Zwijgen geen optie meer
“Bij Fedasil is het permanent crisis. Dat zijn de woorden die de directie altijd gebruikt om alles maar op zijn beloop te laten”, zegt Emma.Dit is een schuilnaam.Ze werkt als eerstelijnswerker in een open opvangcentrum van Fedasil, de overheidsdienst die verantwoordelijk is voor de opvang van asielzoekers in ons land. De laatste jaren leeft er veel onvrede binnen de organisatie.
De kerntaak van Fedasil is het aanbieden van bed, bad en brood. Maar naast die materiële zorg staat Fedasil ook in voor de psychische en juridische bijstand van asielzoekers. Fedasil telt momenteel een veertigtal centra en 2.200 personeelsleden. Die aantallen kunnen flink fluctueren. Daarnaast werkt Fedasil ook samen met externe opvangpartners, zoals het Rode Kruis en Samusocial.
‘Onder deze omstandigheden zal mijn bobijntje ooit af zijn.’
Afgelopen weken konden wij meerdere personen binnen Fedasil spreken. Telkens wilden ze slechts getuigen onder schuilnamen en zonder de naam van hun specifieke centrum of hun functie te vernoemen. Open en bloot met de pers praten leidt onverbiddelijk tot ontslag.
“Helaas is zwijgen geen optie meer. Nochtans blijven de meeste werknemers van Fedasil heel geëngageerd”, zegt Emma. Ze wil ook niemand afschrikken om bij Fedasil te solliciteren. “Het blijft een mooie en dankbare job. Liefst doe ik dit tot aan mijn pensioen. Maar onder deze omstandigheden zal ook mijn bobijntje ooit af zijn”.
Oververzadigd opvangsysteem
De spreidstand tussen het beschikbare personeel en het aantal opvangplaatsen neemt almaar toe. Met een bezettingsgraad van quasi 100% op 35.000 bedden blijft het opvangsysteem van Fedasil oververzadigd. Ondanks het feit dat er in 2023 3.388 bedden bijkwamen tegenover het jaar ervoor.
Toch konden 8.816 mensen vorig jaar nog steeds niet terecht in de reguliere opvang. Onder druk van die overbelasting nam staatssecretaris voor Asiel en Migratie Nicole De Moor in augustus 2023 zelfs de radicale beslissing om geen opvang aan alleenstaande mannen meer te verlenen.
‘Zonet hoorde ik dat er weer een collega mee is gekapt. Uit onvrede omdat hij geen kwaliteitszorg kon bieden.’
Tegelijkertijd raken een hoop vacatures niet ingevuld en ligt het personeelsverloop erg hoog. Zo organiseerde de vakbond ACV in maart een yogasessie aan het hoofdkantoor om de toenemende uitval onder de werknemers aan te kaarten. Aan ons liet de directie per mail weten dat “Fedasil voortdurend en op vrij korte tijd nieuwe personeelsleden aanwerft en ook werfreserves aanlegt”.
Nochtans raken ook in het centrum van Emma de collega’s aan de lopende band opgebrand. “Zonet hoorde ik dat er weer een collega mee is gekapt. Uit onvrede omdat hij geen kwaliteitszorg kon bieden. Nog een extra persoon voor wie de werkdruk te veel is geworden. Geef hem eens ongelijk.”
Amper medische zorg
Vooral aan sociaal werkers en medisch personeel is er een chronisch gebrek. “Ik word overrompeld door veertig bewoners, elk met verschillende klachten. Maar ik heb mijn handen vol met de dagelijkse taken. Er is geen tijd voor structurele opvolging”, vertelt Adam die sinds een paar jaar als sociaal werker in een centrum werkt.Adam is een schuilnaam.
“Vooral de onderbemanning op de medische dienst is een enorm probleem. Personeel zonder zorgkundige scholing moet dan medische hulp bieden. Dat is onhoudbaar met een paar honderd bewoners. De situatie druist in tegen de opvangwet die voorziet in medische zorg. Maar we hebben geen keuze.”
Ook voor Ahmad is de medische dienst het voornaamste struikelblok. Hij is afkomstig uit Palestina en verblijft al twee jaar in een centrum. “De dienst gaat open om negen uur ’s ochtends, maar je moet al in de rij gaan staan en aanschuiven om zeven uur. Vaak proppen ze je gewoon wat paracetamol in de handen en sturen je dan wandelen.”
“Wanneer ik echt ziek ben ga ik onmiddellijk naar de post van het Rode Kruis.” Dat is niet toevallig, want het Rode Kruis blijft een voorname partner van Fedasil en baat in opdracht van de overheid opvangcentra uit.
Krapte op de kamer
Door het opvangtekort zijn de centra van Fedasil genoopt om zo veel mogelijk bewoners op één kamer te krijgen. “Wij slapen met vier mensen in een klein kamertje. Er is niet eens plaats om te zitten”, zegt Ahmad. “Je moet echt geluk hebben met wie je de kamer deelt. Als mijn kamergenoot ’s avonds laat met zijn familie in Egypte zit te bellen, terwijl ik om vijf uur op moet, dan ontstaat er ruzie.”
‘In een centrum is er weinig nodig om een situatie te laten escaleren. Iedereen leeft met zoveel stress en onzekerheid.’
Het samenleven op een krappe ruimte vond ook ex-bewoner Rachid lastig. “In drie hoeken van de kamer stond een stapelbed. Er kwamen al snel spanningen, omdat mijn Afghaanse kamergenoot nooit kuiste. In een centrum is er weinig nodig om een situatie te laten escaleren. Iedereen leeft met zoveel stress en onzekerheid. De sfeer wordt snel erg agressief.”
Nochtans vormden voor Rachid de kamers en het gebrek aan medische zorg niet zijn voornaamste bekommernis. “Het grootste probleem was het eten.” Een klacht die verschillende bewoners met ons deelden. “Ooit had ik ons avondeten in een schoteltje gedaan en buitengezet voor de kat. Zelfs hij moest er niet van weten.”
Sociaal werker Adam is niet verrast. “Er is zelfs geen budget voor herstellingswerken, laat staan voor lekker eten. Veel kamers kennen een schimmelprobleem en de sanitaire voorzieningen laten te wensen over.”
Budget verdubbeld
Nochtans is het budget van Fedasil de afgelopen tien jaar meer dan verdubbeld tot 843 miljoen euro in 2023. Meer dan de helft daarvan, zo’n 493 miljoen euro, vloeit naar de financiering van de opvang door externe partners, voornamelijk het Rode Kruis. 46 miljoen euro trok Fedasil uit voor de huur en herstellingen van hun gebouwen. 60 miljoen euro ging naar de eigenlijke kost en inwoon van de asielzoekers, wat ruimschoots onvoldoende is.
‘We doen wat mogelijk is met de middelen die voorhanden zijn.’
“We doen wat mogelijk is met de middelen die voorhanden zijn, maar kwaliteitszorg kunnen wij niet bieden”, zeggen verschillende goed ingelichte bronnen van administratieve en eerstelijnsdiensten bij Fedasil. Het oplossen van het personeelstekort en andere structurele problemen zal dus extra middelen vergen.
Geen zicht op geldstromen
Maar om die noden exact te berekenen zal Fedasil eerst werk moeten maken van meer budgettaire transparantie. Dat blijkt althans uit een verslag dat het Rekenhof in november 2023 publiceerde, met bemerkingen over de federale begroting voor 2024. In de sectie over Fedasil staat er dat “de voorziene dotatie berekend is op een minimaal scenario, met een bezettingsgraad van 85 procent”.
Lees: bij het toekennen van de federale dotatie is er geen rekening gehouden met een volledige capaciteitsbezetting, wat vandaag de facto het geval is. Het Rekenhof oordeelt dus dat “het niet in staat is om na te gaan wat de werkelijke uitgaven zijn en of het berekende budget die zal kunnen dekken”.
‘Bij het toekennen van de federale dotatie is er geen rekening gehouden met een volledige capaciteitsbezetting.’
Tijdens een hoorzitting van de Kamer op 20 maart 2023 waarschuwde Pierre Rion, als commissaris van het Rekenhof, al dat “het intern toezicht binnen Fedasil bepaalde tekortkomingen vertoont”. Volgens hem is er onvoldoende documentatie over de interne geldstromen voorhanden.
Tenslotte oppert Rion ook dat “Fedasil voorzieningen zou moeten treffen voor de financiële gevolgen van de rechterlijke uitspraken”. Hiermee doelt hij op de dwangsommen die vasthangen aan de veroordelingen door de arbeidsrechtbanken. Aan ons liet de directie weten dat “Fedasil altijd de adviezen van het Rekenhof volgt”.
Rechtstaat is zoek
Toch blijven die dwangsommen als een zwaard van Damocles boven Fedasil hangen. Telkens een asielzoeker geen opvang krijgt, betekent dat een schending van de opvangwet. Wanneer die persoon naar de rechtbank trekt, stelt die hem dan ook altijd in het gelijk. Begin februari maakte Vluchtingenwerk Vlaanderen bekend dat Fedasil hier al 8.800 keer voor is veroordeeld.
‘De dwangsommen liepen al op tot bijna een derde van het totale budget van Fedasil.’
In maart 2023 liepen de daaraan verbonden dwangsommen op tot 278,5 miljoen euro. Dat beslaat bijna een derde van het totale budget van Fedasil. Nu De Moor alleenstaande mannen systematisch weigert, zal dat bedrag enkel maar zijn toegenomen.
Omdat nagelaten wordt die dwangsommen te betalen, vonden er al inbeslagnames plaats op het kabinet van de staatssecretaris. Met het wegnemen van het koffieapparaat als mediagenieke uitschieter.
“Die inbeslagname was voor mij het teken dat de Belgische staat de hakken in het zand zet”, zegt Mieke Van den Broecke, advocaat bij Progress Lawyers Network. Al zeventien jaar lang verleent ze juridische bijstand aan asielzoekers.
“Er valt niets meer in beslag te nemen. Nu proberen we vooral te zorgen dat die dwangsommen dwingender worden. Hopelijk zal de staatssecretaris dan eindelijk gehoor geven aan de vonnissen.”
Vonnissen genegeerd
Vier maanden geleden mochten een aantal ngo’s, waaronder Vluchtelingenwerk Vlaanderen, van het Hof van Beroep zelfs beslag leggen op 2,9 miljoen euro aan bezittingen van Fedasil. Om naar eigen zeggen “zelf middelen in te zetten om noodhulp te organiseren”.
De directie wijst op het feit dat opvang niet de enige oplossing is. “Het gaat om een combinatie van maatregelen om de instroom te beperken en de uitstroom te versnellen. Momenteel telt ons opvangnetwerk 35.000 plaatsen, en dat is ongezien”, luidt het in hun mail.
‘Dit is een grove schending van de scheiding der machten.’
Maar tot op heden blijven alleenstaande mannen op straat slapen en geeft De Moor niet thuis. Die halsstarrige weigering frustreert niet enkel de advocaten van de asielzoekers. “Het is erg verontrustend dat de uitvoerende staatssecretaris de vonnissen van magistraten naast zich neerlegt. Dat is een grove schending van de scheiding der machten”, oordeelt Pascale Monteiro, voorzitster van de Syndicale Vereniging van Magistraten.
Volgens Monteiro biedt geldgebrek nooit een geldig excuus voor het negeren van vonnissen. “Vandaag is er geen geld om voldoende opvang te voorzien. Maar morgen ontbreekt het aan middelen op een ander domein. Er zal altijd iets zijn, terwijl de democratische rechtstaat verder en verder afbrokkelt.”
Psychische overbelasting
Al blijven de voornaamste slachtoffers natuurlijk de ruim 8.000 mannen die ondanks hun recht op onderdak toch op straat belanden. Ook Ahmad was gedwongen om ruim zeven maanden in de straten rond de Brusselse Noordwijk te overnachten. Die periode liet zijn fysieke sporen na.
“Tijdens mijn verblijf op straat stond mijn lichaam vol rode plekken. Het jeukte zo verschrikkelijk dat ik er niet van kon slapen. Ik stuurde verschillende mails naar Fedasil om te zeggen dat ik dringend medische hulp nodig had. Maar ik had geen adres en mijn Engels was slecht. Toen ik na maanden toch in een centrum terecht kon, zeiden ze dat ik schurft had.”
‘Tijdens mijn verblijf op straat stond mijn lichaam vol rode plekken.’
Ook de eerstelijnswerkers ervaren de gevolgen van dakloosheid op de mannen in hun centrum. “Tijdens hun periode op straat kweken veel asielzoekers psychologische problemen en een verslavingsproblematiek. Nadien belanden die mensen in de centra, die daar niet op voorzien zijn, met alle problemen van dien”, weet advocaat Van den Broecke.
Volgens de directie van Fedasil is het probleem alvast niet groter in deze groep dan in de algemene populatie. “En er wordt ingezet op begeleiding en zorg voor personen met een verslavingsproblematiek.”
Hoop op verbetering
Naast drank- en drugsgebruik vertaalt die psychische belasting zich ook in een toename van zelfmoordpogingen binnen de centra van Fedasil. Alle getuigen beamen dat het een frequent fenomeen is. “Gemiddeld één per dag”, luidt het zelfs bij een goed geïnformeerde bron. Veel bewoners knappen onder de onzekerheid rond de goedkeuring van hun asielaanvraag.
‘Hoog tijd om de zwijgcultuur te doorbreken.’
“Ik herinner mij dat ik thuiskwam in het centrum en dat er een man lag te spartelen op de grond. Zijn asielaanvraag was afgewezen”, vertelt Rachid. “Hij zat in zak en as. Maar een paar uur later bleek die toch te zijn goedgekeurd. Plotsklaps veranderde hij in de gelukkigste man van het hele centrum.”
Van die onzekerheid is Rachid verlost, toch vond hij niet alles slecht aan zijn verblijf bij Fedasil. “Toen ik alleen ging wonen werd ik erg eenzaam. In het centrum liepen er tientallen vrienden rond en had ik veel sociaal contact. Ook onder het personeel kende ik veel behulpzame mensen. Als ik nu wantoestanden aankaart, dan is het in de hoop dat de situatie zal verbeteren.”
Ook Emma blijft hoopvol. “Ik zie het wel de goede kant opgaan als we samen aan hetzelfde zeel trekken en als onze beleidsmakers Fedasil met voldoende middelen ondersteunen. We mogen de huidige gang van zaken niet langer aanvaarden. Het is hoog tijd om de gesloten zwijgcultuur rond de open centra voorgoed te doorbreken.”
Reacties [1]
Is het niet mogelijk dat iedere Stad of Gemeente verplicht moet worden om vluchtelingen op te nemen. Waarom de ene opzadelen met vele vluchtelingen en de anderen geen. Een gelijke verdeling moet kunnen.
Zeker lezen
‘Sociaal werk zal meer politiek worden’
Impact van migratie op mentaal welzijn: ‘Kinderen dragen littekens van hun ouders’
Jongeren over gezond leven: ‘Ook wat ongezond is, kan gelukkig maken’
Functionele cookies Always active
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies