Achtergrond

Verontrusting in kinderopvang: ‘Waar komen die blauwe plekken vandaan?’

Serafine Dierickx, Anne Groenen

In de kinderopvang maken begeleiders zich soms zorgen over de gezinnen waarmee ze werken. Waar komen die blauwe plekken vandaan? Waarom is dit kind zo bang voor anderen? Wat doe je als kinderbegeleider met zo’n signalen? Onderzoekers van hogeschool UCLL ontwikkelden een methodiek.

verontrusting

© Unsplash / Eddie Kopp

Wat is er aan de hand?

Verontrustende signalen ontstaan wanneer we ons zorgen maken over de mogelijk aantasting van de psychische of lichamelijke integriteit van iemand. We spreken over de ‘mogelijke’ aantasting omdat je bij verontrusting vaak niet precies weet of en wat er aan de hand is.

‘Wie met kinderen werkt, komt vroeg of laat met verontrusting in aanraking.’

Wie met kinderen werkt, komt vroeg of laat met verontrusting in aanraking. Een brede aanpak van die verontrustende signalen kan de gezondheid van alle kinderen ten goede komen.

Hoe ziet zo’n aanpak eruit? Het expertisecentrum Resilient People van hogeschool UCLL ontwikkelde twee gidsen die kinderbegeleiders kunnen inspireren om verontrustende signalen op te merken, om taal te geven aan verontrusting en om kinderen, gezinnen en het eigen team op een traumasensitieve manier te ondersteunen.

Moeilijke vragen niet uit de weg gaan

Verontrusting start bij het kunnen, willen en durven uiten van twijfels. Het gaat om moeilijke vragen niet uit de weg gaan, ook al zijn die niet makkelijk te stellen, noch te beantwoorden.

Wie met kinderen werkt, heeft veel redenen om die moeilijke stap te zetten. Stress en trauma bij jonge kinderen zijn meestal onzichtbaar. Ze hebben slechts beperkte mogelijkheden om te vertellen over hoe het met hen gaat. Ze zijn aangewezen op hun zorgfiguren voor hun overleving en bescherming, en dus ook om hun emoties en stress een plaats te kunnen geven.

Eigen vertrouwen wantrouwen

Zorgfiguren dragen hier een verantwoordelijkheid. In een veilige en warme omgeving maken kinderen meer kans om zichzelf af te stemmen op een vriendelijke wereld met zorgzame volwassenen. Terwijl ze opgroeien, voelen ze zich veilig en gewaardeerd.

Kinderen die opgroeien in onveilige relaties zullen zich eerder voorbereiden op een wereld waarin ze op hun hoede moeten zijn voor gevaar. Iedereen kan immers een potentiële bedreiging zijn. Ze ervaren trauma’s en leren al snel om hun eigen vertrouwen te wantrouwen.

‘Als kind moet je vreugde beleven, succes meemaken en onbezonnen zijn. Dat is belangrijk voor je ontwikkeling.’

Dat bleek ook uit de straffe getuigenis van Nick De Ridder op Sociaal.Net: “Als kind moet je vreugde beleven, succes meemaken en onbezonnen zijn. Dat is belangrijk voor je ontwikkeling. Het helpt om sterker in je schoenen te staan. Om een ‘ja’ of een ‘nee’ te kunnen accepteren. Om dingen te kunnen relativeren. Dat kon ik allemaal niet.”

Kinderopvang als ideale schakel

Als maatschappij beseffen we langzaamaan dat kinderopvang meer betekent dan pampers en fruitpap. Een goede kinderopvang is een ontmoetingsplek die ook zorgt voor informatie en ondersteuning aan gezinnen met jonge kinderen.

De job van kinderbegeleider wordt hoe langer hoe meer erkend als een pedagogische en sociale stiel, en terecht. Kinderbegeleiders kunnen een ideale schakel zijn om bij kinderen verontrustende signalen op te merken en, indien nodig, traumasensitieve zorg te bieden.

Geen weg weten

Vandaag wordt er aan sociale professionals een grotere ethische bewustheid en verantwoordelijkheid gevraagd dan vroeger.

Jammer genoeg worden kinderbegeleiders vaak niet erkend noch opgeleid voor de positieve impact die ze kunnen hebben op het jonge kind, vooral wanneer dat kind geen veilige thuis kent. Enkele jaren geleden lazen we op Sociaal.Net: “In de kinderopvang weet men vaak geen weg met verontrustende situaties. Dat is pas verontrustend. Men zit met de neus op een verontrustende situatie maar men weet niet wat te doen.”

Concrete kapstokken

Om verontrusting bespreekbaar te maken, moet de kinderopvang een beroep doen op het professioneel beoordelingsvermogen van kinderbegeleiders. Om de kinderopvang hierin te ondersteunen, ontwikkelde het expertisecentrum Resilient People twee gidsen over het opmerken van en het omgaan met verontrusting. De drijvende kracht achter deze gidsen zijn de kinderbegeleiders zelf.

Er kwamen enkele instrumenten die de voelsprieten van kinderbegeleiders verscherpen: vijf rode vlaggen om in de gaten te houden, een maandelijkse snelle screener om de vinger aan de pols te houden en tips om gesprekken met ouders voor te bereiden. Zo kan je de screener regelmatig met ouders bespreken, ook wanneer er geen vuiltje aan de lucht is, omdat de drempel lager zal zijn wanneer je wél iets wil bespreken.

In de gids voor traumasensitieve zorg in de kinderopvang staat “Wat is jou overkomen?” centraal. De gids bevat reflectievragen aangevuld met inspirerende ideeën van hoe je traumasensitieve zorg kan inzetten in het kinderdagverblijf.

Doorheen de concrete instrumenten en tips, zien we ook enkele algemene aandachtspunten. Die vatten we hier samen.

Ken jezelf

Wie deze zomer een vliegreis maakte, heeft het wellicht opnieuw gehoord: Zet eerst zelf dat zuurstofmasker op voordat je dat van een ander opzet. Dat klinkt misschien verkeerd, maar het is eigenlijk vanzelfsprekend. Als jij het bewustzijn verliest voordat je je buur kan assisteren, zal geen van beide kunnen ademen.

Dat geldt ook voor kinderdagverblijven: Hoe kunnen we voor anderen instaan als we geen ruimte vinden voor onszelf?

‘Er moet ruimte zijn om jezelf als kinderbegeleider te leren kennen.’

Kinderbegeleiders hebben zoveel verantwoordelijkheden dat ze al eens vergeten naar adem te happen. “Ik kalmeer eerst de kinderen en pas ’s avonds kan ik me ontspannen.” Het is een veelgehoorde uitspraak. Gaandeweg ontdekken kinderbegeleiders echter dat er meer kansen liggen wanneer ze zelf eerst de ruimte nemen om uit de crisis te geraken, al is het maar door drie keer diep in en uit ademen, al dan niet samen met de kinderen.

Daarom is het belangrijk om jezelf als kinderbegeleider te leren kennen. De organisatie kan hierop inspelen door expliciet ruimte te maken om te reflecteren over hoe kinderbegeleiders functioneren en welke behoeften er leven. Wie ben ik? Wat vind ik belangrijk? Wanneer verlies ik de ruimte voor mezelf? En hoe vind ik mezelf daarna terug?

Een persoonlijke EHBO-kit is zo’n voorstel. In de kit steek je allerlei dingen waar je zelf terug rust en kalmte in kan vinden, zoals een ademhalingsoefening, een lied, een zakje thee, een knuffel of stressbal.

Ken de ander

Verontrusting opmerken en ermee omgaan, kan zwaar zijn om alleen te dragen. Het geconfronteerd worden met het niet-weten werkt vaak vertwijfeling en onzekerheid in de hand. Het is daarom een aandachtspunt om als organisatie, van onthaalouder tot grootschalig kinderdagverblijf, een netwerk op te bouwen.

Een netwerk draait om gezamenlijke ondersteuning. Het is belangrijk dat je als kinderbegeleiders binnen en buiten de organisatie op zoek gaat naar wat je nodig hebt om je eigen sterktes naar voren te laten komen. Denk aan professionalisering van jezelf en collega’s, het beroep doen op externe expertise voor informatie en advies, het leren kennen van de andere organisaties in de omgeving. Op die manier kan je als kinderbegeleider laagdrempelig je verhaal doen, twijfels delen en vragen stellen.

Maatschappelijke erkenning

Kinderbegeleiders worden vaak niet erkend voor de in regel fantastische plek die ze bieden aan jonge kinderen en hun gezinnen. Ze bevinden zich ergens op het spanningsveld tussen zorg, hulp en opvoeding.

Hoog tijd dus dat we als maatschappij en sociale professionals overtuigd geraken van het belang van kinderopvang. En dat belang zit in het bieden van een warme plek waar kinderen mogen zijn en waar ze ertoe doen, met al hun krachten en kwetsbaarheden. Kinderbegeleiders betekenen en geven betekenis. Het is dus een kwestie van de kinderopvang maatschappelijk te waarderen en stevig te ondersteunen. Enkel zo kunnen ze juist reageren wanneer ze verontrust zijn over de leefsituatie van een kind.

Reacties [1]

  • Tini Larbrisseau

    Het zou fantastisch mooi zijn mochten begeleiders van kinderen deze gidsen kunnen bespreken in team.
    Kennis op doen over zichzelf is daarbij van wezenlijk belang.
    Tijd en ruimte maken om in team te luisteren naar elkaar, te reflecteren, en te analyseren om zo tot verhelderende inzichten te komen bij moeilijke situaties en zo tot oplossingen te komen ten goede van het kind en de begeleider!
    Mild zijn voor zichzelf is hierin een belangrijke factor en vertaald zich dan ook in liefde naar het kind!

We zijn benieuwd naar je mening!
Blijf hoffelijk, constructief en respectvol

 

Elke reactie wordt gemodereerd. Lees hier onze spelregels. Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.