Achtergrond

Vijf tips voor de aanpak van partnergeweld

Serafine Dierickx, Sophie Wouters, Lize Verbeke, Mieke Vanbergen

Het expertisecentrum Resilient People (Hogeschool UCLL) onderzocht de afgelopen jaren hoe politie, justitie, en hulpverlening aan de slag gaan met dossiers van (ex-)partnergeweld. Vijf tips tonen waar groeikansen liggen.

© Unsplash+

Verontrustende dynamiek

Partnergeweld verwijst naar geweld binnen intieme relaties. Het is een complex maatschappelijk probleem. Partnergeweld is meestal geen eenmalig voorval, maar een verontrustende dynamiek die een relatie voortdurend onder druk zet.

‘Partnergeweld kan verschillende vormen aannemen.’

Dit geweld kan verschillende vormen aannemen. Fysiek geweld, zoals slaan of verstikken, is de meest zichtbare vorm, maar komt niet het meest voor. De meestvoorkomende vorm is emotioneel geweld, zoals bedreigingen en manipulatie. Seksueel geweld omvat bijvoorbeeld verkrachting of seksuele intimidatie. Tot slot is er ook economisch partnergeweld, bijvoorbeeld de partner een inkomen ontzeggen of schulden aangaan op naam van de partner.

Eén op drie

In Vlaanderen komt partnergeweld helaas vaak voor. Ongeveer één op drie mensen maakt ooit minstens één vorm van partnergeweld mee. Slechts een topje van die verontrustende ijsberg bereikt politie, justitie, en hulpverlening. Er zijn nog steeds veel situaties van partnergeweld die niet of onvoldoende aangepakt worden. Bovendien kan de aanpak variëren afhankelijk van de regio, het moment waarop je hulp zoekt en bij welke medewerker je terechtkomt.

Kortom, er is nog veel groeimarge. Een effectieve aanpak leidt er niet enkel toe dat geweld vaker opgemerkt wordt en sneller aangepakt wordt, maar verlaagt ook het risico op nieuw geweld. Politie, justitie, en hulpverlening kunnen hun aanpak van partnergeweld verbeteren en van elkaar leren. Vijf tips, die gebaseerd zijn op jarenlang onderzoek, wijzen de weg.

1. Verbeter het opleidingsaanbod

Inzichten rond partnergeweld evolueren. In een sterke en samenhangende aanpak volgen alle medewerkers van politie, justitie, en hulpverlening regelmatig opleidingen die aansluiten bij hun mandaat over partnergeweld. Voor een onthaalbediende van het politiekantoor kan dit bijvoorbeeld gaan over een warme ontvangst, voor een hulpverlener over gesprekstechnieken. Ook parketmagistraten die tijdens nachten of weekenden onvermijdelijk geconfronteerd worden met partnergeweld, moeten weten hoe zij een casus best kunnen inschatten.

‘Professionals geven zelf aan dat het opleidingsaanbod niet specifiek genoeg is.’

Momenteel bestaat er een opleidingsaanbod voor politie, justitie, en hulpverlening. Elke sector heeft een eigen intern aanbod waarbij partnergeweld vaak een optioneel thema is. Het gaat hier bijvoorbeeld over keuzedagen voor nieuwe politie-inspecteurs, vormingen voor parketmagistraten vanuit het Instituut voor Gerechtelijke Opleiding en algemene opleidingen voor psychotherapeuten.

Professionals geven zelf aan dat dit aanbod te vrijblijvend en niet specifiek genoeg is. Ze vragen kwalitatief hoogstaande opleidingen die beter inspelen op de realiteit van partnergeweld.

Dat kan door de inhoud van deze opleidingen te laten invullen door medewerkers zelf, samen met ervaringsdeskundigen. Door samen te werken met experten die zowel academisch als in de praktijk geworteld zijn, is de kennis meteen toepasbaar en sluit die aan bij de noden die gevoeld worden op het terrein.

De opleiding voor professionals die hoofdzakelijk met koppels, kinderen of gezinnen werken, moet meer bieden dan enkel theoretische kennis over wat partnergeweld is en wat de belangrijkste alarmsignalen zijn. Ze moet ook praktische tools aanreiken waarmee ze onmiddellijk aan de slag kunnen, zoals hoe je met betrokkenen kan spreken over geweldsdynamieken, op welke manier je kinderen in het gezin ook een stem geeft of hoe je aan andere diensten duidelijk maakt dat er meteen moet opgetreden worden.

Idealiter ontstaat er een samenwerking tussen politie, justitie, en hulpverlening waarbinnen er interdisciplinair gesprekstechnieken worden ingeoefend en waar medewerkers feedback kunnen krijgen over concrete casussen.

We merken dat deze basiskennis en -vaardigheden vaak ontbreken, bijvoorbeeld omdat het team te weinig tijd heeft voor reflectiemomenten of omdat alles zo evident lijkt dat er volledig aan voorbij gegaan wordt. Spreken over partnergeweld dreigt dan te vervallen in het afvinken van een checklist waarbij onvoldoende wordt stilgestaan bij de noden en krachten die specifiek zijn aan een gezin.

2. Versterk de samenwerking tussen organisaties

Om effectieve strategieën te ontwikkelen en goede praktijken te verspreiden, is investeren in samenwerking en vertrouwen tussen organisaties cruciaal.

Dat klinkt vanzelfsprekend, maar op het terrein is optimale samenwerking een lang traject van vallen en opstaan. Zo is het voor professionals vaak onduidelijk hoe een casus verder evolueert en wat de impact is van de eigen bijdrage. Daarom is het belangrijk om samen rond de tafel te zitten en de werkwijze en doelstellingen te bespreken. Zo ontstaat er een goede sfeer en kunnen afspraken gemaakt worden rond informatiedeling. Hier moet niet alleen gekeken worden naar gespecialiseerde medewerkers, maar is de input van iedereen essentieel.

‘Optimale samenwerking is een lang traject van vallen en opstaan.’

Om vertrouwen op te bouwen, zijn persoonlijke contacten cruciaal. Wanneer teams aan eenzelfde dossier werken, is het belangrijk om elkaar te leren kennen en elkaar sneller te vinden voor vragen en overleg. Het organiseren van zorgtafels of intervisies stimuleert de samenwerking.

Ten slotte is het belangrijk om een evenwicht te vinden tussen teams op het vlak van beroepsgeheim en deontologie. Een hulpverlener heeft een andere opdracht dan een parketmagistraat. Ook binnen eenzelfde team kunnen opdrachten en mandaten van collega’s verschillen. Als er samengewerkt wordt rond partnergeweld, gaat niet iedereen op dezelfde manier om met vertrouwelijke informatie. Door samen te overleggen en verschillen te erkennen, is samenwerking mogelijk zonder onnodig overbodige informatie te delen.

3. Werk met ervaringsdeskundigen

Het betrekken van ervaringsdeskundigen in de aanpak van partnergeweld is een krachtige manier om de kloof tussen beleid, onderzoek, en praktijk te overbruggen. Al zijn ervaringsdeskundigen in sociaal werk geen onbekenden, toch worden ze bij de aanpak van partnergeweld nog te weinig benut. Mensen die zelf partnergeweld hebben meegemaakt, bieden unieke inzichten. Hun ervaringen kunnen helpen om de perspectieven van betrokkenen beter te begrijpen en zo de hulpverlening, politie-interventies en juridische procedures effectiever, maar zeker ook menselijker, te maken.

‘Mensen die zelf partnergeweld hebben meegemaakt, bieden unieke inzichten.’

Politie, justitie, en hulpverlening moeten structureel samenwerken met ervaringsdeskundigen. Dit kan bijvoorbeeld door hen te betrekken bij opleidingen over partnergeweld, bij het opstellen van nieuwe zonale veiligheidsplannen of bij het begeleiden van betrokkenen bij partnergeweld.

Door ervaringsdeskundigen een stem te geven, krijgen medewerkers de kans om hun aanpak meer af te stemmen op de realiteit. Dit leidt niet alleen tot betere resultaten, maar ook tot een systeem dat betrokkenen daadwerkelijk ondersteunt en beschermt. Maar ook de ervaringsdeskundigen zelf moeten voldoende kader en ondersteuning krijgen om zulke samenwerkingen met politie, justitie en hulpverlening waar te maken.

4. Investeer in een wetenschappelijk onderbouwde aanpak

Een effectieve aanpak van partnergeweld is gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek. Op het terrein werken politie, justitie, en hulpverlening samen aan een optimale werkpraktijk. Vanuit deze terreinexpertise, tekenen onderzoeksinstellingen samen met beleidsverantwoordelijken strategische lijnen uit voor de aanpak van partnergeweld.

Een vraag die bijvoorbeeld gesteld wordt is welke risicofactoren en beschermende factoren niet enkel nuttig zijn voor het terrein, maar ook wetenschappelijk bevestigd worden als relevante factoren om partnergeweld in te schatten. Daarnaast krijgen we steeds meer de vraag hoe deze factoren ook kunnen dienen als indicatoren om voor, tijdens en na geweld de juiste ondersteuning aan gezinsleden te bieden. België zou heel wat voordeel halen uit onderzoek waarbij de impact van interventies op het gezinsleven gemeten worden. In Nederland deed men dit al en leverde dit boeiende resultaten op.

‘Kennis uit wetenschappelijk onderzoek moet meer toegankelijk gemaakt worden.’

Daarnaast moet de kennis uit wetenschappelijk onderzoek meer toegankelijk gemaakt worden voor alle professionals. Dit kan door middel van gerichte workshops en informatiecampagnes die de nieuwste inzichten vertalen naar de praktijk. Het afgelopen jaar ontwikkelde UCLL voor en door medewerkers van politie, justitie, en hulpverlening een podcast en factsheets over partnergeweld.

5. Besteed aandacht aan de impact op kinderen

Partnergeweld heeft altijd impact op kinderen en wordt internationaal ook erkend als een vorm van kindermishandeling. Toch wordt die impact nog te vaak onderschat. Daarom is gerichte sensibilisering van politie, justitie, en hulpverlening essentieel.

Professionals beseffen wel dat partnergeweld een negatieve invloed kan hebben op kinderen, maar vinden het vaak niet hun verantwoordelijkheid om met hen in gesprek te gaan. Daarnaast geven sommige medewerkers ook aan dat hun organisatie hiertoe geen kader heeft.

Een sensibiliseringscampagne over de gevolgen van partnergeweld op kinderen kan een verschil maken. Zo’n campagne informeert en moedigt medewerkers aan om niet enkel over, maar vooral ook met kinderen te spreken en adequaat te ageren bij aanwezigheid van kinderen in een gezin. Dat helpt om veelvoorkomende valkuilen te vermijden: beslissen over het kind zonder het zelf te horen, het kind negeren uit angst om potjes te openen die lang gesloten bleven, of het kind allerlei oplossingen beloven die naderhand onmogelijk blijken.

Naast gerichte sensibilisering moet in elk dossier van partnergeweld een kindreflex ingebouwd worden. Een mooi voorbeeld is dat van Handle with Care, een pilootproject van het Vlaams Expertisecentrum Kindermishandeling (VECK) waarbij scholen een extra oogje in het zeil houden na interventies van intrafamiliaal geweld. De eerste resultaten van zulke projecten zijn positief en het beleid zou uitbreiding moeten aanmoedigen.

Reacties

We zijn benieuwd naar je mening!
Blijf hoffelijk, constructief en respectvol

 

Elke reactie wordt gemodereerd. Lees hier onze spelregels. Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.