Verhaal

Eenzame opsluiting is het ergste

Vrijheidsbeperking in zorg en welzijn

Fons Geerts

Brenda Froyen beschrijft in het boek ‘Kortsluiting in mijn hoofd’ haar ervaringen in de psychiatrie. In de gelijknamige theatervoorstelling deelt ze het podium met Stefaan Baeten, directeur van een psychiatrische instelling. Beiden zijn pleitbezorgers van een menselijke zorg zonder dwang. Want vrijheidsbeperking blijft ook in de psychiatrie een heikel punt.

Kortsluiting2

©Karl Meersman

Kortsluiting2

©Karl Meersman

Maken hulpverleners en gezondheidswerkers vaak gebruik van vrijheidsbeperkende maatregelen? En doen ze dat vandaag anders dan vroeger?

Stefaan: Zestien jaar geleden publiceerden we een onderzoek naar vrijheidsbeperkende maatregelen in de gehandicapten- en bijzondere jeugdzorg. Onze inzichten zijn nog steeds actueel. De vrijheid van je medemens beperken, is zeer ingrijpend. Zo’n tussenkomst pas je enkel toe in zeer uitzonderlijke situaties. En dat moet je telkens goed kunnen verantwoorden. Een ondersteunende visie is daarbij belangrijk. Zeker over combinaties van maatregelen zoals iemand isoleren en fixeren binnen een gedwongen opname, moet je goed nadenken. Hier stoot je op de grens van het aanvaardbare. Wat ik nu veel meer besef dan zestien jaar geleden, is de zwaar traumatiserende impact van zo’n maatregelen op iemands beleving. Zelfs na twintig jaar en later. Hulpverleners zijn zich daar te weinig van bewust.

‘Vrijheidsbeperking is zeer traumatisch.’

Brenda: In de psychiatrie beweegt er voorzichtig wat. Misschien heb ik daar wel een kleine rol in gespeeld door wantoestanden heel scherp aan te kaarten. Iedereen die zichzelf een beetje vernieuwend wil noemen in de psychiatrie, moet daarmee bezig zijn. Wat niet betekent dat er al grootse resultaten te zien zijn. Maar we praten er al over, niet alleen in de psychiatrie maar ook in de jeugdhulp. Zo kwamen na een studiedag van het ‘Kollectief zonder dwang’ opmerkelijk veel jongeren naar mij toe met hun verhaal. Ze zeiden dat het de eerste keer was dat iemand hen een stem gaf. Als volwassen psychiatrisch patiënt is het al moeilijk om je stem te laten horen. Ben je minderjarig, dan is dat haast onbegonnen werk. Het is dus al een vooruitgang dat het besproken kan worden, maar echt resultaat laat op zich wachten.

Waarschijnlijk is het nog een stuk erger bij mensen met een verstandelijke beperking en bijkomende psychische problemen?

Stefaan: Zeker. Vaak gaat men er vanuit dat zij het eigenlijk niet zo goed beseffen. Dat het voor hen allemaal niet zo zwaar doorweegt. Die idee is ondertussen compleet achterhaald. Het feit dat ze het moeilijk kunnen verwoorden doet niets af aan de ernst van wat ze emotioneel meemaken. Daarom is het goed dat mensen hun verhaal kunnen vertellen en dat wij ernaar luisteren. Dat doen we nog veel te weinig.

Hebben getuigenissen over wat misloopt wel effect?

Brenda: Als ik mijn persoonlijk verhaal vertel, merk ik soms een relativerende reactie. “Uw verhaal is verteld. Nu moeten we benadrukken wat wel goed gaat.” Alsof mijn verhaal al die inspanningen van instellingen en hulpverleners die wel goed werk leveren, teniet doet. Toch blijf ik erbij dat wie in een isoleercel zit niet getroost is met de gedachte dat het in instelling x of op afdeling y beter gaat. Daarom mag je die getuigenissen niet relativeren. Dat is een miskenning van mijn en andere ervaringen. Wat mensen emotioneel meemaken, is echt en moet niet gerelativeerd worden. Je moet het erkennen en ermee aan de slag gaan.

‘Wat mensen emotioneel meemaken, is echt.’

Stefaan: Dikwijls gebeurt dat om begeleiders uit de wind te zetten. En daar valt iets voor te zeggen. We mogen mensen die in de zorg staan niet voortdurend met schuldgevoelens opzadelen. We moeten als sector wel durven bekennen dat we vandaag, zeker als het gaat om isolatie en fixatie, nog de mist ingaan. We doen meer kwaad dan goed. We zoeken wel oplossingen, maar hebben ze nog niet gevonden. Dat vind ik een ander uitgangspunt dan zeggen: “Het is allemaal niet zo erg en wat overroepen.” Nee, we weten dat we iets toepassen dat niet goed is.

Heeft het ook niet te maken met onmacht van hulpverleners?

Brenda: Ik vind het woord onmacht daar inderdaad het best bij passen. Ik vergelijk dat altijd met het onderwijs. Daar werd een aantal jaar geleden gesteld dat je kinderen niet meer mocht slaan. Want wanneer sla je een kind? Als je op het punt bent gekomen dat je geen andere oplossingen meer ziet, dan sla je uit pure onmacht. Op een bepaald moment heeft men gezegd: “Slaan kan echt niet meer.” Maar je kan de tools die mensen gebruiken niet zomaar wegnemen. Je moet iets in de plaats stellen. Daarom ging men in het onderwijs op zoek naar een andere aanpak.

Brenda Froyen

Brenda Froyen ©Diego Franssens

En dus moeten we ook vrijheidsbeperkende maatregelen in de psychiatrie afschaffen en zoeken naar alternatieven?

Brenda: Het is geen optie om te zeggen: “Het gaat wel. We moeten gewoon wat minderen.” Want hoeveel minder is dat dan? We moeten de onmacht wegnemen door hulpverleners alternatieven te bieden. Opsluiting is niet het juiste antwoord op een situatie die je niet onder controle hebt. We moeten vorming geven over omgaan met agressie. Overigens, agressie komt niet alleen voor bij mensen met een psychose. Iemand die niet ziek is en zich onbegrepen voelt, kan ook tot een punt komen waarin hij agressief wordt. Als je ziet op welk onbegrip mensen soms stoten, dan is agressie eigenlijk een heel menselijke reactie.

‘Je kan onmacht wegnemen door alternatieven te bieden.’

En die agressie beantwoorden we dan met andere vormen van agressie?

Stefaan: We vinden geen andere manier om met de situatie om te gaan dan door de vrijheid van mensen te beperken. Vaak doen we dat inderdaad op een agressieve manier. Op het moment dat mensen intensieve zorg en nabijheid van hun familie en hulpverleners nodig hebben, isoleren we hen. We laten hen letterlijk en figuurlijk in de kou staan. Mensen in een crisis hebben intensieve hulp nodig en wij leggen ze alleen. Dat is héél merkwaardig. En de enige reden waarom we dat doen, is omwille van het risico. Daar moeten we veel beter over nadenken. Want we weten, al wordt dat soms ontkent, dat fixatie en isolatie geen enkel therapeutisch effect hebben. Het enige effect is dat mensen nooit meer naar de psychiatrie willen terugkeren. Je kan op héél korte termijn wat risico inperken, maar je installeert op langere termijn een veel groter risico: een vertrouwensbreuk.

‘Fixatie en isolatie hebben geen enkel therapeutisch effect.’

Zo’n vrijheidsbeperkende aanpak in crisissituaties motiveert men vanuit de veiligheid van de cliënt en zijn omgeving. Klopt dat dan niet?

Stefaan: Dat is de vraag. De genomen maatregel moet in verhouding staan tot de crisis die je wil voorkomen. Iemand opsluiten en vastbinden is een zeer zware ingreep. Als je dat doet met iemand op straat, dan pleeg je een strafbaar feit. Aan vrijheidsberoving wordt maatschappelijk zwaar getild. Gelukkig maar. Waarom kan dat in de hulpverlening dan wel? Daar moet dan toch een zwaarwichtige reden voor zijn.

Brenda: Bovendien ga je nog een stap verder. Je neemt iemand uit zijn omgeving, je isoleert die en bindt die vast. En je geeft die vaak nog dwangmedicatie. Dat alles gebeurt nog eens onder een gedwongen statuut. We krijgen dan zo’n ongelooflijke cumulatie van dwang. Hoeveel veiligheidsbeperkingen kan je eigenlijk nemen?

‘Nieuwe wetgeving kan helpen.’

Stefaan: Vroeger was ik geen voorstander om hierrond een wetgevend kader te ontwikkelen. Daarin ben ik veranderd. Want met de bestaande regels slagen we er niet in om een goede oplossing te vinden. Om diezelfde reden kwam er ook een wet op de patiëntenrechten. Wanneer het nodig is, kunnen we daarop terugvallen. Als we vrijheidsbeperking echt willen inperken, dan kan een stevige wetgeving een grote hulp zijn. Ook voor gedwongen opnames.

Hulpverlening hecht veel belang aan de vertrouwensrelatie met de cliënt. Wordt die hier te makkelijk tussen haakjes gezet?

Brenda: Er wordt heel weinig gekeken naar de effecten van vrijheidsbeperking op lange termijn. Vrijheidsbeperking maakt ontzettend veel kapot. “You never get a second change to make a first impression.” Héél vaak begint een opname in de psychiatrie met afzondering, ook van de eigen familie. Probeer dan nog maar eens je patiënt wijs te maken dat je het beste met hem voor hebt. Die gelooft daar al lang niets meer van.

Stefaan: En dan vragen we ons af hoe komt dat mensen zorg gaan mijden. Soms wordt geargumenteerd dat mensen zelf kiezen voor gedwongen opname. En misschien is er hier of daar wel iemand die vindt dat het de enige manier is om tot rust te komen om zich af te zonderen.

Brenda: Als een patiënt daar zelf om vraagt, dan is dat ook geen dwang. Dwang is voor mij iets moeten doen, tegen je wil.

Wordt de patiënt niet te weinig betrokken in zijn traject?

Stefaan: Misschien is er de eerste keer, wanneer mensen ontredderd en buiten zichzelf opgenomen worden, geen onderhandelingsruimte. Maar na die crisis, is er wel ruimte voor overleg. Toch zien we dat de patiënt vaak een tweede, derde of vierde keer geïsoleerd wordt. Dan worden er toch kansen gemist om in overleg te gaan. Hoe gaan we daarmee om in een volgende crisissituatie? Kunnen we je familie erbij betrekken? Hoe komt dit bij jou over? We laten nog te veel kansen liggen om die problemen samen aan te pakken.

‘Eenzame opsluiting was voor mij het ergste.’

Brenda: Ik denk dat hulpverleners soms een foute invulling geven aan onderhandelen. Ze geven de patiënt de keuze: je neemt die medicatie of we brengen je naar de isoleercel. Het gaat dus eigenlijk over een beperkte keuze, die in geen geval de keuze is van de patiënt. Die ‘mag’ kiezen tussen twee kwalen. Dat is geen onderhandeling.

Zijn er aanvaardbare vormen van vrijheidsbeperking?

Brenda: Hulpverleners die in moeilijke omstandigheden werken, hebben uitzonderlijk zo’n instrumenten nodig. Om te kunnen functioneren, moeten ze altijd een gevoel van veiligheid hebben. Wat volgens mij niet kan, is eenzame opsluiting. Dat was voor mij het allerergste. Ik vond het minder erg om vastgebonden te worden, want dan kon ik mezelf of iemand anders niets aandoen. Maar dan moet je me toch niet alleen laten? De grootste foltering is het ontnemen van menselijk contact.

Stefaan Baeten

Stefaan Baeten

Stefaan: En het ergste is dat we dat weten. Maar we doen het toch en staan er niet meer bij stil. Wat is de ergste straf voor iemand die al in de gevangenis zit? Dat is eenzame afzondering. We weten uit de geschiedenis dat dit de ergste folterpraktijk is die men kan toepassen. Als je dan toch vindt dat isolatie of fixatie nodig is, dan mag je mensen niet alleen laten. En daar kunnen we wel iets aan doen. Wie zegt dat men daar geen personeel voor heeft, geloof ik niet. Dan nog kan je nadenken hoe je beschikbare middelen anders inzet. We geven vandaag te veel prioriteit aan kwalitatieve zorg na de crisis. En we geven te weinig prioriteit aan intensieve begeleiding en zorg tijdens de crisis.

Hoe ziet zo’n intensieve begeleiding er dan uit?

Stefaan: Door de nadruk op ambulante zorg en vermaatschappelijking zullen er in de toekomst meer opnames zijn van mensen in crisis. Dikwijls ook voor kortere periodes. Die crisissen moeten intensief begeleid worden. Bovendien kan je de vraag stellen of je altijd naar een opname moet gaan. Wat kan er aan thuisondersteuning gebeuren? Hoeveel risico kan je daarin nemen?

Brenda: Mensen die opgenomen worden, zijn soms heel verward. Je kan daar op het eerste zicht geen touw aan vastknopen. Toch wil ik oproepen om hier wel tijd voor te nemen. Probeer te achterhalen wat er achter dat raaskallen zit. Toen ik zelf opgenomen werd, dacht ik dat ik achtervolgd werd, dat men mij wou vermoorden. En als antwoord daarop gingen hulpverleners mij vastbinden en isoleren. Sorry, maar het complot-idee is daardoor alleen maar vergroot. Net dat waar ik zo angstig voor ben, gaan die hulpverleners nog versterken. Dat is heel moeilijk om te vatten. Met vastbinden en isoleren, doorbreek je geen cirkels.

Reacties [11]

  • Reynders martinne

    Ik heb onlangs gefixeerd in een isoleercel gelegen wegens agressie. Ik had verschillende verwondingen aan het hoofd en aan het been( ik heb daar foto’s van) Nooit is daar een verklaring voor gegeven. Ik heb een panische angst voor de psychiatrie. De psychiatrische instelling heeft me totaal niet begeleid. Ze was alleen maar een gevangenis met de verplegers als cipiers

  • Pieter

    Beste Stefaan Baeten,
    Dank voor de zinnige beschouwingen die u hier geeft over de “eenzame afzondering”.
    Maar ik heb er zelf deze persoonlijke bedenking bij. U fietst wel losjesweg voorbij het feit dat het PC Hiëronymus in Sint-Niklaas en waar u nu baas bent, tot +/- het jaar 2000 de kampioen was van het mensen isoleren. Alle isoleercellen (new speak: “afzonderingskamers”) zaten er de helft van de tijd compleet vol. Misschien kunt u zich daarvoor eerst publiekelijk excuseren voor alle mensen die daar enorm hebben geleden en er levenslang zijn door getekend, zijn, vooraleer u durft zeggen wat u hier doet?
    Dat zou de start moeten zijn voor de visie die u hier uitdraagt. Die mensen verdienen dat minimaal respect. U bent op dat punt typisch voor de hele sector, want dat doet men immers nooit.

  • Tony Rosseel

    Ik heb het artikel gelezen en wat mij nog steeds verstond doet staan is het feit dat in enkele instellingen , zo wel in Nederland als in België , wel echter minimaal , er iets wordt gedaan aan de dwangmaatregelen. In geen enkel persartikel of tijdschrift heb ik daar over iets gelezen en werd door degenen die de dwangmaatregelen willen afschaffen of verbeteren daar iets over gehoord.
    Een voorbeeld waaraan ik denk is het PC te Pittem. echter hebben we via UilenSpiegel (organisatie in de Geestelijke Gezondheid) daar voor contact gezocht om hun werking nader te bekijken en verder te gebruiken voor andere instellingen , maar er werd niet op geantwoord en dit is spijtig. Het is immers een goede werking daar inzake dwang.

  • Tonny Kuppens

    Het ergste van alles vind ik dat degene die je die dingen “aan doet” gewoon doorgaan met leven en ‘s avonds voor de tv zitten, en Ik ….. ja een Jare Lange trauma verwerking en een opnieuw Leren opbouwen van vertrouwen wat ook jarenlang duurde. Zelfs het contact met familie moest vernieuwd worden. Weet u wat het ergste was een psychiater die ik later in een gesprek in een zaal sprak ontkende glashard dat dit nu nog gebeurde. Er moet nog zoveel veranderen, herinneringen doen nog pijn gelukkig kwam ik bij KIB Eindhoven met de hoofdbehandelaar Bart Simons. Er was daar een geweldig team toen.

  • sven vrielynck

    De impact van isolatie en fixatie kan niet onderschat worden. Voor mij is er een leven voor en een leven na de gedwongen opname. Het heeft minstens drie jaar geduurd eer ik het een plaats kon geven. Ik ben werkelijk moeten genezen van de remedie, niet van de kwaal. Dat lijkt sterk uitgedrukt, maar het leunt aan bij de waarheid. De complete desoriëntatie, de onmogelijkheid om met iemand te praten om houvast te vinden in een emotionele vortex van angst, verwarring en onbegrip laat sporen na die allicht nooit meer helen. Vertrouwen geven aan onbekenden die je isoleren en fixeren is bijzonder moeilijk. Vrijheid is kennelijk geen recht in de psychiatrie, maar een privilege dat je moet verdienen door gedwee en dociel mee te lopen in een tergend trage carrousel van absolute leegte. Geloof me, het was héél erg schrikken in zo’n systeem terecht te komen. Het is inderdaad correct dat isolatie als machtsmiddel wordt gebruikt. Ik heb het meermaals gezien, en ik wil daarover getuigen.

  • Gwen

    En hoe zit dit bij gevangenen?
    Verdienen die dit dan wel omdat een gevangenis niet therapeutisch werkt maar straffend? Ook deze doelgroep hoort erbij

  • Rob van Kol

    Dit kun je niemand aan doen terechte nabijheid of betrokkenheid geeft weer vertrouwen voor de klant ( cliënt) van de GGZ. Naasten en ervaringsdeskundige kunnen hier veel in betekenen.
    Hun begrijpen wat betreffende door maakt.
    Wat ook werkt is “Open dialoque” door vragen en er zijn voor de klant.
    Pas zelf ondervonden in onze naasten omgeving.

  • Adlain

    Empathie, een begrip dat enkele decennia geleden op de voorgrond werd geplaatst in de zorg voor anderen. Hoe komt het dat onze professionals -althans waarover sprake- de meest fundamentele basis attitude, hetwelk hen tijdens hun vorming wordt duidelijk gemaakt, niet eigen maken? In het artikel wordt duidelijk dat een gebrek aan middelen eerder vertaald kan worden naar een gebrek aan vaardigheid, wat aan de basis kan liggen van verkeerde beslissingen. Maar wat ligt er aan de basis van een gebrek aan mededogen? Welke gevoelens,denkschema’s of referentiekaders geven aanleiding tot het miskennen, zelfs misprijzen van andermans leed, nood of behoefte? Is het echt noodzakelijk om zelf eerst te ervaren wat een ander ervaart, vooraleer we gevoelig geloven en begrijpen? Net zoals agenten lichamelijk worden onderworpen aan de pijnlijke ervaring van het gebruik van een stroomstootwapen of taser, vooraleer ze dit wapen tot hun arsenaal mogen rekenen.
    Welk algoritme maakt ons bewust gevoelig?

  • Hilde

    Ik werk zelf als verpleegkundige en kan alleen maar beamen dat er een serieuze mentaliteitswijziging nodig is bij zowel dokters als verpleegkundigen. Het gebeurt minder dan vroeger, maar toch nog teveel. Soms kwam ik werken en lag er iemand in isolatie, als ik dit in vraag stelde werd er gezegd dat het moest van dokter X. Ik heb zelf meegemaakt dat een man die gedwongen opgenomen werd en die rustiger werd nadat ik er mee had gepraat, hem eten had gegeven en laten roken, door een dokter gezien werd die besliste dat hij toch in de isoleercel moest. Leg dat maar eens uit. Er zijn ook verpleegkundigen die het veiliger vinden om iemand op te sluiten, en dan was ik de splitter die de deur ging openen en verweten werd niet op 1 lijn te staan. Gelukkig staan er ook veel collega’s achter mij. Nu de dokters nog.

  • De Man Stephane

    Een artikel dat ik nu lees in een kamer van een Psychiatrisch Centrum, vandaag maandag. Het centrum waar Stefaan directeur is. Ik heb de voorstelling gezien, op video vastgelegd. In dit interview lees ik veel goede dingen. 2 mensen die gemotiveerd, elk vanuit zijn eigen ervaring voor verandering pleiten. Ik was getuige van een vrouw die op de afdeling psychotisch werd. Andere mensen spraken over haar als een zombie, een rare. De vrouw werd uitgelachen. Ik heb de verpleging gezegd dat dit niet menselijk was. Ook al leek deze vrouw van de wereld, ze hoort en voelt nog! Later die dag is de vrouw verdwenen van de afdeling, in afzondering. Een week later hoorde ik van patiënten dat ze stiekem met de verpleging meekeken naar de opgesloten en gefixeerde vrouw, ze vonden het ook nog leuk. Ik heb het de hoofdverpleger gemeld. Ik vond de hele situatie een schande! ik voel mij schuldig omdat ik voor de vrouw opkwam en voor haar opsluiting deels verantwoordelijk ben. Menselijk gedrag is ver zoek!

  • Karine Vanden Berghe

    Heel herkenbaar voor mij. Vijf jaar geleden , de eerste keer met psychiatrie in aanraking gekomen. Er waren ook goede dingen maar ik wil er idd nooit meer terug. Wel drie keer in isolatie belandt terwijl ik smeekte. Ik was erg angstig. Ik was lief en meegaand. Maar ik had een eigen wil, een eigen gedacht. Met sommige verpleegkundigen kwam ik heel goed overeen. Anderen…Weet je dat ze soms dreigden met de isolatiecel, gewoon om je rustig te houden. Na een tijd had ik door dat je gewoon alles moest doen wat ze zegden. Niet meer tegenstribbelen. Ik heb er weinig een dokter gezien.Geen therapie. Nu vijf jaar later gaat alles goed met mij. Ook mijn familie werd niet begeleid. Mijn man wou me niet meer, mijn dochter kwam na een jaar pas terug Ze zijn bang gemaakt door het ziekenhuis. Ik ben trots dat ik die weg afgelegd heb, ik ga om de drie maand naar de dokter, ik neem trouw mijn med. Maar als ik weer ziek word…zet ik het op een lopen.

We zijn benieuwd naar je mening!
Blijf hoffelijk, constructief en respectvol

 

Elke reactie wordt gemodereerd. Lees hier onze spelregels. Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.