Verhaal

‘Ik ben pas 31 en het water staat me al aan de lippen’

Marieke Bourgonje

Marieke Bourgonje werkt in Nederland als herstelondersteuner binnen de geestelijke gezondheidszorg. Ze is kroongetuige van leeftijdsgenoten die zich niet meer naar de knoppen willen werken voor een ander. “Ik ben pas 31 en het water staat me al aan de lippen.”

werkdruk

© Unsplash / Hannah Cauhepe

Pampergeneratie

Millennials – mensen geboren tussen 1980 en 1999 – hebben onrealistische verwachtingen en stellen te veel grenzen. Gen Z’ers – geboren tussen 1997 en 2012 – zijn lui, ongemotiveerd, weten niet wat loyaliteit is. Ze zijn alleen maar bezig met zichzelf. Bevalt het ze een moment niet op de werkvloer, dan zijn ze vertrokken.

‘Wanneer ik mijn telefoon na een vakantie aanzet, krijg ik altijd klamme handjes.’

Beide groepen klagen te veel, zijn een pampergeneratie, weten niet wat hard werken betekent en willen daar ook geen moeite voor doen. Ze hebben om het minste of geringste een burn-out te pakken. Snowflakes. Geldbeluste wolven die met nietsdoen rijk willen worden en alleen voor de hoofdprijs hun bed uit komen.

Volgekletste voicemail

Tot daar enkele uitspraken waarmee je om je oren wordt geslagen in kranten, onderzoeken en reacties van met name oudere generaties op sociale media.

Ik ben een millennial.

Wanneer ik mijn telefoon na een vakantie aanzet, krijg ik altijd klamme handjes. In het verleden zat ik eens binnen een uur middenin een crisis die eigenlijk de week ervoor al was begonnen. Honderden appjes van een radeloze cliënt die geen vervanging wilde, met de roep om een stuk of tien acties die NU moesten gebeuren, waardoor het zweet me meteen uitbrak.

Nog erger was de stilte na een andere vakantie, toen mijn cliënt overleden bleek.

Daarnaast heb ik tientallen mails, een volgekletste voicemail, werk dat is blijven liggen omdat degene die je dat hebt gevraagd het niet heeft kunnen (of willen?) oppakken. En er was al zoveel wat ik ‘over mijn vakantie heen zou tillen’.

Heel. Erg. Druk

Er even rustig weer inkomen, is er meestal niet bij. Elk uur van de dag vraagt een andere persoon om een andere aanpak en andere kwaliteiten. Op de fiets tot rust komen, is onmogelijk vanwege mijn eeuwigdurende haast om op tijd bij de volgende afspraak te zijn. In mijn hoofd probeer ik me voor te bereiden op die volgende afspraak en mijn to-do-lijst bij te werken. Die vergeet ik in de waan van de dag op te schrijven, waardoor ik constant achter de feiten aan loop.

Deels ligt dat bij mij en bij mijn chaos. Deels hebben we het gewoon Heel. Erg. Druk.

Nieuwe dag

Op locatie aangekomen, heb ik gemiste oproepen van mensen die nu niet meer opnemen. Eenmaal thuis moet ik eigenlijk nog administratie doen, in weer een totaal ander systeem dan het vorige, waar ik net aan gewend was. Maar ik kan het niet meer opbrengen. Morgen weer een nieuwe dag.

‘Elk uur dat je werkt, moet nuttig zijn en verantwoord kunnen worden.’

Die nieuwe dag morgen, wordt vaker dan eens pas volgende week. Of die erna. Het verdient geen schoonheidsprijs, maar het is wel waar.

Onhoudbare situatie

Elk uur dat je werkt, moet nuttig zijn en verantwoord kunnen worden. Een publicatie van het Nederlandse kenniscentrum Movisie over de administratie- en regeldruk stelt vast dat sociaal werkers daar gemiddeld 37 procent van hun tijd aan besteden. Ook dat nog.

Je hoeft geen wiskundige te zijn om uit te rekenen dat we hier een totaal onhoudbare situatie creëren. Langs alle kanten is de druk onhoudbaar en toch zijn er geen middelen om een nieuwe collega aan te werven. Zijn die er plots wel, dan laat de invulling van die vacature maanden op zich wachten wegens gebrek aan sollicitanten.

We voelen ons bezwaard om op vakantie te gaan, want dan moet een collega alles opvangen. De zorg moet nu eenmaal doorgaan. Je gunt je collega zijn ouderschapsverlof, maar dat betekent wel dat je diens cliënten er ook nog bij krijgt.

Ik ben pas 31 en het water staat me aan de lippen.

Geen loopbaanperspectief

Werkdruk is tegenwoordig een vies woord. Toch ga ik er wat cijfers tegenaan gooien.

Movisie beschrijft in ‘De stand van het sociaal werk in Nederland’ dat ruim 60 procent van de sociaal werkers een hoge tot zeer hoge werkdruk ervaart. Slechts 40 procent van ons geeft aan over vijf jaar nog werkzaam te zijn als sociaal werker, 40 procent is er niet zeker van en 18 procent weet zeker van niet. Bijna 90 procent is intrinsiek gemotiveerd om te leren op de werkvloer, 35 procent zegt echter dat zij niet voldoende tijd ervaren om zich verder te kunnen ontwikkelen en 46 procent ziet geen of helemaal geen loopbaanperspectief.

‘Het wordt tijd dat er ergens aan de noodrem wordt getrokken.’

Werkdruk, het grote verloop van personeel en de daarmee gepaard gaande tekorten en het salaris worden genoemd als de grootste motieven om het vak te verlaten. Beroepsorganisatie ‘Sociaal Werk Nederland’ houdt verzuimcijfers onder sociaal werkers netjes bij. In 2022 piekte het ziekteverzuim naar 7,5 procent. De trend lijkt niet meteen te keren: in het eerste kwartaal van 2023 zaten we al aan 7,9 procent ziekteverzuim.

Rode vlaggen

Deze cijfers zijn enorme rode vlaggen. Het wordt tijd dat er ergens aan de noodrem wordt getrokken. Ervaren en al langer meedraaiende beroepskrachten zien het niet meer zitten, onder andere wegens werkdruk, het grote personeelsverloop, het gebrek aan doorgroeimogelijkheden en – last but not least – de ondermaatse financiële waardering.

Door ziekteverzuim en uitstroom dunt die groep verder uit. Je kan hopen op een groep jong geweld dat staat te springen om dat gat te vullen. Aantrekken en opleiden van die nieuwe generatie is dan de boodschap.

‘Die nieuwe generaties zitten wezenlijk anders in elkaar dan hun voorgangers.’

Maar die nieuwe generaties zitten wezenlijk anders in elkaar dan hun voorgangers. Met andere overtuigingen, wensen en verwachtingen. Met een andere kijk op het hebben van een succesvolle carrière en een waardevol leven. 

Ambitieus met grenzen

Meer dan de helft van de Millennials en Gen Z’ers is van plan in het komende jaar op zoek te gaan naar een nieuwe uitdaging. Hun verbondenheid met de organisatie waar ze werken, is beduidend lager dan bij hun voorgangers. Een nog groter deel van hen zegt een baan te verlaten als ze elders betere mogelijkheden krijgen. Ze zijn ambitieus, maar stellen wel grenzen.

Typerend voor deze jongere generaties is de balans tussen werk en privé. Audit- en consultancybedrijf Deloitte beschrijft dat bij uitstek deze groep kritisch kijkt naar de plaats die werk inneemt binnen hun leven. Zij hechten een grote waarde aan flexibiliteit, waar in het sociaal domein toch nog de nine-to-five mentaliteit overheerst.

‘Typerend voor deze jongere generaties is de balans tussen werk en privé.’

Het zijn generaties die bolstaan van de stress en waarbij burn-out-klachten veelvuldig voorkomen, waardoor mentale gezondheid hoog op hun agenda staat. Ze willen blijven leren en zich ontwikkelen. Ze willen veiligheid en zekerheid, in de vorm van een vast contract, maar ook in de samenwerking met collega’s. Daarnaast maken ze zich grote zorgen over de kosten van hun levensonderhoud.

Niets is te gek

Want dat salaris, dat is ook een dingetje. We wíllen wel een huis kopen, maar kunnen dat domweg niet. Ik ga na mijn werkdag gewoon weer naar mijn kleine, vervallen studio waar het in de winter 15 en in de zomer 40 graden is, zonder balkon en boven een bar. Erg motiverend werkt het niet, maar ik heb tenminste nog een dak boven mijn hoofd.

‘Hulpverlenen is een nobel beroep, maar waarom zou je daar in hemelsnaam niet ook gewoon zelf beter van mogen worden?’

Blame it on the social media, maar we leven nu in een tijd waarin je er continu aan herinnerd wordt dat alles mogelijk en niets te gek is. Noem het egoïstisch, dat werken om te leven. Ik ben wel voorstander van dat uitgangspunt, ook – of misschien juist wel – in de zorg. Hulpverlenen is een nobel beroep, gekozen vanuit ons hart, maar waarom zou je daar in hemelsnaam niet ook gewoon zelf beter van mogen worden?

Sterker zijn

Millennials en Gen Z’ers vinden een heleboel aspecten belangrijk waarop het sociaal domein momenteel niet goed scoort. Jonge mensen willen zich niet meer naar de knoppen werken voor een ander, voor alleen een goed gevoel tegen een te hoge prijs. Het is te verwachten dat ook de sterkste schakel een keertje breekt.

Te vaak worden deze problemen nog op individueel niveau bekeken en moet jij sterker in je schoenen staan en leren loslaten, moet jij beter leren plannen, moet jij tevreden zijn. Het zou beter zijn om al die individuele issues te bekijken als een collectief probleem en als de uitkomst van een systeem dat niet meer bij te benen is.

Er moet iets gebeuren. We zijn het elkaar en de toekomst van het sociaal werk verplicht.

 

Reacties

We zijn benieuwd naar je mening!
Blijf hoffelijk, constructief en respectvol

 

Elke reactie wordt gemodereerd. Lees hier onze spelregels. Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.