Column

Luister naar mij!

Twee dagen in de kinder- en jeugdpsychiatrie

Bruno Vanobbergen

Bruno Vanobbergen

Bruno Vanobbergen is kinderrechtencommissaris.

Onuitwisbare inkt

“Denk eraan dat je het leven schrijft met onuitwisbare inkt.” Zo staat het op het raam van de ergo-ruimte van de kinder- en jeugdpsychiatrie waar ik voor twee dagen verblijf. Het is geen officiële boodschap van het huis.

‘De pijn van sommige jongeren is aangrijpend.’

De enthousiast geschreven letters doen vermoeden dat het om het werk van een jongere gaat. Maar iemand moet dit wel toegestaan hebben. Zo wordt het toch een beetje een officiële boodschap.

De zin blijft hangen. De pijn en het verdriet waarmee sommige kinderen en jongeren worstelen is aangrijpend. De stempel van hun omgeving is enorm.

Speedboat

Ik praat met vijf tieners die normaal gezien op de schoolbanken moeten zitten, maar het lukt hen niet. Hun redenen zijn divers. Chronische hoofdpijn, zo gepest geweest dat alleen maar het zien van de schoolpoort ziek maakt, wegvluchten van torenhoge verwachtingen.

Ze zijn schrander, verbaal sterk. Ze leggen hun vingers op de maatschappelijke wonden van vandaag: druk, stress, uitsluiting. Ze verschijnen uitvergroot – te groot, te zwaar, te moeilijk – in elk van hun verhaal.

Ik denk aan het succes van de boeken van psychiaters en therapeuten die ons waarschuwen voor de speedboat die onze samenleving is. Hoe is dit succes te verklaren als je het plaatst tegenover de lange zoektocht van deze jongeren om – “al is het maar een beetje” – gehoord te worden?

Balanceren

Ik zoek naar een gepaste houding, balanceer tussen “komaan jongens, recht jullie rug” en het wegslikken van mijn ongemak. Ik probeer te luisteren. Ik heb schrik dat mijn woorden alleen maar hun kwetsbaarheid vergroten.

Wat vertel je tegen een jongen die zegt dat hij al zoveel keren hetzelfde verhaal heeft moeten brengen?

Dorp

Heel anders gaat het er aan toe in leefgroep 1, de leefgroep waar ik het grootste deel van deze tweedaagse doorbreng. Kwetsbaarheid presenteert zich hier onder de vorm van elkaar jennen, luid roepen en fysieke confrontaties.

Ook hier is de onuitwisbare inkt duidelijk zichtbaar. Het leven van deze kinderen vertoont sporen van geweld, emotionele verwaarlozing en van veel onbegrip. Het maakt dat deze kinderen stuiteren als een springbal. Het lijkt alsof ze vaak geen oren hebben, maar alleen een mond en veel handen. Het leren lezen van deze kinderen vraagt tijd, geduld en zeker ook veel goede wil.

‘Deze kinderen stuiteren als een springbal.’

De ernst waarmee we deze leesoefening volbrengen zal de taal bepalen die we voor en over deze kinderen ontwikkelen. Het beïnvloedt tegelijk de mate waarin we ook voor deze kinderen aan integriteit als sleutelconcept voor ons pedagogisch handelen willen vasthouden.

“It takes a whole village to raise a child”, zegt men vaak. Maar voor deze kinderen is bijna het hele dorp weggelopen. Ze botsen op uitsluitingen, sancties en een carrousel van zorg.

Onmacht

De zorg voor deze kinderen en jongeren vraagt onze aandacht. Niet alleen omwille van hun kwetsbaarheid, maar absoluut ook omwille van de plek van hun kwetsbaarheid in onze zorg.

Ontmoetingen met hun kwetsbaarheid bezorgen ons vaak gevoelens van onmacht. Onmacht omdat wat we zo goed voorbereid of uitgedacht hadden vrij snel elke betekenis verliest. Onmacht omdat we koortsachtig antwoorden proberen te verzinnen op situaties die vaak geen antwoorden verdragen.

‘Kwetsbaarheid is ook een rijkdom.’

“Je hoeft me niet te begrijpen, maar probeer je wel te luisteren”, zegt Yona. Misschien moet onze onmacht plaatsruimen voor onze eigen kwetsbaarheid. Kwetsbaarheid, niet als een tekort, maar als een rijkdom. Kwetsbaarheid, niet als iets dat ons moedeloos maakt, maar ons net houvast biedt.

“Pedagogisch vruchtbaar is niet de pedagogische bedoeling, maar de pedagogische ontmoeting”, schreef de Joodse filosoof Buber. “Het kind voelt, dat hij deze mens mag vertrouwen, dat deze mens hem niet wil manipuleren, maar aan zijn leven deelneemt. En zo leert hij vragen.”

Reacties [1]

  • Carine Weerelds

    Wat een schitterend initiatief om u onder te dompelen in deze omgeving en in de gevoelswereld van deze kinderen. Inderdaad, écht luisteren, ook naar het onuitgesprokene, is essentieel. Het bevestigt de jongere in zijn erkend worden als volwaardige representant van zijn beleving, dat niet enkel het verhaal mag zijn van derden die meestal enkel het gedrag beschrijven.
    Preventie is echter de grootste nood in deze maatschappij, inzetten op luisteren naar kinderen en jongeren voordat ze in de psychiatrie belanden. En inzetten op voldoende, laagdrempelige en bekwame ‘lezers’ voor problematiek in wording.
    Uw engagement als kinderrechtencommissaris is hartverwarmend.

We zijn benieuwd naar je mening!
Blijf hoffelijk, constructief en respectvol

 

Elke reactie wordt gemodereerd. Lees hier onze spelregels. Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.