Een staten-generaal van het sociaal beleid? Dat klinkt weinig bijdetijds.
“Op de staten-generaal brengen we sociaal werkers, onderzoekers en vrijwilligers van het middenveld en de stad samen om na te denken over een goed sociaal beleid voor deze stad. De noden zijn groot. Er branden een hoop knipperlichten.”
‘De noden zijn groot. Er branden een hoop knipperlichten.’
“In Antwerpen leven 57.000 mensen in een werkarm gezin. Te veel kinderen groeien op in een gezin waar vader, noch moeder actief is op de arbeidsmarkt. Met dit stadsbestuur willen we ook de groep vrouwen die geboren zijn buiten de Europese Unie versterken. Armoede in deze stad zit vaak bij mensen met een migratieachtergrond.”
“Er zijn in deze stad ontzettend veel jobkansen. Alleen al in de bouw is er veel werk. En mensen activeren betekent niet dat we ze naar werk ranselen. Dat zal niet gebeuren. Maar met BPost bijvoorbeeld gaan we samenwerken om leefloongerechtigden via duaal leren toe te leiden tot een job: ze halen hun middelbaar diploma, een rijbewijs B en hebben werkzekerheid.”
Wat moet het uiteindelijk resultaat zijn van de staten-generaal?
“Ik hoop dat we concrete acties kunnen opstarten. De staten-generaal moet de basis zijn zodat stad en middenveld beter samenwerken. Bijkomend hoop ik dat sociale professionals beseffen dat er ook in andere settings collega’s werken die met voldoende mededogen ‘sociaal precies’ proberen te handelen.”
Wat bedoel je met ‘sociaal precies’ handelen?
“Sociaal werk is meer dan louter buikgevoel. Sociale professionals zouden precies moeten kunnen omschrijven wat ze waarom doen. Ideaal vormen wetenschappelijke inzichten, ervaringen en interventies die bewezen hebben te werken hun leidraad.”
Doen sociale professionals dat dan niet?
“Als schepen van Sociale Zaken ontmoet ik elk dag fantastische sociale professionals. De meeste geven het beste van zichzelf, in moeilijke omstandigheden en in een soms ondankbaar maatschappelijk klimaat.”
“Maar er zijn belangrijke uitdagingen. Mensen die bij de stad aankloppen, hebben meestal complexe hulpvragen. Veel cliënten hebben in hun leven al twintig, soms dertig verschillende professionals gekend. Vandaag zijn er vaak nog vier, vijf sociaal werkers actief rond zo’n gezin. Vaak weten ze dat niet eens van elkaar. Door geïntegreerd te werken kunnen we nog reuzestappen voorwaarts zetten. Dat is de kern van de staten-generaal: sociaal werkers beter doen samenwerken.”
‘Sociaal werk is meer dan buikgevoel. Sociale professionals zouden precies moeten kunnen omschrijven wat ze waarom doen.’
Is het zo eenvoudig? Meer samenwerken als oplossing voor complexe problemen.
“Ik ben voorzitter van het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst. Die twee voormiddagen zijn het hoogtepunt van mijn week. In heel wat dossiers blijven de vele inspanningen of begeleidingstrajecten van andere organisaties echter vaak onvermeld. Daarom vraag ik vaak: ‘Wil je nu eens echt advies vragen aan die collega sociaal werker?’ Waarom gebeurt dat niet vanzelf?”
Kan je een voorbeeld geven?
“Een man wordt bij onze sociale diensten aangemeld door de VDAB, hij werkt in een beschutte werkplaats maar dat liep helemaal fout. De man wordt beticht van druggebruik, zelf zegt hij dat er racisme was op de werkvloer. Hij werd veroordeeld maar is nu vrij onder voorwaarden. Kortom: er zijn rond deze man veel sociale professionals actief. Hij heeft een arbeidsbegeleider, een justitieassistent, een maatschappelijk werker bij de stad en nog een aanspreekpunt in de verslavingszorg. De vraag is niet: Heeft die man zijn kansen verkwanseld? Dat heeft hij. Maar belangrijker: Hebben wij als professionals alle kansen die er waren benut? Bij deze man alvast niet, er is te weinig geïntegreerd gewerkt. En dan vind ik het te gemakkelijk om alleen te zeggen dat de man zijn kansen verprutst heeft. Wij zijn mee verantwoordelijk.”
Wat kan je als politicus daaraan doen?
“Politici zijn geen goede sociaal werkers. Ik heb ook niet de pretentie om te zeggen dat ik het allemaal beter weet of ga oplossen. Maar ik denk dat het helpt om verhalen te vertellen van praktijken die wel goed samenwerkten.”
Je wil sociaal werkers doen nadenken over hun job?
“We moeten kijken naar de impact op lange termijn van wat we doen. Je hoort me niet zeggen dat we cliënten binnen onze sociale dienstverlening nooit moeten sanctioneren. Een sanctie kan soms helpen. Alleen moeten sociale professionals verder durven kijken dan de ene beslissing over het wel of niet sanctioneren van een cliënt, over het wel of niet toekennen van een leefloon. Wat gebeurt er als we mensen een leefloon geven of ontnemen? Wat is het effect binnen een jaar op dit gezin? Als je die vragen stelt, dan kijk je vanzelf anders.”
‘Commercieel aanbesteden zet druk op de kwaliteit. Meer doen met minder mensen’
De vermarkting van het sociaal beleid was de afgelopen jaren één van de hot issues in Antwerpen.
“De commercialisering van het sociaal beleid is gestopt. We werken nog met open oproepen, maar enkel non-for-profit, social profit en ondernemingen met sociaal oogmerk kunnen meedingen. Ik wil niet dat geld voor sociaal beleid in handen valt van aandeelhouders die niets met sociaal beleid hebben.”
“Commercieel aanbesteden zet druk op de kwaliteit van hulpverlening. Dat is mijn fundamentele kritiek. Indieners gaan onder de prijs, maar eens ze de opdracht hebben, zitten ze met de handen in het haar. Gevolg? Meer doen met minder mensen. Het personeel krijgt het te verduren. De werkdruk stijgt en mensen vallen uit. Ik word triest als sociale professionals ziek vallen. Echt waar. We moeten werken aan meer stabiele loopbanen in de zorg en welzijn. Dat is goed voor cliënten en medewerkers.”
Is de staten-generaal het einde van de oorlog tussen stad en sociaal middenveld?
“Oorlog zou ik het niet noemen. Maar we weten: vertrouwen komt te voet en gaat te paard. Politiek en middenveld kenden elkaar te weinig. Er waren vooroordelen en ideologische vooringenomenheid langs beide kanten.”
‘Politiek en middenveld kenden elkaar te weinig.’
“We moeten ont-ideologiseren. De werkpraktijken die we als stad subsidiëren, willen we zoveel mogelijk objectiveren, zonder in een turfcultuur te vervallen. Ik heb met de Universiteit Antwerpen, AP Hogeschool en Karel de Grote-hogeschool een zesjarig raamcontract afgesloten. Zij krijgen de opdracht om sociale praktijken van stad en middenveld te onderzoeken. We gaan echt meten.”
Een van de partnerorganisaties van de stad is het CAW. Van de nieuwe Vlaamse regering moeten zij serieus inleveren.
“Als politicus begrijp ik dat een Vlaamse regering moet besparen. Maar durf dan toch het gesprek aangaan. Mensen hebben het recht te weten waarom een minister het niet meer nodig vindt om voor hun project belastinggeld uit te trekken. Ga dus rond de tafel zitten.”
‘De stad zal de gaten die Vlaanderen creëert niet toerijden.’
“Ik hoop wel dat de nieuwe minister van Welzijn een aantal van onze projecten niet onderuithaalt. Ik zal ook duidelijk zijn: de stad zal de gaten die Vlaanderen creëert niet dichtrijden. Maar ik heb er goede hoop op dat de minister sociaalwerkpraktijken uit Antwerpen, zoals ArmenTekort of het Zorghostel, zal honoreren. Ik beloof op mijn communieziel dat we het vrijgekomen geld opnieuw investeren in sociaal beleid.”
Er komt tout court meer geld naar de steden en gemeenten, ook een punt uit het Vlaams regeerakkoord.
“Waarvoor dank. Als het goed is, moeten we het ook zeggen. Het is fantastisch dat de pensioenfactuur van Antwerpen verzacht wordt. Want die hing als een molensteen rond haar nek.”
“Hierdoor kunnen we nu elk jaar 3,3 miljoen euro uittrekken voor extra aanvullende steun bij werkarme gezinnen. Dat betekent concreet dat sociaal zwakkere gezinnen tot 120 euro per maand extra kunnen bijkrijgen. We moeten alleen bekijken hoe we dit geld zo correct en effectief mogelijk besteden. Ook dit wil ik sociaal precies doen. Ik wil met dit geld een zo groot mogelijk effect hebben.”
Je kan hiermee van sommige gezinnen de huurlasten verminderen.
“120 euro per maand kan een serieuze verlichting betekenen voor gezinnen. En in sommige gevallen kunnen we dat geven om huurlasten te verminderen. Klopt.”
Ik stel de vraag niet voor niets: er woedt in Antwerpen een wooncrisis. De staten-generaal zet het realiseren van grondrechten centraal. Maar over het grondrecht wonen lees ik weinig. Wil de schepen van Wonen niet mee?
“Toch wel. We nemen verschillende maatregelen om de wooncrisis aan te pakken. We investeren fors in sociale huisvesting, een eigen Antwerps huurmodel en een versterking van de sociaal verhuurkantoren. Schepen van Wonen Fons Duchateau (N-VA) werkt hard aan de uitvoering van ons bestuursakkoord. Maar we moeten eerlijk en realistisch zijn: de lokale overheid kan het volledige recht op wonen niet garanderen.”
‘We moeten eerlijk zijn: de lokale overheid kan het volledige recht op wonen niet garanderen.’
“Als schepen van Sociale Zaken werk ik aan een grondige aanpak van dak- en thuislozen. We investeren ook in woonbegeleiding voor kwetsbare jongeren. En ik heb driehonderdvijftig woningen in portefeuille die we kunnen gebruiken als eerste opstap in afwachting van een meer permanente woning. Met dit arsenaal aan woningen kunnen we voor een groep mensen de stress van het slecht of niet kunnen wonen wegnemen. Pas als dat probleem is opgelost, komt er ruimte vrij om aan de toekomst te werken.”
“Hetzelfde geldt voor mensen met schulden. Ik sloot met de deurwaarders een akkoord zodat schulden worden bevroren en niet langer opstapelen. We stellen vervolgens samen een afbetalingsplan op. Zo helpen we mensen echt.”
Een schepen van Sociale Zaken kan het verschil maken?
“Mensen komen naar de stad omdat ze een droom willen waarmaken. Dat is logisch. De stad is de beste plek om vooruit te geraken in het leven. Op dit moment zijn er in Antwerpen 1500 leefloners jonger dan 25 jaar. Voor hen wil ik het verschil maken.”
‘Veel jonge mensen hebben een ontzettende vrijheidsdrang. Ze willen op vrije benen staan.’
“In deze groep zitten jongens en meisjes die verloren lopen tussen twee, drie culturen. Dat leidt vaak tot grote persoonlijke drama’s, jonge mensen die uit hun gezin stappen, weg van sociale controle. Jongeren die willen studeren maar niet mogen. Of jongeren die omwille van hun seksuele geaardheid niet aanvaard worden.”
Kwetsbare jongeren liggen je nauw aan het hart?
“Veel van die jonge mensen hebben een ontzettende vrijheidsdrang. Ze willen op eigen, vrije benen staan. Wees gerust: dat is een andere drang naar vrijheid dan die van mijn kinderen. Die willen ook op hun eigen benen staan, maar dan liefst vanuit hotel mama. Bij deze groep jongeren gaat het om een existentiële vrijheidsdrang. Ik wil hen daarbij steunen.”
“Dit is de best denkbare plek op aarde om te leven. Wij zijn vrije mensen. Wij kunnen vrij denken en leven. Vrijheid is onze brandstof. We moeten dat die jonge mensen ook gunnen. Ik vind dat de stad, letterlijk en figuurlijk, ruimte moet creëren om de vrijheidsdrang van jongeren te faciliteren. We steken daarom veel extra geld in woonbegeleiding voor deze groep.”
Reacties
Zeker lezen
Evi Hanssen: ‘Palliatieve zorgverleners zijn de vroedvrouwen van de dood’
‘AI biedt enorme kansen voor sociaal werk’
Monsterbrouwsel Fentanyl: ‘Ik wil het niet zien, maar kan niet stoppen met kijken’
Functionele cookies Altijd actief
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies