Paul Michael Garrett
Over Paul Michael Garrett, verbonden aan de Ierse University of Galway, schrijft The International Journal of Social Welfare: “Waarschijnlijk de belangrijkste kritische theoreticus op het gebied van sociaal werk in de Engelssprekende wereld”.
‘Paul Michael Garrett is een belangrijke academische stem.’
Anders gezegd: Garrett is een belangrijke academische stem binnen het internationale sociaal werk. Zijn boek ‘Dissenting Social Work: Critical Theory, Resistance and Pandemic’ bracht in 2021 een meer progressieve richting voor sociaal werk in kaart, zeker als het gaat over maatschappelijke kwesties zoals migratie, de dreiging van het neofascisme, de toenemende controlecultuur en de COVID-19 pandemie.
In Ierland blaast hij het Social Work Action Network (SWAN) mee nieuw leven in. “Het is cruciaal om je te organiseren en gelijkgestemden te vinden,” zegt hij daarover in dit boeiende gesprek.
Wat betekent dit eredoctoraat van de Universiteit Gent voor jou?
“Ik beschouw het als een eer. Het is ook leuk om zo’n blijk van appreciatie te krijgen. Tegelijk vind ik het belangrijk dat een grote universiteit als die van Gent het sociaal werk als academische discipline erkent. Sociaal werk is meer dan een beroep waarvoor je een aantal technieken en methodieken onder knie moet hebben. Het is belangrijk dat studenten in sociale theorie ondergedompeld worden.”
Waarom?
“Het sociaal werk is geen eiland. Maatschappelijke tendensen bepalen waarmee je als sociaal werker in je praktijk geconfronteerd wordt. Als je die problemen in de kern wil aanpakken, moet je een grondige maatschappelijke en politieke analyse maken.”
“Het is van vitaal belang aandacht te hebben voor dat grotere verhaal. Kritische sociale theorieën kunnen helpen om voorbij mainstreamkennis te geraken. Anders blijft het rommelen in de marge.”
Leg je de lat zo niet te hoog? Is het de verantwoordelijkheid van een sociaal werker om wereldproblemen op te lossen?
“Sociaal werk is een mensenrechtenberoep. Wij strijden voor sociale rechtvaardigheid. Maar natuurlijk zijn sociaal werkers maar een klein stukje van de puzzel. Een gedegen kennis van sociale theorie helpt je om te zien wat sociaal werk kan veranderen, en wat op hogere beleidsniveaus geregeld moet worden.”
‘Sociaal werk is een mensenrechtenberoep. Wij strijden voor sociale rechtvaardigheid.’
“Als je de beperkingen van het beroep op tijd in beeld hebt, vermijd je teleurstelling, ontgoocheling en burn-out.”
Welke maatschappelijke tendensen hebben vandaag de dag het meest effect op het sociaal werk?
“Je ziet dat onze kijk op de wereld doordrongen is van het neoliberalisme. Dat maakt dat we het sociaal werk vermarkten, het onderwijs op economische leest schoeien en de klimaatverandering niet onder controle krijgen.”
“Waar ik me bovendien zorgen over maak is het succes van neo-fascistische politieke partijen en hoe dit onrechtstreeks in een giftige migratiepolitiek resulteert. Sociaal werkers moeten kant kiezen en zich uitspreken. Sociaal werk kan niet neutraal zijn, zeker in deze discussie.”
En dat gebeurt te weinig?
“Ik denk dat sociaalwerkorganisaties inderdaad te weinig positie innemen. Of dat komt omdat we bang zijn, weet ik niet. Ik denk alleen dat we er te snel vanuit gaan dat het sociaal werk een links bastion is. Ik las net nog een artikel in het ‘British Journal of Social Work’ hoe uit interviews met Italiaanse sociaal werkers bleek dat hun standpunten op één lijn zaten met die van Matteo Salvini van Lega. Als minister rolde hij een zeer hardvochtig migratiebeleid uit.”
Moeten sociaal werkers zich distantiëren van iedereen die er extreemrechtse ideeën op nahoudt?
“Laat me duidelijk zijn: met ideologische neofascisten ga je niet in gesprek. Alleen geloof ik niet dat mensen in buurten en wijken waar dit ideeëngoed populair is allemaal ideologische neofascisten zijn.”
Met hun kiezers en aanhangers moet je dus wel praten?
“Uiteraard. Mensen zien dat er te weinig hulpbronnen in hun buurt zijn, zoals sociale woningen of toegankelijke loketten… Als dat allemaal ontbreekt, is het niet gek dat bewoners bezorgd zijn dat hun buurt de integratie van nieuwkomers niet aankan. Met die besognes moet je aan de slag. Bijvoorbeeld door samen te zitten om te kijken hoe je de situatie beter kan maken voor zowel de buurtbewoners als de asielzoekers die er komen wonen.”
‘De idee dat migranten naar hier komen om van ons systeem te profiteren, leeft heel sterk.’
“Als je dat niet doet krijgen nieuwkomers de schuld van die tekorten. De idee dat migranten enkel en alleen naar hier komen om van ons systeem te profiteren, leeft heel sterk.”
Hoe komt dat?
“Ik ga graag aan de slag met het werk van de Italiaanse schrijver en politicus Antonio Gramsci. Door het jarenlange herhalen van vooroordelen, zijn we in een situatie beland waar we het als gezond verstand beschouwen dat nieuwkomers hier enkel zijn om van onze sociale bescherming gebruik te maken.”
“Ook veel sociaal werkers denken hier niet meer kritisch over na of slagen er niet meer in die vooroordelen te kaderen. Daarom moet sociale theorie een veel sterke plaats krijgen de sociaalwerkopleiding. We moeten dit soort ‘common sense’ bevragen en analyseren, want ze houdt ongelijkheid in stand.”
Maar met een politieke analyse alleen verander je de publieke opinie niet.
“Juist. Je moet in gesprek gaan met mensen over datgene waar ze van wakker liggen, anders ondermijn je je geloofwaardigheid. Maar daarbij bevraag je of het wel klopt dat nieuwkomers de oorzaak van die zorgen zijn.”
‘Je moet in gesprek gaan met mensen over datgene waar ze van wakker liggen.’
“Tegelijk zoek je naar medestanders. Er zijn overal mensen die zich tegen rechts autoritarisme en fascisme verzetten. Deze medestanders komen uit diverse groepen: mensen met een migratieafkomst, vakbondslui, personen uit de lgbtq-gemeenschap… Het is kwestie om van deze groepen één blok te smeden. Sociaal werkers moeten zo’n coalities mee vormen en ondersteunen.”
Zijn al je studenten mee in dit denken?
“Ik weet niet hoe de studentenpopulatie er in Vlaanderen uitziet, maar in Ierland heeft zich een interessante evolutie voorgedaan. Bij de start van mijn academische carrière in 2004 stond ik voor een zaal van voornamelijk jonge witte vrouwen uit de middenklasse. Die groep studenten is er nog steeds, maar tegelijk is er veel meer diversiteit gekomen.”
‘Minstens een vijfde van mijn studenten heeft een Afrikaanse achtergrond.’
“Minstens een vijfde heeft een Afrikaanse achtergrond. Sommige zijn hier geboren, andere niet. Er zijn studenten die zich door ons onmenselijke migratiesysteem hebben geworsteld. Bijna allemaal moeten ze een studentenlening terugbetalen en tijdens hun opleiding onbetaalde stages doen… Als ik lesgeef over de destructieve effecten van het neoliberalisme, dan hebben zij aan den lijve ondervonden wat ik vertel.”
Wat doe je daarmee als docent?
“We gaan tijdens de lessen in gesprek. Studenten hebben niet alleen hun stage-ervaringen maar ook hun geleefde ervaring. Zij brengen zoveel zaken in waar ik van kan leren. Wat de sociale theorie toevoegt, is dat het woorden geeft aan dat waar zij al vertrouwd mee zijn. De theorie bergt wetenschappelijke structuur in hun ervaringskennis.”
“Het is altijd interessant wanneer studenten terugkomen van hun eerste praktijkstage. Ze maken daar zaken mee die, om het zacht uit te drukken, minder emanciperend zijn dan het idealistische beeld dat wij van sociaal werk schetsen. Tegelijk worden ze in de cultuur van die organisaties opgenomen door vaak fijne, gedreven collega’s. Dat maakt dat sommigen de visie en cultuur van die organisaties overnemen. Anderen komen dan weer gechoqueerd en extra strijdbaar terug. Zij willen het later in hun praktijk zeker anders doen.”
Op wat let je specifiek als die studenten terug in de les zitten?
“Ik heb aandacht voor de taal die ze gebruiken na hun stage. Ik ben nieuwsgierig naar welke woorden ze meekregen en hoe ze die gebruiken. Woorden zijn niet neutraal. In mijn boek ‘Welfare words’ laat ik zien hoe ze niet alleen uiting geven aan bepaalde machtsstructuren, maar die ook bestendigen doordat ze ons met een bepaalde blik naar de realiteit doen kijken.”
‘Woorden zijn niet neutraal.’
“Denk aan woorden zoals veerkracht, zelfredzaamheid, sociaal ondernemerschap of co-creatie. Zelf denk ik de laatste tijd veel na over de term ‘sociale professional’ die je steeds vaker ziet opduiken in plaats van de term sociaal werker. Het is niet geheel duidelijk wat er daarmee precies bedoeld wordt. Ik vind het best een disciplinerende term.”
Dat moet je uitleggen.
“Omdat we van een professional bepaald gedrag, kennis en kunde verwachten. Professionals houden zich strikt aan de geijkte procedures en kleuren niet buiten de lijntjes. Van professionals verwachten we ook dat ze over bepaalde technieken beschikken om op snelle wijze problemen op te lossen, eerder dan dat ze een kritische analyse van een sociale situatie maken.”
Het begrip ‘sociale professional’ zorgt dus voor afstand tussen sociaal werkers en de mensen waarvoor ze werken?
“Exact, want een sociale professional moet verbinden en niet vechten voor de belangen van mensen in een kwetsbare positie. Een sociale professional blijft ook altijd kalm onder dat onrecht. Boosheid kan niet. Toon je toch woede, dan ben je geen professional maar een activist. Terwijl die woede net collectieve verandering op gang kan brengen.”
Hoe verander je zo’n taalgebruik?
“Je ziet ook pogingen om woorden te herstellen, bijvoorbeeld met begrippen als sociale veerkracht of democratisch professionalisme. Maar dat lukt niet altijd omdat die woorden zo verzadigd zijn van een neoliberale betekenis.”
‘Het is soms in gesprekken met sociaal werkers dat ik de meest conservatieve ideeën hoor.’
“Ik ben zelf benieuwd of woorden als diversiteit en dekolonisatie ook gekaapt zullen worden. Je kunt niet elk gevecht aangaan, maar dat betekent niet dat we niets kunnen doen. Daarom zou ik bepaalde woorden in de schijnwerpers plaatsen en collega’s erop aanspreken wanneer ze die gedachteloos gebruiken. Dat is niet gemakkelijk, want het zal af en toe wrijving veroorzaken. Mensen ervaren het nogal snel als een persoonlijke aanval terwijl het dat niet is.”
Is het niet gek dat we in het sociaal werk dit gesprek nog steeds moeten voeren?
“Waarom zou dat gek zijn? Sociale vooruitgang is nooit gegarandeerd, het is een gevolg van sociale strijd. En opnieuw: het sociaal werk is daar niet anders of beter in dan de rest van de wereld. Het is soms in gesprekken met sociaal werkers dat ik de meest conservatieve ideeën hoor.”
Dat is toch ontmoedigend?
“Als je er alleen voor staat wel. Dan is het psychologisch zwaar en kan het een burn-out veroorzaken. Daarom is het cruciaal om gelijkgestemden te vinden en je te organiseren ook binnen je eigen organisatie.”
“Ik noem dat ‘structuren binnen structuren’. Het schept ruimte om in je werk een alternatieve kijk te hebben op wat er in de samenleving en het sociaal werk gebeurt. Zo blijf je zien dat er hoop is en dat samenwerking met andere betrokken en goed geïnformeerde mensen mogelijk is. Dat geeft kracht.”
Is dat de reden dat je in Ierland het Social Work Action Netwerk (SWAN) nieuw leven probeert in te blazen?
“Absoluut. SWAN komt op voor kritisch en sterk sociaal werk, met mensenrechten en grondrechten als kompas. Vanuit een grondige maatschappelijke en politieke analyse, gaan we met elkaar in gesprek, verenigen we krachten en voeren actie waar nodig. Er zijn internationaal heel wat SWAN – of soortgelijke – netwerken actief, ook in Vlaanderen. Ze werken elk op hun eigen manier en volgens hun lokale context, maar vaak rond zeer vergelijkbare thema’s.
Dit soort organisaties en acties vallen vaak samen met de enthousiaste trekkers. Hoe vermijd je dat ze doodbloeden van zodra zo’n trekker afhaakt?
“Bij SWAN zit er een subtiliteit in de naam. Het is niet het Social Workers Action Network, maar het Social Work Action Network. Daarmee geven we aan dat het niet om personen draait, maar om het brede palet mensen die in het sociaal werk geïnteresseerd zijn: hulpverleners, opvoeders, opbouwwerkers… Maar ook sympathisanten en mensen in een kwetsbare positie en hun bondgenoten. Kortom, iedereen die geïnteresseerd is in sociaal werk. SWAN werpt het net wijd uit.”
‘Je moet je richten op kwesties waar verontwaardiging zit. De genocide in Gaza is ongetwijfeld zo’n thema.’
“Maar ik erken dat het moeilijk is om zo’n netwerk op te zetten en te onderhouden. Daarom kan je je best richten op kwesties waar gedragenheid en verontwaardiging zit. Want dat geeft energie. Vandaag is de genocide in Gaza ongetwijfeld zo’n thema. Het moet al van de oorlog in Irak geleden zijn dat mensen nog zo bereid zijn om op straat te komen. Als sociaal werk kan je niet achterblijven. Je moet je daarover uitspreken.”
Ook als dat je subsidiegever tegen de borst stoot?
“Soms moet je je nek uitsteken. Sociaal werk is toch voor een politiek van verandering, niet voor die van het status quo. Je moet je solidariteit tonen met je bondgenoten. Alleen samen verander je de wereld.”
Reacties [3]
Blij word ik van zo een interview. Het maatschappelijk werk moet terug meer politiserend werken. Dit is onze corebussines. Invloed uitoefenen door een kritische kijk op politieke beslissingen en discriminerende maatschappelijke tendenzen te durven aanklagen. We moeten meer wegen op het debat en op de gevolgen van bepaalde keuzes. Realiteitszin inbrengen. Elk beleid heeft op lange termijn baat bij kritische mensen. Een beleid dat niet tegen kritiek kan blijft stilstaan. In dialoog leren we. Wij hebben expertise vanuit het dageljks werken met mensen. Laten we die meer en directer inzetten waardoor kansen van iedere mens verhogen. En bang zijn ( voor verlies van subsidies in dit geval) helpt ons niet vooruit. Laat ons niet wachten op de tegenbeweging maar nu in actie schieten.
Bedankt om dit interview, artikel te delen met ons.
Social work en workers moeten een kant kiezen….
Ik mis 1 item waar men eens in diepte zouden moeten kunnen over gaan.
Menswaardigheid versus Geld lees subsidies !
Want wanneer organisaties afhankelijk zijn van overheidssubsidies zijn de werknemers afhankelijk van deze overheden!
Wanneer een beleid alle macht heeft omndeze subsidies van de ene op andere moment stop te zetten heeft dit veel meer menselijke impact dan men soms hardop durft te benoemen ,uitspreken.
Dus hoe kunnen we van social werkers dan verwachten dat ze echt een kant kiezen ??
Deze vragen zorgen bij mij alvast voor frustraties, onzekerheden die veel andere nefaste gevolgen met zich kunnen meebrengen waar niemand bij stilstaat dat het een maatschappelijk probleem is dat steeds opnieuw geïndividualiseerd word….
Bedankt voor dit artikel
Warme groetjes
Caro
Super dat Paul Michael Garrett een eredoctoraat krijgt!
Zeker lezen
Jongvolwassenen in detentie: ‘Zorg moet fundamentele pijler blijven’
‘De kerstmarkt heeft betere openingsuren dan de sociale dienst’
Arts Wouter Arrazola de Oñate: ‘Racisme maakt mensen ziek’
Functionele cookies Always active
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies