Opkomstplicht verdwenen
In 2024 trok de kiezer voor het eerst naar de stembus zonder enige verplichting. Het verdwijnen van de opkomstplicht voor de lokale verkiezingen laat zich voelen: een derde van de Vlamingen bleef thuis. Daarmee staat onze democratie op een kruispunt. Want net de groepen die al structureel minder gehoord worden, dreigen nu nog stiller te blijven.
‘Onze democratie staat op een kruispunt.’
Onderzoek geeft aan dat vooral kwetsbaar gemaakte groepen zoals kortgeschoolden, minderheden en jongeren minder vaak hun stem uitbrengen. Wie die kenmerken combineert, loopt nog veel vaker de stembus voorbij. Niet-stemmers blijven vaak niet thuis uit onwil, maar door een diep gevoel van uitsluiting. Dat gevoel vindt zijn wortels in een onderwijs- en representatiesysteem dat ongelijkheid bestendigt.
Geen onwil maar uitsluiting
Onderzoek toont keer op keer hetzelfde pijnlijke patroon: kortgeschoolden verdienen minder, hebben minder (politieke) kansen en zijn vaak afwezig uit het publieke debat. Nederlandse onderzoekers Bovens en Wille noemen dit de ‘diplomademocratie’: vooral witte, hoogopgeleide profielen wegen op beleid en profiteren van dit systeem.
‘Kortgeschoolden verdienen minder, hebben minder politieke kansen en zijn afwezig uit het publieke debat.’
Die ongelijkheid krijgt ook een etnisch gezicht. Terwijl witte kinderen doorgaans de weg naar succes vinden, worden leerlingen met een migratieachtergrond structureel achtergesteld in een systeem dat eerder kansen afknijpt dan biedt.
Wat op het eerste gezicht gelijke kansen lijken, blijkt in werkelijkheid een systeem dat sociale en etnische verschillen reproduceert. De kloof tussen de verschillende sociale groepen wordt dus alsmaar groter.
Democratie als alledaagse bezigheid
Die groeiende kloof tussen groepen raakt aan de kern van onze democratie. Ze leeft dus niet enkel bij verkiezingen maar in het dagelijks handelen van burgers en organisaties. Sociale organisaties spelen daar een grote rol in. Ze vormen de brug tussen de politiek en de samenleving.
Voor de gevestigde middenveldspelers blijft het echter een uitdaging omdat de standpunten die ze innemen in het publieke debat niet altijd stroken met de meningen van hun steeds diversere achterban.
Zelforganisaties staan vaak wel dichtbij de achterban. Dit zijn initiatieven – vaak van minderheidsgroepen – die inspelen op concrete noden waar klassieke middenveldorganisaties niet langer of onvoldoende in slagen te voorzien. Ze zijn van onschatbare waarde, maar juist deze organisaties krijgen structureel te weinig ruimte in ons huidige democratische model.
Net daarom moeten middenveldspelers meer dan ooit intensief samenwerken om een inclusiever democratisch model te bouwen en kwetsbaar gemaakte groepen niet verder uit te sluiten.
Groeiende kloof
In het middenveld, ooit motor van sociale rechtvaardigheid, zien we diezelfde ongelijkheid. Professionalisering trok steeds meer hogeropgeleiden aan en creëerde onbewust nieuwe drempels, zo waarschuwde onderzoeker Sara Elloukmani op Sociaal.Net. In hetzelfde interview vertelt Jamal Belmahi van SAAMO dat zij die logica doorbreken door naast diploma’s ook ervaringskennis te waarderen, maar het blijft vechten tegen structurele ongelijkheid.
Tegelijk ontstaan zelforganisaties van minderheidsgroepen die deze leegten opvullen. Ze werken met ervaringsdeskundigheid, bieden ruimte voor nieuwe identiteiten en strijden tegen racisme en uitsluiting. Toch krijgen ze vaak vanuit de overheid te maken met wantrouwen, beperkte middelen en gebrekkige erkenning. Hen wordt verweten dat ze segregatie in de hand werken. Onderzoek toont echter net het omgekeerde aan. Volgens socioloog Dirk Jacobs stimuleert het beleven van de eigen identiteit in een open sfeer juist lokale inclusie, politieke participatie en samenwerking met andere organisaties.
‘Afwezigheid bij de verkiezingen betekent geen onverschilligheid over de politiek of maatschappij.’
De dynamiek van het klassieke middenveld dat steeds meer professionaliseert en zelforganisaties die onder druk staan, creërt een kloof tussen beleidsmakers, middenveld en burgers in een kwetsbare positie. Die afstand voedt gevoelens van vernedering, kwaadheid en apathie tegenover verkiezingen.
Maar, nogmaals: afwezigheid bij de verkiezingen betekent geen onverschilligheid over de politiek of maatschappij. Net daar liggen kansen voor nieuwe vormen van politieke betrokkenheid. De vraag is of het middenveld de moed vindt om opnieuw een echte tegenmacht te worden.
Meer dan bolletjes kleuren
Een van de vele misvattingen is dat democratie om de vier jaar een bolletje kleuren is in het verkiezingshokje. Met de opkomstplicht kon je nog zeggen dat de stem van alle burgers maximaal vertegenwoordigd wordt. Maar met de afschaffing ervan en dalende opkomstcijfers is dat niet meer het geval.
Veel erger is te denken dat het behalen van een verkiezingsmeerderheid ‘de wil van het volk’ is. Dit idee wordt gebruikt als verantwoording voor het primaat van de politiek. Verkozen beleidsmakers voeren hun wil uit, zelfs als hun eigen administratie, onderzoekers en het middenveld daartegenin gaan. In die zin ontkennen ze het idee van pluralisme en alternatieve vormen van participatie.
Wie democratie verengt tot de wil van de meerderheid, miskent hoe burgers vandaag werkelijk betrokken zijn. Hun engagement beperkt zich allang niet meer tot het stemhokje. Het uit zich op sociale media, via buurtinitiatieven, protestacties of tijdelijke netwerken rond concrete thema’s.
Middenveld als uitvoerder
Democratie is dus een levende praktijk. De uitdaging is het erkennen van deze vormen van betrokkenheid en ze vertalen naar een formele stem. Daarbij speelt het maatschappelijk middenveld een sleutelrol. Het vormt een ruimte waar burgers samenkomen, gemeenschappelijke doelen nastreven, sociale cohesie versterken, mensenrechten bewaken en beleid kritisch bevragen.
Althans, dat was altijd de bedoeling. Want in de laatste decennia heeft de politiek het middenveld steeds meer opzijgeschoven of uitvoerder laten worden van het beleid. Daarbij moest ze steeds meer verantwoording afleggen over het gebruik van overheidsmiddelen.
Marktlogica
Begrijp me niet verkeerd: transparantie over hoe belastinggeld wordt besteed is nodig en belangrijk. Maar dat heeft een wrange keerzijde. De administratieve rompslomp met allerlei voorwaarden, protocollen en prestatie-indicatoren zorgde voor een groeiende vermarkting en depolitisering van de sector.
Middenveldorganisaties nemen geleidelijk aan een marktlogica over door zich onbedoeld steeds meer te gedragen als concurrende ondernemingen. Als gevolg daarvan komt hun maatschappelijke missie onder druk te staan en gaan ze meer namens in plaats van met groepen spreken.
Bovendien moeten organisaties die rond thema’s zoals migratie, asiel en diversiteit werken extra waakzaam zijn. Zo moesten Vluchtelingenwerk Vlaanderen en Motief de laatste jaren het onderspit delven en werd het Minderhedenforum uiteindelijk opgerold. Het is een steeds terugkerend en problematisch patroon: een verkozen meerderheid die overheidssteun koppelt aan zijn eigen politieke agenda.
Naar een radicale solidariteit
De inperking van het middenveld door de overheid is één ding. Maar de groeiende depolitisering binnen het middenveld is ook zorgwekkend, zeker in het licht van de recente opeenvolging van crisissen: de oorlog in Oekraïne, de genocide in Gaza, de sociale afbraak in eigen land en de opkomst van extreemrechts. Daarbovenop dreigt de afschaffing van de opkomstplicht de betrokkenheid van burgers verder te verzwakken. Juist daarom is er nu nood aan middenveldorganisaties die positie innemen, een eigen verhaal durven brengen en het maatschappelijk debat niet schuwen.
‘Juist nu is er nood aan middenveldorganisaties die positie innemen.’
Het is tijd om terug te keren naar de basis door meer in te zetten op nabijheid en engagement. Door mensen te informeren over systemische uitsluitingsvormen zoals armoede, racisme en discrminatie. En vooral: door mensen bewust te maken van hun handelingsvermogen en collectieve macht.
Zelfreflectie
Herpolitisering vraagt ook om zelfreflectie binnen organisaties. Een radicaal democratisch middenveld betekent dat organisaties zichzelf intern democratiseren en diversifiëren.
Mensen moeten zich herkennen in de organisaties waar ze komen. Een grondige herstructurering en democratisering van interne organisatieprocessen is onmiskenbaar belangrijk als organisaties de waarden die ze extern uitdragen waar willen maken.
Sommige middenveldorganisaties hebben die weg al ingeslagen, maar de weg is nog lang. Uit onderzoek van Socius blijkt dat de gemiddelde werknemer in het erkende sociaal-cultureel volwassenenwerk in Vlaanderen en Brussel nog steeds vooral een Belgische nationaliteit (95,7 procent) en Belgische herkomst (81,3 procent) heeft.
Meer samenwerken
Tegelijkertijd moeten sociale organisaties meer samenwerken. Ook met minder zichtbare spelers zoals zelforganisaties. Hun stem is onmisbaar in elk proces dat zich rechtvaardig en representatief wil noemen. Hen betrekken is dus geen extraatje, maar een democratische noodzaak. Een solidaire noodzaak.
‘Het middenveld moet haar politieke rol herwaarderen.’
Samenwerking is een voorwaarde om organisatorische macht en structurele verandering te bewerkstelligen. Ook al is die samenwerking niet altijd eenvoudig. Ze vraagt creativiteit in het omgaan met overheidsmiddelen en een voortdurende zoektocht naar complementariteit. Maar bovenal vraagt ze de erkenning van verschillen en de bereidheid verantwoordelijkheid te nemen voor elkaars onderdrukking.
Precies daar ligt de kiem van wat politiek activiste Houria Bouteldja ‘radicale liefde’ noemt: geen vals ideaal van universele verbondenheid, maar een bewuste keuze om ruimte te maken voor andere manieren van weten en organiseren. Zij omschrijft het als een moeilijke solidariteit, die niet vanzelf ontstaat, maar des te noodzakelijker is in een verdeelde samenleving.
Het middenveld moet haar politieke rol herwaarderen, meer inzetten op interne democratisering en structurele samenwerkingen aangaan met zelforganisaties. Alleen zo kan het middenveld haar democratische belofte waarmaken en de kloof dichten met groepen die vandaag te vaak afhaken: kortgeschoolden, jongeren en minderheden.


Reacties