andere manieren kan tonen dan moederlijke betrokkenheid. Die laatste wordt vaak beschreven in natuurlijke en biologische termen, als het ware opborrelend vanuit de genen en hormonenregeling.
Dat deze biologische katalysatoren bij vaders afwezig lijken, leidt vaak tot een monotone en negatief gekleurde weergave van vaderbetrokkenheid. Daarbij wordt zelden gekeken vanuit het perspectief van de vader.
Vaderbetrokkenheid
Vaderbetrokkenheid is geen eenduidig concept. We maken een onderscheid tussen de beschikbaarheid van een vader en het engagement dat die vader aangaat voor, tijdens en na de bevalling.
Een vader die er niet vaak bij is, kan in zeldzame contactmomenten een zeer ondersteunende band aangaan met zijn kinderen en partner. Omgekeerd kan een vader zeer aanwezig zijn, maar de opvoeding overlaten aan de mama.
Een ander aspect van vaderbetrokkenheid is de praktische en financiële verantwoordelijkheden die vaders al dan niet opnemen. Ook de ondersteunende relatie met de partner kan een teken van vaderbetrokkenheid zijn.
Positieve invloed
De rol van de vader is belangrijk tijdens de zwangerschap en bij de opvoeding van het kind. Zelden zal iemand die met jonge gezinnen werkt dit ontkennen.
‘Een betrokken vader heeft een positieve invloed.’
Het is uitgebreid en herhaaldelijk aangetoond in wetenschappelijk onderzoek: een betrokken vader heeft een positieve invloed op de ontwikkeling van het kind.Zie onder meer: Flouri, E. (2005), Fathering and child outcomes, Chichester, Wiley, en Cabrera, N. J., Fagan, J., & Farrie, D. (2008), ‘Explaining the Long Reach of Fathers’ Prenatal Involvement on Later Paternal Engagement, Journal of Marriage and Family, 70(5), 1094-1107.Deze invloed beperkt zich niet tot het kind, maar vergroot ook het welbevinden van de moeder en het geloof van de vader in de eigen opvoedingsvaardigheden.
Ondervertegenwoordigd
Veel sociale professionals die werken met gezinnen doen oprechte en vaak zeer mooie inspanningen om vaders te betrekken bij hun werking. Zo zijn er praatmomenten waar enkel vaders uitgenodigd worden. Men heeft bij het vastleggen van afspraken aandacht voor de werkuren van beide partners. Er zijn zelfs workshops babydans voor mannen.
Toch stellen we vast dat vaders ondervertegenwoordigd blijven. Nochtans tonen vaders zich in onze interviews bereid om aanwezig en geëngageerd te zijn bij de opvoeding en zwangerschap. Professionals vinden deze bereidheid echter niet terug in de verschillende contacten.
Het is fout om de oorzaak uitsluitend bij de vaders of bij de professionals te leggen. Toch worden we hier vaak toe verleid. Alleen al in de vraagstelling hoe we vaders ‘meer’ kunnen betrekken, zit deze suggestie.
Stereotiep
En dan is er nog het breder maatschappelijk plaatje. Ouderschapsverlof opnemen, is voor veel mannen nog steeds moeilijk door druk vanuit de werkomgeving, perceptie van vrienden of de maatschappij.
Vaders botsen nog steeds op stereotypen. De ene al wat subtieler dan de andere. Zo hangen in een openbaar toilet de bordjes voor de verzorging van kinderen meestal aan het damestoilet. Het sjabloon toont een moeder die haar kind verschoont.
‘Vaders botsen op stereotypen.’
Moeders worden vaker aangesproken bij breng- en haalmomenten in de kinderopvang, zelfs als beide partners aanwezig zijn. Onderzoek toont aan dat een waardevoller contact ontstaat voor de vader als mannen elkaar ontmoeten rond opvoeding in de kinderopvang. Owen, Cameron, Moss (1997), Men as workers in services for young children: Issues of a Mixed Gender Workforce, Bedford Way Papers.Helaas werken er amper mannen in de kinderopvang.
Bij prenatale consultaties hoeven vaders niet aanwezig te zijn als er geen geschikt moment kan worden gevonden, ook al wenst hij dit. In wachtkamers voor prenatale consultaties staan vaders eenzijdig afgebeeld. Niet op de posters over starten met borstvoeding, stoppen met roken of zoeken naar kinderopvang. Wel dreigend op de achtergrond op de poster over huiselijk geweld. Dit moet anders.
Vadervriendelijk
Om hieraan te werken, is het belangrijk om sociale professionals die met gezinnen werken te ondersteunen. Door hen te stimuleren om te reflecteren over de eigen praktijk kunnen diensten zich profileren als een vadervriendelijke organisatie.
‘We moeten luisteren naar de vaders.’
Het is tijd om in te zetten op positieve identificatie voor vaders. Als we vaders een volwaardige plek willen geven in de ontwikkeling en opvoeding, moeten we naar de vaders luisteren. Wat zijn hun noden en verwachtingen voor, tijdens en na de bevalling?
Onderzoek naar de rol van vaders is lange tijd onderbelicht gebleven. Bovendien kwamen ze zelf amper aan het woord. Gelukkig is er verandering op komst. Aan de Universiteit Amsterdam is er sinds 15 april 2016 een hoogleraar vaderschap. En aan de Arteveldehogeschool in Gent is er een onderzoekslijn vaders.
Laat dit een oproep zijn voor een andere perceptie van vaderbetrokkenheid. Om waakzaam te blijven voor kansen om vaders te betrekken en te horen. En laten we professionals aanmoedigen om hierbij stil te staan in hun praktijk.
Reacties [1]
“Bij prenatale consultaties hoeven vaders niet aanwezig te zijn als er geen geschikt moment kan worden gevonden, ook al wenst hij dit. In wachtkamers voor prenatale consultaties staan vaders eenzijdig afgebeeld. Niet op de posters over starten met borstvoeding, stoppen met roken of zoeken naar kinderopvang. Wel dreigend op de achtergrond op de poster over huiselijk geweld. Dit moet anders.”
Schrijnend relevant en herkenbaar… De uitdagingen waar de sectoren vroedkunde en kinderopvang mee worden geconfronteerd zijn talrijk, maar het is belangrijk dat we vaders (of: partners?) hierbij niet uit het oog verliezen. Mooie bijdrage, interessant punt, scherp gebracht.
Zeker lezen
Evi Hanssen: ‘Palliatieve zorgverleners zijn de vroedvrouwen van de dood’
‘AI biedt enorme kansen voor sociaal werk’
Monsterbrouwsel Fentanyl: ‘Ik wil het niet zien, maar kan niet stoppen met kijken’
Functionele cookies Altijd actief
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies