De strijd
De aanpak van intrafamiliaal geweld is de laatste jaren in een stroomversnelling geraakt. Ook in Vlaanderen onstonden er innovatieve projecten zoals het Protocol van Moed en CO3. Ze bewezen dat samenwerking tussen hulpverlening en veiligheid niet alleen mogelijk was, maar ook beloftevolle resultaten opleverde.Roevens E. en Aertsen I. (2013), Onderzoek naar de effecten van ketensamenwerking binnen het CO3-project. Onderzoek naar de casuïstiek van intrafamiliaal geweld, Leuven, LINC – KULeuven; Op de Beeck. H en Put. J. (2014), Het ‘Protocol van Moed’ getoetst, Leuven, LINC – KULeuven.
Er werd een cultuurbreuk gerealiseerd. In situaties van huiselijk geweld is samenwerken nu het uitgangspunt.
‘De aanpak van huiselijk geweld blijft complex.’
Toch moeten we geen victorie kraaien. De strijd is niet gestreden. Integendeel. Een onderzoek door het Verwey-Jonkerinstituut in de vier grote Nederlandse steden drukt ons met de neus op de feiten.Tierolf, B., Lünneman, K. en Steketee, M. (2014), Doorbreken geweldspatroon vraagt gespecialiseerde hulp. Onderzoek naar effectiviteit van de aanpak huiselijk geweld in de G4, Utrecht, Verwey-Jonker Instituut.De aanpak van huiselijk geweld blijft complex. Een paar citaten.
“De aanpak huiselijk geweld is niet effectief genoeg voor gezinnen waarin langdurig en veelvuldig ernstig partnergeweld voorkomt. Hoewel het psychische en fysieke geweld is verminderd, is het aantal gezinnen waar kinderen opgroeien met geweld nog steeds onaanvaardbaar hoog. De helft van de respondenten zegt dat de partner na anderhalf jaar nog steeds fysiek gewelddadig is.”
“Er is duidelijk een afname van geweld, en deze is sterker bij de groep die wel hulp heeft ontvangen dan bij de groep die geen hulp kreeg. Toch is er meer nodig om het geweldpatroon duurzaam te doorbreken. Het doorbreken van een langdurig geweldspatroon kan alleen met gespecialiseerde professionals die expertise hebben van geweldsdynamiek tussen partners en weten hoe macht en controle in relaties een rol spelen, ook als de partners uit elkaar zijn.”
CO3
De intensieve samenwerking in Antwerpen tussen hulpverlening, politie en parket kwam er niet zo maar. Het duurde ettelijke jaren en verschillende initiatieven om diensten bewust te maken dat de bestaande aanpak van intrafamiliaal geweld onvoldoende was.
Binnen het arrondissement Antwerpen worden er jaarlijks duizenden incidenten geregistreerd die gerelateerd zijn aan geweld binnen de intrafamiliale sfeer.Franck P. (2013), Community report Antwerp, Daphne-project, Brussel, European Commission.Door de complexiteit van de problematiek en een veelvoud aan mogelijke oorzaken zijn verschillende organisaties, op verschillende gezinsleden (vader, moeder, kinderen) betrokken.
‘Gemiddeld waren er zes diensten actief in één gezin.’
Een casusonderzoek, waarbij 45 casussen werden onderzocht, toonde aan dat in de stad Antwerpen 48 verschillende diensten betrokken warenInflecto BV (2010), Intrafamiliaal geweld in casu, rapportage casusonderzoek, Antwerpen- Nieuwerkerk aan Den IJssel, Inflecto BV.bij situaties van intrafamiliaal geweld. Gemiddeld waren er zes diensten actief in één gezin, zonder afstemming of gezamenlijk kader.
De resultaten van dit casusonderzoek waren voor de provincie, stad en parket de katalysator om samen een ketenaanpak op te starten. Dit resulteerde in CO3.
Ketenaanpak
CO3 staat voor Cliëntcentrale Organisatie. Drie domeinen zijn binnen CO3 actief: het lokaal bestuur, veiligheid (politie en parket) en hulpverlening (CAW, CGG…). Het is een samenwerkingsverband waarbij diensten hun activiteiten afstemmen op een gezamenlijk doel: het stoppen van intrafamiliaal geweld, het voorkomen van herhaling en het vergroten van de beschermende factoren in cliëntsystemen.
Doelgroep zijn gezinnen met een complexe leefsituatie, waar de veiligheid van slachtoffers in het gedrang is en waar hulp- en dienstverlening moeizaam opstart. Kortom, gezinnen waar een gecombineerde aanpak noodzakelijk is.
‘Het geweld moet stoppen.’
De afstemming van die activiteiten gebeurt via een zogenaamde ketenaanpak.Goedee J. en Entken A., (2008), (Ont)keten. Implementeren van werken in ketens, Den Haag, Boom Lemma UitgeversHet woord ‘keten’ wijst op de aaneenschakeling van opeenvolgende werkprocessen, waarbij medewerkers van verschillende organisaties een bijdrage leveren die leiden tot een gewenst eindresultaat. Dit resultaat is afgestemd op de vraag van het cliëntsysteem.
Men spreekt soms ook van een ‘procesketen’. Het gaat hier per definitie niet om een opeenvolging van afzonderlijke organisaties, wel om het geheel van gezamenlijke werkafspraken.
Proces
Het doel van ‘onthaal & intake’ is om alle signalen van een mogelijke intrafamiliaal geweldproblematiek te screenen op gevaar, indien nodig crisisinterventies uit te voeren om het gevaar af te wenden en gepast door te verwijzen. Dit is de reguliere taak van heel wat organisaties en staat op zich los van de werking van CO3.
Na een aanmelding bij CO3, dat besproken wordt met de cliënten, wordt in het deelproces ‘dossiervorming & analyse’ aanvullende informatie verzameld over het cliëntsysteem. CO3 maakt afspraken om de veiligheid van slachtoffers te garanderen. Daarnaast volgt er een analyse om een inschatting te maken van de problemen die zich binnen een cliëntsysteem voordoen.
Die analyse is er ter voorbereiding op ‘weging & kwalificatie’. Het doel van dit deelproces is om de dossiers te wegen (Welke ernst van de problematiek?), te kwalificeren (Welke problemen?) en te prioriteren (Hoe urgent om in te grijpen?). Hiervoor komt een weegploeg elke twee weken samen. Zij stellen een globaal plan van aanpak op met doelstellingen, mogelijke acties en uitvoerders.
Vervolgens wordt uit één van de ketenpartners een casusregisseur aangeduid. Deze regisseur krijgt het mandaat om dit plan van aanpak verder in te vullen en te coördineren.
In het deelproces ‘uitvoering’ worden de interventies uitgevoerd, gemonitord, gecoördineerd en bijgestuurd op basis van de beoogde resultaten voor het cliëntsysteem. Tijdens de laatste fase worden de effecten geëvalueerd en bekijkt CO3 hoe de samenwerking tussen de verschillende ketenpartners is verlopen.
Family Justice Center
Voor de meest complexe IFG-casuïstiek is er dus een intensieve samenwerking tussen hulpverlening, politie en parket. CO3 is anno 2015 een geborgde ketensamenwerking die een significante meerwaarde is voor cliënten en samenwerkende partnerorganisaties.
De vraag is of de ontwikkeling daarmee stopt? Is er nog winst te behalen voor gezinnen die te lijden hebben onder intrafamiliaal geweld, maar niet thuishoren bij de doelgroep van CO3? De partners van CO3 zeggen alvast ja, en schuiven het Family Justice Center naar voor als model.In enge zin is CO3 al een Family Justice Center, maar er ontbreken toch een aantal elementen – zoals de ontvangst van slachtoffers – om volwaardig onder die noemer te vallen.
Geïntegreerde aanpak
Binnen een Family Justice Center werkt een multidisciplinair team van professionals aan een geïntegreerde aanpak. Een slachtoffer van intrafamiliaal geweld meldt zich bij het centrum en vindt daar alle diensten onder één dak: politie, justitie, algemeen welzijnswerk, geestelijke gezondheidszorg, jongerenhulpverlening, advocatuur en artsen.
‘Alle diensten onder één dak.’
Vanuit het verhaal van het slachtoffer wordt een gezamenlijk dossier opgebouwd, samen met verschillende diensten een traject uitgezet en een casemanager aangesteld. Alle hulp gebeurt ter plaatse.
Ook het overleg tussen zorg en veiligheid vindt plaats in datzelfde centrum. Het justitieel traject loopt in voortdurende afstemming met het hulpverleningstraject. Verschillende levensdomeinen worden betrokken: medische zorg, huisvesting, opvoedingsondersteuning, juridische hulp en schuldbemiddeling. Doorverwijzing is niet nodig daar quasi alle diensten in huis vertegenwoordigd zijn.
Het grote voordeel voor de cliënt is duidelijke communicatie en een aanpak waarbij iedereen kort op de bal speelt, ook bij veranderende omstandigheden.
Het eerste Family Justice Center werd opgericht in 2002 in de Amerikaanse stad San Diego. Sindsdien zijn er zo’n 200 centra bijgekomen. Ook in Canada, Mexico en Jordanië bestaat dit model.
De Family Justice Centers nemen heel diverse verschijningsvormen aan, vaak afhankelijk of het centrum geleid wordt door een overheidsdienst of een niet-gouvernementele organisatie.
Europese ontwikkeling
Onder impuls van het Nederlandse adviesbureau MOVISIE liep in de periode 2013 – 2014 een project waaraan Antwerpen, Tilburg, Berlijn, Warschau, Milaan, Venlo en Derry deelnamen. Doel van het project was om in elke deelnemende stad een Family Justice Center op te starten.Los hiervan kwamen er in Croydon, Londen en Malmö al dergelijke multidisciplinaire centra van de grond.
Ook in Europa zien we verschillen tussen de centra. In Antwerpen en Tilburg ontwikkelde de idee voor een Family Justice Center uit bestaande samenwerkingsverbanden, respectievelijk CO3 en het Veiligheids- en Zorghuis. De coördinatie ligt in de twee steden bij de lokale overheid. Op andere plaatsen staan er particuliere organisaties aan het stuur, in de praktijk kennen deze een moeilijker groeiproces.
‘De coördinatie in Antwerpen ligt bij de lokale overheid.’
Om het initiatief niet te laten verwateren besloten de Daphne-partners om een European Family Justice Center Alliance op te richten. Dit netwerk wil de samenwerking verder zetten, expertise en ideeën uitwisselen en gezamenlijke producten ontwikkelen.
In de missieverklaring van dit Europees netwerk lezen we: “Een Family Justice Center is een multidisciplinair dienstencentrum dat meerdere openbare en private agentschappen overkoepelt. Deze agentschappen duiden medewerkers aan om vanuit een bepaalde locatie dienstverlening te bieden aan slachtoffers en hun families van huiselijk geweld.”
“Het doel van een Family Justice Center bestaat erin slachtoffers van huiselijk geweld toegang te verschaffen tot alle noodzakelijke diensten om hun veiligheid te garanderen en om de aansprakelijkheid van de daders te verhogen. Een Family Justice Center werkt vanuit één bepaalde locatie om het aantal keren te beperken dat slachtoffers hun verhaal moeten vertellen, het aantal plaatsen waar slachtoffers naartoe moeten terug te schroeven, om de samenwerking en een gemeenschappelijke aanpak van de verschillende agentschappen te bevorderen en om de toegang tot diensten en ondersteuning voor slachtoffers en hun kinderen te vereenvoudigen.”
Focus op slachtoffer?
Het valt op dat de Angelsaksisch getinte Family Justice Centers gericht zijn op het verlenen van adequate hulp- en dienstverlening aan slachtoffers. Een Family Justice Center stelt slachtoffers centraal en bevordert via empowerment hun autonomie. Hulp is altijd gericht op het verhogen van de veiligheid.
Ook binnen het Daphne-project stelden we vast dat hoe verder west- en oostwaarts we trokken, hoe meer er zwart-wit wordt gedacht en voor daders (mannen eigenlijk) alleen de repressieve kaart wordt getrokken.
‘Vlaanderen focust op slachtoffer en dader.’
In Vlaanderen en Nederland zien we dit anders. Wij focussen op slachtoffer en dader. CO3 maakte bewust de keuze om naar heel het gezin of cliëntsysteem te kijken. CO3 bieden ook aan daders, naast het onafhankelijke justitiële traject, hulp- en dienstverlening. De ervaring leert trouwens dat het onderscheid tussen pleger en slachtoffer niet altijd zo duidelijk is.
Samenvloeien
CO3 en het Family Justice Center zijn allebei intensieve samenwerkingsvormen, waarbij de vraag rijst waar het één eindigt en het ander begint? Een denkoefening gaf een beeld van hoe een Family Justice Center er in Antwerpen zou kunnen uitzien.
“Het Family Justice Center Antwerpen in zijn meest volwassen vorm zou kunnen bestaan uit één gebouw. Op de eerste verdieping zijn verschillende zorg- en hulpverleningsdiensten gevestigd, op de tweede verdieping politie- en justitiepartners, en op de derde verdieping CO3. Dit lijkt in eerste oogopslag dubbelop, want in CO3 zijn al die diensten reeds vertegenwoordigd. Het gaat hier echter om verschillende routes die een cliënt kan bewandelen. Afhankelijk van de complexiteit van de casuïstiek vindt er samenwerking plaats tussen diensten. Bij de meest complexe casuïstiek gaat het naar de derde verdieping: CO3. Bij minder complexe casuïstiek blijft het op de eerste twee verdiepingen. De instroom van cliënten kan via alle domeinen plaatsvinden.”De Jong, R. (2014), FJCA Strategisch borgingsplan, intern werkdocument.
Het Zweedse Family Justice Center ‘Project Karin’ in Malmö maakt gebruik van dergelijke verdiepingen.
Het toekomstige Family Justice Center Antwerpen zou een veel bredere samenwerking kunnen zijn dan CO3. CO3 is en blijft er voor de zware situaties. CO3 wordt in de toekomst een samenwerking binnen een samenwerking. En dat onder één dak.
Iedere casus een eigen aanpak
Figuur 2 toont de samenhang tussen het type aanpak en het type casuïstiek. Afhankelijk van de complexiteit van de casuïstiek is er behoefte aan een bepaalde intensiteit van samenwerking tussen organisaties met eenzelfde maatschappelijke opdracht.
Bij intrafamiliaal geweld wordt de complexiteit van casuïstiek gedefinieerd op basis van het risico op toekomstig geweld (van laag naar hoog) en problematiek (van enkelvoudig naar meervoudig) op meerdere leefdomeinen: huisvesting, financiën, sociaal functioneren, lichamelijk functioneren, praktisch functioneren, zingeving, dagbesteding en opvoeding.
CO3 bevindt zich in vlak D. Onze wens is om rondom de ervaringen van CO3 een breder Family Justice Center Antwerpen op te starten die ook vlakken B en C omvat. Vlak A blijft de verantwoordelijkheid van de bestaande, reguliere hulpverlening.
2018
Samenwerken is de norm, daar bestaat geen twijfel over. De uitdaging is nu om zowel voor cliënten als betrokken partnerorganisaties de best mogelijk samenwerkingsvorm te vinden.
‘Samenwerken is de norm.’
Hierbij wordt snel duidelijk dat een multidisciplinaire aanpak vooral kans van slagen heeft als er wordt doorontwikkeld tot een geïntegreerde aanpak. Dat is een aanpak waarbij de verschillende acties vanuit de betrokken diensten daadwerkelijk op elkaar worden afgestemd, zowel op procesniveau als op niveau van de individuele casussen.
Er bestaan diverse projecten en modellen die hieraan tegemoet komen. De voorbije jaren was de ketenaanpak daarbij vaak leidinggevend. Dat deze aanpak succesvol kan zijn, is inmiddels bewezen. Toch moeten we opletten dat het middel (de keten) niet belangrijker wordt dan het doel.
Niet alle gevallen van intrafamiliaal geweld hebben nood aan dergelijke intensieve aanpak. Hoe minder, hoe beter. Een meer preventieve aanpak blijft immers efficiënter en effectiever. Een Family Justice Center dat zijn merites in het buitenland bewezen heeft, sluit hierop aan. Het is een ‘best practice’ zodat we meer en vooral in een vroeger stadium plegers en slachtoffers van intrafamiliaal geweld kunnen helpen. Daar is het ons om te doen.
In januari 2018 wil CO3, als bestaand samenwerkingverband voor de meest complexe IFG-casuïstiek, een onderdeel zijn van de werking van een partnerbreed Antwerps Family Justice Center. Ons toekomstbeeld.
Reacties [2]
http://www.marysjabbens.nl/blog/mijn-vrouw-wilde-mij-vermoorden/
Blockx Tony
Interessant betoog, maar hoe past dit in de hervorming van de Vredegerechten en hoe beperk je het risico dat overheden boetes gaan uitdelen zonder een eerlijk proces?
Geïntegreerde aanpak is een modewoord en meestal komt er weinig van in huis omdat de territoriumdriften te fel zijn. Wie is scheidsrechter? De familierechter zoals in de VS?
In welke mate zullen de slachtoffers de hulpverleners als betweters en bemoeials beschouwen en kunnen de hulpverleners ook hun paternalistische neigingen onderdrukken?
Wat te doen met fundamentele culturele verschillen? Tenslotte is dit bij uitstek een voorbeeld van onze huidige waarden en kan je op je klompen aanvoelen dat hier een boel beroepsdogooders zich gaan profileren om het geheel te demoniseren zodra waarden botsen.
Zeker lezen
Evi Hanssen: ‘Palliatieve zorgverleners zijn de vroedvrouwen van de dood’
‘Sociaal werk zal meer politiek worden’
Impact van migratie op mentaal welzijn: ‘Kinderen dragen littekens van hun ouders’
Functionele cookies Always active
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies