Achtergrond

Preventie van dak- en thuisloosheid bij jongeren: ‘Ik had gewoon iemand nodig om mee te praten’

Anna-Laura Marana, Evelien Demaerschalk, Koen Hermans

Het blijft een confronterend probleem: jongeren die dak- en thuisloos zijn. Toch hoeft het zo ver niet te komen want eerste indicaties van dak- en thuisloosheid tonen zich al in de schooltijd. Het preventieproject Upstream nestelt zich in de school om die signalen op te vangen en ermee aan de slag te gaan. Onderzoekers (KU Leuven, LUCAS) bekeken of deze aanpak werkt.

dakloos

© Unsplash / Joao Viegas

Onopgemerkte signalen

Jolien (15) woont bij haar ouders, maar voelt zich er niet thuis. De spanningen lopen vaak hoog op, gesprekken ontaarden in ruzie of worden simpelweg afgekapt. Ze voelt zich eenzaam en niet gehoord. De stress kruipt onder haar huid: ze slaapt slecht, haar schoolresultaten dalen, ze piekert veel. Weglopen lijkt soms nog de enige uitweg.

‘Deze jongeren passen niet in het stereotype beeld van dak- en thuisloosheid.’

Oksana (17) ervaarde ernstige psychische klachten ten gevolge van voortdurende pesterijen en seksistische opmerkingen door een leerkracht in een vorige school. Ze voelde zich niet veilig of gesteund, wat leidde tot suïcidale gedachten. Dit bleef lange tijd onopgemerkt door haar leerkrachten en ouders, enkel haar vrienden merkten de signalen op en grepen in.

Schooluitval en thuisloosheid

Jolien en Oksana zijn voorbeelden van jongeren die risico lopen om uit te vallen op school. Vaak is er nog meer aan de hand: onderzoek wijst uit dat jongeren die onder hoge druk staan door mentale problemen of een gebrek aan steun, ook meer risico lopen op dak- en thuisloosheid. Ze leven in moeilijke thuissituaties, houden zich met moeite staande op school, slapen tijdelijk bij vrienden of familie en doen er alles aan om ‘normaal’ te lijken.

Deze jongeren passen niet in het stereotype beeld van dak- en thuisloosheid en blijven daardoor onzichtbaar voor hulpverlening, voor het publieke debat, voor het beleid, en soms zelfs voor hun omgeving. Hun noden worden vaak pas gezien als het al vijf voor twaalf is.

Precies daarom is vroegtijdig ingrijpen cruciaal. Het is in die kwetsbare tussenzones waar jongeren wankelen maar nog niet vallen, dat preventie het verschil kan maken. Dat is de rode draad doorheen ‘Upstream’, een internationaal project rond vroegdetectie en interventie om niet alleen schooluitval, maar ook dak- en thuisloosheid te voorkomen.

Risico’s opsporen

Om jongeren als Jolien en Oksana vroegtijdig op te sporen, werd Upstream ook in Vlaanderen gelanceerd. In samenwerking met het Agentschap Opgroeien startten in Vlaanderen pilootprojecten in drie regio’s: de Kempen, Mechelen en Antwerpen. Er werd nauw samengewerkt met ‘A Way Home’-coalities, dat zijn lokale samenwerkingsverbanden die actie ondernemen om thuisloosheid bij jongeren te voorkomen en te beëindigen.

‘Het is in de kwetsbare tussenzones waar jongeren wankelen maar nog niet vallen, dat preventie het verschil kan maken.’

In elke regio werden op drie scholen jongeren in het derde middelbaar bevraagd. Via een korte, laagdrempelige vragenlijst werden signalen opgespoord van risico’s op schooluitval en dak- en thuisloosheid. Onderzoek wijst uit dat bijvoorbeeld jongeren die langdurig spanningen thuis ervaren of zich onveilig voelen, een verhoogde kans hebben op thuisloosheid. Voor schooluitval weten we dat aanhoudend spijbelen, pesten of zittenblijven vaak vroege signalen zijn.

Van vragenlijst naar eerste gesprek

Om risicosituaties op te sporen, verwerken we als onderzoekers meteen de ingevulde vragenlijsten. We bezorgen de resultaten aan de Upstream-medewerker, een sociale professional die werkt voor een lokale welzijnsorganisatie, bijvoorbeeld het Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg (CGG) of het Jongeren Advies Centrum (JAC) van een Centrum Algemeen Welzijnswerk (CAW).

‘De medewerker biedt een een luisterend oor, praktische hulp of doorverwijzing waar nodig.’

Deze medewerker neemt zo snel mogelijk contact op met jongeren die ondersteuning nodig hebben. De medewerker biedt een een luisterend oor, praktische hulp of doorverwijzing waar nodig.

1 op 3 jongeren kampt met kwetsbaarheid

Als onderzoekers verwerkten we niet alleen deze vragenlijsten, maar namen we ook het hele Upstream project onder de loep. We gebruikten de registraties van de Upstream-medewerkers over de jongeren die ze begeleidden. We namen ook twaalf diepte-interviews af met jongeren die een Upstream-traject volgden en organiseerden drie focusgroepen met Upstream-medewerkers.

In totaal vulden 1.213 jongeren de vragenlijst in. Eén op drie (385) werd als kwetsbaar geïdentificeerd en kwam in aanmerking voor begeleiding. Zo zijn er 163 jongeren die een groot risico lopen op dak- en thuisloosheid: 42 jongeren geven bijvoorbeeld aan zich helemaal of meestal niet veilig te voelen thuis en 95 jongeren zeggen dat ze meestal of helemaal vaak erge ruzie hebben met hun ouders.

Andere jongeren geven een groot aantal antwoorden die wijzen op een risico op schooluitval of dak- en thuisloosheid. Voorbeelden hiervan zijn geen volwassenen kennen waarmee ze kunnen praten als ze hulp nodig hebben, aangeven dat ze met school willen stoppen, vaak verhuizen of wonen in een huis met grote problemen. Daarnaast stelden we vast dat 53 jongeren (4,4 procent) effectief dak- of thuisloos zijn.

Begeleidingstraject opgestart

Bij bijna 1 op de 4 jongeren werd effectief een begeleidingstraject opgestart, vooral bij meisjes (66,7 procent). De besproken thema’s zijn divers. Bij meer dan de helft van de jongeren in begeleiding wordt er over welzijn, gezin en schoolwelbevinden gepraat. Andere veelvoorkomende thema’s zijn mentale gezondheid, vrije tijd, pesten, netwerk, huisvesting en financiën.

‘Ik heb altijd alles verzwegen tegen iedereen.’

Een jongere vertelt: “Ik had gewoon iemand nodig om mee te praten. Een keer kunnen zeggen hoe ik me voel. Want ik was echt kapot. Ik heb altijd alles verzwegen tegen iedereen.”

Uit de interviews blijkt dat jongeren de eigen situatie vaak minimaliseren. Toch vinden ze een luisterend oor heel belangrijk. Ze kunnen hun verhaal delen, iets wat vaak niet blijkt te lukken in hun thuissituatie: “Ik heb eigenlijk niemand om mee te praten, en ik heb ook nooit tegen mijn ouders durven vertellen dat ik eigenlijk met iemand wil praten.”

Eerste stap

De sterkte van de Upstream-methodiek ligt in de combinatie van zichtbaarheid van de Upstream-medewerker op school en het vrijwillige, vertrouwensgerichte karakter van de begeleiding. Binnen het project wordt bewust ingezet op die laagdrempeligheid. Zo komt de Upstream-medewerker het project kort toelichten in de klas en is hij aanwezig tijdens de afname van de vragenlijst.

De medewerker is regelmatig aanwezig op school, bijvoorbeeld op de speelplaats of in de gangen. Deze fysieke aanwezigheid verlaagt de drempel tot contact: jongeren herkennen het gezicht achter het project, waardoor een eerste gesprek spontaner en minder beladen aanvoelt. Om het met de woorden van een jongere te zeggen: “Meestal is het zo’n grote stap en het is een heel taboe om naar de psycholoog te gaan, daar wordt niet open over gepraat. Ik vind dat Upstream een makkelijk eerste contact met een hulpverlener is.”

Binnen de school

De jongeren kiezen er meestal voor om de gesprekken te laten plaatsvinden op school, tijdens de lesuren. Dit maakt de begeleiding praktisch, toegankelijk én discreet. In de scholen wordt doorgaans een rustige, vertrouwelijke ruimte voorzien waar jongeren in alle rust met de Upstream-medewerker kunnen spreken.

Jongeren waarderen deze aanpak. Ze hoeven zich niet te verplaatsen na schooltijd en het schoolse karakter zorgt voor extra vertrouwelijkheid: veel jongeren willen niet dat hun ouders weten dat ze met iemand praten. Doordat de gesprekken op school plaatsvinden, blijft het contact laagdrempelig en voelt het veiliger om open te zijn.

Een jongere vertelt: “Ik vond het vooral fijn omdat de begeleider op school aanwezig is, tijdens de schooluren. De school verlaten om naar een psycholoog te gaan, is soms een heel drama. Nu weten leerkrachten dat ik even op gesprek ben, in de school.”

‘Jongeren kiezen zelf of ze in gesprek gaan.’

Jongeren kiezen zelf of, wanneer en hoe ze in gesprek gaan. Ze behouden de regie en dat versterkt het gevoel van veiligheid en vertrouwen. Wanneer jongeren niet ingaan op de uitnodiging voor een gesprek, kan een meer aanklampende benadering helpen. Toch moeten ook dan vrijwilligheid en respect voor de keuze van de jongere centraal blijven staan.

Op de radar

De betrokken scholen ervaren de samenwerking met Upstream als een duidelijke meerwaarde. Kwetsbare leerlingen komen sneller in beeld en de druk op leerlingbegeleiders en zorgleerkrachten vermindert. Doordat de Upstream-medewerker gesprekken op school voert, blijft de ondersteuning dichtbij en werkbaar.

Een Upstream-begeleider getuigt: “Een leerlingenbegeleider vertelde me dat hij helemaal niet doorhad dat het niet goed ging met een leerling. Hij was tevreden dat deze jongere zijn problemen toch bij mij had gelegd. Ik vind dat een heel mooi compliment voor het project. Via die bevraging slaagt Upstream erin om jongeren op het spoor te komen die anders onder de radar zouden blijven, ook van leerlingenbegeleiders.”

Gedeelde verantwoordelijkheid

Dit project staat of valt met de goede samenwerking tussen onderwijs en welzijn.  Zo’n structurele samenwerking vraagt tijd, afstemming en onderling vertrouwen. Maar het leidt ook tot vlottere doorverwijzing en een schoolklimaat waarin welzijn bespreekbaar wordt.

‘Dit project staat of valt met de goede samenwerking tussen onderwijs en welzijn.’

Upstream toont dat welzijn op school geen extra taak hoeft te zijn, maar een gedeeld engagement kan worden. Preventief werken aan schooluitval en thuisloosheid is een gedeelde verantwoordelijkheid van onderwijs en welzijn. Als we het onderwijs echt als beschermende omgeving willen zien, dan hoort daar ook ruimte bij voor externe partners die naast het schoolteam staan.

De kracht van vroeg signaleren

Wat als de problemen van Jolien, Oksana of andere leeftijdsgenoten onder de radar zouden blijven? Wat als ze al maanden overleven in een moeilijke thuissituatie, kampen met mentale problemen of op het punt staan hun school te verlaten, zonder dat iemand iets ziet? Hier maakt  Upstream het verschil: jongeren worden bereikt vooraleer ze kopje-onder gaan.

‘Jongeren worden bereikt vooraleer ze kopje-onder gaan.’

Dankzij de laagdrempelige bevraging en warme opvolging slagen scholen en welzijnspartners erin om jongeren in beeld te brengen op het moment ze beginnen te wankelen. Niet bij uitval, maar op het moment dat er nog ruimte is om samen te werken aan herstel en perspectief.

Die preventieve interventie helpt hen om drempels te verlagen en vertrouwen op te bouwen, iets wat later van grote waarde blijkt als de problemen escaleren. Dan weten ze tenminste bij wie ze terechtkunnen. Dat is de kracht van preventie op lange termijn.

Jongeren zelf

Enkele getuigenissen van jongeren geven die meerwaarde kernachtig weer.

“Ja, ik zou Upstream wel aanraden”, zegt een van de jongeren. “Want ik heb nu meer hulp gekregen. Daar ben ik blij om want ik voel me eindelijk gehoord. Anders is het zo het ding van: ik heb het moeilijk, ik moet met iemand gaan praten. Om dat tegen uw ouders te zeggen, is zo’n grote stap. Dan gaat dat weer maanden duren, dan kom je op een wachtlijst van misschien wel een halfjaar. Bij Upstream moet je maar ‘ja’ zeggen en je wordt onmiddellijk geholpen. Ze geven u heel veel kansen en daar ben ik wel echt blij mee.”

‘Volgens mij heeft elke school dit nodig.’

Een andere jongere zegt: “Als ik het niet had gedaan, dan zou ik niet weten waar ik nu zou staan.”

“Ik denk dat dit project wel echt heel goed is”, zegt nog iemand anders. “Volgens mij heeft elke school dit  nodig.”

Bruggen bouwen

Upstream bouwt bruggen: tussen onderwijs en welzijn, tussen leerlingen en Upstream-medewerkers, en tussen jongeren onderling. Leerlingen delen met vrienden spontaan het telefoonnummer van hun Upstream-medewerker en moedigen elkaar aan om ook een gesprek aan te gaan. Jongeren erkennen zelf de waarde van hulp als die nabij, veilig en respectvol is.

De kracht van vroegsignalering ligt in haar eenvoud: luisteren en beschikbaar zijn. Het vraagt om balanceren tussen aansluiting zoeken bij het verhaal van de jongere en tegelijkertijd de complexe situatie bespreekbaar maken. Tegelijk vraagt het ook om structurele inzet. De aanwezigheid van een vaste, toegankelijke medewerker die ingebed is in de schoolcontext –  zeker vanaf het begin van het schooljaar – verlaagt de drempel tot contact aanzienlijk.

‘Jongeren erkennen zelf de waarde van hulp als die nabij, veilig en respectvol is.’

Structurele inbedding vraagt tijd, middelen en samenwerking. Maar de winst is helder: jongeren die zich gehoord voelen, scholen die sneller kunnen handelen en een hulpverlening die sneller op de juiste plek komt, en preventief en duurzaam kan werken.

Gezien de korte projectduur van een jaar, is het niet mogelijk om de langetermijneffecten van Upstream te identificeren. Follow-uponderzoek zou hier zeker een meerwaarde kunnen zijn.

Samen preventief

Het voorkomen van schooluitval en dakloosheid is geen taak die we kunnen doorschuiven naar één verantwoordelijke. Niet naar de school, niet naar de hulpverlening, niet naar het gezin. Iedereen die met jongeren leeft of werkt, heeft een stukje van de puzzel vast.

Daarom is het cruciaal dat scholen, welzijnspartners, ouders én jongeren zelf samen verantwoordelijkheid opnemen. Dat vraagt moed, tijd en vertrouwen. Maar ook structuren die samenwerking mogelijk maken.

De ervaringen binnen het Upstream-project tonen dat zo’n samenwerking haalbaar is. De deelnemende scholen tonen openheid voor welzijnsthema’s. De uitdaging is om die betrokkenheid duurzaam te verankeren. Niet door welzijn als iets extra te zien, maar als een integraal onderdeel van het schoolleven.

Kans tot verbinding

Een vragenlijst, zoals binnen Upstream gebruikt, is dan geen puur meetinstrument meer. Het wordt een kans tot verbinding. Een manier om welzijn een plaats te geven in de klaspraktijk, bijvoorbeeld via groepsgesprekken, preventietrajecten of de zichtbare aanwezigheid van een welzijnswerker op school.

Preventie van schooluitval of dak- en thuisloosheid start niet bij jongeren met problemen, maar bij samenlevingen die investeren in nabijheid, vertrouwen en vroeg genoeg handelen. Upstream handelen dus, niet pas wanneer jongeren kopje-onder dreigen te gaan.

Reacties

We zijn benieuwd naar je mening!
Blijf hoffelijk, constructief en respectvol

 

Elke reactie wordt gemodereerd. Lees hier onze spelregels. Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.