Keer de piramide om
Voor verschillende experts is de financiering van de geestelijke gezondheidszorg in Vlaanderen een knelpunt. Inderdaad, er zijn te weinig middelen en die zijn dan nog eens ongelijk verdeeld. Psycholoog Roland Sinnaeve haalde in De Morgen terecht aan dat een verdeling waarin meer dan 80% van alle middelen naar de psychiatrische ziekenhuizen gaan en minder dan 5% naar ambulante zorg onhoudbaar is.
‘Residentiële zorg wordt overgefinancierd.’
Het zorglandschap laat zich samenvatten in de figuur van een omgekeerde piramide. Basiszorg wordt beperkt gefinancierd, gespecialiseerde en dure residentiële zorg worden overgefinancierd. Dit is trouwens volledig in strijd met de aanbevelingen van de Wereldgezondheidsorganisatie.
In deze budgettair moeilijke tijden is een omkering van deze foute verhouding een eerste stap naar een betere geestelijke gezondheidszorg. Iedereen weet dit. ‘De ziekenhuisdirecties en psychiaters beseffen dit. De betrokken ministers ook’, stelt Roland Sinnaeve. Waarom handelt men dan niet naar deze wijsheid?
Dus neen, beste ministers, we willen niet noodzakelijk meer geld maar wel een herverdeling van het huidige budget. Dit zou een wezenlijk verschil kunnen maken. Goede geestelijke gezondheidszorg is veel ruimer en meer divers dan enkel psychiatrische ziekenhuisbedden.
Ter plaatse trappelen
Met de fameuze “Gidsen” voor de hervorming van de geestelijke gezondheidszorg gaf de Interministeriële Conferentie een aanzet om de gewenste vermaatschappelijking van zorg te realiseren. Toch is iedereen het erover eens dat we ter plaatse trappelen. Incentives blijven achterwege, de onduidelijkheid over de einddoelstelling werkt remmend.
Vermaatschappelijking van zorg bereik je niet alleen door een beperkt aantal bedden buiten gebruik te stellen en te investeren in mobiele teams. We moeten daarnaast werk maken van een versterking van de eerstelijns geestelijke gezondheidszorg, van herstelgericht werken en ‘Community Care’ die gericht is op vergaande de-institutionalisering, empowerment, kracht- en contextgericht werken, vraagsturing en respijtzorg.
Trechter
Het zorglandschap moet evolueren naar een trechter. Breed aan de basis en smaller naarmate de zorg meer specialistisch en residentieel wordt.
Zo’n brede toegang wordt onder meer gerealiseerd door de eerstelijnspsychologen. Deze functie moet verder vindplaatsgericht worden uitgebouwd. Laat die eerstelijnspsychologische functie werken vanuit een multidisciplinaire setting, daar waar mensen al komen. Denk aan wijkgezondheidscentra, CAW, OCMW, huisartsenpraktijken, sociaal huis…
‘Vroegdetectie en vroeginterventie krijgen meer kans.’
Die eerstelijnspsychologische functie kan een generalistisch, kortdurend aanbod bieden. Indien goed uitgebouwd, kunnen ze korter op de bal spelen. Ernstige psychische problemen komen sneller aan het licht. Vroegdetectie en vroeginterventie krijgen meer kans.
Alle wetenschappelijke evidentie wijst erop dat – ook voor ernstige psychische problemen – “vroeg begonnen, half gewonnen is”. Een goed uitgebouwde vroege detectie zal er voor zorgen dat mensen meer gepaste zorg krijgen. Kortdurend en dichtbij voor mensen met milde psychische problemen. Een gerichte en snelle doorstroming naar meer gespecialiseerde zorg bij ernstige psychische en psychiatrische problemen.
En ja, in Vlaanderen is men in 2011 gestart met zes projecten. Helaas zijn dit zes jaar later nog steeds dezelfde projecten. Vlaanderen kijkt naar de federale overheid om een verdere uitbouw te financieren. Ons niet gelaten. Maar deze investering moet dringend gerealiseerd worden. De Centra voor Geestelijke Gezondheidszorg zijn alvast een bondgenoot en staan klaar met hun reeds opgebouwde expertise.
Terugbetaling
Sinds de erkenning van klinisch psychologen en orthopedagogen als autonome beroepsgroep wordt door velen reikhalzend uitgekeken naar de terugbetaling van psychologische zorg als dé oplossing. Een terugbetaling kan helpen in het toegankelijker en betaalbaarder maken van psychologische zorg. Maar het is geen mirakeloplossing.
‘De terugbetaling van psychische zorg is geen mirakeloplossing.’
Een terugbetalingsregeling moet in eerste instantie een middel zijn om de door ons bepleite vroegdetectie en vroeginterventie toegankelijk en betaalbaar te maken. Het moet vorm geven aan een ‘balanced care-model’, wetenschappelijk onderbouwd en breed toegankelijk aan de basis.
Er werd ondertussen voldoende aangetoond dat een louter prestatiegebonden terugbetalingssysteem meer nadelen dan voordelen heeft. Terugbetalingssystemen worden dus best zo opgezet dat ze samenwerking, multidisciplinair overleg, afstemming, intervisie en supervisie stimuleren. Terugbetaling wordt best ook gekoppeld aan voldoende kwaliteitsgaranties.
Herstelgericht werken
In het grote psychiatrierapport kwam het herhaaldelijk aan bod: de patiënt en zijn familie hebben te weinig inspraak. Het lijkt evident dat we moeten gaan naar een gelijkwaardigheid in de hulpverleningsrelatie en het herstelproces. De praktijk is minder evident.
‘De patiënt en zijn familie hebben te weinig inspraak.’
Herstelgericht werken omvat alle mogelijke activiteiten die anderen kunnen uitvoeren om het herstel bij een persoon te ondersteunen en te faciliteren. De omgeving van een patiënt speelt een cruciale rol bij het scheppen van de ruimte waarin dit herstelproces kan plaatsvinden. De cliënt is de sturende kracht.
Herstelgericht werken vergt een fundamentele cultuuromslag. Het vraagt durf om cliënten het roer in handen te geven bij beslissingen ten aanzien van de begeleiding en behandeling.Dröes, J. en Witsenburg, C. (2012), Herstel en rehabilitatie, Amsterdam, SWP.
Bovendien beantwoordt een herstelgerichte geestelijke gezondheidszorg beter aan de terechte vraag naar meer evidencebased werken. Wetenschappelijk onderzoek toont duidelijk aan dat hier overtuigende behandelresultaten kunnen worden gerealiseerd.
Durf te handelen!
Ria Van Den Heuvel van het Familieplatform Geestelijke Gezondheidszorg gaf in De Morgen toe dat er door individuen en organisaties veel inspanningen geleverd worden om de psychiatrie en geestelijke gezondheidszorg in Vlaanderen bij te sturen. Maar zij alleen krijgen de tanker (of piramide zo u wil) niet gekeerd.
‘Ministers moeten ook knopen doorhakken.’
Het principe van ‘bottom-up’ werken, zoals door de twee bevoegde ministers bepleit, is de meest aangewezen weg. Dat klopt. Maar op cruciale momenten moeten beleidsmakers ook knopen doorhakken, keuzes maken en daar consequent naar handelen.
De tijd van wachten op de goodwill van sommigen en het ‘organisch, van onderuit laten groeien’ is voorbij. Als Maggie De Block en Jo Vandeurzen effectief de nodige veranderingen willen bereiken, dan moeten ze dringend een versnelling hoger schakelen. Dit maakte dit Grote Psychiatrierapport met haar vele, soms schrijnende getuigenissen duidelijk.
Reacties [6]
Uit de lectuur van de verslagen, aanbevelingen en reacties van ervaringsdeskundigen – ik ben ook ‘ervaringsdeskundige ouder met een zeer pijnlijke ervaring”- blijkt telkens opnieuw dat “z.g. psychische” problemen minder “gepsychologiseerd” of gemedicaliseerd moeten worden en dus minder geïndividualiseerd, maar wel in-de-sociale-context en multidisciplinair moeten benaderd worden. Dat vraagt een grondige herdenking van de over- professionalisering van individuele diagnose en behandeling en een integratie van aandacht en zorg voor levensmoeilijkheden in alle leef- werk- en leercontexten. Onze maatschappij is zeer prestatiegericht en zeer individueel gericht, en dit vraagt een grondige heroriëntatie om ook de ‘gevoeligen’ en ‘creatieven’ en ‘bijzonderen” en “aparten” en ‘veeleisenden” – ieder van ons hoort wel ergens bij – een weldoende leefomgeving te laten ervaren. Hoe dit wel kan is uitvoerig al beschreven – bv in de Open Dialoog benadering en kwalitatieve relationele…
Vooral het werken in en met netwerken van de persoon en andere professionals kan zeer ondersteunend zijn, in de eerste plaats voor de familie van de cliënt, maar ook voor de cliënt zelf en op die manier bij uitbreiding voor de hele maatschappij. Er zijn lotgenotenverenigingen, netwerken ter ondersteuning van de familie met zeer goeie werking. Alleen zijn ze vaak te weinig gekend, waarschijnlijk omdat ze niet in het professionele (en dus dure) plaatje passen. Vaak zijn het vrijwilligers, ervaringsdeskundigen, met een lang traject en de passie en de kennis om het lot van psychisch kwetsbaren te verbeteren. We kunnen hier maar beter op inzetten…
Ik ben ervaringsdeskundige als moeder van een kind met een psychische problematiek., gedurende twintig jaar. Er worden dingen goed gedaan in de zorg en zoveel zaken die niet goed worden gedaan. Ikzelf heb een gevecht, een strijd moeten leveren , met instellingen,om met mijn zoon te staan waar ik nu sta. Wat het beste is voor hem! En dat is niet oké. Er dient echte samenwerking te zijn wat er eigenlijk niet is. Heb ik aan den lijve ondervonden. Er dient evenwaardigheid te zijn, openheid te zijn, maar niet in holle woorden wel in daden. Daar is werk
aan! Het punt waar wij nu staan is waar ik wilde staan. Een omkadering voor mijn kind met verschillende diensten , die hem op een menselijke manier zorg te geven en te ondersteunen en nu mag en kan ik zeggen zo hoort het te zijn , voor iedereen!
Ook wij merken in de praktijk dat veel vast loopt in huidige settings, werken vanuit de vraag en motivatie en van uit hun omgeving (thuis) geeft betere resultaten
Wij hebben in 1992 hulp gezocht en na het hele verhaal te lezen in de morgen moeten wij vaststellen dat er totaal niks is veranderd in de houding hoe ze omgaan met de patienten . Als ik lees dat een meisje in de isoleer cel wordt gestoken omdat ze hare gsm niet afgeeft wordt ik woedend Dit past toch niet meer in 2017 .
Aanbeveling 6: erken de kracht van maatschappelijk werkers in het CGG. Creëer ruimte voor brede vraagverheldering. Waardeer de trage weg om samen op weg te gaan met de hulpvrager. Bevorder het werken in en met netwerken van de persoon en andere professionals. Laat hen toe om aanwezig te zijn in de buurt, in wijken, thuis bij de hulpvrager.
Zeker lezen
Evi Hanssen: ‘Palliatieve zorgverleners zijn de vroedvrouwen van de dood’
‘Ik kan talloze voorbeelden geven van mensen die bij het Anderlechtse OCMW bot vangen’
Monsterbrouwsel Fentanyl: ‘Ik wil het niet zien, maar kan niet stoppen met kijken’
Functionele cookies Altijd actief
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies