Hoe belandden jullie bij dit vluchtelingenteam?
Naïma: Ik heb altijd met vluchtelingen of anderstaligen willen werken. Bij de opstart van dit vluchtelingenteam in 2016, solliciteerde ik op deze vacature van Centrum Algemeen Welzijnswerk De Kempen. Toen ik mocht starten, was dat een schot in de roos. Vlakbij huis, want ik ben zelf geboren en getogen in Turnhout. En de halftijdse job bood me ruimte om mijn studie orthopedagogie af te ronden.
“Het zijn vluchtelingen uit oorlogsgebieden.”
Chris: Ook ik woon in Turnhout en werk al langer als vrijwilligster bij multiculturele vrouwenvereniging Eva. Daar kom ik in contact met vrouwen van over de hele wereld. Ik vernam er dat het vluchtelingenteam op zoek was naar vrijwilligers. Ik voelde me meteen aangesproken. Ik wil mijn steentje bijdragen om het voor deze groep mensen hier meer leefbaar te maken.
Welke vluchtelingen komen hier over de vloer?
Naïma: Het zijn allemaal mensen uit oorlogsgebieden: Syrië, Irak, Afghanistan, Eritrea, Somalië of Libië. Na een gevaarlijke tocht van enkele maanden, stranden ze hier. In het begin zagen we vooral alleenstaande mannen. Vergis je niet. Vaak gaat het over hoogopgeleide en welgestelde mensen: docenten, artsen, advocaten, ingenieurs… Wie niet over de nodige middelen beschikt, zal hier niet geraken. Velen hopen nu om via gezinshereniging hun gezin veilig hier te krijgen.
Chris: Ons vluchtelingenbeleid toont hier meteen haar zwakte. Een groot deel van die hoogopgeleide en getalenteerde mensen doen werk waarvoor we zelf liever passen, helemaal onderaan de ladder. Willen ze hun diploma toch valoriseren, dan moeten ze hier meestal opnieuw een opleiding volgen. Dat is op dat moment een brug te ver. Ze zijn hier nog maar net gearriveerd en zitten nog in overleefmodus. Ze beheersen de taal nog niet en moeten nog heel wat trauma’s verwerken. Alle prioriteit ligt dan bij het vinden van een woonst.
Daarrond gaan jullie aan de slag?
Naïma: We zijn vooreerst een open huis dat mensen onthaalt in hun eigen taal. Als mensen een ‘hallo’ krijgen in hun taal gaan er meteen deuren open. Het vraagt veel organisatie om hier telkens iemand aanwezig te hebben die de juiste taal spreekt. Maar meestal lukt dat. Onze gevarieerde groep vrijwilligers speelt daarbij een sleutelrol. Mensen zijn hier de ganse dag welkom. De deur staat open. Ze hoeven vooraf geen afspraak te maken.
Wat gebeurt er na dat warme onthaal?
Chris: Als vrijwilligers spitsen we ons in de eerste plaats toe op het zoeken naar een huis. Ik ga met hen aan de computer zitten. We maken samen een lijst op van woningen die verhuurd worden. Soms heb ik zelf adressen bij die ik hier of daar gevonden heb. We bellen rond naar immokantoren en particuliere verhuurders om afspraken te versieren.
Lukt dat?
Chris: Je krijgt heel veel negatieve reacties, vooral van immokantoren. Vele doen zelfs de moeite niet meer om te luisteren. Veel verhuurders hebben vooraf al hun lijnen getrokken: geen vluchtelingen, geen mensen met een leefloon, geen mensen met een psychische kwetsbaarheid… Soms ga ik in discussie, maar even vaak ga ik niet langer in gesprek. Bepaalde immo’s bel ik zelfs niet meer.
“Je krijgt heel veel negatieve reacties.”
Naïma: Bovendien is het woonaanbod in Turnhout verzadigd. We moeten onze actieradius uitbreiden in de richting van meer landelijke gebieden. Maar vluchtelingen vinden dat niet leuk, die blijven liefst in Turnhout. Dat is ook logisch. Vaak verblijven ze hier al een tijdje.
Hoe komt dat?
Naïma: Vluchtelingen vragen eerst in Brussel asiel aan. In afwachting van hun asielprocedure en beslissing worden ze in een opvangcentrum of lokaal opvanginitiatief geplaatst. Waar ze vervolgens terechtkomen, hangt af van waar er plaats is. Komen ze in het asielcentrum van Arendonk terecht, dan is de kans groot dat ze vroeg of laat met ons in contact komen. Wij maken ons aanbod rond woonbegeleiding daar bekend. Zo kennen mensen ons wanneer ze het asielcentrum of lokaal opvanginitiatief verlaten. Eens iemand erkend is, krijgt hij maximaal vier maanden om een woning te zoeken. Erkende vluchtelingen staan onder druk om een woning te vinden. Die boodschap is dubbel: je verplicht hen om snel van iets werk te maken dat er vaak niet is.
Blijft het vrijwilligerswerk beperkt tot het contacteren van verhuurders?
Chris: Ik ga steeds meer mee naar afspraken met verhuurders. Dan kan je beter de achtergrond en de situatie uitleggen. Als een landbouwer in het landelijke Lichtaart een deel van zijn eigendom verhuurt, dan vraagt dat enige toelichting en bemiddeling in het Nederlands. Als we de situatie schetsen, zien verhuurders sneller de mens achter de vluchteling. Direct en begeleid contact doorprikt argwaan ten aanzien van vluchtelingen.
“Direct contact doorprikt argwaan.”
Eens er een huis is, lossen jullie het contact?
Naïma: Oorspronkelijk was het zoeken naar huisvesting onze hoofdtaak. Maar we stelden vast dat veel vragen en problemen pas opduiken zodra mensen een woning hebben. Dan start de echte woonbegeleiding. Als mensen dat willen, gaan we op huisbezoek, nemen we de administratie mee in handen, zoeken we een energieleverancier, leggen we mee de contacten met het OCMW of de huisbaas, bekijken we samen of het sorteren van huisvuil lukt… Onze cijfers tonen aan dat dit broodnodig is. We hebben afgelopen jaar gemiddeld 60 mensen per maand geholpen. De toestroom blijft groeien.
“De toestroom naar deze werking blijft groeien.”
Kan je deze werking, gezien die grote toestroom, onder controle houden?
Naïma: Er zullen steeds meer mensen gebruik maken van onze werking. Toch is onze toekomst heel onzeker. De middelen die we van de overheid krijgen, staan op de helling. En dan maak ik me zorgen over waar deze kwetsbare groep naartoe moet.
Een succesvolle werking dreigt te moeten sluiten?
Naïma: Minister van welzijn Jo Vandeurzen kwam in februari op bezoek en was enthousiast over onze aanpak. Hij beloofde naar middelen te zoeken maar heeft die nog niet gevonden. De kans bestaat dus dat we onze deuren moeten sluiten. Er dreigt veel menselijke en huiselijke warmte verloren gaan. De medewerkers van het team hebben ondertussen een relatie opgebouwd met de vluchtelingen en bouwden netwerken uit met relevante partners. Vanuit hun kennis en etnische achtergrond zijn ze belangrijke brugfiguren die veiligheid en vertrouwen creëren bij de vluchtelingen, twee essentiële randvoorwaarden in hun integratieproces. Als het project niet verlengd wordt, verdwijnt deze specifieke know-how. Dat is dus bang afwachten. Maar we verliezen de moed niet.
“De kans bestaat dat we onze deuren moeten sluiten.”
We verleggen de focus naar de vrijwilliger. Heeft die een duidelijk profiel?
Naïma: Het zijn allemaal geëngageerde mensen. Vier van de zeventien vrijwilligers hebben een Vlaamse achtergrond. De anderen zijn mensen die eerst bij ons onthaald en begeleid werden als vluchtelingen. Ze vonden snel hun weg in Vlaanderen en willen nu andere mensen helpen. De eigen ervaring met migratie helpt nieuwe mensen om de eerste stappen te zetten in onze complexe Belgische samenleving. Vaak is dat ook om in afwachting van werk iets om handen te hebben.
Chris: Deze zomer kwamen er enkele studenten helpen. Dat is tof. Het doorprikt de foute opinie dat de jeugd onverschillig is.
Kan je alle taken aan vrijwilligers toevertrouwen?
Chris: Samen met vluchtelingen een woning zoeken en hen daarin verder begeleiden, is een geknipte taak voor vrijwilligers. Maar via psychosociale begeleiding passend omgaan met traumatische oorlogservaringen, schudt een vrijwilliger niet zomaar uit zijn mouw. Daar heb je de nodige expertise voor nodig. Daar zou ik me nooit aan wagen. Wat niet wil zeggen dat ik niet zal luisteren als ik voel dat iemand in de put zit. Maar ik zal snel doorverwijzen naar een professional.
Naïma: Het takenpakket van vrijwilligers evolueert. Onthaal en woonbegeleiding groeiden uit tot de kerntaak van vrijwilligers. De coördinator van de vrijwilligerswerking organiseert regelmatig een overleg waar de invulling van de taken aan bod komt. Aan vrijwilligers wordt gevraagd wat ze zelf zien zitten. Ze kunnen dat dus bijsturen. Vrijwilligers maken daar ook gebruik van door aan te geven wat ze graag of minder graag doen, goed of minder goed kunnen.
“Talenten van vrijwilligers worden ingezet.”
Chris: Ik vind het daarbij positief dat de talenten van de vrijwilliger expliciet bevraagd en ingezet worden. We kunnen aangeven waar we denken iets te betekenen. Ik merk ook dat mijn takenpakket spontaan uitbreidt. Dat heeft te maken met het feit dat je de mensen beter leert kennen. Er groeit wederzijds vertrouwen. Naast de focus op woonst, komen dan andere dingen aan bod. Je gaat al eens mee naar het OCMW, naar het stadskantoor…
Geef je voor jezelf grenzen aan?
Chris: Dit engagement kan inderdaad grenzeloos worden. Het is niet de bedoeling dat het ten koste gaat van mezelf. Toch is het soms nodig om buiten de grenzen van woonbegeleiding activiteiten te doen. Woonbegeleiding kan heel frustrerend zijn omdat je op een krappe en kille huurmarkt vaak het deksel op de neus krijgt. Daarom ben ik hier een weggeefwinkel gestart. De dingen die mensen weggeven, komen terecht bij de vluchtelingen of mensen die in armoede leven. Dat combineert dan mooi met de vragen die ik me stel bij onze wegwerpmaatschappij.
Onbegrensd vrijwilligerswerk kan je emotioneel onderuithalen?
Chris: De wijze waarop we met vluchtelingen omgaan, confronteert mij heel scherp met de hardheid van onze samenleving. Dat vreet aan je hart. Een belangrijke beschermende factor is het bruisende leven in dit huis. Daar ligt voor velen de motor van hun engagement. Al is het hier een gewoon rijhuis, je komt hier een behoorlijk groot deel van de wereld tegen. En uiteindelijk zijn het allemaal mensen met de neuzen in de juiste richting. Iets betekenen voor iemand geeft veel voldoening.
“Ik ben een weggeefwinkel gestart.”
Vrijwilligers zijn ook goedkope werkkrachten.
Naima: Dit project was niet levensvatbaar zonder vrijwilligers, dat klopt. Maar er zijn ook andere redenen. Vrijwilligers bouwen de brug vanuit de lokale gemeenschap. Ze reiken een warme en onthalende hand, puur vanuit hun engagement voor de samenleving en deze mensen. Dat is heel krachtig en kan in moeilijke situaties het verschil maken.
Chris: Je kan niet omheen de vaststelling dat er overal meer vrijwilligers ingezet worden. Dat is een tendens die je niet los kan bekijken van bezuinigingen. Als de overheid de kraan toedraait, moeten organisaties creatief naar oplossingen zoeken door bijvoorbeeld vrijwilligers in te schakelen. Maar je kan het ook vanuit een ander perspectief zien. Als vrijwilliger vind ik voldoening in het werk dat ik doe zonder tijdsdruk. Ik vind een beter evenwicht in wat voor mij haalbaar is. Vrijwilligerswerk is een mooie oplossing om me verder te ontwikkelen.
Mensen worden hier onthaald in een warm nest. Staan ook scholen, werkgevers of ziekenhuizen met open armen op deze groep te wachten?
Chris: Ik heb het gevoel dat mensen in Turnhout overrompeld waren door de vluchtelingenstroom. Ze waren daar niet klaar voor. Er waren hier in de buurt twee asielcentra die elk minstens 500 mensen opvingen. Op korte termijn werden bewoners geconfronteerd met heel veel onbekende elementen: hoofddoeken, vreemde talen… Die verandering was heel zichtbaar in het straatbeeld. Je voelt dat mensen hierop niet voorbereid waren. Ze zijn onwetend en dus bang. Ze ontwikkelen vooral veel weerstand.
“Als vrijwilliger kan ik me verder ontwikkelen.”
Reageer je op die weerstand?
Chris: Pas nog ging ik in gesprek met een dame die zich in de Hema beklaagde over het feit dat het hier vol vreemden zit. Ik respecteer haar mening, maar zette er mijn ervaring naast. En je merkt dan toch dat mensen luisteren.
Je bent dus optimistisch?
Chris: Ja. Onze omgang met vluchtelingen zal in positieve zin evolueren. Als kinderen naar school gaan, groeien contacten tussen ouders. Die zullen bevestigen dat vluchtelingen ook maar gewone mensen zijn met een boeiend levensverhaal. We moeten geloven dat mensen niet bekrompen zijn. Als je mensen ontmoet en je merkt dat ze het beste voor hebben, als je je buren leert kennen als behulpzame mensen, dan zal je hen de hand reiken. De toekomst is positief.
Reacties [1]
“CHAPEAU”!
Zeker lezen
Evi Hanssen: ‘Palliatieve zorgverleners zijn de vroedvrouwen van de dood’
‘Ik kan talloze voorbeelden geven van mensen die bij het Anderlechtse OCMW bot vangen’
Monsterbrouwsel Fentanyl: ‘Ik wil het niet zien, maar kan niet stoppen met kijken’
Functionele cookies Altijd actief
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies