Speltheorieën
In de eerste hoofdstukken behandelt men het belang van het spel en wordt er een uitgebreid overzicht gegeven van verschillende speltheorieën en -benaderingen. Daarin wordt de nadruk gelegd op het spontane karakter van spel, waarbij het spelen het doel op zich is en niet het middel. Zoals de titel van het boek al duidelijk maakt, gaat het om ontwikkelen door te spelen en niet om spelen om te ontwikkelen.
‘Het gaat om ontwikkelen door te spelen.’
Bij kinderen en personen met een verstandelijke beperking wordt het spelen vaak bemoeilijkt door factoren bij het kind en in de omgeving.
Afstemmen op het kind
Het goed kunnen afstemmen van het spel op het kind is moeilijk en vraagt soms een andere aanpak of gedrag van ouders of begeleiders. Dat is gemakkelijker als het gekozen materiaal of de manier waarop het aangeboden wordt, aansluit op het spel- en belevingsniveau van de persoon.
Het derde hoofdstuk gaat hierop in. Per niveau wordt een korte beschrijving gegeven en een lijst van geschikte materialen. Zo kan er bij personen met een ontwikkelingsleeftijd van nul tot anderhalf jaar best functiespel aangeboden worden (muziekdoosje, pluche beest dat geluid maakt, zand, water…) en van anderhalf tot twee jaar receptiel spel (wasco, zand met schepje, water met gieter…).
Verder worden een aantal observatiemodellen besproken die kunnen dienen als basis voor verdere spelagogiek. Voor mij persoonlijk is dit het meest toepasbare hoofdstuk uit het boek, gezien ik geen opleiding heb genoten in spelagogiek.
Spelagogiek
In het laatste hoofdstuk wordt dieper ingegaan op deze spelagogiek. Hierbij gaat het om een methodisch doordachte vorm van extra hulp aan kinderen en volwassenen die hiaten of problemen hebben op het gebied van spelontwikkeling en spelontplooiing.
Deze methodiek wordt begeleid door een spelagoog en uitgevoerd in een spelkamer die voldoende uitdagend moet zijn voor de persoon. Aan de hand van indicatiegebieden, zoals stimuleren van het gehoor, tast of geur, worden een aantal spelprogramma’s en spelmethoden toegelicht. Ook gaat men in een laatste paragraaf kort in op de psychotherapeutische werkvorm speltherapie.
Te uitgebreide inventaris, te weinig diepgang
Het boek vertrekt vanuit een overzichtelijke, maar mogelijk te uitgebreide inventarisatie van benaderingswijzen en speltheorieën. De beschrijving van de verschillende spelniveaus is dan weer eerder beknopt, maar wel telkens voorzien van een handige overzichtslijst met bruikbare materialen en concrete voorbeelden. Het boek biedt een goed, maar vrij algemeen overzicht van de verschillende observatievormen en methodieken. Om deze in de praktijk te kunnen omzetten, is echter verdere studie noodzakelijk.
‘Dit boek volstaat niet om de methodieken ook in de praktijk om te zetten.’
Het opzet om een inventaris aan te bieden van theorieën, benaderingswijzen en methodieken is zeker geslaagd. Het lezen van dit boek volstaat echter niet om deze methodieken ook in de praktijk om te zetten. Dit veronderstelt ofwel enige voorkennis, ofwel een bijkomende opleiding.
Het boek is zeker een aanrader voor mensen die zich willen verdiepen in spelmethodieken die kunnen ingezet worden voor de doelgroep mensen met een verstandelijke beperking. De theoretische uitzetting is ook zinvol voor mensen die nog weinig bekend zijn met spelagogiek. Voor het toepassen van de observatieschema’s en methodieken zal wel wat extra opzoekingswerk nodig zijn en zal men boeken moeten raadplegen die een bepaalde methodiek uitgebreider beschrijven.
Reacties
Zeker lezen
Evi Hanssen: ‘Palliatieve zorgverleners zijn de vroedvrouwen van de dood’
‘AI biedt enorme kansen voor sociaal werk’
Monsterbrouwsel Fentanyl: ‘Ik wil het niet zien, maar kan niet stoppen met kijken’
Functionele cookies Altijd actief
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies