Eerste contact met psychiatrie
In het voorjaar van 2020, bij de start van de coronacrisis, werd ik gediagnostiseerd met een bipolaire stoornis. Eenvoudig gezegd is dat een stemmingsstoornis waarbij depressieve en manische episodes elkaar afwisselen, maar variaties zijn mogelijk waarbij de één of de andere episode meer naar voren treedt.
‘Daar zat ik dan, op een gesloten afdeling, niet wetende hoe lang het zou duren of wat ik kon verwachten.’
Na een psychose werd ik met spoed opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis in Limburg, waar ik nog vaak zou terugkeren. Dat gebeurde allemaal heel snel en zonder goede communicatie met mijn ouders.
Zelf wist ik ook niet wat er ging gebeuren. Het was mijn eerste contact met de psychiatrie. Plots zat ik in een ambulance en werd ik van een Psychiatrische Afdeling van een Algemeen Ziekenhuis (PAAZ) overgebracht naar een psychiatrisch ziekenhuis. Er werd geen toelichting gegeven door de hulpverleners, er werd me niets gezegd over wat er zou volgen.
Gesloten afdeling
Eenmaal aangekomen in het psychiatrisch ziekenhuis, wilde ik er al snel weer vertrekken. Maar dat ging blijkbaar niet zomaar. Het parket had al een vrijheidsbeperkende maatregel genomen, of althans gevraagd aan de bevoegde vrederechter om een gedwongen opname (collocatie) te treffen.
Daar zat ik dan, op een gesloten afdeling, niet wetende hoe lang het zou duren of wat ik kon verwachten. Mede door de strenge coronamaatregelen waren de bezoekmogelijkheden zeer beperkt. Nooit had ik me voor ogen kunnen houden dat dit nog maar het begin was van een lange weg binnen de psychiatrie.
Te hoge dosis antipsychotica
Om de stemming te stabiliseren, bestaat er een heel gamma aan geneesmiddelen. Het meest bekende is lithium. Het komt ook voor dat patiënten psychotisch worden. Daarom wordt er vaak sterk ingezet op antipsychotica. Ook bij mij werd er gezocht naar de ‘juiste’ combinatie van medicatie en dat verliep niet altijd even vlot.
‘Ik begon troebel te zien, was hard aan het trillen en kon me amper rechtop houden.’
Het gebeurde dat ik een te hoge dosis antipsychotica kreeg waardoor ik amper kon functioneren en feitelijk werd gereduceerd tot een kamerplant. Ik herinner me nog goed dat ik in de zomer van 2020 troebel begon te zien, hard aan het trillen was en me amper rechtop kon houden. Dat waren slechts enkele hevige bijwerkingen van een te hoge dosis van het antipsychoticum Invega.
Desondanks werd ik in deze toestand ontslagen uit het ziekenhuis, weliswaar onder nazorgvoorwaarden.
Al te vaak en al te snel medicatie
Begrijp me niet verkeerd: ik ben altijd voorstander geweest om zo snel mogelijk het ziekenhuis te verlaten. Alleen was het niet verantwoord om mij in deze toestand te laten vertrekken. Naar mijn mening ontliep het ziekenhuis hier zijn basistaak, namelijk de patiënt kwaliteitsvolle zorg verlenen en hem zo goed mogelijk voorbereiden op een leven na de opname.
Ik ben intussen overgeschakeld naar een andere combinatie van medicatie, maar de vermoeidheid en het laag energieniveau blijven aanwezig. Ik pleit daarom graag tegen een té gemedicaliseerde aanpak van sommige psychische aandoeningen.
Al te vaak en al te snel schrijven artsen voor jongeren en zelfs kinderen (soms zware) medicatie voor. Uit een studie van 2017 aan het Universitair Psychiatrisch Centrum van de KU Leuven bleek dat de verstrekking van antipsychotica bij kinderen en jongeren in België was toegenomen. De conclusie van de onderzoekers was dat het onduidelijk is of deze toename wel of niet gerechtvaardigd was.
Fixatie
Bovendien ijver ik mee voor een afschaffing van fixatie bij afzonderingen. Fixatie is een dwangmaatregel waarbij de patiënt met riemen aan de enkels, polsen en buik wordt vastgemaakt aan een bed in een isolatieruimte. Dat is zeer traumatiserend voor de patiënt, en kan soms een averechts effect hebben wanneer de maatregel te lang duurt.
‘Fixatie is zeer traumatiserend.’
Twee jaar geleden heeft het Steunpunt Welzijn, Volksgezondheid en Gezin daarrond strikte richtlijnen uitgetekend om onder meer de fixatie niet langer dan 24 uur te laten duren en om altijd in een nabespreking en verdere opvolging te voorzien. Helaas worden deze richtlijnen in de praktijk niet altijd en overal gerespecteerd.
Tijdens mijn opname in het psychiatrisch ziekenhuis voelde ik me meer een last voor het personeel dan een patiënt die recht heeft op de beste mogelijke zorgen. Hoewel ik me vooral een nummer voelde en een persoonlijke, diepgaande aanpak miste, moet ik zeggen dat er ook uitzonderingen waren. Zo was er een verpleegkundige die, buiten de verplichte momenten, ook zomaar eens mijn kamer binnenwandelde. Zij luisterde naar mij terwijl ik mijn lesvoorbereidingen tegen haar hardop aan het herhalen was.
De wonderen van een stevige knuffel
In mijn ideale wereld wordt er niet gefixeerd, maar wordt er tijd, veel tijd, uitgetrokken voor één-op-één-gesprekken met de patiënt. Beter zou er gekeken worden naar het groter plaatje, naar wat de oorzaak is van de psychische klachten, zodat men ook meer gericht kan werken en bijvoorbeeld aan iemands levensstijl kan werken.
Meer nabijheid en meer geborgenheid, zowel van de hulpverleners als van het ruimere netwerk zouden psychiatrische patiënten veel verder kunnen helpen. We leven in een kille samenleving die niet altijd weet hoe ze moet omgaan met mensen met een psychische kwetsbaarheid.
Het hoeft nochtans niet zo ingewikkeld te zijn. Een stevige knuffel kan wonderen doen. Laat ons voelen dat we er niet alleen voor staan. En wees geduldig, want het is een proces waar je met vallen en opstaan doorheen moet.
Adoptie, vechtscheiding, trauma’s
Mijn bipolaire stoornis, waaraan mogelijks een genetische kwetsbaarheid aan de grondslag ligt, kwam vooral door enkele belangrijke stressvolle levensomstandigheden tot uiting. Mijn adoptieachtergrond en de onstabiele thuissituatie waarin ik opgroeide, spelen zeker een belangrijke rol.
‘De vechtscheiding van mijn adoptieouders zorgde voor veel onderliggende stress.’
De (v)echtscheiding van mijn adoptieouders, de ontwrichtende gevolgen daarvan voor de kinderen, en enkele andere onverwerkte traumatische gebeurtenissen uit mijn jeugd hebben voor veel onderliggende stress en een groot gevoel van mentale en emotionele onveiligheid gezorgd.
Het gedwongen karakter van de behandeling woog zwaar op mij. Het was dan ook een serieuze juridische strijd om mijn leven weer volledig in handen te krijgen. De vrederechter volgt namelijk meestal het advies van de behandelende arts. De tussenkomst van de aangestelde pro-Deoadvocaat is in de feiten slechts een formaliteit. De patiënt zelf wordt paternalistisch behandeld.
Geen perspectief
Ik zag op een gegeven moment geen perspectief meer. Het leek alsof de gedwongen opname eeuwig zou duren. Ik begon mij vragen te stellen en las er de wetgeving op na. Daar zag ik dat de wet niet langer werd nageleefd, de maximumtermijn van de nazorg – één jaar, tenzij wederopname – was ruimschoots overschreden.
‘Het leek alsof de gedwongen opname eeuwig zou duren.’
Met nieuwe moed verzamelde ik alle bewijzen. Samen met een zelfgekozen advocaat diende ik een verzoekschrift in tot opheffing van de gedwongen opname. Uiteindelijk werd het gedwongen statuut opgeheven.
De angst voor een nieuwe gedwongen opname, bleef als een zwaard van Damocles boven mijn hoofd hangen. Het had een grote impact op mijn dagelijks leven, zowel fysiek als mentaal.
Ook met het geforceerd karakter van de medicatie had ik moeilijkheden. Zoals eerder beschreven, wegen de bijwerkingen zwaar. Vandaag zijn ze gelukkig niet meer zo ernstig als een paar jaar geleden, maar vermoeidheid en sufheid blijven een constante. Daarnaast blijft het stigma van ‘geesteszieke’ al die tijd aan je kleven, ook al heb je de aandoening onder controle.
Diep dal
We zien dat er de laatste jaren meer aandacht is voor het mentaal welzijn van jongeren. Toch zou ik bijkomende aandacht willen vestigen op de mentale uitdagingen van mensen die, zoals ik, geadopteerd zijn.
‘Interlandelijke adoptie eindigt niet met de overbrenging van het kind naar België. Het is pas dan dat het hele verhaal begint.’
Onderzoek toont aan dat geadopteerde mensen vroeg of laat bovengemiddeld kampen met psychische problemen. Dat gegeven, dat ook terug te vinden is in het eindrapport van het expertenpanel inzake interlandelijke adoptie, blijft onderbelicht.
De mentale moeilijkheden van geadopteerden – jong en oud – vinden grotendeels hun oorsprong in de gebrekkige, zeg maar in veel gevallen totaal afwezige, nazorg. Zo is er in ons gezin niet een keer iemand van de adoptiedienst op bezoek geweest om te kijken hoe het met mij ging. Ook het Agentschap Opgroeien (het voormalige Kind & Gezin) was afwezig. Mijn welzijn was geen prioriteit.
Laten we niet vergeten dat interlandelijke adoptie niet eindigt met de overbrenging van het kind naar België. Het is pas dan dat het hele verhaal begint.
Als ik terugblik op de afgelopen vierenhalf jaar, kan ik niet ontkennen dat ik door een diep dal ben gegaan. Het was een moeilijke, onstabiele en onzekere periode voor mij. Ik moest de vele negatieve bijwerkingen op lichaam en geest aanvaarden, voerde een uitputtende strijd en verloor ook heel wat vrienden en vriendinnen.
Positief zijde van de medaille
Er is gelukkig ook een andere, positieve, zijde van de medaille. Deze periode heeft me geleerd om elke dag zelfzorg toe te passen, om geduldig te zijn en geloof te behouden, ook en vooral in de allerdonkerste dagen.
‘Ik heb mezelf beter leren kennen.’
In lastige omstandigheden ben ik er toch in geslaagd om een belangrijk doel in mijn leven, mijn masterdiploma rechten, succesvol af te ronden. Waarvoor veel dank aan de goede ondersteuning van de Universiteit Antwerpen.
Mijn blik is verruimd, door de vele gesprekken met medebewoners in het ziekenhuis, door met de psychiatrie als ‘systeem’ in aanraking te komen en de verstrekkende gevolgen aan den lijve te ondervinden. Ik heb mezelf beter leren kennen. Een sterke wil is een krachtig voordeel, maar het kan ook in je nadeel werken.
Hoe dan ook heb ik besloten om de piloot in de cockpit van mijn leven te worden en te blijven. Vandaag gaat het goed met me. Sinds twee jaar is Brussel mijn nieuwe thuis. Hier heb ik de nodige stabiliteit opgebouwd voor mezelf. Hier bouw ik verder aan mijn toekomst.
Reacties [6]
Beste Eleny,
Proficiat! Wat een indrukwekkend parcours heb jij afgelegd. Wat een inspiratie voor veel andere jongeren die de diagnose bipolair hebben gekregen.
En bravo voor de moed hierover te getuigen…
Bij UpsenDowns Brussel ben je altijd welkom op onze maandelijkse bijeenkomsten in De Markten (zie onze website voor de kalender)
Wij zijn een Vlaamse vrijwilligersorganisatie van en voor personen die kampen met bipolariteit en depressie.
Met wat ik van jou hier lees, merk ik dat je niet passief bij de pakken wil blijven zitten. Wij ook niet! Let’s meet up…
Moedige en inspirerende getuigenis waar zowel professionelen , patiënten en beleid zich kunnen aan spiegelen.
Beste Eleny Mebre Jannis
Het is zo moedig van jou om dit alles neer te schrijven, te weinig mensen, helaas ook in de hulpverlening, beseffen wat er werkelijk gebeurt binnen de afgesloten wereld van de psychiatrie. De ontmenselijking, die ook jou te beurt is gevallen, om wat voor reden dan ook (middelen- en/of personeelstekort, hiaten in de opleiding, gebrek aan empathie, ea), is onze zogenoemde welvaartsmaatschappij onwaardig. Gelukkig was en ben jij sterk, en heb jij temiddem van de chaos je stem gevonden. En ook mensen die luisteren naar die stem van jou. Dat is heel waardevol, in het bijzonder voor al diegenen die nu hetzelfde moeten doormaken, maar minder goed ter taal zijn.
Dank voor jouw relaas.
Ik wens je nog een mooi leven.
Empathisch vermogen ontwikkkelen tijdens opleiding psychiatrische verpleegkunde & geneesheer .
Wordt op de eerste plaats diagnosis aangeleerd ,etiketering , medicatie behandeling .
Stagiaires ganse dagen met notaboek en pen aan patiente klevend ,patiente dwangmatig observeren , achterna volgen ,noteren .koud een koel diagnosticeren [après visie]
Isoleercellen breken laatste restje versplinteringsbalkje .
De rest van de tijd wordt voornamelijk bezig ge houden , veel pillen geslikt en af en toe uitgelaten buiten .
Maar de mensen die er werken in routineuze omstandigheden lijken tot weinig empathie in staat .
Soms staat 1 medewerkster binnen de ploeg wat apart omdat er toch wat gevoelsmatig contact mogelijk is . Zonder automatische , routineuze handelingen .
Sommigen gaan heel erg ver in intimiderende manier van machtsvertoon .
In de jaren 90 was je een vogel voor de kat , de jaren 60 ,70 waren eigenlijk voorbereidingen voor suicide gedrag .
Jaren 2024 hoop, kans op begrip, empathie ??
Dikke dikke dankjewel voor je getuigenis!
Jammer te lezen hoe het verlopen is. Opnieuw. Nog steeds.
Hoeveel getuigenissen zijn er nog nodig? Van de kleine minderheid die én de moed, én de skills én de energie én de hoop én én én combineren, en daarmee voor zover anderen spreken die de pen niet kunnen vastpakken om te delen wat niet werkt en wat wel.
Wie, van al die dit (moet) lezen – en ongetwijfeld écht met goede intenties heel hard werken – laat het doordringen en heeft ook én de moed, én de skills én energie én de influence om te beslissen waarmee NU gestopt zal worden, waarvan meer zal komen, waarrond veel voorzichtiger zal gehandeld worden. Zodat zorg nooit meer waardigheid verdrukt.
Abraço! (Bij gebrek aan warme klanken die in 1 woord alles zeggen in het NL)
Veel goede moed in dit traject.
Het project Omgaan met VBM biedt ondersteuning aan hulpverleners in psychiatrie of brede residentiële jeugdhulp rond de toepassing van afzondering en fixatie. De website omgaanmetvbm.be geeft een overzicht van de richtlijnen en biedt ook heel wat leeractiviteiten en instrumenten aan waaronder een leertraject met e-learnings. Schrijf je in op de nieuwsbrief en ontvang nieuws over activiteiten en inspirerende praktijken.
Zeker lezen
Bijzondere rockband Dreun XL: ‘We werken hard aan inclusie’
Partnergeweld bij ouderen: een onzichtbaar probleem
‘Het is cruciaal om je als sociaal werkers te organiseren’
Functionele cookies Altijd actief
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies