Op internaat
In het Limburgse Leopoldsburg vinden in ‘Leefhuis Connect’ 65 jongens en meisjes een tweede thuis. Vanuit dit internaat zwermen ze elke dag uit naar 24 scholen. Sommigen te voet, andere met de fiets, bus of taxi. Vijf leer- en leefcoaches zorgen voor opvang en begeleiding.
‘Het is logisch dat jongeren experimenteren met grenzen, ook op vlak van relaties en seks.’
De achtergrond van de jongeren in het Leefhuis is verschillend. Sommigen kiezen voor dit internaat omdat hun ouders tijdens de werkweek weinig ruimte hebben om hun kinderen te begeleiden met schoolwerk. Anderen zijn hier omdat het Ondersteuningscentrum Jeugdzorg (OCJ) of de jeugdrechter hun opvoedingssituatie verontrustend vindt.
Die mix van achtergronden werkt verrijkend. Iemand die alles heeft waarvan ze droomt, is de hartsvriendin van een meisje dat in diepe armoede leeft.
Vlaggensysteem
In het Leefhuis maken jongeren hun huiswerk, sporten ze, chillen ze, eten ze, slapen ze. Ze zijn vrolijk of verdrietig, kunnen elkaar niet luchten of worden verliefd op elkaar. Grenzen aangeven is niet altijd makkelijk, zeker niet in een zo’n bonte groep jong geweld: verschillende leeftijden, uiteenlopende achtergronden en jongeren die het nog niet zo goed weten.
Als het gaat over relationele en seksuele vorming is deze leefgemeenschap dan ook een gezonde biotoop. Maar soms worden grenzen overschreden. Dan schakelen medewerkers van dit internaat het Vlaggensysteem in: een methodiek ontwikkeld door Sensoa, Vlaams expertisecentrum voor seksuele gezondheid. Het Leefhuis pionierde met de toepassing ervan in een internaat.
Leefhuis-directeur Linda Wampers vertelt waarom ze kozen voor het Vlaggensysteem: “Ik heb een professionele achtergrond in de forensische psychiatrie. Toen ik hier enkele jaren geleden directeur werd, was dat voor mij een hele uitdaging. Ik zocht in deze nieuwe wereld naar kaders en kapstokken.”
Coach John De Bruyne vult aan: “Hier leven jongens en meisjes samen. Hun individuele kamers zijn gescheiden, maar alle andere ruimtes delen ze: de living, keuken, gymzaal. Het is logisch dat in die mengelmoes van jongeren er geëxperimenteerd wordt met grenzen, ook op vlak van relaties en seks.”
Linda: “Jongeren worden verliefd op elkaar en vormen koppeltjes. Dat is gezond. Maar hoe gaat een internaat daarmee om? Wat kan? Wat kan niet? Mag er gekust worden? Waar mag er wel en niet gestreeld worden? Hoe reageer je als er ongevraagd in een bil wordt geknepen?”
Hadden jullie daarover dan geen duidelijke regels?
John: “Ook al hebben we slechts een klein team van vijf leer- en leefcoaches, toch zaten we niet altijd op dezelfde lijn. De ene coach greep sneller in dan de andere, bijvoorbeeld als er jongeren een koppeltje vormden. Soms waren er pittige discussies in het team.”
‘Jongeren worden verliefd op elkaar en vormen koppeltjes. Dat is gezond. Maar hoe gaat een internaat daarmee om?’
Linda: “Bij al die reacties en beslissingen domineerde het buikgevoel. Er was geen objectief richtsnoer. Dat gaf onzekerheid en onduidelijkheid, niet alleen voor onze coaches, maar ook voor de jongeren.”
Waarom is die eenduidigheid zo belangrijk?
Linda: “Het is logisch dat de grens niet voor iedereen dezelfde is. Gedrag van jongeren confronteert medewerkers met eigen normen en ervaringen rond seksualiteit. Het is niet de bedoeling om die verschillen in de kiem te smoren.”
“Maar naar onze jongeren moeten we met één stem spreken. Voor hen moet duidelijk zijn waar wij grenzen leggen en hoe we reageren. Ze moeten hier veilig kunnen opgroeien. Als iemand zich niet prettig voelt omdat grenzen overschreden worden, moeten we dat detecteren en helder en betrouwbaar opvolgen.”
Het Vlaggensysteem kwam als een geschenk uit de hemel?
Linda: “We moesten voorbij de eigen emotionele verschillen geraken en meer objectief naar de ernst van gedrag kijken. Het Vlaggensysteem vult die nood perfect in.”
‘We moesten meer objectief naar de ernst van gedrag kijken.’
“Het beeld van de vlag wijst op een grens. De kleur van de vlag duidt de ernst van het gedrag aan: groen, geel, rood en zwart. Bij een groene vlag is er niets aan de hand, bij een gele vlag gaat het over licht grensoverschrijdend gedrag, rood betekent ernstig grensoverschrijdend gedrag en zwart zeer ernstig grensoverschrijdend gedrag.”
“Om die ernst in te schatten, zijn er zes criteria: wederzijdse toestemming, vrijwilligheid, gelijkwaardigheid, ontwikkelings- of functioneringsniveau, context en impact. Het is logisch dat je gedrag van kleuters anders beoordeelt dan dat van adolescenten. En zo is ook ongewenst gedrag van een begeleider ten aanzien van een jongere een heel ander verhaal omdat er geen gelijkwaardigheid is.”
Hebben jullie al alle kleuren van vlaggen gezet?
Linda: “Gelukkig werden we nog niet geconfronteerd met ernstige vormen van grensoverschrijdend gedrag. Als er ooit rode of zwarte vlaggen aan te pas komen, dan zullen we wellicht de expertise van meer gespecialiseerde organisaties moeten inschakelen.”
‘Gelukkig werden we nog niet geconfronteerd met ernstige vormen van seksueel grensoverschrijdend gedrag.’
John: “Wij gebruikten dus enkel de groene of gele vlag. In de meeste gevallen is er niets aan de hand en geven we jongeren de ruimte om relaties aan te knopen met elkaar. Soms hoort daar ook verliefdheid bij.”
“Jongeren mogen elkaar knuffelen en kussen. Daar is allemaal niks mis mee. Maar er is een grens: ’s avonds gaat iedereen naar zijn eigen kamer. Dat is in het Leefhuis een zeer duidelijke regel. Jongeren begrijpen dat best.”
Maar soms loopt het anders?
Linda: “Hier leeft een groep van twaalf tot achttienjarigen samen, met heel verschillende achtergronden en ervaringen, maturiteit en intelligentie.”
‘Veel ongewenst gedrag begint bij het niet beseffen dat grenzen voor iedereen anders liggen.’
“In zo’n heterogene groep moeten we voldoende stilstaan bij toestemming, gelijkwaardigheid, vrijwilligheid en verschillende ontwikkelingsniveaus. Niet iedereen is overal klaar voor. Een tiener vertelde me dat een leeftijdsgenoot hem ongevraagd pornosites liet zien. Hij was daar helemaal van ondersteboven.”
Hoe pakken jullie die situaties aan?
Linda: “De coach die met het gedrag geconfronteerd werd, legt het voor op een teambespreking. We voeren dan een gesprek op basis van de zes criteria. Is er geen wederzijdse toestemming, geen gelijkwaardigheid of is er sprake van een verschillend ontwikkelingsniveau dan weegt dat mee in onze beslissing om, zoals in het voorbeeld, een gele vlag toe te kennen.”
De coach koppelt die beslissing nadien terug naar de jongeren?
John: “Dat is een belangrijk moment. Dankzij het Vlaggensysteem overstijgen we het individuele buikgevoel en hebben we nu objectieve elementen om onze beslissing goed te duiden en te motiveren vanuit het team.”
‘Door met elkaar te praten, leren jongeren van elkaar dat mijn grens niet noodzakelijk jouw grens is.’
“De terugkoppeling is vooral een kans om met jongeren over grenzen en seksualiteit te praten. Zo leren ze van elkaar dat mijn grens niet noodzakelijk jouw grens is.”
Ervaren ze zo’n gesprek niet als een straf?
John: “Het is niet onze bedoeling om met het vermanende vingertje grenzen af te dwingen, wel om met jongeren op hun niveau een gesprek te hebben over seksualiteit.”
‘Wij zijn coaches, geen hulpverleners.’
“Soms benutten jongeren zo’n gesprek als een kans om over hun twijfels en problemen te praten. Een jongen vertelt me dat hij twijfelt aan zijn identiteit en daardoor een enorme drempel ervaart om met andere jongens te douchen. Dat creëert meteen ruimte om verder in gesprek te gaan en, indien nodig, meer gespecialiseerde hulp in te schakelen. Want vergis je niet: wij zijn coaches, geen hulpverleners.”
Grensoverschrijdend gedrag is soms het gevolg van groepsdruk. Gaat jullie individuele aanpak daaraan voorbij?
Linda: “Daarom vullen we die individuele gesprekken aan met groepsgerichte activiteiten rond relaties en seksualiteit. We halen dan bijvoorbeeld het Sensoa-spel ‘Rond je seksualiteit’ uit de kast. Dat is een leuk instrument om samen in gesprek te gaan over relaties en seks. Via 180 kaarten komen er uiteenlopende situaties aan bod. Daarover gaan we dan in gesprek, gefaciliteerd door de coach.”
‘Jongeren stellen soms verwonderd vast hoe hard ze van mening kunnen verschillen.’
“Jongeren stellen dan soms verwonderd vast hoe hard ze van mening kunnen verschillen over wat al dan niet kan op vlak van relaties en seks. Dat is heel verrijkend. Veel ongewenst gedrag begint bij het niet beseffen dat grenzen voor iedereen anders liggen.”
Is het Vlaggensysteem ook confronterend voor begeleiders?
John: “Ik spreek voor mezelf: ik denk dat ik behoorlijk tolerant ben als het gaat over relaties en seksualiteit. Ik heb een man als partner en communiceer daarover heel open met de jongeren. Toch sta ik er zelf van te kijken hoe voorzichtig ik ben bij het knuffelen. Op een meisjeskamer ga ik meteen op het bed zitten, bij een jongenskamer blijf ik aan de deur staan.”
“De teamgesprekken over het Vlaggensysteem houden me een spiegel voor. Vanwaar dat verschil in afstand en nabijheid? Is dat nodig? Ben ik dan een betere coach voor meisjes?”
Ook medewerkers zijn zich niet altijd bewust dat ze grenzen soms te rigide beschermen of te makkelijk overschrijden.
Linda: “Het gebeurt ook in ziekenhuizen of woonzorgcentra: mensen kloppen op de deur en gaan meteen binnen. De kamerbewoner ervaart dat -terecht- als een inbreuk op zijn privacy. Ook in dit Leefhuis geven jongeren aan dat ze dat niet fijn vinden. Opvoeders schrikken dan wel even, want ze zijn zich van geen kwaad bewust. Vanzelfsprekend sturen ze dat gedrag meteen bij.”
Jullie kunnen enkel reageren op gedrag dat jullie zien. Binnen en buiten de muren van het internaat gebeurt wellicht veel dat jullie niet weten?
Linda: “We zijn niet naïef. Jongeren krijgen via internet veel input. Met een muisklik zitten ze op een pornosite.”
“Ook grensoverschrijdende sexting is een probleem dat we binnen deze muren niet altijd te pakken krijgen. Jongeren sturen thuis, op school of hier via hun telefoon naaktbeelden door aan iemand die ze op dat moment vertrouwen, zoals een liefje. Maar vroeg of laat loopt dat mis en dan volgen er pesterijen en afpersing.”
“Wat ons geruststelt is dat zo’n feiten steeds meer tot bij ons komen. Jongeren weten van elkaar dat er ‘iets niet pluis is’, maken zich zorgen en komen aan onze deur kloppen. Ze weten dat we begripvol zijn en mee naar oplossingen zoeken. Als het nodig is, schakelen we de ouders en het Centrum voor Leerlingenbegeleiding in.”
Ligt de sleutel bij een organisatie die begrip en betrokkenheid uitstraalt?
Linda: “De beste preventie van seksueel grensoverschrijdend gedrag is een groep jongeren die verbonden is met elkaar en met hun coaches. Wij werken daaraan via groepsactiviteiten zoals een cursus digitale fotografie. Maar jongeren kunnen ook gewoon samen chillen in de living. Dat georganiseerd samen zijn, creëert veel verbondenheid. Het is hier een toffe bende die met vallen en opstaan samen leert en leeft.”
Reacties [3]
In de sociale sector, overal, zou men beter Deep Democracy invoeren. Het zorgt ervoor dat iedere stem gehoord wordt, rekening gehouden wordt met ieders gevoelens, ieder zich begrepen voelt, ieder zijn mening op een aanvaardbare manier weet naar voor te brengen, er niets onder de oppervlakte blijft hangen, Deep Democracy, zoek het op, lees het, en zie jouw en deze van vele anderen veranderen, op een positieve manier. Daarnaast, mediteer, transcendeer, het sterkt de jongeren, allen, van binnen uit. Laat mensen ervaren hoe het voelt, 1 te zijn met het universum, geef ze het gevoel dat ieder er toe doet, en wees nooit zelf negatief in alles wat je zegt en doet. Hou steeds rekening met wat je doet, het kan een stap naar meer zijn. Vergeet niet, we zijn allen ‘uniek’, allen gelijk, samen zo machtig als maar kan zijn. 1dr8, maakt m8,bij jongeren&volwassenen 😉😊, bij allen,daar we allen’mens’zijn.Vergeet dit nooit,’t zal uw omgeving veranderen😉😊.Ieder gelijk,ieder’uniek’:Deep Democracy
Wat mij aan dit artikel opvalt is dat er een aanbod van anderen, ook deskundigen in hun expertise die ingehuurd kunnen worden. Is dat een trend, dat uitbesteden? Geen hulpverlener maar coach, hoe onderscheid, handel je dat dagelijks in een kolkstroom van drukke kinderen? Klinkt goed, alleen met een jongere in crisis, komt een buitenstaande organisatie vaak te laat.
Is eze organisatie n.av. Van bovenstaande niet peperduur ?
Voor wie de wet erbij wil nemen: https://www.jeugdrecht.be/search/artikel/minderjarigen-en-seks ; https://www.jeugdrecht.be/search/artikel/internet-en-seks ; https://www.jeugdrecht.be/search/artikel/seksueel-grensoverschrijdend-gedrag-een-voorziening-pleeggezin
Zeker lezen
Evi Hanssen: ‘Palliatieve zorgverleners zijn de vroedvrouwen van de dood’
Monsterbrouwsel Fentanyl: ‘Ik wil het niet zien, maar kan niet stoppen met kijken’
Dikke Freddy aan Marc Coucke, een mens met geldproblemen
Functionele cookies Altijd actief
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies