Achtergrond

Outreachers zijn de sterke buitenbeentjes van sociaal werk

Wendy Eerdekens, Leonore Declercq

Hulpverleners die outreachend werken, komen achter hun bureau vandaan en zoeken cliënten op in de eigen leefwereld. Die nabijheid kan in moeilijke situaties het verschil maken. Dat besluiten onderzoekers die een lerend netwerk van outreachers begeleidden.

outreach

© Unsplash / Zac Durant

Outreachend werken

Het armoededecreet voorziet in de subsidiëring van projecten die experimenteel of vernieuwend armoede bestrijden. In dat kader begeleidden wij twee jaar een lerend netwerk van vijftien projecten ‘outreachend werken naar gezinnen met een (zeer) lage werkintensiteit’.Het volledig onderzoeksrapport is beschikbaar.

‘De moeilijke weg naar tewerkstelling is slechts één van de vele zorgen.’

Outreachend werken is een koepelterm voor ondersteuning buiten de eigen organisatie en binnen de leefwereld van maatschappelijk kwetsbare mensen. Het gaat om een actieve manier van contact leggen met mensen die daar niet altijd zelf om vragen. Outreachers gaan aan de slag op straten en pleinen, in huiskamers of in andere organisaties of instellingen.

Gezinnen met lage werkintensiteit

Het is niet zo moeilijk om outreachers te omschrijven: het zijn hulpverleners die met beide voeten in de praktijk staan, hun cliënten centraal stellen en sterk intuïtief werken. Ze werken aanklampend, sluiten nooit definitief de deur en volgen het tempo van de cliënt.

Hoe komt het dat deze hulpverleners erin slagen om de cliënt echt te helpen, terwijl dat niet lukt bij hun collega’s? Tien OCMW’s en vijf vzw’s kregen projectmiddelen om via dit outreachend werken gezinnen dichter bij tewerkstelling te brengen. Een lerend netwerk van outreachers zocht samen met onderzoekers uit waar en hoe ze dat verschil maken.Dat deden aan de hand van de methodiek ‘most significant change’.

Het leven is een puinhoop

Met welke cliënten werken deze outreachers?

Neem bijvoorbeeld Theo, een vijftiger. Hij heeft geen vaste verblijfplaats en staat niet ingeschreven in een bevolkingsregister. Sinds het overlijden van zijn echtgenote in 2015 is hij op de dool en ging het snel bergaf. Hij begon zwaar te drinken, de echtelijke woonst werd verkocht en zijn leven is een puinhoop.

Theo is helaas slechts een van de vele voorbeelden. Deze kwetsbare mensen torsen een zware rugzak. Door armoede en stress hebben ze niet de energie om hun leven een andere wending te geven. De moeilijke weg naar tewerkstelling is slechts een van de vele zorgen. Ze proberen het hoofd boven water te houden, maar zijn vaak minder succesvol in de zoektocht naar werk.

Deze mensen moeten om veel redenen geholpen worden. Toch blijven ze onder de radar van de reguliere hulpverlening. Hulpverleners vinden hen niet. Maar ook zelf blijven ze ver weg van hulpverleners. Ze geloven niet dat hulpverleners verandering kunnen brengen, vaak door slechte ervaringen met hulpverlening in het verleden.

Te hoge drempel

Ondanks onderlinge verschillen, delen de vijftien projecten een rode draad: ze zetten in op mensen en gezinnen die niet (meer) door de hulpverlening bereikt worden.

‘We moeten actief op zoek gaan naar mensen die verborgen blijven.’

Een OCMW-outreacher ziet daar het startpunt van verandering. “Ons OCMW heeft het moeilijk om bepaalde doelgroepen te bereiken. Voor hen is onze dienstverlening te hoogdrempelig of onzichtbaar. Vanzelfsprekend vinden andere groepen ons wel. Maar dat is geen reden om bij de pakken te blijven zitten: we moeten actief op zoek gaan naar mensen die verborgen blijven.”

Verschillende aanpak

Maar er zijn ook heel wat verschillen tussen de outreachers. Het effectief op stap gaan, gebeurt op allerlei manieren.

In één project klopt de outreacher van deur tot deur aan in een buurt waar veel kansarme gezinnen wonen. Elders installeert een outreacher zich op het pleintje bij de woningblok van de sociale huisvestingsmaatschappij. En nog een andere outreacher staat als brugfiguur aan de schoolpoort en spreekt er ouders aan.

Vanuit de eigen organisatie

Die eigen keuzes en accenten volgen de lijnen van de organisatie waar de outreacher werkt. Een OCMW kiest om een sociaal werker in te zetten die ervoor zorgt dat gezinnen hun rechten kunnen realiseren. Een ander project schakelt een ervaringsdeskundige in vanuit de overtuiging dat deze best de doelgroep begrijpt en dus gemakkelijker aansluiting vindt. Sommige organisaties noemen hun outreacher niet ‘outreacher’, maar ‘gezinsondersteuner’, ‘schoolpoortwerker’ of ‘brugfiguur’.

‘Outreachend werken vraagt een eigen professionaliteit.’

Een outreacher komt los van de gewone manier van werken en staat dicht bij de leefwereld van zijn cliënten. Ondanks die nabijheid, gebeurt dit steeds vanuitde professionaliteit: de outreacher valt niet samen met zijn cliënt. Er moet steeds de openheid en de brug zijn naar instituties en sociale diensten om net de onderbescherming te bestrijden.

Outreacher versus zijn collega’s

Elk project zet één collega in als outreacher. Soms is dit een bestaande medewerker, soms wordt ook een nieuwe kracht aangeworven.

De outreacher vervult een aparte en zelfstandige functie. Binnen een organisatie kan dat een merkwaardig beeld geven. Zo positioneert een outreacher van een OCMW zich tegenover “de collega’s van de sociale dienst”. Hierdoor moeten outreachers ook collegiaal nieuwe posities innemen.

Vaak staat het outreachend werken naast de rest van de organisatie. Langs de ene kant staat de outreacher die tijd krijgt om op weg te gaan met de gezinnen en weinig administratieve zorgen heeft. Langs de andere kant staan de collega’s die weinig tijd hebben voor huisbezoeken, veel administratieve taken hebben en procedures moeten volgen.

Diensten worden zelden fundamenteel hervormd en op een outreachende leest geschoeid. Meestal blijven outreachers de buitenbeentjes van bestaande teams.

Belangrijke netwerken

Hoewel deze projecten willen sleutelen aan de lage werkintensiteit van deze gezinnen, moeten eerst andere stappen gezet worden. Cliënten zelf ervaren vaak heel andere noden: uit een isolement geraken, meer zelfvertrouwen of een vakantieopvang voor de kinderen.

‘De outreacher heeft de juiste netwerken en partners nodig.’

Al die problemen kunnen outreachers niet alleen oplossen. Ze hebben de juiste netwerken en partners nodig. Ze bouwen samen met de cliënt de brug naar andere diensten, die vaak hoge drempels en ingewikkelde toegangsprocedures hanteren. Dan vallen deze kwetsbare mensen vaak door de mazen van het net.

Hier stelt de outreacher zich op als bemiddelaar en pleitbezorger. Soms loopt die samenwerking met andere diensten vlot. Maar soms loopt dat ook helemaal mis en geraken mensen niet vooruit door een starre hulpverlening.

Een outreacher schetst zelf zijn verwondering over lacunes in de hulpverlening. “Vanuit het OCMW botste ik op een gezin dat in onaanvaardbare woonomstandigheden overleefde, zonder officieel inkomen of aansluiting bij de mutualiteit. Nochtans werkten jeugdhulpverleners al zes maanden met dit gezin, onder andere vanuit contextbegeleiding. Toch stapte niemand met dit gezin naar het OCMW.”

VDAB is moeilijke partner

De weg om ook dichter bij tewerkstelling te komen, vertoont voor deze gezinnen een hobbelig parcours. Er zijn te weinig passende vacatures, een buitenlands diploma wordt niet erkend, de voortrajecten zijn niet op maat. En dan zijn er nog de praktische hindernissen: geen computer om werk te zoeken en te solliciteren, geen openbaar vervoer naar de werkplek of geen kinderopvang.

‘Voor deze gezinnen is de drempel van de VDAB te hoog.’

Toch hebben deze experimentele outreachende projecten als ultieme doelstelling om mensen toe te leiden naar een job. Het is dan ook evident dat de outreachers de VDAB vaak vernoemen als partner.

Maar voor deze gezinnen is de VDAB veel te hoogdrempelig. Een outreacher is duidelijk: “Waarom groeit de groep mensen die niet aan de bak geraken? De weg naar de VDAB wordt steeds ingewikkelder. Door de afbouw van rechtstreeks toegankelijke werkwinkels, verdwijnt deze dienst uit de onmiddellijke nabijheid van mensen. Nabije medewerkers en consulenten werden vervangen door een kluwen van digitale aanmeldingen en opvolging van de online tool ‘Mijn loopbaan’.”

“Het project was uitgeschreven vanuit een samenwerking met de VDAB. Maar dat is een moeilijke samenwerking. Wij krijgen geen doorverwijzingen van de VDAB. De trend is dat er veel mensen door de VDAB geschorst worden en vervolgens bij het OCMW aankloppen voor een leefloon.”

Ondersteunende werkomstandigheden

Outreachend werken is een praktijk die sterk sociaal werk realiseert:  nabijheid, politiserend werken, procesmatig werken, generalistisch werken, verbindend werken.

‘Outreachers moeten flexibel kunnen werken.’

Om te werken in complexe situaties, heeft de outreacher ondersteunende werkomstandigheden nodig. Dat betekent loskomen van tijdsbeperkingen per dossier, nadenken over caseload en voorbereid zijn op onvoorziene scenario’s.

Dat heeft gevolgen voor de organisatie. Outreachers moeten flexibel kunnen werken. Ze hanteren een flexibele agenda en zijn niet gebonden aan een vaste werkplaats. Gezinnen in grote nood ondersteunen, wil ook zeggen: zeer snel op de vraag kunnen inspelen.

Geïntegreerd breed onthaal

De evolutie om hulp- en dienstverlening sterker lokaal aan te sturen, biedt ruimte voor de verdere groei van outreachend werk.

Outreachers kunnen een plaats verwerven binnen het geïntegreerd breed onthaal, een samenwerkingsverband tussen eerstelijnsdiensten. Dat geïntegreerd breed onthaal wil onderbescherming tegengaan, een precaire situatie waarin mensen wel rechten hebben maar ze niet kunnen realiseren. Outreachend werken is hier een sterk instrument.

Bovendien biedt een lokale inbedding de mogelijkheid om initiatieven af te stemmen op maat van de regio. Aanbod en werkvormen kunnen inspelen op wat daar nodig is.

Goede reputatie

Die lokale inbedding en aansturing heeft ook risico’s.

Outreachers getuigen dat steden die zich uitdrukkelijk inspannen voor wie kwetsbaar is, een aanzuigeffect hebben. Wie nergens geholpen wordt, wijkt uit naar steden die een goede reputatie hebben op vlak van dienstverlening. Wie in een bepaalde stad niet de nodige financieel en materiële ondersteuning vindt, verhuist vaak naar die plaats waarvan zij horen dat er een goede dienstverlening is. Op dit vlak mag de beleidsruimte van lokale overheden niet oneindig groot zijn.

‘Wie nergens geholpen wordt, wijkt uit naar steden die een goede reputatie hebben op vlak van dienstverlening.’

De centrale overheid blijft een belangrijk beleidsniveau. Terecht zet de Vlaamse overheid mee de bakens uit van het geïntegreerd breed onthaal.

Leren van mekaar

Outreachers die deelnamen aan het lerend netwerk geven aan dat tijd krijgen om te reflecteren, uit te wisselen en te leren van elkaar hen zuurstof geeft. Outreachers zijn als doeners steeds op pad. Hoewel zij veel samenwerken, staan ze er vaak ook alleen voor.

Samen vragen stellen en twijfels tonen, schiet er dan wel eens bij in. Het lerend netwerk is een manier van ondersteuning die door de outreachers zelf gewaardeerd wordt. Het versterkt het expliciteren en onderbouwen van hun handelen. Het maakt kleine succesverhalen zichtbaar.

Zich laten inspireren door anderen leidt tot snellere en sterkere resultaten in de begeleidingen. Supervisie, intervisie of lerende netwerken: het zouden evidente bronnen van steun moeten zijn voor alle outreachers.

Reacties

We zijn benieuwd naar je mening!
Blijf hoffelijk, constructief en respectvol

 

Elke reactie wordt gemodereerd. Lees hier onze spelregels. Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.