Verhaal

Nieuwe Autoriteit vindt zijn weg in Vlaanderen

Stevige grond onder de voeten van opvoeders

Tineke Herwege

Het begrip ‘Nieuwe Autoriteit’ doet een frisse wind waaien in hoe we als samenleving omgaan met gedrag van kinderen en jongeren. Het is een hot topic in de jeugdhulp, maar stilaan vindt de pedagogische visie ook de weg naar het onderwijs en preventieve gezinsondersteuning.

Nieuwe Autoriteit

Nieuwe Autoriteit

Idan Amiel en Goedele Plovie

Appeltaart

Tineke Herwege van EXPOO sprak met Idan Amiel en Goedele Plovie. Idan is hoofd van de Parents Counseling Unit in het Schneider Medical Center in Israël. Daarnaast runt hij het New Authority Center, dat hij oprichtte met professor en geestelijke vader Haim Omer. Goedele is pedagogisch directeur van Jeugdzorg Emmaüs – afdeling Antwerpen. Samen denken ze na over het concept Nieuwe Autoriteit, de implementatie ervan in jeugdhulporganisaties en de vertaalslag naar de preventieve gezinsondersteuning.

Founding father van Nieuwe Autoriteit Haim Omer bundelt een aantal opvoedingsconcepten die we al kennen. Denk aan ervarings-, herstel-, oplossings- en krachtgericht werken, autoritatief opvoeden, gehechtheid en empowerment. Idan, jij gebruikt de metafoor van een appeltaart: “Three apples changed the world: the first one tempted Eve, the second inspired Newton and the third was offered to the world half eaten by Steve Jobs. Let’s bake an apple pie’.

Idan: Tot een tijd terug en onder invloed van religie kregen kinderen zorg in ruil voor gehoorzaamheid. Nadien kwamen er de opvoedingsboeken. Ouders volgden slaafs het welzijn van hun kinderen op. Vandaag halen kinderen en jongeren de expertenrol van hun ouders in. Het internet maakt van hen ‘digital natives’. Religie, wetenschap en het digitale informatietijdperk hebben ouders steeds in een bepaalde richting geduwd. De positie van de ouder als autoriteit is gaandeweg verzwakt. Ouders werden onzeker over wat ‘goed opvoeden’ is. De ene visie is echter niet noodzakelijk beter dan de andere. Nieuwe Autoriteit bakt daarom een appeltaart. We behouden de goede elementen en opvoedingspijlers uit de verschillende visies. We bouwen voort op de erfenis van ‘oude’ autoriteit met veiligheid, structuur en houvast. We zetten in op de duurzame verbondenheid tussen ouder en kind, met zorg voor hun eigen identiteit en noden. We geloven sterk in digitale en sociale media als tool om presentie en netwerking te realiseren.

‘De sleutel tot positief gedrag ligt bij de-escalatie.’

Waarom dan ‘Nieuwe’ Autoriteit?

Idan: Dat nieuwe zit hem in de basishouding. Opvoeden vanuit Nieuwe Autoriteit is een ‘state of mind’ die vertrekt vanuit een stevige grond onder je voeten als opvoeder. We hanteren een set van tools, zoals de aankondiging als teken van verzet, goedmaakacties, relatiegebaren, stille boodschappen en uiteindelijk geweldloos verzet. Op die manier behoud je rust als opvoeder. Je krijgt inzicht in en controle over je eigen gedrag. Het doel is om voor ouders, opvoeders en leerkrachten een gevoel van welbevinden en harmonie te creëren. De sleutel tot positief gedrag ligt bij de-escalatie, nabijheid in de ouder-kindrelatie en de ondersteuning van een netwerk.

Wat maakt deze pedagogische visie zo krachtig dat jullie ze vanuit Emmaüs zo sterk promoten?

Goedele: Nieuwe Autoriteit gaat niet over het herwinnen van autoriteit, wel over het herdefiniëren ervan. De visie versterkt autoriteit in onze huidige geïndividualiseerde samenleving door in te zetten op collectief opvoeden, vanuit de gemeenschap. Het geeft autoriteitsfiguren een stevige basis vanuit een mildere, ontschuldigende en dus krachtgerichte kijk op hun positie. Opvoeden is complex. Doe het dan ook samen, geef jezelf zuurstof, zoek ondersteuning en heb vertrouwen in de mensen in je buurt. De visie leert ons ook heel sterk om gedrag los te koppelen van de persoon. Ten slotte is het versterken van zelfcontrole van de ouder een onmisbare schakel in opvoedingsondersteuning. Nieuwe Autoriteit legt daar de focus op.

‘Opvoeden is complex.’

Ouders vragen zich af of straffen en belonen een tool is die ze nog mogen inzetten?

Idan: We zijn er niet tegen. Een straf maakt voor een stuk deel uit van het leven. Het is een realiteit waar kinderen mee moeten leren omgaan. Een straf of beloning is makkelijk te hanteren als het kind effectief zijn gedrag wijzigt. Maar bij een escalatie laat de tool ons in de steek. We moeten onze vaardigheden in pro-actief handelen verbreden. Dat is precies waar de grondhouding van Nieuwe Autoriteit op geënt is: wees de straf vóór.

Stilte


Nieuwe Autoriteit gelooft sterk in de kracht van stilte.

Goedele: Stilte lost vaak het probleem niet zomaar op. Het brengt wel beweging in een systeem dat op een negatieve manier stil lag. In pogingen om negatief gedrag te berispen, dreigen opvoeder en kind in een straatje zonder einde te belanden. Een voorbeeld. Via stilte kan een opvoeder een krachtig signaal geven dat hij de escalatie en het gedrag niet langer duldt. Dit doorbreekt het systeem waarin een jongere het ‘laatste woord’ wil. Een stilte kan je niet overtreffen in woorden. Dat zet jongeren aan het nadenken. Opvoeders en begeleiders verliezen wel eens zelfcontrole, zeker in een moeilijke groep. Nu kunnen ze bij escalatie een stilte inlassen. Omdat het onverwacht is, heeft het een gigantisch effect. Belangrijk blijft wel om via non-verbale communicatie erkenning te geven aan het gevoel van de jongere. Dat doe je door een krachtgerichte, empathische grondhouding aan te nemen. Straal rust en vertrouwen uit. Maak de stilte nederig maar negeer de jongeren niet. Je veroordeelt immers enkel het gedrag, niet de jongere. Eenmaal het gedrag verandert, bekrachtig dan meteen positief.

‘Bij escalatie kunnen we stilte inlassen.’

Kan je de tools inzetten bij elk kind, op elke leeftijd?

Idan: De tools zijn een toegevoegde waarde, maar niet heiligmakend. De bookmark -het uitstellen van de reactie op gedrag- zetten we bijvoorbeeld in bij escalatiegevaar tussen begeleider en kind. Maar je kan dit niet bij elk kind inzetten. Bij heel jonge kinderen werkt het niet omwille van het tijdsconcept. Bij een kind met autisme brengt een stille sms meer rust, omdat het een indirecte methodiek is. Abrupte stilte werkt dan weer minder, omdat het verwarrend kan zijn. We moeten de tools dus flexibel en gedifferentieerd inzetten, naargelang de complexiteit van het gedrag, de omstandigheden en de eigenheid van het kind. Maar het is wel de grondhouding van rust die voor ieder kind heilzaam is.

Jullie appelleren ouders en andere opvoeders op hun verantwoordelijkheidszin.

Idan: Ouders en opvoeders willen autoriteit opbouwen op basis van nabijheid en verbondenheid. In de zoektocht naar een evenwicht tussen afstand en gepaste nabijheid trappen ouders in de valstrik van beschermer of vriend. Wij introduceren het concept van presentie. We stemmen de afstand af naargelang de leeftijd en het gedrag van het kind, maar we zijn en blijven er en geven niet op. Bij presentie of waakzame zorg stellen we steeds de veiligheid van een kind voorop. Die veiligheid mag nooit ondergeschikt zijn aan privacy. Zowel vanuit het perspectief van de ouder die de privacy van het gezin wil beschermen, als vanuit de kinderen die privacy willen ten opzichte van hun ouders. Autoriteit gaat over de opvoedersrelatie waarin afstand-nabijheid een complexe dans is. Via presentie willen we voor kinderen een betere, solide plek creëren vanuit een sterke positie als ouder. Als opvoeder neem je de verantwoordelijkheid, je gaat het kind niet beschuldigen.

‘Ouders trappen vaak in de valstrik van beschermer of vriend.’

Goedele: Via Nieuwe Autoriteit komen de verantwoordelijkheidszin en autonomie van de ouder en het kind mooier in balans. Een goed voorbeeld waar Idan het over had is ‘de bookmark’. We zetten een conflict stil en komen later, op een rustig moment terug op de situatie. Bij zo’n bookmark geef je niet alleen jezelf als opvoeder ruimte om na te denken, maar ook het kind. Op die manier draag je samen verantwoordelijkheid.

Bruggen bouwen


Heeft deze vernieuwende mindset ook gevolgen voor de relaties tussen organisaties?

Idan: Het bouwen van bruggen is fundamenteel. De banden tussen jeugdhulporganisaties, scholen, buurtwerkers, begeleiders en ouders moeten we verduurzamen. We moeten de diversiteit aan werkvormen en visies omarmen. Schakel elkaar meer in. Wanneer we een netwerk rekruteren, moeten we selectief zijn maar ook niet krampachtig vasthouden aan onze eigen opvattingen over opvoeden. Wat kinderen nodig hebben, is een waaier aan verschillende opvoedingsstijlen. Het snuifje onverbiddelijkheid van de strenge nonkel moeten we combineren met de zachtaardigheid van oma. We moeten meer rondom ons kijken en op zoek gaan naar gepaste steun, op individueel en organisatorisch vlak. In een cultuur van individualisme, professionalisme en eenzaamheid hebben we het concept van Nieuwe Autoriteit nodig om meer te leren over het Afrikaanse idee dat een kind best opgroeit in een sfeer van gezamenlijke verantwoordelijkheid.

‘Kleine stappen hebben dikwijls een grote impact.’

Goedele: It takes a village to raise a child. Het is een belangrijk idee. Een stuk van onze werking ligt op het Kiel, een diverse wijk in het zuiden van Antwerpen. We hebben de droom om daar breder te werken rond de aanpak van hangjongeren, druggebruik en criminaliteit. We willen bewoners en lokale actoren uit de buurt opleiden in Nieuwe Autoriteit. Buurtbewoners die met elkaar in gesprek gaan en tot verbinding komen, het is het startpunt van alles. Door jongeren op een rustige manier te vertellen waarom het zo lastig is voor de slapende kindjes dat ze rondhangen voor de garagepoort, kan escalatie al verholpen worden. Kleine zaadjes die we planten, hebben dikwijls een grote impact.

Een uitdaging in die aanpak is de angst voor het andere.

Goedele: Het ‘anders-zijn’ kan inderdaad afschrikken. Maar los van geloofsovertuiging of cultuur heeft dat ook met generaties te maken. Wij zetten in op verbindende activiteiten zoals een buurtfeest. Dat haalt banden aan, maar blijft ook sterk op de vlakte. We spreken nog steeds niet dezelfde taal, er is geen gemeenschappelijk denkkader. Daarom werken we een project uit om samen te werken als buurt. We willen ontdekken hoe ouders vanuit hun verschillende referentiekaders kijken naar opvoeding. Op die manier willen we zoeken naar gemeenschappelijke waarden. We laten ons verrijken door andere inzichten. Tussen buurtwerk, jeugdwerk, scholen en politie proberen we zo een overkoepelende taal te creëren. Kinderen en jongeren krijgen op die manier overal dezelfde boodschap. Maar wel één vanuit een diversiteit aan helpende actoren en hun visie op opvoeden. Moderne tools zoals sms’en, WhatsApp en Skype zijn in dit proces zeer helpend.

‘Hulp vragen is niet falen.’

Hoe kunnen we een lokale gemeenschap, ‘het dorp’, motiveren om zelf de verandering te zijn die ze wil zien?

Idan: Veel ouders, leerkrachten en opvoeders hebben angst dat ze het niet alleen kunnen. Dat ze falen wanneer ze het kind niet kunnen helpen. Hulp vragen is niet falen. In vele omstandigheden krijgen mensen een stukje hulp uit de directe omgeving. Dat gebeurt vaak in een andere vorm dan we hadden gewenst. Daarin moeten we flexibel en mild kunnen zijn voor diegene die de hulp aanbiedt. We moeten dankbaar leren zijn, ook voor iemand die je uit de nood helpt maar misschien andere zenuwuiteinden tart. In de grond willen alle mensen connecties zoeken. Wees wel selectief in de zoektocht naar mensen die je kunt vertrouwen. Vertrouw erop dat mensen niet tegen jou zijn, maar misschien juist willen helpen.

Goedele: Collectiviteit start ook in het kerngezin, bij de ouders als opvoedingsteam van het kind. Zij hoeven niet altijd op één lijn te staan zoals we dat steeds graag verkondigen. Het kind leert veel van de authenticiteit van papa en mama. De essentie ligt wel bij de de basishouding van ouders. Dáár moet de dialoog tussen partners over gaan.

Superdiversiteit


We leven wel in polariserende tijden. Er leeft veel angst en wantrouwen tegenover de superdiverse samenleving.

Idan: Het wij-zij verhaal is een soort menselijke natuur. Als we inzetten op liefde en verbondenheid en de harten bij elkaar brengen, kunnen we de angst voor het onbekende wegnemen. Jullie kinderrechtencommissaris betreurde de vrees voor het ‘gevaarlijke’ Syrische kind. Waarom laten we dit kind dat nu in een opvangvoorziening verblijft niet af en toe gaan eten bij een ‘Vlaams’ buddygezin? Het politieke debat gaat vaak over de angst omdat ‘anderen’ binnenkomen. Maar die anderen kunnen een erg nuttige, waardevolle en creatieve diversiteit meebrengen.

‘We zijn te bescheiden.’

Goedele: Kijk gericht en durf daarbij ook te denken aan de zwakkere banden. Wat we doen, is dikwijls de sterkere banden aanhalen, het netwerk van naaste familie dat al rond mensen bestaat en dat blijkbaar onvoldoende werkt. Maar we kunnen ook onverwacht veel halen uit de band met een betrokken leerkracht of buurvrouw. Zij hebben misschien vanuit een andere gave effect op het kind. We hebben soms waardevolle contacten zonder dat we ze gericht en functioneel inzetten. Ik denk dat we te bescheiden zijn. We vragen niet aan een voetbaltrainer of hij een bepaald engagement wil aangaan voor een jongere. Op zijn beurt zal hij het ook niet zelf voorstellen. We moeten meer durven vragen aan de betrokken en gemotiveerde gemeenschap buiten onze vier muren. Twee belangrijke aandachtspunten: Vertrek niet louter vanuit een probleem om ‘het dorp’ te installeren. En zet alle stappen in samenspraak met de jongere.

Na de jeugdhulp en het onderwijs, vindt de visie Nieuwe Autoriteit ook zijn weg naar de preventieve gezinsondersteuning.

Goedele: Plaatsen waar netwerken ontstaan, zoals de Huizen van het Kind, kunnen een draaiende motor zijn om het draagvlak voor Nieuwe Autoriteit te verruimen. Zij zijn in staat om een integraal hulptraject te bieden aan jongeren en hun gezinnen. Ze werken neutraal, intersectoraal en centraliseren verschillende instanties die aan de slag gaan met gezinnen. Intervisie is dan wel onontbeerlijk, zowel op team- als organisatieniveau en op niveau van de oudergroepen. Wij hopen dat het beleid wil investeren in lokale buurtprojecten. We moeten preventief, samen en vanuit ieders expertise kunnen nadenken over de juiste ondersteuning van kinderen, jongeren en gezinnen.

Je botste hier op het aspect ‘tijd’. Hoe kunnen we organisaties, leerkrachten en opvoeders helpen om echt tijd te maken voor een goede uitwisseling?

Goedele: Overal is er schaarstse. Voor voorzieningen is het dan ook gemakkelijker om tools vast te nemen zoals de sit-in, dan te investeren in een netwerk of een grondhouding. Ik pleit ervoor dat organisaties prioriteiten stellen en in hun werkingsbeleid kiezen voor een duurzame, preventieve aanpak. Netwerkondersteuning is voor jongeren van cruciaal belang in de groei naar volwassenheid. In de preventieve gezinsondersteuning kan het een fundamentele sleutel zijn om moeilijkheden in de kiem te smoren. Het maakt dat kinderen op latere leeftijd kunnen blijven rekenen op mensen. Via een buddywerking kan je creatief omgaan met taakverdeling en toch nog inzetten op andere aspecten zoals zelfredzaamheid in de klas, thuis of in de leefgroep. Het gezin blijvend en op maat omringen is dan ook een gezamenlijke taak die we als netwerk kunnen opnemen.

Idan: Beschouw het pedagogisch netwerk als een kompas: Welke weg een kind of jongere ook uitgaat, het kan altijd vertrekken van en terugkeren naar een veilige basis.

Reacties [3]

  • Saskia Van Nieuwenhove

    Komaan zeg, hou toch op met alles te institutionaliseren.
    So called intelligente methodieken aan te kopen in het buitenland, kunnen we weer overal dure seminaries organiseren, ons kent ons-rondjes houden in de zorgsector en controle bewaren.
    Terwijl het enige wat jullie doen is wat pleintjeswerkers en uitstekende jeugdwerking al jaren doet : maar ja, daar moeten we besparen.
    Tjonge jonge jonge zeg. En we stonden erbij en keken ernaar.
    (2/2)

  • Saskia Van Nieuwenhove

    Van zo’n methodieken krijg ik werkelijk grijze haren. Gewoon grijs haar.
    Wie tussen de lijnen leest en de jeugdzorg al decennia volgt of er werkzaam was/is weet heel goed dat alles wat hier staat en wordt aangeprezen al bestond. A.L.L.E.S.
    Er werd gezocht naar verbinding, er werd gekeken wie betekenis had in het leven van een kind, school en buurt werden betrokken en tegen hangjongeren werd gezegd “hela mannekes, daar blijven staan houdt kindjes wakker”.
    Maar al jaren besparen we. Buurtstewards werden wegggestuurd, nuldelijnshulp – volkshuizen en buurthuizen moesten sluiten – verdween, alles moest in administratie gegoten. Niet de pastoor van het dorp helpt nog bij papieren van de kinderbijslag maar een CAW.
    En nu zijn die van Emmaüs daar. Met hun christelijke visie.
    Sinds Inge Vervotte aan het roer zijn er al tal van voorzieningen neergezet en nu komen ze ook nog eens af met deze droom “op het Kiel de buurt betrekken”. (bvb).
    (1/2)

  • Adlain

    Inspirerend artikel, solide.
    Laten we de onderwijsvoorzieningen niet vergeten. Het dient benadrukt te worden dat zij de meest voor de hand liggende verbindingsactoren zijn in het opvoedingsnetwerk.

We zijn benieuwd naar je mening!
Blijf hoffelijk, constructief en respectvol

 

Elke reactie wordt gemodereerd. Lees hier onze spelregels. Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.