Dagelijkse strijd
Het is half één ‘s middags. Over een half uur zit de woensdagmarkt op het Antwerpse Sint-Jansplein er op. Hier en daar begint een handelaar al op te kramen. Toch gonst het nog van de bedrijvigheid.
Dat ik hier met onderzoekster Jusra Baki (AP Hogeschool) heb afgesproken is geen toeval. Met haar onderzoek ‘Food care’ wilde ze inzicht krijgen in de voedingskeuzes van mensen in kwetsbare situaties. Het onderzoek spitste zich toe op de wijk Antwerpen-Noord, in de volksmond de Seefhoek, omdat het risico om in armoede te leven er een pak hoger ligt dan elders in de stad.
‘Toegang tot gezonde voeding is voor veel mensen een dagelijkse strijd.’
“Toegang tot gezonde voeding is voor veel mensen hier een dagelijkse strijd”, vertelt de onderzoekster. “Mensen gebruiken verschillende strategieën om een volwaardige maaltijd op hun bord te toveren. Boodschappen doen op de lokale markt is daar één van.”
Jusra Baki wijst me op de prijzen. Eén euro voor een kilo sinaasappelen, twee euro voor een kilo paprika’s of twee euro voor een kilo druiven. Zelfs supermarkten gekend om hun stuntprijzen kunnen hier niet aan tippen. “Mensen kopen niet alles in één kraam, maar vergelijken de prijzen.” Voor wie elke euro telt, maakt het uiteraard uit of je voor die euro één kilo, dan wel 750 gram tomaten krijgt.
Dat het uitgerekend op dit uur nog zo druk is, heeft ook met die prijsbewuste klanten te maken, weet Baki. De marktkramers pakken hun waren liever niet terug in en dat maakt dit het uitgelezen moment om koopjes te doen. “Er duiken nieuwe promoties op, er is meer onderhandelingsmarge en je krijgt al eens wat extra’s bij je aankopen.”
De verhalen achter de keuzes
Jusra Baki bracht met haar onderzoek voedingspatronen van voedselonzekere huishoudens in kaart. “Je kan die data wel vanop een afstand proberen analyseren en interpreteren, maar als je echt wil begrijpen hoe mensen tot keuzes komen, moet je ook met hen in gesprek gaan”, vertelt ze. Die gesprekken ging Baki dan ook aan.
‘De laatste jaren zijn ook op de markt de prijzen fel gestegen.’
Een van de personen die deelnam aan het onderzoek is Yassine El Azhari, ook vrijwilliger bij SAAMO. Hij vertelt hoe hij elke week naar de markt gaat. “De laatste jaren zijn de prijzen fel gestegen, maar het is er nog altijd goedkoper dan in de supermarkt. Ik heb altijd een budget en boodschappenlijstje in mijn hoofd waar ik mij strikt aan houd.”
Vis en vlees koopt Yassine El Azhari dan weer in een van de talrijke viswinkels of beenhouwers in de Seefhoek. “Op de markt is dat te duur en vaak niet halal.”
Beredeneerd kiezen
Een belangrijke vaststelling uit het onderzoek, is dat mensen veel beredeneerder keuzes maken dan je op het eerste zicht zou denken. “Mensen zijn erg strategisch”, zegt Jusra Baki. “Dat gaat niet alleen over de beste deal zoeken bij verschillende winkels of marktkramen. Ze reflecteren over wat ze vandaag en misschien de dag erop willen eten. Ze kopen ook meerdere keren per week kleine hoeveelheden aan, niet alleen omdat het dan verser is, maar ook omdat ze zo zeker niets verspillen.”
‘Voor veel mensen is bewaren van verse voeding een uitdaging.’
“Dat heeft ook te maken met hoe mensen wonen. Voor veel buurtbewoners is het bewaren en bereiden van verse voeding een uitdaging. Sommigen hebben geen woning. Anderen geen goede koelkast of diepvriezer. Of ze willen gewoonweg besparen op elektriciteit en gas. Al is er ook een groep die net wel eten in grotere hoeveelheden aankoopt, bijvoorbeeld omdat iets in promo is. Zij eten dan dagenlang hetzelfde, tot het letterlijk op is.”
Mensen met een slechte keukenuitrusting zijn vaak toch erg inventief. Zo sprak Baki een 75-jarige man die enkel met een waterkoker en microgolfoven verse maaltijden bereidt. “Je zou denken dat je dan alleen maar kant-en-klare maaltijden kan maken, maar deze man bewees het tegendeel. Aardappelen stoomde hij bijvoorbeeld in de microgolfoven. Toen hij ze vroeger gewoon kookte, waren ze vaak overgaar, vertelde hij. Nu waren ze perfect gegaard.”
Veel tijd en energie
Jusra Baki stelde vast dat voedselplanning een kernonderdeel is van het dagelijks leven voor mensen die leven in voedselonzekerheid. Er kruipt veel tijd en energie in. “Mensen moeten voortdurend balanceren tussen de beschikbare opties, de beperkte middelen, eventuele allergieën of religieuze voorkeuren.”
Die context dwingt mensen om meermaals per week erop uit te trekken, schetst Jusra Baki terwijl we de markt verlaten en door een nabijgelegen winkelstraat wandelen. “Deze route leggen veel mensen vier keer per week af. Als een voedselverzamelaar die constant op zoek is naar eten schuimen ze winkels, markten, buurtrestaurants en de voedselbedeling af. Het is een overlevingsstrategie.”
‘Als een voedselverzamelaar schuimen mensen winkels, markten, buurtrestaurants en de voedselbedeling af. Het is een overlevingsstrategie.’
Die overlevingsstrategie werpt wel vruchten af, toont de analyse van Baki: “De mensen uit ons onderzoek eten verrassend gezond en gebalanceerd, ondanks het feit dat ze in een onzekere situatie leven. Dat gaat in tegen eerdere studies die beweren dat mensen in voedselonzekerheid ongezondere eetpatronen hebben.”
Wat mensen eten, werd beoordeeld door SCO-VO, een instrument dat voedingspatronen evalueert op hun gezondheidseffecten. Voeding zoals volle granen, groenten en fruit krijgen een positieve score terwijl ongezonde voedingsmiddelen zoals rood vlees en suikerrijke dranken een negatieve score opleveren. De benchmark van een gezond eetpatroon ligt op 4. De gemiddelde score in dit onderzoek was 3,4.
Grote variatie aan winkels
Een deel van de verklaring ligt volgens de onderzoekster in de buurt. De Seefhoek staat gekend voor zijn grote variatie aan voedingswinkels die de etnische en culturele diversiteit van de wijk weerspiegelen. “Ook mensen die elders wonen, zakken naar deze buurt af voor hun boodschappen. Zelfs mensen van buiten Antwerpen”, weet Hanine Berrihi. Hij is opbouwwerker bij SAAMO en ook mee met ons op pad.
‘Het is hier niet raar om heen en weer te lopen tussen de winkels en prijzen te vergelijken. Iedereen doet het.’
Mensen met migratieroots vinden hier specifieke producten uit hun thuisland. “Voor hen is de herkenbaarheid heel groot. Alles wat ze nodig hebben, vinden ze hier. Maar het is bovenal een veilige omgeving voor wie elke eurocent moet natellen. Het is hier niet raar om heen en weer te lopen tussen de winkels en prijzen te vergelijken. Iedereen doet het.”
Gezonder dan Westerse eetgewoonten
Een andere verklaring ziet Jusra Baki bij de diversiteit van de inwoners van Antwerpen-Noord. Iets meer dan de helft van de respondenten had een migratieachtergrond. “Deze groep had duidelijk gezondere eetpatronen dan de doorsnee Westerse eetgewoonten. Hun smaken liggen anders. Ze eten meer noten, zaden en pitten en minder bewerkt vlees, alcohol en verzadigde vetten.”
‘Een gebrek aan kennis over gezonde voeding merkte Baki niet op.’
De jongere mensen vertoonden vaak ongezondere eetpatronen dan de mensen boven de 38 jaar. “Jongere mensen zijn vaker alleenstaand. Dan zal je sneller een diepvriesmaaltijd opwarmen of snack uithalen. Mensen vertelden hoe ze sinds ze een gezin hebben meer verse huisbereide maaltijden eten. Dat zegt veel over het belang van samen eten. Wat wel opviel, was dat de oudere leeftijdsgroep een veel hogere alcoholconsumptie had.”
Het onderzoek stelde geen verschil vast in het voedingspatroon op basis van opleidingsniveau. Een gebrek aan kennis over gezonde voeding merkte Baki niet op. Belangrijk was wel de manier waarop de vragen geformuleerd werden. Als je mensen gewoon vraagt of ze vaak volle granen eten, gaan sommigen misschien ‘nee’ zeggen. Maar als je doorvraagt, kan toch blijken dat ze regelmatig bulgur of volkoren couscous eten. Ze weten dat dat gezond is, maar weten gewoon niet dat dat ‘volle granen’ zijn.”
Lokale overheid kan helpen
Kan de intensieve speurtocht naar gezonde voeding voor mensen in voedselonzekerheid gemakkelijker gemaakt worden? Naast maatregelen die hogere beleidsniveaus kunnen nemen, gaande van een breed beleid tegen armoede tot een btw-verlaging op gezonde voeding, kijkt Jusra Baki ook naar de lokale overheid: “Die moet initiatieven in de buurt die rond voedsel werken veel meer ondersteunen, vooral in het bereiken van mensen in een kwetsbare positie.”
‘De overheid moet initiatieven in de buurt die rond voedsel werken veel meer ondersteunen.’
Ondertussen zijn we aangekomen bij ‘Samentuin Seefhoek’, een door een gietijzeren hek omheinde tuin naast de Sint-Amanduskerk. Enkele buren kweken er samen groenten en kruiden. “Een mooi initiatief, maar wie komt hier? Niet de doorsnede van de buurt, maar eerder de middenklasse”, zegt Jusra Baki.
Met een groep deelnemers van haar onderzoek kwam ze de tuin bezoeken en merkte veel belangstelling. “Heel wat van de mensen waren in hun kindertijd in aanraking gekomen met landbouw en konden meespreken over bijvoorbeeld teelttechnieken. In zo’n projecten zit dus veel potentieel om ‘alle’ buurtbewoners te betrekken. Andere samentuinprojecten, zoals die van SAAMO bij bibliotheek Permeke, bewijzen dat het wel mogelijk is.”
Transitiewijk
Opbouwwerker Hanine Berrihi wijst erop dat het geen evidente opdracht is. “Het is een uitdaging om alle betrokken partijen op één lijn te krijgen. Elke groep of organisatie kijkt immers anders naar de publieke ruimte en hoe deze kan ingenomen worden.”
Dat samenbrengen van mensen van verschillende achtergronden en met uiteenlopende meningen is het opbouwwerk niet vreemd. Maar gemakkelijk is het niet, geeft Berrihi toe. “Deze wijk is ook echt een transitiewijk. Veel mensen verblijven hier maar kort. De anonimiteit is groot en de sociale cohesie klein. Dan heb je sterke bewoners nodig die mee de kar willen trekken.”
Samen koken
We wandelen door naar buurtwerk De Wijk van SAAMO Antwerpen. Daar komen buurtbewoners wekelijks samen om te koken. Want meer nog dan samen voedsel telen, is dat een dankbare manier om mensen rond gezonde voeding samen te brengen. “Koken verbindt, net zoals sport of andere leuke activiteiten”, licht Hanine Berrihi toe.
‘Koken verbindt, net zoals sport of andere leuke activiteiten.’
“Koken is iets dat mensen in hun dagelijks leven doen. Het heeft een sterke link met hun welzijn. Maar voor mensen in een kwetsbare positie geeft het ook stress. Als het dan in een vertrouwde en veilige context kan, waar mensen van elkaar kunnen leren en elkaar versterken, geeft dat een hele nieuwe dimensie aan voedsel. Ze zijn trots op het gerecht dat ze bereid hebben. En als ze koken voor vrijwilligers of bezoekers, dan voelen ze ook dat ze van belang zijn voor de gemeenschap. Ze dragen hun steentje bij.”
Samenzijn
Yassine El Azhari bevestigt dit. Hij gaat elke woensdag koken bij buurtkeuken De Kompaan. Omdat hij mee helpt koken, mag hij ’s avonds gratis mee aan tafel schuiven. “Er hangt een soort familiesfeer. Ik voel me daar heel goed en het is een leuke manier om mensen te leren kennen. Het gaat dus niet alleen om de maaltijd. Je maakt samen mooie herinneringen. Al leerde ik er ook al heel andere keukens kennen, we bereidden al Syrische, Irakese, Senegalese, Mexicaanse en Palestijnse gerechten.”
‘Het gaat niet alleen om de maaltijd. Je maakt samen mooie herinneringen.’
Sociale interacties en netwerken spelen dan ook een cruciale rol voor mensen in voedselonzekerheid, duidt Jusra Baki. “Voedselbeleving draait niet alleen om eten op je bord toveren, het gaat ook om het samenzijn. Mensen hebben behoefte om van elkaar te leren. Ze geven vaardigheden en kennis door en ze ondersteunen elkaar.”
“Er is veel solidariteit in de buurt. Al die sociale aspecten dragen bij aan een betere gezondheid en welzijn, weten we uit onderzoek. Organisaties zoals SAAMO of De Kompaan, kunnen op dit vlak een belangrijke schakel vormen. Net daarom moeten lokale besturen ze ondersteunen.”
Voedselbanken
Waar we het tijdens onze wandeling nog niet over gehad hebben is voedselhulp, nochtans in de ogen van velen een belangrijk instrument tegen voedselonzekerheid. In de buurt zijn er veel voedselhulpinitiatieven, zoals voedselbanken, sociale restaurants en sociale kruideniers. Iedereen die Jusra Baki bevroeg had recht op voedselhulp. Toch doet slechts de helft er beroep op.
Jusra Baki: “Mensen voelen schaamte, ze moeten lang in de wachtrij staan of hebben het moeilijk met het gebrek aan keuzevrijheid. Wat de voedselbank betreft, hoorde ik ook veel ontevredenheid over de kwaliteit van het eten. Mensen hadden vragen bij de versheid van de producten, of het wel om gezonde voeding gaat en de soms problematische manier waarop het bewaard wordt.”
‘In een ideale wereld heb je geen voedselhulp nodig, maar de sociale ongelijkheid zal niet plots verdwijnen.’
Uit vrijwel elk verhaal dat de onderzoekster optekende over de voedselbank blijkt dat mensen vaak met vooroordelen en stigma’s worden geconfronteerd. Bijvoorbeeld mensen die te horen krijgen dat ze niet arm genoeg zijn, omdat ze een smartphone hebben. Jusra Baki herinnert zich hoe een medewerker van een voedselbank haar tijdens een bezoek aansprak: “Als je echt arm bent, dan eet je gewoon alles. Dan ben je niet kieskeurig of iets halal of vegetarisch is.”
“Zo’n houding is kwetsend, veroordelend en dus erg problematisch”, zegt Baki. “Als je naar voedselonzekerheid kijkt met de bril van een sociaal werker, dan is dat zelfbeschikkingsrecht net erg belangrijk.”
Is er dan helemaal geen plaats voor voedselhulp in het antwoord op voedselonzekerheid, vraag ik Jusra Baki. “In een ideale wereld heb je geen voedselhulp nodig, maar de sociale ongelijkheid zal niet plots verdwijnen. Dus er zal wel iets van voedselhulp moeten bestaan. Maar misschien moet je het anders organiseren. Waarom kan je mensen geen maaltijdcheques geven waarmee ze in alle winkels terechtkunnen voor hun boodschappen?”
“Al zijn dit soort losse aanbevelingen ook niet dé oplossing voor voedselonzekerheid”, nuanceert Baki. “Daarom werkten we ook aan een memorandum dat gericht is aan alle betrokken actoren en beleidsniveaus.”
Schrijnende realiteit en solidariteit
Het boeiende onderzoek illustreert de schrijnende realiteit van voedselonzekerheid. Maar tegelijk documenteert het ook de bijzondere veerkracht van mensen. “Als je alle verhalen samenlegt, dan krijg je een totaal ander beeld over mensen in voedselonzekerheid dan hoe de samenleving hen ziet: het zijn geen profiteurs of mensen die kieskeurig zijn in de voedselbank.”
“Deze groep mensen sluit zich ook niet op. Je ziet in de wijk, al dan niet dankzij sociaal werk, erg mooie dingen gebeuren. Je ziet hoe mensen solidair zijn met elkaar. Dat ze na hun hele tocht langs de lokale markt, de bakker waar ze elke week gratis koffiekoeken krijgen en de voedselbank, niet enkel kijken naar wat ze zelf nodig hebben. Nee, ze zien ook de schrijnende situaties van anderen. Ze delen wat ze te veel hebben onderweg uit aan mensen die op straat leven of ze springen met hun overschot binnen bij een buurvrouw die het ook niet breed heeft.”
“Als je goed kijkt, zie je hoe mensen die samen koken elkaar in hun kracht zetten. Ze wisselen verhalen en ideeën over voedsel uit. Hun welzijn en gezondheid gaat er dan ook op vooruit. Want het gaat niet enkel over het voedsel dat je inneemt, maar ook over de waardigheid die ontstaat bij het delen van een maaltijd.”
Reacties [2]
Wat een interessant onderzoek! Het doorprikt ook mijn vooroordelen: dat opleiding en de sociale groep waartoe je behoort bepalend is voor al dan niet gezond eten.
Ook goed hoe het belang wordt benadrukt van zelfbeschikking: zelf kunnen bepalen wat je eet, waar je je eten koopt, het is een basisrecht dat in dit land helaas niet voor iedereen voldaan is.
Mooi artikel dit, ik vind dat het goed de meerwaarde aantoont van onderzoek dat vertrekt van het gewone leven, wat mensen echt doen en waarom dat zo is. Jullie inzichten leveren stof tot nadenken voor structureler beleid, maar steeds op maat.
Zeker lezen
Wat kan de lokale politiek aan armoede doen? ‘Regels strenger maken is niet altijd de oplossing’
Sociaal werk op het platteland: ‘Voor sommige cliënten is schaamte het grootste probleem’
Aanslepende wooncrisis maakt slachtoffers: ‘Lokale overheid kan ingrijpen’
Functionele cookies Altijd actief
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies