Tijdperk van migratie
Migratie is van alle tijden en plaatsen. Toch worden de 20ste en de 21ste eeuw vaak gezien als het ‘tijdperk van migratie’. Dat komt door de vele bewegingen van mensen door oorlog, natuurrampen, economische ongelijkheden en politieke conflicten. In 2007 leefden naar schatting 200 miljoen mensen, ongeveer 3% van de wereldbevolking buiten hun geboorteland.Adey, P. (2010), Mobility, London, RoutledgeHoewel het vertrek uit het thuisland in veel gevallen een gedwongen keuze is, getuigt de keuze voor een nieuwe start ook van een enorme veerkracht.
‘Migratie naar een ander land is voor velen een pijnlijk proces.’
Migratie naar een ander land verloopt voor sommige mensen zonder noemenswaardige moeilijkheden, voor vele anderen is dit wel een moeilijk en pijnlijk proces. Migratie kan leiden tot een gevoel van verlies van bijvoorbeeld familieleden, de rol die iemand in een familie speelde, zijn status in de maatschappij, het verlies van gewoonten, in veel gevallen het verlies van de taal. Mensen hebben ook heimwee naar het land van herkomst. Bovendien stemmen verwachtingen over het nieuwe ‘gastland’ vaak niet overeen met de werkelijkheid.
Trauma’s
Migranten die hun thuisland ontvluchtten, hebben dikwijls traumatische ervaringen. Onderzoek toont dat veel asielzoekers en vluchtelingen last hebben van psychische, sociale of somatische problemen. Dat heeft te maken met wat zij in het land van herkomst, dan wel tijdens hun vlucht doormaakten.Gerritsen, A.A.M. e.a. (2006), Psychische en lichamelijke gezondheidsproblemen van en gebruik van zorg door Afghaanse, Iraanse en Somalische asielzoekers en vluchtelingen, Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, 150, 1983–1989De onzekere verblijfsstatus, de (tot voor kort) lange asielprocedure en de soms moeilijke leefomstandigheden in het gastland hebben soms een cumulatief effect.
De onzekerheid en twijfel rond hun bestaansrecht hier kunnen leiden tot veelvuldig piekeren en tobben. Het kan zorgen voor de ontwikkeling of versterking van somatische aandoeningen. Bijna één op drie asielzoekers kampt met traumagerelateerde klachten, bij ongeveer 10% ontwikkelt zich na verloop van tijd een ernstige psychopathologie. Bijna 70% van de asielzoekers heeft bovendien last van één of meerdere chronische aandoeningen.Steel, Z. e.a. (2009), ‘Association of torture and other potentially traumatic events with mental health outcomes among populations exposed to mass conflict and displacement: a systematic review and meta-analysis’, The Journal of the American Medical Association, 302 (5), 537–549
Beperkt hulpaanbod
Deze bevindingen over het psychisch onwelzijn van vluchtelingen en asielzoekers staan in schril contrast tot het aanbod ‘psychosociale begeleiding’. Ondanks het feit dat het recht op een kwaliteitsvolle begeleiding, afgestemd op de individuele noden en behoeften, ingeschreven staat in de opvangwet van 2007,Art. 30: ‘De noodzakelijke psychologische begeleiding wordt aan de begunstigde van de opvang verzekerd’.is er in de opvangstructuren vaak een gebrek aan systematische psychosociale begeleiding.
‘Bijna één op drie asielzoekers kampt met traumagerelateerde klachten.’
Het Vlaams inburgeringsbeleid besteedt in ruime mate aandacht aan onderwijs, opleiding en tewerkstelling maar aan het welzijn wordt in vele gevallen voorbij gegaan.De Decker, K., Impens, J., Schrooten, M. en Verspreet, S. (2015), ‘Mind-Spring als vierde pijler bij inburgering: De ervaringen van bon’, Brussels Welzijnsnieuws, 36(208), 8–10.De welzijnssector heeft slechts een gedeeltelijk antwoord op de psychosociale noden van vluchtelingen en asielzoekers. De Centra Algemeen Welzijnswerk bieden ondersteuning op verschillende domeinen waarbij administratie en huisvesting vaak dringender zijn. De Centra voor Geestelijke Gezondheidszorg – zeker in de grootsteden – begeleiden wel vluchtelingen. Maar de lange wachtlijsten voor individuele hulpverlening, die voor iedereen gelden, zijn door het vaak tijdelijke verblijf van asielzoekers in een opvangcentrum extra problematisch.
Geen aansluiting
De hulpverlening vindt vaak moeilijk aansluiting bij etnisch-culturele minderheden die recent gemigreerd zijn, en vice versa.Impens, J. (2013), Mind-spring: Psycho-educatie voor en door vluchtelingen, in Willems, S. en Mertens, J. (Red.), Cahier welzijnsgids: Professioneel omgaan met diversiteit, Mechelen, Kluwer, 103–114; Schrooten, M., Geldof, D. en Withaeckx, S. (2015), Transmigration and urban social work: Towards a research agenda, European Journal of Social Work, gepubliceerd op 23.01.2015In gesprekken met het Steunpunt Algemeen Welzijnswerk en de Federatie van Centra Geestelijke Gezondheidszorg werd aangegeven dat deze laatste observaties soms ook gelden voor mensen uit etnisch-culturele minderheden die hier al langer zijn.
‘Hulpverleners hebben te weinig cultuursensitieve methodieken.’
Voor sommige mensen met een migratieachtergrond is het een taboe om rond psychische thema’s beroep te doen op hulpverlening. Mensen worden doorverwezen naar hulpverlening maar dagen niet op of haken na één of twee bezoeken af. Het is voor hulpverleners moeilijk om het vertrouwen te winnen. Hulpverleners in de geestelijke gezondheidszorg hebben regelmatig het gevoel dat wanneer zij asielzoekers wel bereiken, dit meestal om de sterkere mensen gaat. Mensen die met een goede cursus over stressklachten en een uitgebreider sociaal netwerk al geholpen zijn.
Hulpverleners geven aan dat ze te weinig cultuursensitieve methodieken hebben. Voor veel hulpverleners blijft de doelgroep van vluchtelingen en mensen met een migratiegeschiedenis vrij onbekend. Weinigen onder hen zijn bekend met de psychische dynamiek van een migratieproces. Culturele verschillen, andere referentiekaders, de complexiteit van de leefwereld, het hanteren van andere opvoedingsstijlen en verschillen in gezinsstructuren, de noodzaak om te werken met tolken verhogen bovendien de handelingsverlegenheid bij hulpverleners. Onderzoek toonde al aan dat hulp- en zorgverleners zich vaak onvoldoende uitgerust voelen om met doelgroepen als asielzoekers en vluchtelingen te werken.O’Donnell, C. A., e.a. (2007), ‘They think we’re OK and we’re not’. A qualitative study of asylum seekers’ acces, knowledge and views to health care in the UK’, BMC Health Services Research, 7, 75.Verder onderzoek wees uit dat dit ook het geval is voor etnisch-culturele minderheden die verschillende vormen van armoede cumuleren.Van Robaeys, B., Geerts, L. en Balli, S. (2014), Verbinden vanuit diversiteit: Krachtgericht werken in een context van armoede en culturele diversiteit, Leuven, LannooCampus.
Mind-Spring
Als antwoord op de geschetste uitdagingen ging het Oriëntatiepunt Gezondheidszorg, een dienst van ODiCe, op zoek naar een good practice. Het Nederlandse psycho-educatieprogramma ‘Mind-Spring’ werd in 2008 uitgenodigd op een studiedag. In 2009 besliste een aantal organisaties om het programma te vertalen naar Vlaanderen. Na dit eerste pilootjaar dienden enkele integratiecentra een driejarig project in bij het Europees Vluchtelingenfonds. Dat project eindigde eind vorig jaar.
‘Mind-Spring is psycho-educatie voor vluchtelingen en asielzoekers.’
Mind-Spring is een psycho-educatieprogramma dat initieel werd ontwikkeld voor vluchtelingen en asielzoekers. Psycho-educatie is een preventieve benadering waarbij de deelnemers op interactieve wijze informatie krijgen en vaardigheden aanleren. Het herstel van het evenwicht tussen draagkracht en draaglast is de rode draad.
Bedoeling is dat deelnemers meer inzicht krijgen in het ontstaan en het verloop van spanningsklachten. Ze leren hoe ze deze kunnen verminderen. Door adequatere coping krijgen vluchtelingen en asielzoekers meer controle over hun situatie. Een positief toekomstperspectief en het verwerken van specifieke problemen staan centraal tijdens groepsbijeenkomsten. Thema’s die aan bod komen zijn omgaan met stress, omgaan met verlies en rouw, hoe word ik wie ik wil zijn… Een gelijkaardig traject, Mind-Spring-Junior, werd in 2013 ontwikkeld voor minderjarigen.
Brede doelgroep
De thema’s die Mind-Spring aanraakt, zijn niet alleen interessant voor vluchtelingen en asielzoekers, maar ook voor mensen met een recente migratiegeschiedenis. In 2014 werd de doelgroep daarom uitgebreid. Andere partners sprongen lokaal of regionaal mee op de kar: enkele onthaalbureaus voor inburgering, een paar OCMW’s, een zelforganisatie, enkele Okanscholen…
‘De trainer is een ervaringsdeskundige.’
Typisch voor Mind-Spring is dat het volledige educatief traject begeleid wordt door een trainer en een co-begeleider. De trainer is altijd een ervaringsdeskundige met een asiel- of vluchtelingengeschiedenis, de co-begeleider een hulpverlener uit de reguliere hulpverlening.
De cursus wordt gegeven in de eigen of een contacttaal van de deelnemers. Dit maakt alles zeer toegankelijk. Het vergemakkelijkt ook het genuanceerd praten over gevoelige onderwerpen zoals rouw, emoties en toekomst. Ook de (h)erkenning die ze krijgen van de trainer, iemand uit dezelfde cultuur, met zelf een migratie- of vluchtverhaal en met dezelfde taalachtergrond bleek een belangrijke succesfactor. De keuze voor de taal van de deelnemers betekende wel dat er altijd een tolk aanwezig was.
Ervaringsdeskundigen
De trainers, ‘ervaringsdeskundigen’, krijgen vooraf een tiendaagse opleiding. Om als trainer aan de slag te gaan, moeten ze de eigen migratiegeschiedenis verwerkt hebben. Ze delen met de deelnemers de geschiedenis als migrant en zijn deskundig om die ervaring voor zichzelf en anderen een plaats te geven. Ze zijn gefocust op de specifieke thema’s van Mind-Spring.
‘Ervaringsdeskundigen hebben een belangrijke meerwaarde.’
De ervaringsdeskundigen binnen Mind-Spring zijn dus niet vergelijkbaar met bijvoorbeeld de ervaringsdeskundigen in de armoede en sociale uitsluiting. Zij volgen een driejarige opleiding waarbij mensen worden gevormd om met veel meer verschillende thema’s aan de slag te gaan. Het Mind-Spring programma voor trainers is eerder een ‘train-the-trainer’ in een bepaald domein van de hulpverlening.
Binnen de geestelijke gezondheidszorg zijn er vergelijkbare programma’s, onder andere in de drughulpverlening waar ex-verslaafden functioneren als buddy voor andere (ex-)gebruikers.
Meerwaarde
Al deze programma’s met ervaringsdeskundigen hebben een belangrijke meerwaarde om de kloof tussen hulp- en dienstverlening, zorg en cliënten, te verkleinen. Over het werken met ervaringsdeskundigen zijn hulpverleners het dan ook unaniem eens: voor de eigen praktijk vormt dit een grote meerwaarde.
Ervaringsdeskundigen werken drempelverlagend, ze slaan een brug tussen hulpverleners en cliënten die men anders niet of moeilijk bereikt. Doordat hulpverleners zien hoe waardevol het is voor mensen om in de eigen taal over emoties en gedachten te spreken, stijgt ook de motivatie om als hulpverlener te werken met tolken.
‘Ervaringsdeskundigen werken drempels weg.’
Voor deelnemers aan het traject van Mind-Spring is de aanwezigheid van een ervaringsdeskundige, in duo met de meestal Vlaamse co-begeleider een verrijking. Drempels en taboes over hulpverlening worden weggewerkt. Deelnemers krijgen zicht op de functie van sociaal werkers en psychologen. Ze maken kennis met voorzieningen die hen kunnen helpen. De culturele kloof tussen de groep en de co-begeleider verkleint, stereotypen en vooroordelen worden doorbroken. De co-begeleider krijgt tijdens de groepssessies tools aangereikt die hij kan inzetten in zijn individueel begeleidingswerk.
Deelnemers ervaren de cursus als teken dat de nieuwe samenleving bekommerd is om hun welzijn en welbevinden. Alleen dat al is van onschatbare waarde. De ervaringsdeskundigen kunnen een rolmodel zijn voor nieuwe asielzoekers en andere migranten.
Spectaculair
Een co-begeleider aan het woord over wat hij het succes vindt van Mind-Spring: “Het feit dat de asielzoeker, vluchteling, nieuwkomer, de mens zonder wettig verblijf centraal staat. Misschien vreemd om te zeggen maar ik merk dat mensen vooral last hebben van het niet gehoord en gezien worden door deze samenleving; dit zowel in het verdriet en de pijn als in hun krachten en mogelijkheden. Het feit dat binnen de sessies zowel aandacht is voor de lasten als de krachten en mensen hier uiting en uitdrukking aan mogen geven zonder dat iemand hen op de beperkingen wijst, vormt één van de succesfactoren.”
‘Het resultaat van de gesprekken was spectaculair.’
Dat succes blijkt ook uit de impact van de trainers in andere contexten. Een aantal trainers deed vorig jaar gesprekken met een klein groepje bewoners van een Lokaal Opvang Initiatief bij wie begeleiders zeer veel psychosomatische klachten hadden opgemerkt. De bewoners hadden weinig vertrouwen in de medewerkers en hulpverleners. Het resultaat van de gesprekken was spectaculair. Na drie gesprekken met de trainer verminderden hun klachten. Verdere hulpverlening werd mogelijk. Andere trainers deden babbelmomenten met nieuwkomers om het taboe op hulpverlening te doorbreken.
De toekomst
De initiatiefnemers van het project Mind-Spring kregen ondertussen vragen over de mogelijkheid om trainers met een andere etnisch-culturele achtergrond in te schakelen. Het gaat dan om programma’s en trajecten waarbij hulpverleners ervaren dat ze moeilijk cliënten met een migratieachtergrond bereiken. Of dat het hulpverleningsaanbod onvoldoende aansluit bij het discours, denkbeelden, levenswijzen en opvoedingsstijl van deze nieuwe groepen. De vraag naar parallelle programma’s voor depressie bij ouderlingen en opvoedingsondersteuning lag al meermaals op tafel.
Door Mind-Spring ervaren deelnemers steun en (h)erkenning, ze krijgen inzicht in psychische processen, leren wat hun mogelijkheden zijn, leren met problemen om te gaan en haalbare doelen te stellen. Deelnemers kunnen hun stressklachten reduceren, oefenen met het gebruik van ontspanningtechnieken en leren uit de ervaring van anderen. Mind-Spring zorgt voor een extra hulpaanbod en verlaagt de drempel naar welzijnsvoorzieningen.
Mind-Spring heeft zijn waarde aangetoond. Het nieuwe Vlaams Agentschap Integratie en Inburgering moet beslissen of het de ondersteuning voor psycho-educatie voor asielzoekers, vluchtelingen en mensen met een migratiegeschiedenis voor de toekomst kan verankeren. De zoektocht naar middelen en verankering is nog volop aan de gang. Er is nood aan een structurele inbedding.
Reacties [1]
Beste
Mind-Spring is een waardevol initiatief, ik zou heel graag een trainer worden en vorming kunnen geven aan asielzoekers en migranten in het algemeen.
Met vriendelijke groeten
Zeker lezen
Evi Hanssen: ‘Palliatieve zorgverleners zijn de vroedvrouwen van de dood’
‘Ik kan talloze voorbeelden geven van mensen die bij het Anderlechtse OCMW bot vangen’
Monsterbrouwsel Fentanyl: ‘Ik wil het niet zien, maar kan niet stoppen met kijken’
Functionele cookies Altijd actief
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies