Achtergrond

Buurtgerichte zorg bestrijdt vereenzaming

Goede relaties houden ons gezond en gelukkig

Mieck Vos, Dany Dewulf

Voorbije zomer werd Brugge opgeschrikt door het nieuws dat drie mensen in hun woning waren gestorven, zonder dat iemand dat had opgemerkt. Het ging om een man van 41 jaar en twee vrouwen van 47 en 80 jaar. Hoe erg kan je geïsoleerd geraken dat niemand nog om je geeft?

eenzaamheid

©Hernan Pinera @flickr

Zes procent

Onderzoek toont aan dat het om een schrikwekkend aantal mensen gaat. Volgens de Vlaamse regionale indicatoren (VRIND) zegt 6% van de Vlamingen zich “geïsoleerd van andere mensen” te voelen. Dat zijn 400.000 mensen.

Het Europees onderzoeksprogramma ‘European Social Survey’ komt tot gelijkaardige cijfers: 7% van de 18-plussers voelt zich meestal, altijd of bijna altijd eenzaam. In steden kan dat oplopen tot 10% van de inwoners of meer.

Kwetsbaar en eenzaam

Eenzaamheid is een maatschappelijk probleem. Voor jong en oud. Veel jongeren van Cachet, een vzw van en voor jongeren in de jeugdhulp, geven eenzaamheid aan als één van de zwaarste problemen.

‘Eenzaamheid is een probleem van jong en oud.’

Ook mensen in de geestelijke gezondheidszorg geven aan makkelijk verstrikt te raken in eenzaamheid. Net zoals mensen die oud worden. Ze verliezen hun partner, hun sociaal netwerk krimpt fel in, ze verliezen de verbinding met hun buurt, ze slagen er niet meer in om nieuwe sociaal-affectieve relaties tot stand te brengen.

Breder probleem

Maar ook mensen zonder die kwetsbaarheid ervaren vaak eenzaamheid, bijvoorbeeld na een echtscheiding. Zelfs op het werk voelen nogal wat mensen zich erg eenzaam te midden van alle sociale drukte op de werkvloer, in het team waar ze deel van uit maken.

Wat is dat toch in onze samenleving? En kan een lokale overheid hier iets aan doen? Hoe kan een lokale overheid van betekenis zijn zodat alle inwoners zich gelukkig kunnen voelen, levenskwaliteit hebben, in hechte en warme gemeenschappen leven waar iedereen er gewoon bij hoort?

Goede sociaal-affectieve relaties

In de Verenigde Staten loopt hierover al 75 jaar een uniek onderzoek. Men volgt de levens van meer dan 2.000 mannen, vrouwen en kinderen. Sommige van de mensen, die op 19-jarige leeftijd in het onderzoek instapten, zijn nog steeds in leven.

In onderstaande TED-talk ‘What makes a good life? Lessons from the longest study on happiness’ gaat een onderzoeker hier dieper op in.

Eenzaamheid is dodelijk

In dit onderzoek komt één groot besluit bovendrijven: goede relaties houden ons gelukkig en gezond. Verschillende bevindingen onderbouwen dat besluit.

Sociaal-affectieve relaties zijn goed voor ons. Eenzaamheid is dodelijk. Mensen die meer geïsoleerd zijn van anderen dan ze willen, vinden zichzelf minder gelukkig. Hun gezondheid verzwakt sneller tijdens de middelbare leeftijd, hun hersenen gaan sneller achteruit, ze leven minder lang dan mensen die niet eenzaam zijn.

We weten ook dat niet het aantal vrienden bepalend is voor je geluk en gezondheid, maar wel de kwaliteit van je nauwe relaties met andere mensen. Leven met goede, warme relaties biedt bescherming.

Relaties zijn beschermend wanneer mensen ervaren dat ze op de ander kunnen rekenen in tijden van nood. Die goede, hechte sociaal-affectieve relaties hoeven niet altijd zorgeloos zijn. Sommige 80-jarige koppels kibbelen voortdurend. Maar zolang ze het gevoel hebben dat ze op de ander kunnen rekenen, hebben die ruzies geen negatief effectief op hun kwaliteit van leven. Integendeel.

Even alleen

Relaties tussen mensen situeren zich op een continuüm. Zo kunnen mensen zich bijvoorbeeld met elkaar verbonden voelen. Ze denken en voelen hetzelfde. Heerlijk gezonde relaties zijn dat. Maar wanneer men erin overdrijft, begint men aan elkaar vast te zitten. Dat leidt tot spanningen, conflicten en breuken tussen mensen. Sociaal-affectieve relaties, zelfs goede, gaan op die manier verloren.

‘Er is niks mis met even alleen zijn.’

Soms willen mensen even alleen zijn. Daar is niks mis mee. Als je even alleen wilt zijn, dan trek je je bewust terug uit je sociaal-affectieve relaties. Om opnieuw zuurstof op te doen, opnieuw in je kracht te komen. Ideaal is wanneer mensen hierin differentiëren: soms kiezen om even alleen te zijn, soms kiezen voor verbinding en verbondenheid, zonder elkaar gevangen te houden.

Neerwaartse spiraal

Maar wanneer mensen te lang alleen zijn, gewild of ongewild, dan ontstaan problemen. Wanneer relaties verdwijnen en niet meer door nieuwe worden vervangen, geraakt men sociaal en emotioneel geïsoleerd.

Dat sociaal isolement kan ook het gevolg zijn van uitsluiting. Men hoort er niet meer bij. Dit overkomt heel veel ouder wordende mensen, mensen met psychische kwetsbaarheid, jongeren met gedrags- en emotionele problemen, mensen met een beperking, mensen in armoede, ex-gedetineerden…

‘Sociaal isolement kan een gevolg zijn van uitsluiting.’

Door langdurig sociaal isolement komen mensen in een neerwaartse spiraal. Aanvankelijk ervaart men het alleen zijn als onplezierig, als een gemis van warme relaties met anderen. Met voelt zich niet lekker in zijn vel en men trekt zich terug. Men ontwikkelt negatieve gedachten. Men koestert verwachtingen over relaties die men niet ingelost ziet. De eigenwaarde daalt en men trekt zich als gevolg daarvan nog verder terug.

Rand van de samenleving

Omdat alledaagse problemen nauwelijks meer gedeeld worden en het gevoel van geborgenheid afneemt, stijgt het stressniveau. Daardoor neemt de kans op conflicten met andere mensen toe.

Er ontstaan gezondheidsklachten. Klachten die niet onder doen voor roken, ernstig overgewicht, langdurig overmatig middelengebruik of bewegingsarmoede.

De zelfredzaamheid neemt af en het lukt steeds minder om in de samenleving ‘mee te doen’. Het sociaal en emotioneel isolement krijgt een structureel karakter. Het komt zover, dat mensen die dit proces van vereenzaming hebben doorlopen, niet meer bij machte zijn om nog op eigen kracht uit hun eenzaamheid te treden. Ze belanden aan de rand van de samenleving.

Iedereen betrokken

Vereenzaming is meer dan een lastig privéprobleem dat bij het leven hoort. Het heeft ernstige gevolgen voor de kwaliteit van samenleven. Iedereen is betrokken partij. Hoe kan dat aangepakt worden?

‘De lokale overheid kan ingaan tegen vereenzaming.’

De lokale overheid heeft een belangrijke maatschappelijke rol om vereenzaming tegen te gaan. Ze kan actief zorgzame buurten tot stand brengen waar mensen wonen, leven, elkaar ondersteunen en zorg voor elkaar dragen.

Kangoeroestraat

Een stad en gemeente kan ontmoetingsplaatsen inrichten, met een eigen identiteit, die verknoopt wordt met de levensverhalen van de mensen die elkaar op die plek ontmoeten.

Concreet gaat het over een dorpspunt of een buurtwinkel, zoals in Beveren-aan-den-IJzer in de Westhoek, waar een gezellige koffiehoek is ingericht. Of ‘t Kwartiertje in Sleidinge, een dorpsplein waar mensen een volkstuintje hebben en op de bank hun verhaal vertellen. Maar evengoed gaat het over een straat in Antwerpen-stad, waar mensen elkaar met zorgende ogen leren zien en de straat omvormen tot een Kangoeroestraat of een Koalabuurt.

‘Een stad kan ontmoetingsplaatsen inrichten.’

De straat, de buurt, is immers de plek waar mensen van elkaar kunnen zien of het goed gaat. Ze zitten er namelijk bovenop. Dichter kan niet. Voorwaarde is echter dat er een sterke sociale cohesie is in de buurt. Een sterk, fijnmazig, sensitief sociaal weefsel van mensen die in de buurt wonen en leven, en dat het karakter krijgt van een ondersteuningsnetwerk.

Buurtgerichte zorg

Als het er niet is – of het dient breder, fijnmaziger, sterker te worden gemaakt – kan het lokaal bestuur buurtgerichte zorg organiseren. Buurtgerichte zorg is een organisatiemodel voor geïntegreerde zorg waarin mantelzorg, burenhulp, vrijwilligerswerk, reguliere zorg en gespecialiseerde zorg complementair en op elkaar afgestemd worden ingezet.Buurtgerichte zorg wordt beschreven in de visietekst ‘Buurtgerichte Zorg – de actief zorgzame buurt als toekomstmodel voor Vlaanderen en Brussel’. Deze tekst kwam tot stand met een aantal OCMW’s, lokale dienstencentra, Zorgbedrijf Antwerpen, Kenniscentrum Woonzorg Brussel, Zorgnet-ICURO en de VVSG.

Centraal daarin staat de buurtzorgregie. De regie houdt onder andere in om in de buurt ondersteuningsnetwerken uit te bouwen, noden te detecteren, hulpvragers toe te leiden naar de juiste zorgverstrekker, sensibiliseren, informeren, zorgen dat bijzonder kwetsbare mensen kunnen participeren…

‘De buurtzorgregisseur adviseert het beleid.’

Op basis van opgedane ervaringen en inzichten in de wijk adviseert de buurtzorgregisseur het beleid, vanuit het perspectief van de buurt. Waar liggen kansen en opportuniteiten, capaciteiten en noden, lacunes in het gevoerde beleid, de basisdienstverlening, de basiszorg?

Burgerparticipatie

Beleid dat erop gericht is om in Vlaanderen overal actief zorgzame buurten tot stand te brengen, is een integraal beleid. Dat beleid focust zich tegelijkertijd op wonen, leven, werken, naar school gaan, vrije tijd invullen…

Dat integraal beleid komt tot stand met burgerparticipatie: van het informeren van burgers tot en met het geven van eigenaarschap en verantwoordelijkheid aan de burgers om zelf de dienstverlening te organiseren en te beheren, met ondersteuning vanuit het lokaal bestuur.

Open lokale besturen

Lokale besturen die in deze richting evolueren (Peer, Oostende, Gent, Antwerpen, Genk, Leuven, Kortrijk, Zedelgem…), zijn niet toevallig gemeenten en steden die aan stadsontwikkeling doen. Ze denken strategisch na over hoe ze willen dat hun gemeente of stad er binnen tien of twintig jaar uitziet. Daar zetten ze nu al een programma voor op.

‘De bestuursstijl evolueert van gesloten naar open.’

Wanneer een lokaal bestuur hierin succesvol is, evolueert haar bestuursstijl van gesloten en autoritair naar open, consultatief, participatief, delegerend, samenwerkend, ondersteunend en faciliterend. De co-creatie met de burgers op hun grondgebied is dan maximaal.

Kwetsbare mensen zijn sterk

Het is van groot belang dat kwetsbare mensen mee participeren, zoals ex-gedetineerden, mensen met een psychische kwetsbaarheid, mensen met een beperking, kwetsbare ouderen of jongeren uit de jeugdhulp. We mogen hen niet herleiden tot hun probleem en niet enkel benaderen vanuit hun tekorten.

Want kwetsbare mensen zijn ook heel sterk, sterker dan velen onder ons, net omwille van hun levensgeschiedenis, opgedane ervaringen en inzichten, strategieën die ze ontwikkeld hebben om levenskwaliteit na te streven, de talenten die ze óók hebben en hiervoor inzetten. Daardoor zijn ze perfect in staat om mee te bouwen aan een solidaire samenleving met minder eenzaamheid.

Reacties [3]

  • Dany Dewulf

    Bert Rouges heeft een punt. Burgerinitiatieven zijn onderbelicht. Hij geeft het voorbeeld van OpenDeur, Zorg Samen Straten in Antwerpen is ook een mooi voorbeeld. Dat is een burgerinitiatief (gefinancierd vanuit de burgerbegroting in Antwerpen en nu ook met middelen van de Koning Boudewijnstichting) dat met buurtgerichte zorg en in samenwerking met buren, vrijwilligers en professionele hulpverleners vereenzaming met succes tegengaat. In Brugge heb je ook zo’n initiatief : Stroatemoakers, in Oostkamp : de straatambassadeurs, enz. Buren zien heel snel wie eenzaam is, want ze wonen en leven er met hun neus bovenop. Bijvoorbeeld.

  • Bert Rouges

    Gelukkig bestaan er ook burgerinitiatieven die al dan niet met hulp van de overheid (dmv subsidies) aan remediëring en preventie doen. Ondanks hun inspanningen voor bekendmaking krijgen ze geen of te weinig aandacht in de media. Positieve berichtgeving blijkt onvoldoende nieuwswaarde te hebben en ‘verkoopt’ nagenoeg niet. De Open Deur vzw is een door de overheid erkende vrijwilligersorganisatie in Antwerpen waar sinds 1975 mensen terecht kunnen voor een deugddoend gesprek: bijna de helft van de contacten (+/- 2 000/jaar face to face en/of telefonisch) heeft met eenzaamheid te maken.
    Alle info over onze werking, zie http://www.deopendeur.be

  • Dirk Van Landen

    Ik vind dat de overheden meer moeite moeten doen om het probleemoplossend vernuft van de burgers in te winnen om bepaalde grootschalige problemen op te lossen of die te voorkomen. Dit zal het vertrouwen in de beleidsvoerders alleen maar ten goede komen. Niet iedereen die goede ideeën heeft en/of wil meehelpen gaat in de politiek.

    Het is bijvoorbeeld mogelijk hele adviesorganen op te richten van 1000 personen of meer. Die er wel iets voor over mogen hebben. Stel dat je 5 euro per jaar doneert aan de VRT, en in ruil mag je regelmatig kritiek uiten om bepaalde programma’s te verbeteren, door enquêtes in te vullen en/of mails te sturen naar een specifiek verbindingspersoon. Nu, dat is nog relatief onbelangrijk, maar m.b.t. tot verkeer, volksgezondheid en welzijn, vervuiling, onderwijs, woonbeleid, … kan er af en toe wel iets zeer belangrijks uit en in de bus komen.

We zijn benieuwd naar je mening!
Blijf hoffelijk, constructief en respectvol

 

Elke reactie wordt gemodereerd. Lees hier onze spelregels. Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.