Achtergrond

Participatie van jongeren en ouders in het Huis van het Kind

Inspiratie uit Limburg

Katrijn Kelchtermans, Veronique Vos

De Huizen van het Kind moeten ondersteuning bieden die “afgestemd is op de lokale noden en behoeften”. Ze moeten daarbij voorzien in participatie van de gebruikers. Elk Huis van het Kind mag zelf bepalen hoe men aan die participatiegedachtegestalte geeft. Het Limburgs Steunpunt Opvoedingsondersteuning helpt hen hierbij. Hun praktijk inspireert.

Huis van het Kind

Een Huis van het Kind brengt lokaal een divers aanbod rond preventieve gezinsondersteuning en gezondheidszorg samen. Concreet kan het bijvoorbeeld gaan om een consultatiebureau van Kind en Gezin en een opvoedingswinkel. Daarbij komen nog acties die ontmoeting en sociale cohesie bevorderen zoals informatieavonden of speelstraten.

‘Ieder kind telt.’

In het Huis van het Kind wordt universele dienstverlening aangeboden voor alle gezinnen. Ieder kind telt. Er moet voor iedere ouder de mogelijkheid zijn tot ontmoeting, ondersteuning en verrijking. Maar tegelijkertijd moet er aandacht zijn voor specifieke noden en doelgroepen.

Het Huis van het Kind bundelt krachten om aanbod en maatregelen ter ondersteuning van gezinnen meer coherent en beter te ontsluiten. Zo worden meer gezinnen beter ondersteund.De Schuymer, L. (2015), ‘Raakvlakken tussen onderwijs en welzijn in de Huizen van het Kind’, Welwijs, 4, 34-37.

Werk maken van participatie

Er zijn verschillende goede redenen om werk te maken van participatie. In de eerste plaats omdat opvoeden een zaak is van iedereen: ouder, leerkracht, opvoeder, vrijwilliger in de school, sportmonitor, buurman, jeugdwerker, begeleider in de kinderopvang of grootouder. Welke rol je ook hebt, iedereen draagt op zijn manier bij aan een positief klimaat waarin kinderen opgroeien.

Een participatieve aanpak schept kansen om in actie te komen voor kinderen en jongeren. Want participatie gaat verder dan inspraak. Participatie bevat een actieve component: je kunt iets doen.

Daarbij is het belangrijk om draagvlak te creëren. Zo krijg je op voorhand betrokkenheid, ondersteuning en medewerking voor de vernieuwing die je wil brengen. Door de inhoudelijke inbreng van burgers, ouders, kinderen en jongeren te vragen en te waarderen, neem je hen ernstig. Zo werk je aan een Huis van het Kind, dat meer gezinnen beter kan ondersteunen.

Mensen in hun kracht zetten

Het Huis van het Kind heeft de input van haar potentiële gebruikers nodig. Alleen zo kan men een aanbod realiseren dat tegemoetkomt aan lokale noden en behoeften. Bovendien wint het Huis van het Kind aan kwaliteit omdat burgers, ouders, kinderen en jongeren over kennis en kunde beschikken die professionals niet kunnen bieden.

“Ik wist niet dat ik zo slim was en zoveel goede ideeën heb!” Zo reageerde een mama na een participatiesessie. Het Huis van het Kind biedt volop kansen om mogelijkheden en talenten van mensen te ontdekken, te benutten en verder te ontwikkelen. En dat al vanaf de prille start.

‘Jongeren ervaren dat hun mening ertoe doet.’

Kinderen en jongeren hebben positieve ervaringen nodig met participatie. Opvoeden gaat niet alleen over het reguleren van gedrag. Het gaat ook over het meegeven van de democratische waarden waar wij als samenleving belang aan hechten.De Winter, M. (2015), Verbeter de wereld, begin bij de opvoeding. Vanachter de voordeur naar democratie en verbinding, Amsterdam, Uitgeverij SWP.Zeker in een Huis van het Kind moeten kinderen en jongeren kunnen ervaren dat hun mening ertoe doet.

Methodiekendoos

Om begeleiders te ondersteunen bij het werken rond participatie ontwikkelde het provinciaal Steunpunt Opvoedingsondersteuning methodiekendozen met diverse werkvormen. Hiermee krijgen de Huizen van het Kind concrete handvatten om ouders, kinderen en jongeren van bij de start als evenwaardige partners te betrekken. Meerdere Huizen van het Kind maken er al gebruik van.

De doos ‘Ouders in Huis’ bevat methodieken om met ouders in groep na te denken over het Huis van het Kind. De thema’s die aan bod komen zijn opvoeden, ontmoeten, gezondheid, vrije tijd, kinderopvang en participatie.

Daarnaast zijn er tools die ouders helpen om het aanbod van het Huis van het Kind op toegankelijkheidscriteria te toetsen. De begeleider kan kiezen welk aanbod van het eigen Huis van het Kind men toetst op welke criteria.

De uitbreidingsset ‘Kids in Huis’ bevat werkvormen om met teams te werken rond kinderparticipatie en om met kinderen zelf aan de slag te gaan. Het Steunpunt verzorgt samen met Expoo ook vormingen voor begeleiders die hiermee aan de slag willen.

Appreciative inquiry

Bij de uitwerking van de ‘Ouders in Huis’-methodieken vertrokken we van het beleidskader dat in het decreet preventieve gezinsondersteuning is uitgewerkt. We maakten ook gebruik van de visie van professor Maria De Bie (UGent) op integrale toegankelijkheid. Zij legt de nadruk op de bruikbaarheid, begrijpbaarheid, bereikbaarheid, beschikbaarheid en betaalbaarheid van de dienst- en hulpverlening.Bouverne-De Bie, M. (2005), ‘Het OCMW en het recht op maatschappelijke dienstverlening’, in Vranken J., De Boyser K. en Dierckx, D. (red.), Armoede en sociale uitsluiting. Jaarboek 2005, Leuven, Acco, 203-216.

‘Opvoeden is een samenspel.’

Ook de ideeën achter het ‘Maak het Mee’-project van de provincie en het Limburgs Netwerk Opvoedingsondersteuning komen aan bod. Hierbij gaat men uit van een positieve kijk op ouders, ouderschap en kinderen.

Ouders zijn de eerste verantwoordelijke voor de opvoeding van kinderen, maar staan er niet alleen voor. Opvoeden is een samenspel. We dragen allemaal mee verantwoordelijkheid voor het gezond en veilig opgroeien van kinderen.

Tenslotte maakten we gebruik van de ideeën van de waarderende benadering. Dit wordt omschreven als “het coöperatieve en constructieve zoekproces naar het beste wat er is in mensen, in hun organisaties en in de wereld om hen heen.”Cooperrider, D. L. and Whitney, D. (2005), Appreciative inquiry: A positive revolution in change, San Francisco, Berrett-Koehler Publishers.De term waarderend verwijst niet alleen naar het met respect op zoek gaan naar wat er is, maar ook naar een meerwaarde gevend proces.

Methodisch aan de slag

Participatie betekent dat je expertise, kennis en ideeën van burgers ernstig neemt. Methodisch aan de slag gaan met participatie vereist een grondige voorbereiding en opvolging.

‘Gebruikers werken voorstellen mee uit.’

Er moet alvast voldoende draagvlak bestaan om werk te maken van gebruikersparticipatie. De sessies met potentiële gebruikers zijn  slechts een eerste stap in het participatieproces. Ouders, kinderen en jongeren worden geconsulteerd over hun verwachtingen. Ze geven concrete tips en doen voorstellen voor een huis op maat van hun gemeente.

Maar daar stopt het niet. Ook bij de uitwerking van voorstellen en acties zal het Huis van het Kind in gesprek gaan met gebruikers en hen als evenwaardige partner betrekken.

Ouders in huis

Het Huis van het Kind van Leopoldsburg heeft de afgelopen maanden de eerste stappen in het participatietraject ‘Ouders in Huis’ doorlopen. Ze brachten zeven groepen ouders samen. Tijdens oudersessies konden ze nadenken en ideeën uitwisselen over opvoedingsondersteuning, ontmoeting, kinderopvang, vrije tijd, gezondheidspromotie, communicatie, toegankelijkheid en participatie in het Huis van het Kind.

De partners van het Huis van het Kind engageerden zich om de ouders uit te nodigen. Meestal spraken ze ouders persoonlijk aan en maakten hen warm om mee te doen. Er werd gezorgd voor voldoende diversiteit: tweeverdieners, ouders van pubers, ouders van jonge kinderen, anderstalige ouders, kwetsbare ouders.

‘Elke oudersessie kent zijn eigen verloop.’

Groepjes van gemiddeld vijf ouders gingen onder begeleiding in gesprek met elkaar. Van elk gesprek is een uitgebreid verslag gemaakt, dat door de ouders werd gevalideerd. Elke oudersessie kende zijn eigen verloop, maar bracht toch weerkerende thema’s naar boven.

Ontmoeting

Zo leverde het thema ontmoeting geanimeerde gesprekken op. Ouders met een groot netwerk gaven aan dat ze waarschijnlijk niet zouden deelnemen wanneer er door het Huis van het Kind ontmoetingsmomenten georganiseerd worden. Dit wegens ‘te druk’ en ‘geen behoefte’.

Tegelijkertijd drongen ze erop aan om er wel op in te zetten. Bijvoorbeeld omdat ze zelf blijvende vriendschappen hebben overgehouden aan het jaarlijks etentje bij de onthaalmoeder. Of omdat ze denken dat hun buurvrouw daar veel deugd aan zou hebben. Deze ouders benadrukten hoe ondersteunend ze hun netwerk ervaren bij het opvoeden van hun kinderen.

Vooral ouders die oorspronkelijk niet van Leopoldsburg afkomstig zijn, gaven aan nood te hebben aan meer ontmoetingsmomenten. Zij vinden het moeilijk om als buitenstaander een netwerk uit te bouwen. Ook thuiswerkende mama’s ervaren meer nood aan ontmoeting.

Concrete invulling

De ouders deden heel concrete suggesties hoe die ontmoeting georganiseerd kan worden: enkele speeltuigen en een bank aan de sporthal, een oudercafé op school, interactieve werkvormen in plaats van lezingen, activiteiten voor ouders samen met hun kinderen.

Na de sessies heeft men een beeld van wat ouders al waarderen en waar er nog mogelijkheden liggen. De oudersessies helpen zo concrete invulling te geven aan de krachtlijnen van het Huis van het Kind.

‘Het Huis van het Kind wordt ook hun project.’

Ontmoeting zal in Leopoldsburg één van de prioriteiten zijn, maar ook rond communicatie, speelruimte en de inrichting van het Huis van het Kind deden de ouders suggesties. Een aantal van hen hebben zich nadien kandidaat gesteld om als ambassadeur mee te werken. Zo wordt het Huis van het Kind ook hun project.

Een andere model

Ook in Hamont-Achel deed het stadsbestuur beroep op haar inwoners om de participatiegedachte van Huis van het Kind in te vullen. Ze deed dit op een heel eigen wijze. De doelstelling was dezelfde, de aanpak uniek.

Via een wervingscampagne op de gemeentelijke website, sociale media en in de lokale pers ging de gemeente op zoek naar Toekomst-Ambassadeurs. Dit is een verzamelnaam voor inwoners die op vrijwillige basis, gedurende een langere periode willen meewerken aan een Huis van het Kind op maat van de Hamont-Achelaar.

‘In Hamont-Achel zijn er 25 Toekomst-Ambassadeurs.’

Iedereen kon zich aanmelden. Dit initiatief is niet alleen kind- en gezinsvriendelijk, maar speelt ook in op de concrete noden en behoeften van de burger.

Een 25-tal inwoners zijn al meer dan een jaar actief als Toekomst-Ambassadeur. Een heterogene groep van geëngageerde burgers vond elkaar: jongeren, volwassenen, ouders, grootouders. Elk van hen neemt deel vanuit zijn eigen achtergrond en motivatie. Sommigen handelen uit overtuiging, idealisme of nieuwsgierigheid. Anderen werken mee vanuit professionele interesse.

Iedereen deelt echter eenzelfde enthousiasme. Men wil samen op een positief kritische manier iets waardevol in beweging te zetten.

Communicatoren

De Toekomst-Ambassadeurs zijn communicatoren die zowel bottom-up als top-down functioneren.

Ze treden op als spreekbuis voor andere inwoners en gaan op zoek naar wat er in de stad leeft rond het Huis van het Kind. Ze zijn een aanspreekpunt voor andere inwoners en brengen vragen of opmerkingen van burgers tot bij het bestuur.

Daarnaast informeren zij de burger over wat het Huis van het Kind voor hen kan betekenen. Ze maken inwoners bekend met het concept. Zo creëren ze een draagvlak. Dit is essentieel voor het succes van het project op lange termijn. Enkel wanneer mensen bekend zijn met de werking van het Huis van het Kind, zullen ze het ook maximaal gebruiken.

Teamwerk

Naast een communicatieve functie leveren de Toekomst-Ambassadeurs ook inhoudelijk een actieve bijdrage aan het project. Elke zes weken ontmoeten ze elkaar en de medewerkers van de stad. Elk vanuit hun eigen talenten wisselen ze ideeën uit over de diensten, activiteiten en mogelijke partners van Huis van het Kind.

‘Communicatie, vertrouwen en samenwerking.’

Open communicatie, onderling vertrouwen en constructieve samenwerking staan daarbij centraal. De groepssfeer is van groot belang. Maar die zit in Hamont-Achel wel goed. Zo noemen de Toekomst-Ambassadeurs zichzelf wel eens ‘T-A-team’, verwijzend naar de succesvolle televisieserie uit de jaren ’80.

Groeiwebsite

De Toekomst-Ambassadeurs zijn in de huidige, voorbereidende fase van het project van onschatbare waarde. Maar ook na de opening van het Huis blijven zij een belangrijk klankbord.

De stad zorgde ervoor dat de inwoners ook op een meer directe wijze hun zegje kunnen doen. Hiervoor ontwikkelde men een groeiwebsite. Daar kan men niet enkel de laatste updates van het project volgen, maar ook vragen of bekommernissen uiten. Verder bericht de Facebookpagina ‘Huis van het Kind Hamont-Achel’  regelmatig over het project.

Wie dat wenst kan zich bovendien nog steeds aanmelden om Toekomst-Ambassadeur te worden. Met het oog op een volwaardig participatietraject blijft de groep open staan voor nieuwkomers.

Het verschil maken

De methodiekendozen worden vooral in Limburg gebruikt. In Leopoldsburg presenteerden we recent de output van de oudersessies aan alle betrokkenen. De eerste fase in het proces is daarmee afgerond. In andere Huizen van het Kind zijn de sessies nog volop aan de gang.

‘Participatieve trajecten lonen.’

Ook elders zijn boeiende processen aan de gang. Zo zijn er sessies met jongeren uit het secundair onderwijs in Bree en sessies met kinderen in Dilsen-Stokkem en Heers.

Of je nu werkt met methodiekendozen, Toekomst-Ambassadeurs of een andere aanpak, wat telt is dat participatieve trajecten in een Huis van het Kind lonen. Met de cases hopen we Huizen van het Kind die twijfelen over de zin om ouders, kinderen en jongeren al in een vroeg stadium te betrekken, over de schreef te trekken. Hun inbreng helpt net om visies en missies te concretiseren in acties die het verschil maken.

Ervaringen met lopende participatietrajecten, ook in andere gemeenten, leren ons dat burgers met voorstellen komen, die het samenwerkingsverband niet zou kunnen bedenken. Uiteraard vraagt dit geloof, engagement en veel inzet. Maar het is de moeite waard.

Reacties [1]

  • Marcel De Beukeleer

    Dit is een mooi antwoord op de kritiek van ouders dat het ‘Huis van het Kind’ eigenlijk het ‘Huis van de ouders’ (en jongeren) zou moeten heten. Coöperatief werken houdt in dat de regie in handen komt van de ouders (en jongeren), maar dit is al een grote stap in de goede richting. Inspraakgerichte participatie werpt zeker een dam op tegen de betutteling die vele hulpverleners ‘van nature’ jegens ouders beoefenen. De tijd is rijp om her en der leerstoelen ‘oudersbegeleiding’ in te richten.

We zijn benieuwd naar je mening!
Blijf hoffelijk, constructief en respectvol

 

Elke reactie wordt gemodereerd. Lees hier onze spelregels. Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.