De drie grootste nadelen van de lockdown zijn volgens jou stijgende armoede, druk op de geestelijke gezondheid en uitgestelde zorg. Vertel.
“De lockdown was nodig. Als die er niet was geweest, hadden we nog veel meer miserie gezien inzake opnames in het ziekenhuis, op intensieve zorgen, overlijdens. Dat zou ook voor heel wat angst gezorgd hebben, misschien zelfs voor een angstpsychose. Men heeft goed gehandeld om te vermijden dat de capaciteit van de ziekenhuizen zou overschreden worden.”
‘Zonder lockdown hadden we nog veel meer miserie gezien.’
“Van zodra er zicht was op het feit dat we daarin zouden slagen, heb ik gepleit om aandacht te geven aan de nadelen van het te lang en te intensief volhouden van zo’n lockdown. Financiële verliezen, werkloosheid en zelfs armoede nemen toe hoe langer deze situatie duurt. De geestelijke gezondheidsproblemen stapelen zich op.”
“Hetzelfde voor de andere zorggerelateerde zaken die niets met het virus te maken hebben, maar die wel ondertussen blijven doorlopen bij mensen die thuis met angst zaten of nog steeds zitten. Ze hebben klachten en durven zich niet aan te melden bij de gezondheidssector, ook dat leidt tot gezondheidsverlies.”
Jij zit nu in een werkgroep geestelijke gezondheidszorg die de GEES, de groep van experts die de exit-strategie uitwerken, mee adviseert. Kan je de werking wat meer duiden?
“De GEES heeft verschillende subwerkgroepen, waaronder eentje dat zich bezighoudt met de heropstart van de gezondheidszorg en een andere die zich buigt over de geestelijke gezondheid van de mensen. Bij die twee ben ik betrokken. Daar wordt natuurlijk de nadruk gelegd op wat men op het federale niveau kan doen om de geestelijke gezondheid van de mensen te beschermen en ook te remediëren waar al problemen zijn.”
“De uitdaging is van goed af te stemmen met wat er op het niveau van de gemeenschappen gebeurt. Zoals je weet, heeft onze staatshervorming voor heel wat ingewikkelde constructies gezorgd. De gemeenschappen zijn verantwoordelijk voor preventie, dus is het logisch dat Vlaams minister Wouter Beke zelf een initiatief nam, enkele weken geleden al, om ervoor te zorgen dat de mentale gezondheid van de Vlaming zo goed mogelijk blijft. Dus binnen de bevoegdheden die Vlaanderen heeft, tracht hij met zijn plan daar zo veel mogelijk te doen.”
“Op het federale niveau wil men kijken naar wat complementair kan zijn met wat men in Vlaanderen doet, maar dan moet men ook gaan kijken wat er aan de Franstalige kant gebeurt, en dat is dan minder dan wat minister Beke doet. Zo ontstaat er een soort onevenwicht waar we rekening mee moeten houden. Het is dus een vrij complexe situatie, vooral ingegeven door onze staatsstructuur.”
Komt de aandacht voor alle neveneffecten van corona, waaronder de impact op de geestelijke gezondheidszorg, niet een beetje laat?
“Wel, ik heb daar al een oproep voor gedaan op 20 maart, de Internationale Dag van het Geluk. Ik heb toen gezegd: ‘Opgelet, in tijden van corona zou ons geluk wel eens een deuk kunnen krijgen. Laat ons nu al werk maken van het welzijn van de mensen.’ Het heeft dan nog enkele weken geduurd voor dat op gang kwam. Het had iets sneller gemogen, maar achteraf is ‘we hadden dit, we hadden dat’ gemakkelijk gezegd. Op dit moment moeten we met het welzijn van mensen zo intensief mogelijk bezig zijn. Zo kan je geïrriteerdheid of boze gevoelens bijsturen met een aantal algemene tips om corona niet naar je hoofd te laten stijgen. Die zijn ondertussen uitgewerkt, zie checkjezelf.be.”
‘We moeten met het welzijn van mensen bezig zijn.’
“Maar je hebt ook mensen waarbij het al verder gevorderd is, die echt angst hebben, die op het randje van een burn-out of depressie zitten. Daar is de aanpak natuurlijk anders. Bij die mensen is de eerste fase van proberen te voorkomen dat geestelijke gezondheidsproblemen ontstaan jammer genoeg al voorbij. Dan komt het er op aan die mensen een hand te reiken, zodat ze met hun probleem ergens terecht kunnen. Of expliciet inzetten op meer contact leggen. Wat je bijvoorbeeld ziet in sommige gemeenten, en dat vind ik fantastisch, is dat niet alleen de besturen, maar ook alle verenigingen worden ingeschakeld om hun leden op te bellen en te vragen hoe het gaat. Op het moment ze ergens aanvoelen dat het niet goed gaat, worden tips en adviezen gegeven over waar mensen terecht kunnen voor professionele hulp.”
Welzijnseconoom Paul Frijters schreef in De Standaard: ‘Ik zie geen cijfers die het de moeite waard maken om de toekomst in gevaar te brengen’. Best een frappante uitspraak. Durf jij de kosten-batenanalyse te maken?
“(Lacht) Ik durf dat zeker, maar kan ik het wel? Dat is de vraag. Heel raar, maar veel mensen maken de redeneerfout van te kijken naar het aantal overlijdens en dan te zeggen: ‘Was het de moeite waard voor maar zo veel sterfgevallen?’ Ten eerste is dat een beetje een gebrek aan respect voor de mensen die overleden zijn en hun nabestaanden. Ten tweede: hoeveel overlijdens zouden er geweest zijn zonder deze lockdown? Ik ga er nu ook geen cijfers op plakken want er zijn verschillende rekenmodellen die proberen te becijferen hoe het – met wat we nu weten over het virus – zou geweest zijn zonder de strikte maatregelen.”
‘Hoeveel overlijdens zouden er geweest zijn zonder de lockdown?’
“Die beginfase was nodig. Het is een geluk dat we de virologen hadden. Je kan natuurlijk altijd zeggen ‘Daar was men te laat, daar had men vroeger moeten ingrijpen.’ Zoals met mondmaskers en testen, dat had beter gekund. Maar nu is de vraag: Wat zijn de kosten en de baten van het te hardnekkig, te lang volhouden van de lockdown?”
“Gelukkig is dat inzicht in de meeste landen gekomen. Daar zie je nu een gefaseerd exitplan. Het ene land doet het al een beetje duidelijker en met meer heldere deadlines dan het andere land. Maar de meeste landen hebben toch min of meer op tijd ingezien dat we ook weer uit die tunnel moeten geraken.”
Hoe kijk je dan zelf naar de heropstart hier in België, zowel van de zorg als van de economie? Beide zijn belangrijk voor ons welzijn.
“Ja, het lijkt een beetje met vallen en opstaan te zijn. Opnieuw, onze staatsstructuur helpt daar niet bij, want we verliezen tijd en efficiëntie. De kwaliteit van de communicatie is ook niet altijd optimaal. Ik zie nog altijd dat heel veel mensen angst hebben. Men heeft op een bepaald moment twee begrippen met elkaar verward: waakzaamheid en angst. Je wil de mensen geen angst inspreken, maar wel waakzaamheid. Dat is niet altijd goed gelukt. Het is een beetje te fel gaan overhellen naar de angst.”
De drie belangrijke parameters in de zorg zijn volgens jou kwaliteit, solidariteit en duurzaamheid van het systeem. Hoe zie je die balans nu na corona?
“Dat is geen gemakkelijke oefening.”
“Wat we algemeen met kwaliteit bedoelen, is met de huidige stand van de wetenschap de optimale zorg bieden aan de mensen. Kwaliteit vandaag is niet hetzelfde als kwaliteit tien jaar geleden, de wetenschap evolueert. Het probleem is dat er nog maar zo weinig over het virus geweten was en eigenlijk nog steeds is. Wat is de optimale behandeling van iemand die in het ziekenhuis komt met Covid-19? Biedt men daar optimale kwaliteit? We zullen achteraf verschillen zien in de cijfers van de ziekenhuizen. Men gaat het niet overal op dezelfde manier en met dezelfde kwaliteit hebben kunnen doen. Dat kan je niemand echt verwijten.”
‘Er is veel meer teamwerk en zorgverleners respecteren elkaar meer.’
“Solidariteit: We zien dat het RIZIV enorm zijn best doet om te vermijden dat de patiënten in gans deze affaire ook maar een euro extra uit eigen portemonnee zouden moeten betalen. Geen coronasupplementen, bijvoorbeeld. De artsen mogen geen geld vragen voor het extra materiaal dat nodig is om de mensen te beschermen. We zien trouwens ook veel voorbeelden van solidariteit tussen zorgverleners onderling. Er is veel meer teamwerk en men respecteert elkaar meer dan vroeger. Dat zijn gunstige evoluties.
“En dan de duurzaamheid van het systeem, dat blijft een aandachtspunt, ook in de post-covid-19-tijden. Men zal blijvend moeten waken over onnodige zorg en onnodige onderzoeken. We moeten werken aan een zorgsysteem dat zo weinig mogelijk tot verspilling van middelen leidt. Sowieso. Maar we moeten ook blijven investeren in zorg.”
Verschillende stemmen roepen op om één kapitein te zetten aan het roer van het zorgbeleid. Vind je dat een goed plan?
“Ja, maar kapitein klinkt nogal commandant-achtig.”
Het zijn de woorden van mevrouw De Block tijdens het grote coronadebat waar jij ook was.
“Ik herinner me dat. Opnieuw het gevolg van onze staatsstructuur. Het is niet altijd duidelijk wie op welk moment welke bevoegdheid krijgt en welke beslissing moet nemen, en wie daarbij betrokken moet worden. Het heeft ook te maken met de relatie tussen experts en de politiek. Dat is het primaat van de politiek. Experts geven advies, maar de beslissing valt toch nog altijd bij de politiek. Als expert moet je je daar bij neerleggen.”
‘Het is niet altijd duidelijk wie op welk moment welke beslissing moet nemen.’
“Ik ben jaren voorzitter geweest van de Vlaamse Gezondheidsraad, die advies geeft aan de minister van Gezondheid. Als de minister dat advies niet wou volgen, moest die dat verantwoorden. Zeggen van: ‘Kijk, ik heb nota genomen van het advies van de experts, maar om die en die en die redenen ga ik het advies niet volgen.’ Al die documenten werden bovendien publiek gemaakt, waardoor je zowel het advies als de reactie van de minister kon inkijken. Ik durf zelfs te zeggen dat de minister soms gelijk had.”
“Hier in deze crisis vind ik dat niet terug, hier is het allemaal nogal verwarrend. Waarom en om welke redenen wordt een advies al dan niet gevolgd? Wanneer politici communiceren wat de maatregelen zijn, vind ik toch ook dat ze meer duiding moeten geven over het waarom van die maatregelen. De afweging van de voor- en nadelen, dat zou ik iets meer willen zien.”
Ik denk dat de burger dat ook wil. Als je bijvoorbeeld gelekte rapporten tegenkomt in de pers, en een beetje later worden maatregelen genomen die helemaal anders zijn, dan snap je het inderdaad allemaal niet meer zo goed.
“En zeker wanneer dan als reden wordt gegeven dat ze de beslissing uiteindelijk niet nemen omdat er al te veel op voorhand over gepraat werd. Wat je echt wil, is dat de bevolking gemotiveerd is en goesting blijft houden in de situatie waarin we zitten. Dat kan je alleen maar bereiken door op een manier te communiceren met de mensen waarbij je hen betrekt – bij wijze van spreken – echt als partner beschouwt. We moeten daar als medeburgers samen voor zorgen. Ik zie dat in sommige communicaties, hoor, maar niet altijd.”
Er zijn wel bevragingen waar veel mee gedaan wordt, zoals ‘dinsdag, invuldag’. Heeft de burger volgens jou genoeg inspraak? Kan het anders?
“Wat ik ondervind is dat er binnen de bevolking echt hele goede ideeën zijn, zeer goede suggesties, en die bereiken niet altijd de beleidsmakers.”
“Bij een volgende crisis moet men op het niveau van de eerste minister en de Veiligheidsraad een soort van officiële ideeënbus creëren waar mensen ideeën naartoe kunnen sturen. Een of twee mensen kunnen daar dan mee aan de slag, om er een zekere triage in te doen, want niet alle ideeën zullen even goed zijn. Maar nu gaan er hele goede ideeën verloren, denk ik, omdat men gewoon de tijd niet neemt om ernaar te kijken.”
In de Volkskrant stond een hele rake opinie van huisarts Danka Stuijver. Ze omschrijft ons systeem als zorgverslindend, als een combinatie van ‘U vraagt, wij draaien én wij draaien, dus u vraagt.’ Ze roept op tot een dringende mentaliteitswijziging.
“Het is zo dat we historisch gezien een ziektegebaseerd systeem hebben. Dat wil zeggen: wij wachten te lang tot mensen ziek zijn, maar dan worden ze wel goed verzorgd. Dat is een beetje: ‘U vraagt, wij draaien’. Mensen kunnen in ons zorgsysteem nog altijd terecht voor de meeste van hun problemen, op een vrij snelle manier, met goede kwaliteit van zorg. Er zijn heel veel ziektebeelden waarvan je blij mag zijn dat je de aandoening in België hebt en niet in een ander land.”
‘We gaan veel meer moeten investeren in mensen gezond houden.’
“Ons systeem neigt wel tot het medicaliseren van problemen, waarbij voor relatief kleine dingen misschien soms te snel de grove middelen worden bovengehaald. Je kan dat niet veralgemenen. Tijdens deze crisis hebben je juist het omgekeerde gezien. De banale problematiek werd uiteraard uitgesteld en we zullen zien dat een deel daarvan ook effectief zal afgesteld worden. Een opvolgingsbezoek dat niet echt nodig was, bijvoorbeeld. In de komende weken zal blijken dat sommige problemen zichzelf hebben opgelost, en dus eigenlijk geen behandeling meer nodig hebben.”
“Maar, en dan kom ik terug op de angst waar ik daarstraks van sprak, er zijn in deze periode mensen met ernstige problemen en klachten die niet de hulp gekregen hebben die ze nodig hadden. Nu pas komt dat stilaan op gang, maar daar is heel veel gezondheid aan verloren gegaan.”
“Niet alleen de chronische patiënten, maar ook mensen met nieuwe problemen, zoals hartklachten, met alle nadelige gevolgen van dien. In de toekomst gaan we toch moeten evolueren naar een systeem waarbij we trachten de mensen zo lang mogelijk gezond te houden. Gezondheid hangt natuurlijk voor een belangrijk deel af van je genen en van je sociaal-economische situatie, maar ook in grote mate van je gedrag. Dat laatste heeft trouwens ook weer te maken het sociaal-economische. We gaan toch nog veel meer moeten investeren in gezondheidspromotie, in mensen gezond houden. Dan gaan we ons systeem in de toekomst kunnen redden, want dan gaan we het feit dat we allemaal gemiddeld ouder worden bijvoorbeeld, kunnen opvangen.”
Reacties [1]
Helemaal akkoord met de inhoud! Top ! Er zou idd een ideeenbus moeten zijn want er zijn onder ons empatische mensen met creatieve oplossingen, een taak force die dit dan optimaliseert zou enorm kunnen bijdragen om alles gesmeerder te laten lopen. Politici zijn ook maar mensen, en ieder mens is op zich beperkt. Samenwerking en ideeen evalueren een must, en niet alleen op gezondheidsnieuws. Proficiat Mr Annemans voor je duidelijke en gewaardeerde mening.
Zeker lezen
Evi Hanssen: ‘Palliatieve zorgverleners zijn de vroedvrouwen van de dood’
‘AI biedt enorme kansen voor sociaal werk’
Monsterbrouwsel Fentanyl: ‘Ik wil het niet zien, maar kan niet stoppen met kijken’
Functionele cookies Altijd actief
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies