Inloopcentrum ‘De Lange Gaank’
Woensdagmiddag, de welzijnscampus in Turnhout. In De Lange Gaank, het inloopcentrum van CAW De Kempen, heerst een gezellige drukte. Binnen buigen enkele bezoekers zich over hun kom soep. Buiten heeft een opgewekte groep zich met verse koffie rond de tuintafel geschaard.
‘Ik voel me hier welkom en begrepen.’
Louisa vertelt me dat verantwoordelijke Nancy even weg is. De frequente bezoekster maant me aan een drankje te nemen. Ze vraagt me of ik in het centrum kom werken. Dat ik reporter ben, antwoord ik, en benieuwd naar het verhaal van Nancy.
“Nancy! Met haar mogen we ons twee ‘pollekes’ kussen. Niemand anders zou het hier zolang volhouden.” Rudi steekt vanachter een krant zijn duim omhoog: “Het is haar werk, want ze wordt er voor betaald. Maar Nancy doet dit niet als een job. Ze volgt haar hart.”
Aicha vertelt hoeveel het inloopcentrum voor haar betekent. En welke rol Nancy daarin speelt. “Ik voel me hier welkom en begrepen”, zegt de jonge twintiger. “Als ik mijn maatschappelijk assistent vertel dat ik niet bereikbaar ben, omdat ik geen telefoon of computer meer heb, stuurt ze me toch een mail. Nancy legt me uit waar ik kan bellen of op internet kan.”
Presentietheorie
De lofspraak houdt nog even aan. Het lijkt alsof alle bezoekers op een goed blaadje willen staan bij de coördinatrice. Maar de complimenten zijn spontaan, oprecht. Het zijn die eigenschappen die ook meteen opvallen bij Nancy. Ons gesprek is amper begonnen of we begrijpen waarom iedereen zo lovend is. Nancy stelt mensen op haar gemak, is puur.
“Het is wie ik van nature ben: spontaan en sociaal. Misschien een beetje té soms. Maar dat is de kracht van dit inloopcentrum, dat je hier ongedwongen jezelf kan zijn. De ‘universiteit van de straat’ was mijn school. Ik ben volks, ken de taal van de mensen. In de boeken heet dat presentietheorie, al voelt het voor mij niet als een theorie.”
“Bezoekers weten dat ik geen ‘nummerke draai’. Door me oprecht in deze job te begeven, krijg ik… (denkt na) Respect vind ik een zwaar woord, maar ik voel wel dat ik een mandaat gekregen heb. Om hier als mens te mogen staan en samen met de bezoekers iets te realiseren. Al blijft het ook voor mij zoeken. Regelmatig moet ik bijsturen in afstand-nabijheid. ’s Avonds vraag ik me vaak af of ik niemand te dicht heb laten komen, of zelf te dicht ben geweest. Kritische zelfreflectie is belangrijk.”
Generatiearmoede
Vijftien jaar geleden, tijdens haar opleiding ervaringsdeskundige in de armoede en sociale uitsluiting, kwam Nancy in De Lange Gaank terecht. Ze is nooit meer vertrokken. De stagiair werd coördinatrice.
‘Ik ben fysiek en mentaal nooit verzorgd als kind. Alles wat ik wilde, was snel zelf een gezin stichten. En beter doen.’
Ze is de ervaringsdeskundigheid ondertussen overstegen. Maar voor ons wil ze haar verhaal wel nog eens delen. Ze vertelt dat ze een kind uit de generatiearmoede is. Wat dat betekent? “Dat is voor iedereen anders. Mijn broer en zus zijn in hetzelfde gezin opgegroeid, maar zullen je een andere definitie geven. En mijn generatiearmoede is anders dan die van de mensen in dit centrum.”
Met een alleenstaande moeder met een psychische kwetsbaarheid kende het gezin financiële problemen, maar meer dan centen waren het kansen die ontbraken. Het niet kunnen deelnemen aan de samenleving. “Uiteindelijk zijn mijn broer en ik geplaatst in een voorziening. Ik ben fysiek en mentaal nooit verzorgd als kind. Alles wat ik wilde, was snel zelf een gezin stichten. En beter doen.”
Opleiding
Af en toe ontsnapt er wat rumoer uit De Lange Gaank. Maar in het tuintje van het inloopcentrum vertoeven we opnieuw in Nancy’s jonge jaren. Op haar achttiende werd ze een eerste keer moeder. Ze werkte zich de pleuris – eerst in de haven, later in de zorg – om haar drie kinderen alles te kunnen geven. “Eén pop was niet genoeg, het moesten er tien zijn.”
‘Bij de VDAB ontmoette ik een vrouw die het verschil maakte. Ze loodste me naar de opleiding ervaringsdeskundige in de armoede. ‘
Een burn-out sloeg haar uiteindelijk tegen het canvas. Ze botste gelukkig op een arbeidsgeneesheer die de latente zwaarte zag. “Ze vroeg me om op te schrijven wat ik graag wilde. Een week lang heb ik gehuild. Ik kon het gewoon niet. Nooit had iemand me die vraag gesteld.”
De arbeidsgeneesheer loodste Nancy naar de VDAB. Nancy noemt het dubbel geluk. Want ook daar ontmoette ze iemand die het verschil maakte. “De vrouw van de VDAB loodste me naar de opleiding ervaringsdeskundige in de armoede. Aanvankelijk dacht ik: wat is dít? Maar langzaamaan vielen de puzzelstukjes in elkaar. Toen pas, rond mijn veertigste, besefte ik dat ik een kind uit de generatiearmoede was en wat me allemaal overkomen was. Alsof ik een landkaart voor mezelf tekende.”
Vlindertje
Ze heeft genoeg over zichzelf gepraat. De focus mag opnieuw op de mensen in het inloopcentrum. Nancy vertelt over haar bewogen ochtend met ‘Vlindertje’, een queer uit Oost-Europa. “Na drie jaar kwam ze hier vandaag plots terug binnengewaaid. Ik heb haar zo stevig geknuffeld dat ze me vroeg of alles wel oké was. (Opgewonden) Ik heb me de voorbije jaren zo vaak zorgen gemaakt over haar!”
‘Het druggebruik is geëxplodeerd. Alles is voorhanden en goedkoop.’
Vlindertje, zoals de vrouw zichzelf noemt, verbleef zonder papieren in Turnhout. Tijdens de pandemie werd ze opgepakt en opgesloten in het gesloten centrum van Merksplas. Nadien werd ze vanuit Steenokkerzeel gedeporteerd. Maar na drie jaar duikt ze uitgerekend vandaag opnieuw in Turnhout. Kwetsbaar, als altijd. “Vlindertje is biologisch gezien een man. Op een dag kwam ze hier binnen en vroeg ze maandverband.”
“Aanvankelijk begreep ik de vraag niet. Tot ze me onder vier ogen vertelde dat ze die nacht door meerdere mannen verkracht was. Een gesprek dat ze wellicht nooit had gevoerd als ze zich hier niet veilig voelde. Ik heb haar naar mijn eigen huisarts gebracht, zo hebben we haar binnen gekregen bij een spoeddienst. Dat was wellicht niet volgens de regels, maar die kunnen me op zo’n moment gestolen worden.”
Druggebruik
Nancy tikt de as van haar sigaret en staart even naar de wilde bloemen in het tuintje. “Heftig, hé.” Toch ziet ze het steeds vaker, het extreme misbruik en geweld. “Vaak bij mensen zonder wettig verblijf. Al gebeurt het bij wel meer mensen in deze doelgroep. In ruil voor een maaltijd, of een gram coke.”
‘De woonmarkt is ontploft. Huisjesmelkers profiteren.’
Het druggebruik is geëxplodeerd, klinkt het. “We zitten vlakbij de grens. Alles is voorhanden. En goedkoop. Bezoekers die willen afkicken, zeggen me hoe moeilijk het is. Dat ze in elke straat wel iemand vinden die hen aan spul kan helpen. Tegelijkertijd hinkt de zorg achterop. Meestal krijg je mensen wel binnen in een afkickcentrum, maar de vervolgtrajecten botsen op eindeloze wachtlijsten.”
“Ondertussen is ook de woonmarkt ontploft. Elke week bekijken we hier een huurlijst. Honderden mensen azen op dezelfde woningen. Gewone burgers moeten in Turnhout al goed zoeken. Als je geen werk kan aantonen of een waarborg van het OCMW voorlegt, mag je het vergeten. Huisjesmelkers profiteren, en toch tiert de leegstand in de stad welig.”
Straffen
In De Lange Gaank komen dak- en thuisloze bezoekers, mensen met een psychische kwetsbaarheid, jongeren in armoede, eenzame ouderen, personen zonder wettig verblijf. Er is veel diversiteit, maar ook één constante: de groep zwelt almaar aan. Nancy heeft die problemen de voorbije vijftien jaar alleen maar zien toenemen.
‘Het wordt mensen steeds moeilijker gemaakt. Verwachtingen liggen steeds hoger en straffen komen sneller.’
“Het wordt mensen steeds moeilijker gemaakt om tot hun basisrechten te komen. Voorwaarden waaraan mensen moeten voldoen, stapelen zich op. Tegelijkertijd wordt er steeds minder rekening gehouden met de problemen en vaardigheden van mensen. Het klinkt wat onrespectvol, maar sommige bezoekers hebben nu eenmaal niet de mentale capaciteit om zomaar mee te draaien in onze maatschappij.”
Verwachtingen liggen steeds hoger en straffen komen sneller. “Mensen die geweerd worden uit de opvang, bezoekers die een maand geen leefloon krijgen: ik hoor het steeds vaker. Maar het lost geen enkel probleem op. Integendeel, het maakt ze alleen erger.”
“Natuurlijk heeft elk verhaal twee kanten. Wanneer een bezoeker me vertelt dat hij gestraft is, probeer ik te achterhalen waarom. Dat werpt wel eens een ander licht op de situatie. Ik heb ook begrip voor professionals die zo’n beslissingen moeten nemen. Maar toch: vaak staan ze ver van de dagelijkse realiteit waarin deze mensen leven. Structurele richtlijnen zorgen voor uitsluiting, met alle gevolgen van dien.”
Menselijkheid
Toen een krant een tijdje geleden de kosten van het leefloon voor de samenleving berekende, plakte Nancy het artikel tegen de muur. “Zo ben ik ook wel. Ik durf mensen aanspreken op hun verantwoordelijkheid, aangeven dat niets in het leven vanzelf komt.”
‘Ik durf mensen aanspreken op hun verantwoordelijkheid, aangeven dat niets in het leven vanzelf komt.’
Ze geeft sommige mensen dan ook wel eens een figuurlijke schop onder de kont. Maar, benadrukt ze, hulpverlening moet vooral menselijk blijven. “Sociaal werk is in de eerste plaats maatwerk. De eerste vraag die je moet stellen: wie zit hier voor mij? Wat heeft hij of zij meegemaakt? Welke verwachtingen en verlangens zijn er? Wat is haalbaar en realistisch? Het stoort me hoe weinig inspraak sommige mensen krijgen in hun eigen leven. Terwijl het net dat is: mensen opnieuw grip geven op hun bestaan.”
Buiten de lijntjes kleuren, is soms wenselijk. Een vleugje ervaring of inlevingsvermogen onmisbaar. “Als je dakloos bent, ben je moe en opgejaagd. Dan kan je al eens een ochtendafspraak missen. Iemand die recent onderdak gekregen heeft, moet je niet de levieten lezen omdat zijn matras nog zonder lattenbodem op de grond ligt. Als je na jaren van stress en problemen alleen maar op de zetel ligt, is dat perfect normaal. De mentale moeheid van deze mensen wordt enorm onderschat.”
Outsider
Die moeheid treedt ook bij haar wel eens op. Ze kan zich opwinden in de job. “Als ik voor een bezoeker een dienst opbel, gaan sommige deuren plots wél open. Alleen maar omdat ik me voorstel als Nancy van De Lange Gaank. Dat klopt niet, frustreert me.”
‘Iemand moet de stem van de meest kwetsbaren zijn.’
“Ik durf ook wel eens telefoongesprekken van bezoekers te volgen, bijvoorbeeld met hun assistent. Als ik me dan onverwacht in dat gesprek meng, verandert de toon. Dan is er wel dialoog mogelijk. Maar sommige mensen kunnen niet altijd uitspreken of verwoorden wat speelt. Ik blijk dan de missing link, die de binnenkant van armoede kent.”
Hoe streng ze sommige bezoekers binnen het inloopcentrum ook kan toespreken: in discussies en debatten kiest ze bijna altijd de kant van haar gasten. “Iemand moet de stem van de meest kwetsbaren zijn. In ons centrum worden we dagelijks geconfronteerd met frustraties en drempels. De hulpverlening is nog steeds niet afgestemd op de noden van de meest kwetsbaren. Maar hoewel ik altijd constructief probeer te zijn, word ik vaak pas heel laat betrokken door collega’s van andere diensten. Meestal wanneer het kalf al verdronken is.”
Verantwoorden
Dat Nancy vandaag in dienst is bij het CAW om die problemen aan te kaarten – officieel: signaalwerk – bevalt haar wel. “Ik blijf een outsider, maar ik ben dat ook wel graag.”
Al is het niet altijd evident. “Jij bent journalist. Als jij ergens binnenkomt, ben je iemand. Maar als ervaringsdeskundige blijf je… niemand. We zijn mensen aan de zijlijn, die gebruikt worden als het goed uitkomt.”
“Als jij een verkeerde zin typt, is dat gewoon een foutje. Als wij ergens een fout maken, komt dat door wie we zijn. Want we hebben geen diploma, we zijn geen professionals, we staan hier alleen omwille van onze achtergrond. Wij zijn ‘maar’ ervaringsdeskundigen, wij moeten ons verantwoorden.”
“Het is dat constante verantwoorden dat ook alle mensen in dit centrum plaagt. Het maakt je onzeker. Dat gaat niet weg. Ik word nu 55, mijn pensioen nadert. Als alleenstaande moeder heb ik nooit echt kunnen sparen. Met mijn verleden van slecht betaalde jobs reken ik niet op een ruim pensioen. Ik lig daar soms wakker van.”
Cohousing
Ze zou de nieuwe minister van armoedebestrijding aanraden om eens mee te draaien op een plek als De Lange Gaank. “Geen halve dag, maar meerdere weken.” En als ze echt mag dromen, dan zou ze hem of haar een nieuwe concept aan de hand doen: een cohousing voor mensen in een kwetsbare positie. “Als ik kon, zou ik morgen gaan samenwonen met een deel van onze bezoekers.”
‘Iedereen die hier komt, heeft nood aan rust.’
“Vergelijk het met psychiatrische patiënten die vroeger in Geel werden opgevangen op boerderijen. Veel mensen missen structuur en connectie. Iedereen die hier komt, heeft nood aan rust. De meeste bezoekers zouden liefst van al in een bos gaan wonen. Maar in het beste geval duwen we hen in een appartementsblok in de stad.”
Haar ogen glimlachen achter haar bril. Ze trekt van haar sigaret. Knikt naar de mensen die verderop rustig hun koffie drinken. “Ik besef wel dat al hun problemen niet plots opgelost zijn in het bos. Maar het is het idee. Ook deze mensen hebben nog verlangens en dromen. Ze worden echter te vaak afgeblokt door een samenleving die zogezegd geen mogelijkheden meer heeft.”
Reacties [7]
Nancy, een vrouw die ik in mijn beginjaren als maatschappelijk werker mocht ontmoeten, zo’n 12 jaar geleden, en waar ik nog regelmatig aan denk. Een heel warme vrouw met het hart op de juiste plaats!
Alleen maar veel bewondering voor deze vrouw!!!!
Haar verleden heeft haar niet ingehaald, zij is krachtiger en betekenisvol geworden, en hopelijk mag ze dit werk nog lang voortzetten.
Mooi, mooi, mooi!!!!!
Straffe madam. Hopelijk zet dit artikel veel hulpverleners aan het denken. De mens/persoon op zich moet absolute voorrang krijgen op regeltjes, procedures en nog allerhande onnozelheden die zo welig tieren in de hulpverleningssector. Pas dan kan het verschil gemaakt worden en krijgen kwetsbare mensen kansen in het leven waar ze als mens/persoon recht op hebben.
Hoi Nancy je blijft steeds wie je bent een vrouw een moeder met voor ieder het hart op de juiste plaats. Top om jouw artikel te lezen memories
Voor veel daklozen is dat een oplossing om overdag ergens te blijven
Fb daklozen vlaanderen
Nancy, gegroeid tot deze grote madam die al zo vaak het verschil heeft weten te maken in iemand z’n leven. Altijd een warme connectie als we mekaar tegen komen. Grote bewondering voor jou Nancy, effenaf! Dikke knuffel
Annemieke
Nancy, nog steeds dezelfde warme, lieve, vrouw die ik ooit in mijn klas had. Haar enthousiasme, haar engagement en haar mega groot hart, haar puurheid en doorzettingsvermogen. Wat een ongelofelijke eer om haar hier in dit artikel terug te zien. I love you lady. 😘
Zeker lezen
‘De kerstmarkt heeft betere openingsuren dan de sociale dienst’
Arts Wouter Arrazola de Oñate: ‘Racisme maakt mensen ziek’
‘Kinderen grootbrengen is een maatschappelijke taak’
Functionele cookies Always active
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies